Zonder de bijdragen van Toy Janssen en Garry Bakker zou dit verhaal nooit tot stand hebben kunnen komen. De buiging is weer héél diep...!
Vanzelfsprekend en zoals altijd, weer open voor aanvullingen en correcties ...
Een terugblik op de waarnemingen van de afgelopen periode.
2024 |
Oktober 2024 6 november 2024 37 |
September 2024 8 oktober 2024 9 |
Augustus 2024 8 september 2024 12 |
Juli 2024 6 augustus 2024 14 |
Juni 2024 5 juli 2024 15 |
Mei 2024 10 juni 2024 7 |
April 2024 8 mei 2024 8 |
Maart 2024 7 april 2024 28 |
Februari 2024 11 maart 2024 9 |
Januari 2024 11 februari 2024 13 |
December 2023 6 januari 2024 13 |
2023 |
November 2023 4 december 2023 17 |
Oktober 2023 7 november 2023 13 |
September 2023 18 oktober 2023 8 |
Augustus 2023 4 september 2023 17 |
Juli 2023 2 augustus 2023 11 |
Juni 2023 3 juli 2023 16 |
Mei 2023 5 juni 2023 20 |
April 2023 9 mei 2023 11 |
Maart 2023 10 april 2023 9 |
Februari 2023 8 maart 2023 18 |
Januari 2023 7 februari 2023 7 |
December 2022 9 januari 2023 11 |
2022 |
November 2022 5 december 2022 12 |
Oktober 2022 5 november 2022 32 |
September 2022 9 oktober 2022 9 |
Augustus 2022 7 september 2022 21 |
Juli 2022 7 augustus 2022 5 |
Juni 2022 9 juli 2022 9 |
Mei 2022 13 juni 2022 22 |
11 februari 2024 · Wim Wiegant · 2982 × bekeken
Januari is nog niet voorbij of het nieuwe jaar begint al aardig op gang te komen! Met enige gematigd spectaculaire achterblijvers als Kleine Topper, Ringsnaveleend en Oosterse Tortel en de nieuwe soort van vorig jaar, de Siberische Waterpieper, dreigde de maand in schoonheid - en nattigheid - te sterven, maar aan het eind werd een Giervalk ontdekt op Texel, en toen was alles weer goed!
Giervalk Falco rusticolus, Slufter, Texel (NH), 27 januari (Leon van den Oetelaar)
Oosterse Tortel Streptopelia orientalis meena, Sneek (Fr), 7 januari (Co van der Wardt)
De Witbuikrotgans werd deze maand vastgesteld in 39 uurhokken. Zoals de laatste jaren gebruikelijk, was de enige grote groep in en bij Breskens (Zld) te zien. Bij het gehucht met de romantische naam Nummer Een, het eerste dorp ten oosten van Breskens, werd op 1 januari een groep van 33 vogels gezien. Verdere groepjes betroffen 5 stuks bij Petten (NH), maximaal 10 bij Ter Heijde en 's-Gravenzande (ZH) en 6 op Wieringen (NH). Op 18 januari werd weer eens een Zwarte Rotgans in het "diepe" binnenland waargenomen. Tijdens een zoekactie naar geringde ganzen werd bij Schalkwijk (U) deze soort gevonden. Alle andere gevallen, in 36 uurhokken, waren aan de kust. Groepjes van 5 Roodhalsganzen werden gezien bij Wilhelminadorp (Zld) en op Ameland (Fr). Bij Vlaardingen (ZH) werden er nog eens drie gezien. In totaal werden buiten de genoemde groepen in nog eens 75 uurhokken Roodhalsganzen vastgesteld.
Roodhalsgans Branta ruficollis, Eempolders (U), 14 januari (Iwan Vermeij)
De vier Sneeuwganzen van Giethoorn (Ovl) werden na 28 december van het vorige jaar niet meer gezien. In januari werden nog enkele vogels gemeld, waaronder exemplaren bij Waterland (NH) op 19 en 20 januari, en eentje in Polder de Samenvoeging (Fr) op 27 januari, en nog eentje bij Goedereede (ZH), op 28 januari. De spanning omtrent het naderende vertrek uit België van de twee Ross' Ganzen, waarvan er één zeker uit Amerika komt, begon tot kookhitte te stijgen. Een tijd waren de vogels niet doorgegeven maar op 27 januari bleken ze toch nog steeds in België aanwezig te zijn. Tegen de tijd dat u dit leest stijgt de kans dat de vogels binnen enkele dagen Nederland gaan aandoen tot bijna 100%. Of ze daarna bezoekbaar zullen zijn, dat is de vraag die ons wakker houdt. Er zijn niet veel soorten die kunnen worden herkend aan de hand van de begeleidende vogels. Een Amerikaanse Ross' Gans op de heenweg naar de overwintering wordt geholpen door begeleidende Kleine Rietganzen, hoewel dat na aankomst in Vlaanderen verder niet al teveel te betekenen heeft. Een Taigarietgans is beter te herkennen als de vogel begeleid wordt door andere Taigarietganzen. Het is natuurlijk niet noodzakelijk, maar het helpt wel! Een eenzame maar overtuigende Taigarietgans werd op 16 januari gefotografeerd bij Ontstwedde (Gr). De meeste overige waarnemingen waren van lagere allure. Voor de jongere vogelaars heeft het DB Terugblik-team het volgende advies: gaan! De nu al bijna-dwaalgast is moeilijk te herkennen, en dus is ieder goed geval een echte hulp! Als de jonge zeldzaamhedenbezoeker nú niet gaat kijken, dan kan alleen de samenvoeging van Taiga- en Toendrarietgans hem of haar nog helpen.
Taigarietgans Anser fabalis, Onstwedde (Gr), 16 januari (Rik Wever)
Van de Dwerggans hebben we deze maand geen nieuws. De soort verrichtte geen noemenswaardige daden, en ook aantallen en locaties waren niet verrassend. Het maximale aantal was 40 in het Oudeland van Strijen (ZH), op 31 januari. In 39 uurhokken werden IJseenden gezien, op drie na allemaal aan de kust van Noordzee, Waddenzee, IJsselmeer of aan de Zeeuwse zee-armen. De drie in kwestie waren te zien bij De Steeg (Gld) van 5 tot 8 januari, in Itteren (L), van 13 tot 24 januari, en in Harkstede (Gr) vanaf 28 januari. In 18 uurhokken werden wild geachte Witoogeenden gezien. De grootste groepjes werden gezien in de Weerribben (Ovl) (drie) en bij Almere (Fl) (twee); stuitende verrassingen deden zich niet voor. De twee Ringsnaveleenden die sinds 23 oktober in Heerhugowaard (NH) en sinds 20 november in de Kennemerduinen (NH) verbleven, waren beide de gehele maand nog te zien.Ringsnaveleend Aythya collaris, Heerhugowaard (NH), 20 januari (Luuk Punt)
Vrijwel de gehele maand verbleef een mannetje Kleine Topper bij gemaal de Blocq van Kuffeler in Almere (Fl).Kleine Topper Aythya affinis, Almere (Fl), 20 januari (Wim van Zwieten)
Een vogelaar in Woerden (U) ontdekte ongeveer vanuit zijn tuin een Amerikaanse Smient op 17 januari. Een ander exemplaar werd op 20 januari op de Haarrijnse Plas bij Vleuten (U) ontdekt. Beide vogels waren daar tot het einde van de maand te zien.Amerikaanse Smient Mareca americana, Woerden (U), 17 januari (Diederik Kok)
Kleine Burgemeester Larus glaucoides, Katwijk aan Zee (ZH), 25 januari (René van Rossum)
De adulte Grote Burgemeester van Vlissingen (Zld) was daar de gehele maand te zien, en twee tweede-kalenderjaar vogels waren de hele maand te zien bij Wijster (Dr) en op of in de buurt van de Zevenhuizerplas bij Rotterdam (ZH).
Grote Burgemeester Larus hyperboreus, Den Helder (NH), 31 januari (Mardik Leopold)
Giervalk Falco rusticolus, Slufter, Texel (NH), 7 december 2023 (Merijn Loeve)
Taigaklapekster Lanius excubitor homeyeri, AW-duinen (NH), 29 januari (Jürgen Rosemann)
De Bonte Kraai, onze lieveling, en al veertig jaar een mooi voorbeeld van de gevolgen van het warmer worden van onze winters, was met slechts drie exemplaren vertegenwoordigd in Nederland, alle drie bekende exemplaren, op Schiermonnikoog (Fr), in en bij Groenekan (U), en bij Lith (NB). Begin december al werd door een 13-jarige vogelaar een zeldzame phylloscoop gevonden in zijn achtertuin in de Aa-landen in Zwolle (Ovl). De vogel werd pas op 29 januari door dezelfde jongeman definitief gedetermineerd als Pallas' Boszanger en bleef tot in februari te bewonderen.Pallas’ Boszanger Phylloscopus proregulus, Zwolle (Ovl), 30 januari (Arnoud Huberts)
Een Bladkoning is niet écht uitzonderlijk in januari, maar wel duidelijk zeldzamer dan de Humes Bladkoning. Deze maand zat er van 8 tot 14 januari een in de Watergraafsmeer, Amsterdam (NH), en dat was de enige.Bladkoning Phylloscopus inornatus, Amsterdam (NH), 12 januari (Sebastiaan Koppelle)
Januari is altijd de beste maand voor de Humes Bladkoning. Hoge aantallen worden pas gehaald sinds ongeveer 2012. Van 2009 tot 2011, in 2015 en 2018 werd geen enkel exemplaar gemeld. Dit jaar waren er weer drie te zien, op Kornwerderzand op de Afsluitdijk (Fr) tot 5 januari, in Lemmer (Fr) van 4 tot 10 januari, en in Noordwijk-Binnen (ZH) van 5 januari tot het eind van de maand.Humes Bladkoning Phylloscopus humei, Kornwerderzand (Fr), 4 januari (Eric Elsinga)
Een overwinterende Bruine Boszanger, die op 15 januari werd ontdekt in Krimpen aan den IJssel (ZH), werd nog prachtig gefotografeerd in de sneeuw in de koudeperiode die van 7 tot 20 januari duurde, maar werd na 20 januari niet meer gezien.Bruine Boszanger Phylloscopus fuscatus, Krimpen aan den IJssel (ZH), 17 januari (Wilma van Holten)
Zo'n 40-50 Pestvogels verbleven in januari nog in Nederland. Kennelijk was er geen nieuwe aanvoer. Op twee na waren alle waarnemingen ten noorden van de lijn Rotterdam-Nijmegen. De Waterspreeuw van de noordelijke ondersoort zouden we wel Koudwaterspreeuw willen noemen, maar het taxon wordt Zwartbuikwaterspreeuw genoemd. De hele maand was een exemplaar van dit taxon nog te zien in Zoetermeer (ZH). De Roodbuikwaterspreeuw van Buurse (Ovl) was daar nog tot 6 januari te zien.Waterspreeuw Cinclus cinclus, Zoetermeer (ZH), 13 januari (Jürgen Rosemann)
Het eerste exemplaar van de Pacifische Waterpieper werd op 3 januari teruggevonden door de oorspronkelijke ontdekker. De vogel draagt inmiddels de soortnaam Siberische Waterpieper, omdat de ondersoorten rubescens en japonicus nu zijn opgewaardeerd tot soorten, respectievelijk Amerikaanse en Siberische Waterpieper. De vogel, onbewust van zijn nieuwe status, was opnieuw tussen de Waterpiepers te vinden in de buurt van 's-Gravendeel (ZH). Hij was kennelijk niet al te makkelijk te vinden, want werd daarna alleen op 7 tot 9, 11, 14, 16 en 18 januari gezien. Het blijft vanzelfsprekend de zeldzaamste vogel van de maand, want het betreft nog steeds het eerste geval van Nederland.Siberische Waterpieper Anthus japonicus, s-Gravendeel (ZH), 7 januari (David Spelt)
Er werden nog meerdere Witstuitbarmsijzen doorgegeven, op acht locaties, namelijk op 3 januari in de Onlanden (Gr), op 6 januari in Westbroek (U), op 13 januari in Kortenhoef (ZH), op 17 januari in Koog aan de Zaan (NH), op 18 januari in Ede (Gld) en in Goudriaan (ZH), op 19 en 28 januari in Krimpen aan den IJssel (ZH), en op 21 januari in Zaandam (NH). Of deze alle de uiterst strenge criteria voor de herkenning als "klassiek exemplaar" konden doorstaan, was echter niet altijd even duidelijk.Witstuitbarmsijs Acanthis hornemanni, Krimpen aan den IJssel (ZH), 19 januari (Heinz Schimmel)
Van de Europese Kanarie werd er op 1 januari al een gezien in het Geuldal (L), en daarna groepjes van twee in Waddinxveen (ZH), op het Eiland van Brienenoord in Rotterdam (ZH), bij Rheden (Gld), in Leeuwarden (Fr), en rond de Haarrijnse Plas bij Vleuten (U). De grootste groep was er een van vier in Almere (Fl) op 11 januari, maar de leukste waarneming was een vogel "in de tuin van de buren" in Sommelsdijk, vlakbij Middelharnis (ZH) op 12 januari. In totaal dus minder dan 20 vogels. Grauwe Gorzen bevonden zich weer op hun bekende overwinteringsplekken, met maximale aantallen van 11 op de Dollardkwelders, 10 in het Verdronken Land van Saefinghe (Zld), 7 in het Hamsterreservaat bij Sibbe (L), 5 bij Wahlwiller (L), 5 bij Buinen (Dr) en 4 bij Puth (L). In totaal ging het om circa 40 - 50 exemplaren.Zoals gebruikelijk werden in januari weer heel wat zeldzame Afrikaanse rallen in het Westelijk Palearctisch gebied gezien: op 1 januari werd een Afrikaanse Kwartelkoning vastgesteld bij Dakhla, Westelijke Sahara, op 8 januari een Afrikaans Purperhoen op Santiago op de Kaapverdische Eilanden, en op 9 januari eentje bij Napels, Italië. Op de Kaapverdische Eilanden werd op 10 januari ook een Afrikaans Waterhoen, op Sal, Santa Maria, gezien. Een Buffelkopeend in Galway, Ierland, op 13 januari, gaf steun aan de overtuiging dat Nederlandse gevallen van deze soort ook wilde vogels kunnen betreffen. Op 13 januari werd de eerste Afrikaanse Kwartelkoning voor Portugal vastgesteld bij Ponta da Erva. Nog eens twee exemplaren van deze laatste soort werden op 14 januari naar een opvang gebracht op Gran Canaria, op de Canarische Eilanden (Spanje). Verder was het redelijk rustig in januari, met uitzondering van de volgende noemenswaardige gevallen: de tweede Blauwe Rotslijster van België werd ontdekt tijdens een kerstmarkt op 4 januari in Durbuy, in de provincie Luxemburg. Het fantastische verhaal, met zeer smakelijke foto's, is hier te lezen.
Blauwe Rotslijster Monticola solitarius, Durbuy, België, 9 januari (Co van der Wardt)
De tegenwoordig onvermijdelijke Bruine Gent vloog langs Chipiona in Andalusië, Spanje, op 15 januari. De eerste Zwarte Spreeuw van Polen op 23 januari toonde aan dat de soort niet ondenkbaar is op de Nederlandse lijst.
We zeiden het al eerder: “Het is moeilijk voorspellingen te doen, vooral over de toekomst”, en voor de komende maand februari lijkt het moeilijk met iets gedurfds te komen. In theorie is natuurlijk bijna alles mogelijk, en in theorie houdt de praktijk zich aan de theorie, maar in de praktijk blijkt dit toch vaak niet het geval te zijn, om een uitspraak van de honkballer Yogi Berra te parafraseren. Een Rode Grutto tussen de terugkerende Grutto’s zou het jaar natuurlijk ineens helemaal goed maken, maar vrijwel alle eerdere gevallen in Europa waren juist in het najaar, dus die theoretische vlieger gaat niet op. Dan moeten we het maar doen met een Pacifische Parelduiker, een steeds meer voor de hand liggende soort, en goed te doen in februari. Een Kelpmeeuw of een Beringmeeuw zou menig Nederlands vogelaarshart, en zeker dat van de talrijke Nederlandse meeuwenliefhebbers, sneller tot veel te snel doen kloppen. Laten we hopen dat het lukt, en anders proberen we tevreden te zijn met het zien van doodgewone vogels op ongewone plekken, of andersom! We wensen iedereen voor de komende maand weer veel zoekplezier…!
We willen alle waarnemers en fotografen hartelijk bedanken voor hun bijdrages aan dit verslag.
We would like to thank all observers and photographers for their contributions to this report.
Wim Wiegant
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.