DB Terugblik

Een terugblik op de waarnemingen van de afgelopen periode.

Oktober 2023

7 november 2023  ·  Wim Wiegant  ·  3934 × bekeken

Hoewel de eerste drie weken van de maand nu niet bepaald opwindend waren, maar wel een Swinhoes Boszanger en wilde Ross' Ganzen opleverden, werd de natste maand oktober van de laatste 100 jaar aan het eind toch wel druk: met een twitchbare Noordse Pijlstormvogel, Kleine Kokmeeuw en Geelbrauwgors, en een gezellige berg Vale Gierzwaluwen werd het allemaal toch weer heel leuk. Laten we de gebeurtenissen maar eens rustig gaan doornemen...!

Hoogtepunten

Geelbrauwgors

De zeldzaamste vogel van de maand zou waarschijnlijk de knaller van het jaar zijn geweest, als het niet ook al de knaller van vorig jaar was: een fantastische Geelbrauwgors werd net buiten Oost-Vlieland op Vlieland gescoord door de fanatiekelingen van Deception Tours. Dat is de geuzennaam van de vogelaars die al sinds 1992 drie weekenden per najaar in wisselend gezelschap naar Vlieland gaan om daar zeldzame vogels te zoeken. Hier kunt u meer over het bijzondere geval lezen.

Geelbrauwgors Emberiza chrysophrys, Oost-Vlieland (Fr), 27 oktober (Han Zevenhuizen)

Ross’ Gans

Het leukste verhaal van de maand is natuurlijk dat van de geringde Ross' Gans die al op 18 september voor het eerst in Noorwegen werd waargenomen, vergezeld van een tweede, en te midden van een groep Kleine Rietganzen. De twee vogels werden eerst over Denemarken, en later ook trekkend over de Vulkaan, in Den Haag (ZH) waargenomen, even later over de Maasvlakte (ZH) en weer later over Cadzand (Zld), op weg naar hun Vlaamse overwinteringsgebied.

Swinhoes Boszanger

Een Swinhoes Boszanger werd gezien, gehoord, gefotografeerd en gefonografeerd op de Hellegatsplaten (ZH) op 9 en 10 oktober. Het was inmiddels al de vijfde van Nederland, en de tweede die al in het veld correct op naam werd gebracht.

Kleine Kokmeeuw

Een adult winter Kleine Kokmeeuw liet zich gedurende de ochtend van 27 oktober enkele malen en hoofdzakelijk langsvliegend zien op het strand en de zeedijk van Westkapelle (Zld). Het was pas de zevende van Nederland, maar wel al de derde voor Walcheren.

Kleine Kokmeeuw Chroicocephalus philadelphia, Westkapelle (Zld), 27 oktober (Corstiaan Beeke)

Zeevogels

Dit jaar werden er in verhouding tot de laatste jaren veel zeldzame zeevogels gezien: stormvogeltjes, pijlstormvogels en Vorkstaartmeeuwen. Sommigen wezen op het shifting baseline syndrome, het verschijnsel dat wat vroeger normaal was, dat men dat vergeet, en dat men het meer recente verleden als "normaal" beschouwt. Laten we het "het oude normaal" noemen …

Noordse Pijlstormvogel Puffinus puffinus, Noordzee bij Ameland (Fr), 7 oktober (Martijn Bot)

Ten opzichte van héél vroeger was het dus niet zo'n bijzondere herfst op het gebied van zeevogels, maar met de laatste tien jaar in gedachten was het wel degelijk opwindend.

Grauwe Pijlstormvogel Ardenna grisea, Noordzee bij Ameland (Fr), 7 oktober (Martijn Bot)

Overzicht

Eenden en ganzen

Een groep van 20 Witbuikrotganzen op het Wierumerwad vlakbij Moddergat (Fr) betrof vast de vogels die later in het jaar bij Breskens (Zld) zullen gaan opduiken. Verder werden alleen groepjes van een of twee vogels gezien. Verdere waarnemingen waren in 12 blokken, allemaal aan de kust. Slechts een stuk of zes à zeven Zwarte Rotganzen lieten zich zien, op vier Waddeneilanden en bij Den Helder (NH). Dat kunnen we helaas niet verrassend noemen. Het gebeurt niet vaak dat een zeldzaamheid met bijna 100% zekerheid voorspeld kan worden. Als de Ross' Ganzen waarover we het hierboven al hadden hun overwintering in België beëindigd hebben, zullen ze vrijwel zeker over Nederland vliegen. Of ze ook in Friesland nog even willen blijven, dat weten we natuurlijk nog niet. Dat hangt van het weer af. Het is overigens nu al duidelijk dat ze hun initiële reisgenoten niet trouw zijn gebleven. Werden ze in Noorwegen, Denemarken en Nederland nog vergezeld door Kleine Rietganzen, later zochten ze het gezelschap van Kolganzen. Hier kunt u er een stukje over lezen.

Ross' Gans Anser rossi, Maasvlakte (ZH), 8 oktober (Vincent van der Spek)

Een echte wilde Dwerggans - eentje die niet is uitgezet bedoelen we in dit geval - te zien krijgen, is ook heel moeilijk. Solitaire ongeringde vogels maken het meeste kans op waardering. De vogels in Strijen kwalificeren zich niet; deze komen vrijwel zeker zonder uitzondering uit het project van uitgezette vogels in Zweden. Vanaf 8 oktober werden er daar al 20 gezien, en later meer. Andere vogels maakten al helemaal een ontsnapte indruk, op een groepje van vier na, dat op trek langs Westenschouwen (Zld) werd gezien op 17 oktober. Waar die vier dan naartoe op weg waren, dat vertelt het verhaal dan weer niet. De Kokardezaagbek, dat is natuurlijk de nieuwe Ross' Gans. Iedereen wil wel eens een in Amerika geringd exemplaar zien. De kans op een in Amerika geringde Kokardezaagbek lijkt ons dan niet weer zo heel hoog, maar toch: niets is onmogelijk. De vogel bij Ameide is in ieder geval niet geringd en werd daar vanaf 9 oktober weer gezien. De eerstejaars vogel die al op 16 september op het Eemmeer (U) was ontdekt, werd daar tot 2 oktober waargenomen. Een "nieuw" eerstejaars mannetje werd op 24 oktober ontdekt in de Amsterdamse Waterleidingduinen. Aan de foto’s te oordelen was de vogel minder schuw dan aanvankelijk werd gemeld. Het is al vaak betoogd: door het afwijzen van waarnemingen van bepaalde vogels wordt een mogelijk ongewenst patroon gecreëerd. Dat blijkt achteraf niet altijd juist te zijn. Het omgekeerde kan ook: door het aanvaarden van gevallen van zeldzaamheden kan ook een patroon worden gecreëerd. Ongeringde Kokardezaagbekken worden inmiddels zo vaak gezien, dat ze bijna een wintergast in zeer klein aantal in Nederland lijken te zijn, en dat kan natuurlijk niet waar zijn.

Kokardezaagbek Lophodytes cucullatus, Amsterdamse Waterleidingduinen (NH), 24 oktober (Ruud Meesters)

De Stad van de Zon, dat is een wijk van Heerhugowaard die ooit is ontworpen om energieneutraal te zijn. Dat was in 2009, en of dat in 2023 nog steeds zo is, dat is niet makkelijk om uit te vinden. Hoe energieneutraliteit moet worden gedefinieerd, dat kunnen we beter in andere fora aan studie onderwerpen. Aan de andere kant, alleen al vanwege de naam van de wijk zou u er bijna willen wonen. Een mogelijk niet geheel energieneutrale Ringsnaveleend bevond zich in zijn eerste winterkleed op deze locatie, van 12 tot 31 maart van dit jaar. Vanaf 23 oktober was - zoals aan details van de koptekening kon worden vastgesteld - dezelfde vogel weer aanwezig, net komend uit eclipskleed. Op 9 oktober werd een Kleine Topper gezien bij Waterland (NH) en mogelijk dezelfde vogel werd opnieuw gezien op 23 oktober.

Gierzwaluwen tot stormvogels

Een Alpengierzwaluw snelde langs de waarnemers op de Hondsbossche Zeewering op 23 oktober, om zeven uur later nog eventjes over Alkmaar te worden opgemerkt door een vogelaar die de(zelfde?) vogel eerder op de Hondsbossche Zeewering juist had gemist. Een tweede vogel vloog over Vlieland, maar werd ondanks de aanwezigheid van een flink aantal vogelaars slechts door enkelen gezien.

Alpengierzwaluw Tachymarptis melba, Vlieland (Fr), 29 oktober (Maurice van Veen)

De Vale Gierzwaluw is tegenwoordig de default gierzwaluw in het najaar, dat wil zeggen: vanaf half oktober. De soort ging weer helemaal los vanaf een eerste waarneming, in het binnenland nog wel, op het Dwingelderveld (Dr) op 14 oktober. Daarna werden nog in 39 uurhokken vogels gezien. Omdat gierzwaluwen opvallende vogels zijn, en deze Vale Gierzwaluwen bijna allemaal langs de kust vlogen, is het bijna onmogelijk om een goede schatting te maken van het aantal exemplaren. Het lijkt tussen 15 en 30 vogels te betreffen, niet zo veel als vorig jaar dus. Van de gewone Gierzwaluw waren er waarnemingen in slechts zeven uurhokken, en daarmee is dus ten minste 60 tot 90% van de gierzwaluwen die in oktober zijn gezien, een Vale.

Vale Gierzwaluw Apus pallidus, Vlieland (Fr), 29 oktober (Edial Dekker)

Stormvogels en zo

Op 3 oktober werden twee Stormvogeltjes gezien langs Terschelling (Fr), op 7 oktober eentje langs Vlieland (Fr), op 14 oktober eentje langs Katwijk (ZH), en op 15 oktober werden vogels gezien langs Vlieland, in totaal twee of drie, twee langs Schiermonnikoog (Fr) en een langs Ameland (Fr). Op 20 oktober werd er nog een gezien langs de vaargeul van de veerpont van Holwerd (Fr) naar Ameland (Fr). Kuhls Pijlstormvogels (of mogelijk Scopoli's) werden nog opgemerkt op 4 oktober langs Schiermonnikoog (Fr), op 5 oktober langs Camperduin (NH), en op 14 oktober langs Vlieland (Fr). Ongeveer de eerste twitchbare Noordse Pijlstormvogel ooit was van 19 oktober tot het eind van de maand aanwezig in en rond de haven van Yerseke (Zld). De vogel werd prachtig gefotografeerd. Daarbuiten werden nog vogels opgemerkt in zo'n 48 uurhokken, die allemaal aan de Noord- of Waddenzee lagen, met de grote meerderheid in de eerste helft van de maand.

Noordse Pijlstormvogel Puffinus puffinus, Yerseke (Zld), 20 oktober (Co van der Wardt)

Vale Pijlstormvogels werden nog gezien op 3 oktober bij Bergen en Camperduin (NH), en op 5 oktober langs Noordwijk (ZH), Terschelling (Fr) en Ameland (Fr). Op 6 oktober werden vogels gezien vanaf Camperduin, Egmond aan Zee, Bergen en Castricum, en langs IJmuiden en Bloemendaal (alle in NH). Langs de Maasvlakte vloog er een op 7 oktober en langs Terschelling een op 9 oktober. In 39 uurhokken werden nog Zwarte Ooievaars gezien. Op drie na in het westen van Zeeland, lagen alle blokken ten oosten van de lijn Tilburg - Leeuwarden.

Zwarte Ooievaar Ciconia nigra, Wageningen (Gld), 1 oktober (Jan Verboom)

Waders en wadertjes

Op 5 oktober bevond zich een Amerikaanse Goudplevier bij de waterberging bij Twisk (NH) en later, op 9 en 10 oktober, bij Schellinkhout (NH), daar niet ver vandaan. Het is aannemelijk dat het om dezelfde vogel ging. Iets opwindender was de ontdekking van een eerstejaars vogel op Walcheren (Zld), bij Westkapelle en Domburg, van 23 tot 25 oktober.

Amerikaanse Goudplevier Pluvialis dominica, Westkapelle (Zld), 23 oktober (Rob Sponselee)

We zouden het bijna vergeten, maar ook de Aziatische Goudplevier werd gezien, en wel een op 6 oktober op Schiermonnikoog (Fr), en er was ook nog een wat spannender waarneming van een een overvliegende op 8 oktober over het wad vlakbij Lauwersoog (Gr). Een Steppekievit op de Middelplaten bij Wolphaartsdijk (Zld) werd op 3 oktober gefotografeerd door een Duitse liefhebber, die in eerste instantie dacht met een Morinelplevier van doen te hebben. Gelukkig werd de man zelf al achterdochtig, en het bleek een Steppekievit te zijn. De vogel werd echter niet meer teruggevonden. Op 8 oktober werd een nieuwe Steppekievit gevonden bij Wildervank (Gr), en die werd daar tot 9 oktober gezien, om de dag erna te worden waargenomen in het Hunzedal bij Zuidlaren (Dr). De Steppekievit lijkt de laatste jaren wat zeldzamer te zijn geworden dan in de jaren 1990 - 2010 (26 van de 56 gevallen), maar statistisch gezien is dat slechts schijn, met 13 gevallen in de 13 jaren daarna.

Steppekievit Vanellus gregarius, Wildervank (Gr), 10 oktober (Martijn Bot)

Op 10 oktober werd in de Eendragtspolder bij Zevenhuizen (ZH) een Kleine Geelpootruiter ontdekt. De vogel liet zich op 11 oktober ook nog zien. Drie dagen later, op 14 oktober, werd er een in de Noordwaard van de Brabantse Biesbosch ontdekt, en die bleef tot 16 oktober. De plekken liggen iets meer dan 30 km uit elkaar, dat het dezelfde vogel betreft is niet uitgesloten.

Kleine Geelpootruiter Tringa flavipes, Zevenhuizen (ZH), 10 oktober (Maurice van Veen)

Grote Grijze Snippen, daar werd Nederland dit najaar weer aardig mee bedeeld. Van 8 tot 14 oktober en op 20 oktober zat er een bij Colijnsplaat (Zld). Op 15 oktober werd er een gezien bij Oostburg (Zld), en vanaf 16 oktober tot het eind van de maand in de Blikken bij Groede (ZLd). Het gaat zeker om twee exemplaren, gezien de overlap in hun aanwezigheid.

Zeekoeten tot en met meeuwen

Zwarte Zeekoeten werden gezien langs Texel (NH) op 8, 11, 13 en 21 oktober, langs IJmuiden (NH) op 19 oktober, langs Ameland (Fr) op 22 oktober, en langs Terschelling (Fr) en Den Helder (NH) op 30 oktober. Net als vorig jaar werden er relatief veel Kleinste Jagers gezien dit najaar. In oktober werden in 49 uurhokken vogels gezien. In 36 blokken werden Vorkstaartmeeuwen gezien. Het aantal Vorkstaartmeeuwen van dit jaar lijkt daarmee meer dan dubbel zo hoog te worden als vorig jaar. Op 14 en 15 oktober zijn in 35 blokken maximaal 111 exemplaren gezien, volgens waarneming.nl. Het zullen er zeker minder zijn geweest, maar het zullen er wel heel veel zijn geweest. Op het strand van Westkapelle werd op 27 oktober een adult winter Kleine Kokmeeuw ontdekt, eventjes gezien, maar korte tijd later gelukkig opnieuw teruggevonden. Het verblijf van de soort duurde in totaal slechts tweeëneenhalf uur.

Roofvogels

Op 14 oktober werd een Dwergarend gefotografeerd middenin het dorpje Arcen (L), waar de vogel naar het leek even had gerust, maar was lastiggevallen door kraaien. De vogel werd niet meer teruggezien.

Dwergarend Aquila pennata, Arcen (L), 14 oktober (Louis Reutelingsperger)

Zoals gebruikelijk de laatste jaren, was de voormalige zeldzaamheid de Steppekiekendief een niet al te zeldzame doortrekker met waarnemingen in 42 uurhokken. De uurhokken van de waarnemingen waren gelijkelijk verdeeld over het land, zonder enige voorkeur voor provincie of windrichting. Dat de Steppekiekendief zich hier thuis voelt, ook in relationeel opzicht, bewees een hybride Bruine x Steppekiekendief, hoogstwaarschijnlijk uit het noorden van Groningen, die nog op 7 oktober in het Binnenveld bij Wageningen (Gld) werd gezien.

Steppekiekendief Circus macrourus, Bad Nieuweschans (Gr), 2 oktober (Folkert Jan Hoogstra)

. Nog in 10 uurhokken werden juveniele Roodpootvalken gezien, waaronder twee late op 21 en 22 oktober, in respectievelijk de Oostvaardersplassen (Fl) en Zuidwest-Friesland

Roodpootvalk Falco vespertinus, Wageningen (Gld), 1 oktober (Jan Verboom)

Zangvogels

Op ongeveer 20 plekken in het land werden Buidelmezen waargenomen, waarvan 90 % ten zuiden van de lijn IJmuiden - Enschede. Bijna alle gevallen worden geheim gehouden, dus om hoeveel vogels het zou kunnen gaan, daarover kunnen we alleen maar gissen. Op 16 oktober werd een Roodstuitzwaluw gezien bij Lauwersoog (Gr) en een dag later werd er eentje gezien en gefotografeerd op Schiermonnikoog (Fr). Met veldwaarnemingen van de Swinhoes Boszanger worden we niet vaak gezegend in Nederland, en ook niet in de rest van Europa, maar op 9 en 10 oktober werd een vogel waargenomen, getaped en gefotografeerd op de Hellegatsplaten (ZH). Bij aanvaarding betreft het al het vijfde geval voor Nederland. Bij de waarneming hoorde een best ingewikkeld determinatieproces, zie maar eens hier, maar dat is niet ongewoon bij zeldzame loofzangers.

Swinhoes Boszanger Phylloscopus plumbeitarsus, Hellegatsplaten (ZH), 9 oktober (Robbin van Dijk)

In totaal zeven Pallas' Boszangers werden gezien, op een vangst bij Den Oever na, alle op Waddeneilanden. Vogels op Texel (twee), Vlieland, Ameland en Schiermonnikoog (twee) verwarmden de harten van de waarnemers. We kunnen wel zeggen dat 8 tot 11 oktober, de Raddes Boszanger-vierdaagse is: een kwart van de waarnemingen van deze gave soort valt op een van deze vier dagen. Ook dit jaar weer werd er eentje in deze periode gezien, op 8 oktober op Schiermonnikoog. Veel latere vogels werden op 19 oktober gezien bij Kortgene (Zld), op 22 oktober in de Makkumer Zuidwaard (Fr), en op 27 oktober was er een binnenlandgeval in Egmond-Binnen (NH). Met de Bruine Boszanger ging het zoals u had kunnen verwachten: na een vangst van een vogel bij Castricum op 18 oktober, werden op 20, 23 en 24 oktober vogels gezien op plaatsen die u zelf ook wel had kunnen bedenken: respectievelijk de Maasvlakte (ZH), Westenschouwen (ZH) en Vlieland (Fr). Dertien Sperwergrasmussen werden gemeld, negen op de Waddeneilanden, maar geen op Terschelling, en buiten deze nog vier aan de kust, in Zuid-Kennemerland (NH) van 10 tot 17 oktober, het Westduinpark in Den Haag (ZH) op 23 oktober, en in Ouddorp (ZH) op 26 oktober. De enige in het binnenland was er eentje in het Fochteloërveen (Fr) op 4 oktober. Twee Struikrietzangers werden nog vastgesteld, allebei via vangst bij Castricum (NH), een adult op 10 oktober en een eerstejaars op 17 oktober. Zo'n 20 - 25 Graszangers werden vastgesteld, waarvan vogels in het Markiezaat (NB), bij Den Oever (NH) en Itteren (L) de enige buiten de provincie Zeeland waren. De Roodbuikwaterspreeuw van Buurse in Overijssel, de eerste van deze zuidelijke ondersoort van de Waterspreeuw in deze provincie, werd daar de gehele maand nog gezien. De enige Blauwstaart deze maand was een vogel die zich op Texel (NH) bevond op 8 oktober. Na de sensationele aantallen van 2020 en 2021, van respectievelijk 18 en 10 vogels, is het de laatste twee jaar weer rustig met deze soort: vorig jaar twee gevallen, nu één.

Blauwstaart Tarsiger cyanurus, Den Burg, Texel (NH), 8 oktober (Sven Valkenburg)

Een Oosterse Zwarte Roodstaart fleurde vanaf 28 oktober tot de laatste dag van de maand Egmond aan den Hoef (NH) op. Na verschillende goede herkenningsartikelen is de juiste identificatie geen probleem meer. Na het eerste geval in 2003, was dit al het veertiende geval van deze ondersoort.

Oosterse Zwarte Roodstaart Phoenicurus ochrurus phoenicuroides, Egmond aan den Hoef (NH), 28 oktober (Joas de Vreugd)

Kleine Vliegenvangers deden het niet best deze maand. Er waren slechts een of twee waarnemingen. Er was een onzeker geval bij Utrecht op 18 oktober en een goed bezocht geval in het Noordhollands Duinreservaat bij Bergen aan Zee (NH) op 27 en 28 oktober.

Kleine Vliegenvanger Fidecula parva, Noordhollands Duinreservaat (NH), 28 oktober (Sven Valkenburg)

Twee Aziatische Roodborsttapuiten werden gezien, een op 25 en 26 oktober op de noordpunt van Texel (NH) en een in het Noordhollands Duinreservaat (NH), op 28 oktober. Over de laatste locatie zult u wel denken: "er wordt wel verdacht veel gezien in het Noordhollands Duinreservaat", maar dat komt omdat het zo'n 53 vierkante kilometer groot is. Dat is net zo groot als een kwart van Ameland, dus daar passen wel wat zeldzaamheden in, zeker omdat het aan de kust is gelegen.

Aziatische Roodborsttapuit Saxicola maurus, Castricum (NH), 28 oktober (Joas de Vreugd)

Twee of drie Izabeltapuiten werden deze maand gezien. De eerste was op 22 oktober bij de Witte Hoek op Texel, en op dat eiland werd er op 31 oktober weer een gezien, maar dan bij Prins Hendrik, en dat is toch zo'n 8 km daarvandaan. Het ligt dus niet zeer voor de hand om aan te nemen dat het dezelfde vogel betrof, maar wij achten niets uitgesloten.

Izabeltapuit Oenanthe isabellina, Texel (NH), 31 oktober (Thomas van der Es)

In 63 uurhokken, waarvan maar liefst 16 in het "diepe binnenland", werden deze maand Grote Piepers waargenomen. Deze getallen springen er niet uit: ze zijn niet opvallend hoog of laag. Na zeven gevallen in de jaren 2015 - 2020, werden voor het eerst in drie jaar weer Mongoolse Piepers vastgesteld. Tijdens de opnames voor een podcast over vogels kijken vloog een roepende Mongoolse Pieper over de verbouwereerde opnemers op 10 oktober in Noordwijkerhout (ZH). Voor de meeste Nederlandse vogelaars is een geluidswaarneming van een Mongoolse Pieper een tikje hoog of te hoog gegrepen, maar in dit geval geloven we de waarnemers wel. Een tweede vogel was op 31 oktober kort ter plekke in het voor publiek niet toegankelijke deel van Meijendel in Wassenaar (ZH), werd de dag erop teruggevonden en vrij snel daarna soldaat gemaakt door een Sperwer …

Mongoolse Pieper Anthus godlewskii, Meijendel, Wassenaar (ZH), 31 oktober (Vincent van der Spek)

Van de Siberische Boompieper werd geen enkele vogel aan de grond gezien. Alle waarnemingen betroffen overvliegende vogels, die gelukkig wel riepen. Bijna eenderde van de waarnemingslocaties betrof plekken in het binnenland, natuurlijk allemaal trektelposten. Dit najaar - augustus, september en oktober - werden er in Nederland in 24 uurhokken Siberische Boompiepers vastgesteld, terwijl in dezelfde periode de Roodkeelpieper in 40 uurhokken werd vastgesteld. Het ziet er dus naar uit dat binnen niet al te lange tijd in de herfst meer Siberische dan Roodkeelpiepers in Nederland worden gezien. Van de laatste soort werden overigens vrijwel geen vogels aan de grond vastgesteld, maar wel enige. Twee Roodmussen werden nog gezien: een over de Vulkaan in Den Haag (ZH) op 16 oktober en op 17 oktober eentje over de Stuifdijk op Terschelling (Fr). In 62 uurhokken werden nog Europese Kanaries gezien, op drie na alle ten zuiden van de lijn Putten (NH) - Emmen (Dr), en bij benadering gelijkelijk verdeeld over de dagen van de maand. Overvliegende Ortolanen werden nog in klein aantal gezien; zes of zeven vogels vlogen in de eerste helft van de maand over Zuid-Kennemerland (NH), Raalte (Ovl), Veenendaal (U), Texel (NH), en Almere (Fl), en de laatste vloog op 25 oktober over Leusden (U). De sensatie van de maand was de Geelbrauwgors die op 27 oktober op Vlieland werd ontdekt. De vogel hield zich eerst nog wat schuil, maar werd later adembenemend gefotografeerd. Het was pas de derde van het land, na de tweede van vorig jaar in Bunne (Dr), van 21 tot 24 oktober, een van de best bezochte vogels in Nederland ooit.

Geelbrauwgors Emberiza chrysophrys, Oost-Vlieland (Fr), 27 oktober (Martijn Verdoes)

In 55 uurhokken werden Dwerggorzen waargenomen. Dat mag een verbazingwekkend aantal heten voor een soort die tot 2003 een beoordeelsoort was, toen het totaal aantal gevallen van 1980 tot 2003 op 105 stond. Nu waren het er dus iets meer dan de helft in een maandje tijd. Zoals gebruikelijk was het leeuwendeel van de waarnemingen (85%) langs de kust.

Dwerggors Emberiza pusilla, Willeskop (U), 26 oktober (Albert Noorlander)

In schril contrast met de Dwerggors, werden er - slechts - twee tot drie Bosgorzen gezien in oktober, op 1 oktober in Vlissingen (Zld), op 10 oktober bij Ouddorp (ZH), en een mogelijke werd gehoord bij Zwolle (Ovl).

Onrust op de Azoren

In oktober kunnen we gerust een hoofdstukje wijden aan de Azoren, het groepje eilanden dat precies in het midden tussen Amerika en Europa ligt, en dat om moeilijk te duiden redenen deel uitmaakt van de Westelijke Palearctis. We gaan er niet al te uitgebreid op in, maar net als in september was het er in oktober weer groot feest met vooral Amerikaanse zeldzaamheden op deze eilanden. We hebben het dan over 10 Grijswangdwerglijsters, waaronder zes op één dag, 6 Gewone Maskerzangers, 5 Zwartvleugeltangares, 5 Ovenvogels, 5 Indigogorzen, 4 Amerikaanse Klifzwaluwen, 4 Bobolinks, 3 Philadelphiavireo's, 2 Zwartkopzangers, 2 Geelsnavelkoekoeken, 2 Witoogvireo’s, 2 Noordse Waterlijsters, 2 Amerikaanse Blauwe Reigers, 2 Baltimore Troepialen, 2 Amerikaanse Bosruiters, 2 Bonte Zangers, 2 Amerikaanse Waterpiepers, en speelse groepjes van 15 en 18 Amerikaanse Goudplevieren en ongeveer 100 Bonapartes Strandlopers, en daarbuiten nog 27 andere soorten waarvan er slechts één werd gezien, waaronder 5 andere Amerikaanse zangertjes, maar ook de Bergeend, jawel, en de Grote Canadese Gans!

Witoogvireo Vireo griseus, Corvo, Azoren, Portugal, 12 oktober (Max Dettori)

… en in de rest van de WP

Ook buiten de Azoren werd er het een en ander gezien, kunnen we wel zeggen. Een Bartrams Ruiter werd op 1 oktober gezien in Capestand, Frankrijk. Amerikaanse Klifzwaluwen werden gezien op IJsland op 3 oktober, in Wexford, Ierland op 12 oktober, en bij Cork, Ierland op 13 oktober, en nog eens een op 28 oktober bij Down in Noord-Ierland. Op 5 oktober werd een sensationele Roetvliegenvanger ontdekt in Noorwegen, waar de vogel het minder romantische gråflankefluesnapper als naam heeft, door een in Noorwegen woonachtige Nederlandse vogelaar, samen met een Engelsman. Het was pas de tweede van de WP. Waarin emigranten van ons kleine land naar een ander klein land groot kunnen zijn…! Het geweldige verhaal is hier te lezen. Er zijn niet veel Nederlanders die kunnen bogen op de ontdekking van topzeldzaamheden in de WP. De eerste Langvleugelstormvogel voor de WP werd in Galicië in Spanje ontdekt door een Nederlandse vogelaar, in augustus 2020. We weten niet of de vogel inmiddels is aanvaard door de Spaanse zeldzaamhedencommissie. Het zou de eerste voor de Holarctis zijn. (Noot: zie commentaar hieronder van Rinse van der Vliet). De tweede Beringmeeuw voor de WP werd door twee Nederlanders ontdekt in Marokko, in januari 1995. Van de Beringmeeuw zijn inmiddels nog een paar gevallen bekend, maar het blijft een uiterst zeldzame dwaalgast in de WP. De derde Grote Kanoet voor de WP werd ontdekt door een Nederlander in Eilat, Israël, in oktober 1985. Inmiddels zijn er alleen al in Nederland al drie, en blijkt de Grote Kanoet in de WP te overwinteren, maar dat doet aan de prestatie van de ontdekker niets af. En in Nederland zelf dan, zult u zich afvragen. Welnu de vangst van de Geelbrauwgors in oktober 1982 betrof het vierde geval van de WP, net als de Kroonboszanger van Katwijk aan Zee, in oktober 2007. Al met al hoort de ontdekking van een Roetvliegenvanger dus zonder twijfel in de top drie...!

Roetvliegenvanger Muscicapa sibirica, Herdlevaer, Noorwegen, 5 oktober (Alf Alden)

Voor de mensen die recente waarnemingen van het Korhoen in Nederland nog tellen: een groep van maar liefst zes Kaalkopibissen werd bij Jönköping in Zweden gefotografeerd op 30 oktober. Deze vogels zijn natuurlijk afkomstig van het herintroductieproject bij Salzburg in Oostenrijk, maar dat mag de pret natuurlijk niet drukken en het geeft in ieder geval de vaak onbegrijpelijke en richtingloze reislust van uitgezette vogels aan. Net zoals wij Nederlanders blij zijn met de ontdekking van de Roetvliegenvanger in Noorwegen, zoals u boven kunt lezen, zo is de Vorkstaartmeeuw als soort trots om deze maand in drie landen als nieuwe soort te zijn vastgesteld: Griekenland op 2 oktober, Kroatië op 5 oktober en Slovenië, ook op 5 oktober. Om u na deze diarree van zeldzaamheden niet al te overspannen te maken, houden we er maar over op.

De Glazen bol


We hebben onze kansen op Amerikaanse zangertjes weer eens mooi aan ons voorbij laten gaan! Laten we de boog der verwachting daarom niet al te strak spannen en gaan voor een makkelijk te herkennen en rustgevende Roodkeellijster! Dat hoeft echt niet al te moeilijk te zijn...!

Roodkeellijster Turdus ruficollis, bij Ulanbator, Mongolië, 20 september (Eduard Sangster)

Mocht dat weer - zoals gebruikelijk - te hoog gegrepen zijn, bedenk dat de Pestvogel een van de allermooiste vogels is...! Die is vaak op schoolpleinen te vinden.

Pestvogel Bombycilla garrulus, De Koog, Texel (NH), 16 oktober (Jeroen Heeres)

Weer of geen weer, zon of geen zon, noorden-, oosten- zuiden- of westenwind: ons devies is en blijft: zoekt en gij zult vinden! Het is helaas wel altijd onduidelijk wat gij zult vinden...! We wensen in ieder geval iedereen weer veel zoekplezier.

We willen alle waarnemers en fotografen hartelijk bedanken voor hun bijdrages aan dit verslag.
We would like to thank all observers and photographers for their contributions to this report.

Wim Wiegant

Discussie

Wim Wiegant  ·  7 november 2023  12:22

De heren Toy Janssen en Garry Bakker worden als altijd weer bedankt voor hun niet kinderachtige inspanningen bij de productie van dit maandoverzicht...!

Robert Keizer  ·  7 november 2023  20:20

Mooi verhaal weer Wim! Je topografische kennis laat je echter wederom in de steek...Raalte ligt nog steeds in Overijssel en niet in Gelderland 😉

Edwin Schuller  ·  7 november 2023  20:35, gewijzigd 7 november 2023  20:38

Weer fijn om te lezen! 


PS1: die Ringsnaveleend was niet "naar aan te nemen valt" maar "zeker weten" dezelfde vogel. Deze is namelijk te herkennen aan een wit vlekje onder het linkerneusgat, zie bijv. deze waarneming: https://waarneming.nl/observation/291411595/.

PS2: achter Almere moet nog (Fl) komen te staan, al zal dat voor weinigen verwarring geven.

Wim Wiegant  ·  7 november 2023  20:57

Heren,

De commentaren hebben weer tot de noodzakelijke aanpassingen geleid...

Jesse Oosterhuis  ·  8 november 2023  21:31, gewijzigd 8 november 2023  21:32

Wederom leuk gedaan Wim!

Ter aanvulling: op 6 oktober zat er een aziatische goudplevier op Schier.

Wim Wiegant  ·  9 november 2023  02:15

Jesse, die had ik helemaal gemist.!
Ik heb de waarneming inmiddels opgenomen...

Jan Hein van Steenis  ·  9 november 2023  15:51

Haha, die opmerking bij de Kaalkopibissen is vilein.

Rinse van der Vliet  ·  9 november 2023  18:05, gewijzigd 9 november 2023  18:08

De Great-winged Petrel van Estaca de Bares dd 29-08-2020 is niet als zodanig aanvaard, wel als Great-winged Petrel/Trindade Petrel (Ardeola  70 (1), 2023, 113).

Corstiaan Beeke  ·  10 november 2023  00:42

Altijd leuk, dank Wim. Bij de Steppekievit die door de Duitser gefotografeerd was, ontbreekt de locatie: de Middelplaten bij Wolphaartsdijk, Zeeland.

Wim Wiegant  ·  10 november 2023  09:45, gewijzigd 10 november 2023  09:56

Rinse: ik heb een noot opgenomen die naar jouw commentaar hierboven verwijst, en Corstiaan, de locatie is opgenomen.

Jacob Bosma  ·  10 november 2023  17:27

Deze jonge Steppe-x Bruine Kiekendief, hoogstwaarschijnlijk uit het nest in Groningen, mag denk ik ook wel vermeld tussen de zeldzaamheden. 

Dank weer voor het overzicht! 

Wim Wiegant  ·  12 november 2023  15:05

Met enige moeite heeft ook bovengenoemde hybride een plaats gekregen...

Arnoud B van den Berg  ·  14 november 2023  11:48, gewijzigd 14 november 2023  14:05

@Jan-Hein: wat betreft die 'vileine' opmerking over de noordwaarts vliegende kaalkopibisgroep: zou kunnen dat nieuwe populaties, al of niet geherintroduceerd, meer geneigd zijn zich in nieuwe richtingen en over grote afstanden te verplaatsen. Zie artikel mbt Cliff Swallow in Antarctica

Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.

Feedback?