DB Terugblik

Een terugblik op de waarnemingen van de afgelopen periode.

Maart 2025

6 april 2025  ·  Wim Wiegant & Eduard Sangster  ·  1484 × bekeken

De droogte begon aan het einde van de maand overduidelijk te worden, maar de grootste zeldzaamheden van deze zonovergoten maand maart waren toch van “natte komaf”, voornamelijk eenden en enkele ganzen. Omdat de glans van onze superster van de winter, de Brileider, toch een beetje begint af te slijten, is het tijd om aandacht te besteden aan een nieuwe Nederlandse ondersoort, de Alpenbeflijster. Laten we de gebeurtenissen maar eens rustig langslopen…!

Hoogtepunten

Brileider

Bijna de hele maand was het onbetwiste hoogtepunt van de Nederlandse winter, de Brileider, nog te zien bij monument de IJzeren Kaap op Texel, al verbleef de vogel aan het einde van de maand steeds verder uit de kust, zodat deze niet iedere dag werd teruggevonden. Hij was in ieder geval de hele maand nog aanwezig.

Brileider Somateria fischeri, IJzeren Kaap, Texel (NH), 9 maart (Jurgen Rosemann)

Alpenbeflijster

De zuidelijke ondersoort van de Beflijster, de ondersoort alpestris, in het Nederlands Alpenbeflijster, werd voor het eerst in Nederland vastgesteld, en wel op 22 maart in Berkheide, Wassenaar (ZH). Het betrof een wijfje. Een paar dagen later, op 27 maart, werd het eerste mannetje voor het land gezien bij het Korfwater bij Petten (NH).

Beflijster Turdus torquatus alpestris, Berkheide, Wassenaar (ZH), 22 maart (René van Rossum)

Kleine Canadese Gans

De minder tot de verbeelding sprekende Kleine Canadese Gans van mogelijk wilde oorsprong werd nog tot 3 maart gezien in Súdwest-Fryslân.

Dwergaalscholver

Onze vriend de Dwergaalscholver plakte nog een maandje aan zijn al langdurige verblijf in Natuurpark Lelystad vast. Als de voortekenen ons niet bedriegen, blijft de vogel nog wel even.

Buffelkopeend

Ook de Buffelkopeend van Pampushaven bij Almere was tot 23 maart nog te zien, zij het niet altijd even makkelijk. Een "nieuw" exemplaar bij Maastricht bleek dan weer ontsnapt. Daar is wel een heel charmante foto van.

Buffelkopeend Bucephala albeola, Grevenbicht (L), 6 maart (Ger de Hoog)

Overzicht

Eenden en eendachtigen

In 22 uurhokken werden Witbuikrotganzen gezien, op acht na allemaal in Noord-Holland gelegen. Nergens waren er meer dan twee bij elkaar te zien. Bijna hetzelfde aantal uurhokken werd bevolkt door Zwarte Rotganzen, ook nergens meer dan twee. Roodhalsganzen waren wat algemener dan beide rotganzen samen, met waarnemingen in 44 uurhokken, waaronder acht in de Workumerwaard (Fr) en vier op Ameland (Fr) op 29 maart. De Friese Kleine Canadese Gans die als interessant te boek mocht staan, bleef nog tot 3 maart te zien bij het Sneekermeer (Fr).

Kleine Canadese Gans Branta hutchinsii, Sneekermeer (Fr), 2 maart (Sven Valkenburg)

Sneeuwganzen van onduidelijke oorsprong werden natuurlijk gezien bij Terwolde (Gld), want die vogel zit daar al jaren, en verder bij Lage Zwaluwe (NB) en Welsum (Ovl). Alle Ross' Ganzen die in maart werden gezien, konden als ontsnapt worden gekenmerkt. De Canadese vogel die vorig jaar ons land opfleurde werd de gehele winter noch in Nederland, noch in België gezien. Een Kolgans van de Groenlandse ondersoort flavirostris, de Groenlandse Kolgans dus, werd op 23 maart waargenomen vlakbij de stad Groningen. Om de waarnemer te citeren: "...via de lokale app alleen nog maar positieve reacties...". Wie zijn wij om daaraan te durven tornen?

Groenlandse Kolgans Anser albifrons flavirostris, Groningen (Gr), 23 maart (Ipe Weeber)

Het aantal Dwergganzen in het Oudeland van Strijen nam gewoontegetrouw langzaam af, van 32 op 3 maart en 34 op 9 maart, en nog 31 op 12 maart, tot 20 op 18 maart en nog negen op 23 maart. In 21 uurhokken werden IJseenden gemeld, waaronder een groep van 17 bij Terschelling (Fr) op 31 maart. Het voorlopige en waarschijnlijk ook uiteindelijke hoogtepunt van het jaar, de Brileider, het wonder van Alaska, hield nog bijna de gehele maand domicilie aan de Waddenkust ter hoogte van de IJzeren Kaap op Texel. Na een verblijf van 75 dagen was het aantal dagelijkse bezoekers nog slechts ongeveer zeven per dag. Met meer dan 4.100 bezoekers - vele buitenlandse niet meegerekend - is het wel de best bezochte dwaalgast in Nederland ooit, met inmiddels op waarneming.nl ruim meer geregistreerde bezoekers - zo'n 15 % méér - dan de Sperweruil van Zwolle (Ovl) van november 2013 tot februari 2014. Of de vogel een boost aan de lokale toeristische industrie heeft gegeven is onduidelijk, want een groot aantal van de gelegenheden die toeristen hadden kunnen aantrekken was gesloten. Op zeldzame dwaalgasten is het altijd moeilijk anticiperen, en dat geldt niet alleen voor ons vogelaars, maar ook voor de toeristenindustrie…

Brileider Somateria fischeri, IJzeren Kaap, Texel (NH), 13 maart (Jurgen Rosemann)

Een Brilzee-eend vloog langs de andere kust van Texel, die van de Noordzee bij de Westerslag, op 27 maart. De vogel vloog volgens een van de waarnemers op circa 2 km afstand langs. Als je ervan uitgaat dat de kleinste afstand waarvan je kunt zien dat het twee punten betreft van het menselijk oog 0,3 mm op een afstand van 25 cm is - waarover de meningen ook nog eens verdeeld zijn - dan zou bij een vergroting van 20 x het oplossend vermogen op 2 km afstand 12 cm moeten bedragen. De Brilzee-eend zou dan dus zo’n 4 à 5 menselijke “pixels” groot zijn, te klein om details aan de kop te kunnen zien. Dit suggereert dat óf de Brilzee-eend buitengewoon groot was, óf dat de afstand tot de vogel in werkelijkheid aanzienlijk kleiner was dan 2 km. De Buffelkopeend van Almere (Fl) werd daar nog tot 23 maart gezien. Een mooi mannetje in het Rivierpark Maasvallei bij Grevenbicht (L) bleek helaas ontsnapt, en dat gold ook voor een vrouwtje dat al een tijd bij Oostburg (Zld) verblijft. Met zeven vogels in vijf provincies was de Witoogeend bijna net zo zeldzaam als de Kleine Topper, waarvan er vijf werden gezien. De twee mannetjes Ringsnaveleend van respectievelijk Heerhugowaard en het Nationaal Park Zuid-Kennemerland (NH) waren daar allebei nog te zien. De eerste vogel de hele maand, de laatste tot 3 maart.

Ringsnaveleend Aythya collaris, Heerhugowaard (NH), 15 maart (Alex Bos)

De heren werden op afstand vergezeld door een vrouwtje dat vanaf 26 maart rondzwom in Westdorpe (Zld). Op 1 maart zat een Kleine Topper bij Wervershoof (NH), vanaf 1 maart tot 5 maart zat er een in de Oostvaardersplassen (Fl) en op 9 maart verbleef er een bij Lemsterhoek (Fr). Vanaf 6 maart zat een zeer goed bezocht mannetje bij Ridderkerk (ZH) dat voor het laatst op 29 maart werd gezien. De vogel van het Vogelmeer in de Kennemerduinen was de gehele maand te zien.

Kleine Topper Aythya affinis, Ridderkerk (ZH), 17 maart (Anco Euser)

De al geruime tijd aanwezige Siberische Taling van Sint Pancras (NH) was daar de gehele maand te zien. Een ander exemplaar werd op 6 maart gezien in de Onlanden (Gr); deze was al enige malen eerder gezien vanaf 27 januari. Twee Amerikaanse Smienten hielden zich nog op in Nederlandse wateren; een waarschijnlijke aan de Friese kant van het IJsselmeer op 9 maart, die mogelijk een hybride was, en een goedbezocht exemplaar van 15 tot 25 maart in de Abtskolk bij Petten (NH). Vijf Amerikaanse Wintertalingen werden gezien, hetgeen niet zo verrassend is. Zierikzee (Zld), Ossenisse (Zld), Nunspeet (Gld), de Ezumakeeg in het Lauwersmeer (Fr) en de Lepelaarsplassen (Fl) waren de locaties waar mannetjes werden gezien.

Zeeduikers tot en met Kraaien

Een Alpengierzwaluw in Haarlem (NH) op 23 maart was weliswaar vroeg, maar slechts voorbehouden aan één waarnemer. De vroegste waarnemingen van deze soort waren op 18 maart 2023 langs Breskens, 20 maart 2023 in Almere (Fl), en het veelbezochte geval bij Franeker (Fr) van 21 tot 24 maart 2023. Deze laatste drie waarnemingen zouden ook één vogel kunnen betreffen; de Alpengierzwaluw is niet bepaald een onopvallende soort. Aan de andere kant: de vogel van Almere viel waarschijnlijk ten prooi aan een Slechtvalk, hetgeen de kans dat de vogel van Franeker dezelfde was als die van Almere weer aanzienlijk verkleint. De Dwergaalscholver van Natuurpark Lelystad (Fl) hield het daar nog maar weer eens een maand vol. De eerste Grote Grijze Snip van het jaar werd op 31 maart ontdekt in de Balgzandpolder bij Den Helder (NH). Met ongeveer drie nieuwe gevallen per jaar, waarvan niet minder dan zes en vijf in de twee jaren 2010 en 2011, begint de zeldzaamheid van de soort, die voor het eerst in 1983 in Nederland werd gezien, wel enigszins te eroderen. De adulte Grote Burgemeester van Velsen (NH) en omgeving werd nog tot 23 maart gezien, terwijl tweede-kalenderjaar vogels werden gezien op 10 maart bij Scheveningen en 11 maart bij Katwijk aan Zee (ZH), op 18 maart bij Camperduin, op 22 maart op het strand van IJmuiden (NH) en op 27 maart bij de Abtskolk bij Petten (NH) en bij Camperduin (NH). De onvolwassen vogel zou de hele tijd dezelfde kunnen zijn geweest. De vroegste Dougalls Stern van Nederland ooit vloog op 23 maart langs Camperduin (NH). De een-na-vroegste was op 13 april 1993, door dezelfde geharde zeetrekteller op dezelfde locatie. Ook drie Steppekiekendieven werden gezien, alle drie in de provincie Groningen en in de laatste decade van de maand. Een van de drie betrof een mannelijk verkeersslachtoffer.

Steppekiekendief Circus macrourus, Groningen, 30 maart (Sybrand de Bruin)

In maart werden alweer vier Grijze Wouwen gezien: in het Soerendonks Goor (NB) op 4 maart, in Susteren (L) op 21 maart, in het Noordhollands Duinreservaat (NH) op 27 maart en over de Jezuïetenwaai in de Rijnstrangen (Gld) op 31 maart. De vroegste Roodkopklauwier van Nederland ooit werd gezien bij Westdorpe bij Axel (Zld). Kennelijk zag de vogel zijn vergissing snel in, want ze was de volgende dag verdwenen. In het relatief hoge aantal van dertien uurhokken werden nog Bonte Kraaien vastgesteld. De meerderheid van die uurhokken lag in Zeeland en Zuid-Holland.

Bonte Kraai Corvus cornix, Zeijerveld (Dr), 14 maart (Joren van Schie)

Kleine vogeltjes

Een zingende Pallas’ Boszanger was aanwezig in 's-Gravendeel (ZH) op 22 en 23 maart.

Pallas’ Boszanger Phylloscopus proregulus, 's-Gravendeel (ZH), 22 maart (Wietze Janse)

Enige Bladkoningen verbleven nog in het land: tot 5 maart was er een aanwezig in Rijswijk (ZH), die op 31 maart ineens weer werd gehoord en opgenomen, en van 12 tot 26 maart zat er een in Zwijndrecht (ZH). Humes Bladkoningen verbleven in Culemborg (Gld) gedurende de gehele maand en bij Alblasserdam (ZH) van 14 tot 19 maart. Twaalf Siberische Tjiftjaffen werden vastgesteld, maar we weten nu even niet zo goed wat je daarover zouden kunnen zeggen. Statistisch gezien lijkt het in ieder geval niet bijzonder. Het aantal gevallen loopt gedurende de maand duidelijk af, en na een relatief dieptepunt in 2024 - sinds 2020 - is het aantal weer "op niveau". Van 13 tot 17 maart werd een schitterende Provençaalse Grasmus gezien in een gevoelig gebiedje bij Oldeholtpade in Weststellingwerf (Fr), zodat het aantal bezoekers beperkt moest blijven. Het was pas het 18e geval voor Nederland. Samen met Humes Braamsluiper is Provençaalse Grasmus de enige grasmus die hoofdzakelijk in de winter in Nederland wordt gezien.

Provençaalse Grasmus Sylvia undata, Oldeholtpade (Fr), 13 maart (Ruurd Jelle van der Leij)

Slechts twee of misschien drie Pestvogels werden nog gezien in maart; één in Zwolle (Ovl) op 17 maart en een in Hoogeveen (Dr) op 27 maart. Een derde in de Engbertsdijksvenen (Ovl) werd maar matig gezien. Een nieuw taxon voor de Nederlandse lijst, dat overkomt ons niet iedere dag! Maar meerdere gevallen van hetzelfde nieuwe taxon binnen één week, dat is in Nederland bijna nooit eerder gebeurd! Ons schieten de eerste waarnemingen voor Nederland van Dunbekmeeuw in mei 2006 - drie gevallen in twee dagen - en Rotszwaluw in november 2006 - driemaal twee vogels in iets meer dan één week - te binnen. Vult u ons in de commentaren onder deze rubriek gerust aan als u het beter weet of denkt te weten! Bij dit soort gevallen van een "nieuwe" ondersoort denk je wel: "Is de Alpenbeflijster de nieuwe IJslandse Koperwiek?" Deze ondersoort van de Koperwiek werd pas in 2014 voor het eerst in Nederland vastgesteld, waarna het taxon meteen van de lijst met te beoordelen taxa werd afgevoerd, omdat de ondersoort waarschijnlijk meer dan vijf keer per jaar in Nederland kan worden vastgesteld. Met andere woorden: gaan er in korte tijd nog vele gevallen volgen...?

Beflijster Turdus torquatus alpestris, Petten (NH), 25 maart (Arnoud van den Berg)

In 22 uurhokken werden Europese Kanaries gezien en dat past goed in de trend van de laatste jaren. De vogel in de achtertuin van een vogelaar op Texel trok nog enig bekijks.

Europese Kanarie Serinus serinus, Texel (NH), 23 maart (Ruud van Beusekom)

Grauwe Gorzen, tot slot van het Nederlandse deel van deze rubriek, werden in 13 uurhokken gezien, vooral langs de grenzen van het land bij de Eemshaven, de oostgrens van Drenthe, Overijssel en Limburg, en de zuidkant van Zeeland. In totaal ging het om ongeveer 25 - 35 vogels.

Inmiddels elders

Een overzicht van handige websites voor zeldzaamheden uit andere WP-landen is hier al eens aan de orde geweest. Voor de lezers die meer informatie over Oman wensen te lezen wordt deze nieuwe website aangeraden. Aan dit initiatief van Engelsman Nick Bray hebben ook drie vogelaars uit de Lage Landen meegewerkt. Ondertussen is Tony Rinaud, een Franse ecoloog verbonden aan de Bielefeld Universiteit, bezig met monnikenwerk. Zijn doel is om een overzichtelijke website te maken van zeldzame waarnemingen in de 'WP sensu BWP'. Zie hier zijn werk in uitvoering. Nog niet alle landen en soorten zijn verwerkt, maar we kunnen nu al zeggen: chapeau Tony!

Na dit korte uitstapje wordt het nu tijd voor een overzicht van de zeldzaamheden in maart van de Westelijke Palearctis, sensu BWP of groter...!

Britse Eilanden

Een mogelijke Thayers Meeuw werd op 6 maart gezien en gefotografeerd op Unst, Shetland Eilanden. De “heavily-marked underparts, dark-centred tertials and pale-fringed primaries” zouden wijzen richting Thayers, maar een donkere Kumliens Meeuw wordt niet uitgesloten. Langverblijvers betroffen (begin) maart de Geoorde Aalscholver, Zwarte Eend en Pacifische Parelduiker in Ierland, inmiddels vier Amerikaanse Grote Zee-eenden en de Amerikaanse Meerkoet in Schotland en de Kleinste Strandloper in Zuidwest-Engeland. De Schildraven in Ierland en op de Scilly-eilanden waren aanwezig tot en met 12 maart en worden waarschijnlijk ‘afgedaan’ als ship-assisted. Mogelijk dezelfde vogels werden teruggevonden in Schotland en Bretagne. De Dwergarend en Aasgier zijn door de Britse ornithologische unie aanvaard als nieuwe soorten voor de Britse A-lijst.

Noord-Europa

Op 22 maart werd een mannetje Brileider gemeld in Noorwegen, vliegend naar NW langs de vuurtoren van Lista. De vogel is helaas niet gefotografeerd. In spanning werd afgewacht of dit de Texel-vogel zou zijn, maar dat bleek niet het geval. Aan het eind van de middag werd de vogel op Texel alsnog ontdekt. Een Grijskopkievit werd op 26 maart ontdekt in Zweden. Het lijkt erop dat een of meer exemplaren in Europa rondzwerven sinds 2019, dan wel 2023. Een Zwarte Eend was aanwezig in centraal Denemarken. Nabij Kopenhagen werd vanaf de 25 maart een mannetje Indigors gezien en gefotografeerd op voedertafels. Samen met het mei-geval van vorig jaar in Skagen, dat nog niet is ingediend, zouden dit de eerste twee gevallen zijn in Denemarken. Lijkt er een voorjaarspatroon te ontstaan? We houden het scherp in de gaten!

Centraal-Europa

De eerste Steppekievit in België sinds 2012 werd gezien van 18 tot 21 maart en trok veel bekijks. In maart waren er tevens waarnemingen in Frankrijk (mogelijk dezelfde vogel?), Spanje, Slovenië, Roemenië en Bulgarije. Een nieuwe soort voor Guernsey betrof een eerste-winter Amerikaanse Zilvermeeuw vanaf 8 maart. Pas aan het eind van de maand slaagde de vogel voor de "friettest". In Oostenrijk werd de eerste Kleine Kokmeeuw voor het land gezien. Samen met de waarnemingen in Spanje en Engeland (drie) lijkt dit op een bescheiden influx.

Zuid-Europa

Een Roodvoetgent vloog op 1 maart langs Cabo Raso, het bekende trektelpunt nabij Lissabon, Portugal. De Geelkruinkwak dook weer eens op in de Algarve. De Kelpmeeuw was eind maart nog steeds aanwezig in Noordwest-Spanje. Ten noorden van Madrid werd een waarschijnlijke Amerikaanse Ruigpootbuizerd gezien.

Noord-Afrika

Een Oostelijke Gele Kwikstaart werd ontdekt op Fuerteventura. Een Afrikaans Waterhoen (Lesser Moorhen) was vanaf 15 maart aanwezig nabij Aoulouz en dit betekent een nieuwe soort voor Marokko.

Afrikaans Waterhoen Paragallinula angulata, Aoulouz, Marokko, 21 maart (Hans Overduin)

Een mannetje Maskerduif in Marrakech op 3 maart betrof pas het derde geval voor Marokko. Italiaanse vogelaars vonden op 13 maart nabij Dahkla de eerste Mongoolse Pieper voor Afrika. Nabij Fogo, Kaapverdië, wordt voor het derde achtereenvolgende jaar een broedpoging gedaan van Witstaartkeerkringvogel. De vogels lieten zich niet zien op diverse pelagics aldaar, maar wel werden daar twee Zwartkapstormvogels gezien. Inmiddels is deze Caribische soort een reguliere verschijning in de winterse Kaapverdische wateren. Meerdere exemplaren werden gezien in samenwerking met Projecto Vito, een groep effectieve biologen die zich inzet voor de biodiversiteit op de Kaapverdische eilanden.

Zwartkapstormvogel Pterodroma hasilata, nabij Fogo, Kaapverdië, 21 maart (Kirk Zufelt)

Midden-Oosten

In Israël is momenteel het hoogtepunt van de voorjaarstrek gaande. Geen extreme zeldzaamheden tot nu toe, maar een mannetje Zijdestaart in Park Holland in Eilat, zie hier, mag er zijn. Dit park heet trouwens zo omdat het aangelegd is met (grotendeels) Nederlandse financiers. Op 29 maart werd de derde Indische Paradijsvliegenvanger voor de VAE ontdekt. Bij Shannah Port werden op 21 maart 100+ Saunders' Dwergsterns gezien. Dit is een van de vroegste (bevestigde) waarnemingen op het Arabisch Schiereiland. Verder werd in Oman de eerste Amerikaanse Regenwulp voor het land op 21 maart ontdekt bij Bar Al-Hikman, ‘de Waddenzee van het Midden-Oosten’. Op Masirah, de bekende vagrant hotspot, werd een Grijsbuik-Piet-van-Vliet (Grey-bellied Cuckoo) gezien. Nog aanwezig op de 6e waren de Brahmaanse Wouw bij Khawr Jirama en de Rosse Fluiteend, Oostelijke Roodstuitzwaluw en Roodkruinzwaluw (Wire-tailed Swallow) bij Salalah.

De Glazen bol

Maart is de maand van de teleurstelling. Het wordt mooi weer, we gaan weer zoeken, maar het resultaat is nihil! Daarom gaan we ons concentreren op april, waarin de Indigogors weliswaar hoog, maar niet eens té hoog gegrepen is. Een minder dubieuze soort als de Aasgier werd ook al eens in april gezien, dus ongeveer alles is mogelijk! Dat neemt allemaal niet weg dat u ook eens rustig op pad kunt gaan, op zoek naar de Braamsluiper of de Buidelmees, maar ga de extreme zeldzaamheid alstublieft niet uit de weg! We wensen iedereen weer veel zoekplezier...!

We willen alle waarnemers en fotografen hartelijk bedanken voor hun bijdragen aan dit verslag. We would like to thank all observers and photographers for their contributions to this report.

Wim Wiegant & Eduard Sangster

Discussie

Wim Wiegant  ·  6 april 2025  15:07

Het keiharde werk van Garry Bakker (onnoemelijke correcties en verbeteringen) en Toy Janssen (ICT) kan niet vaak genoeg worden geprezen...!
Hulde...!

Jaap Eerdmans  ·  6 april 2025  22:19

Dank Wim en ook hulde aan de fotografen, fraaie platen, smullen!!

Teus Luijendijk  ·  7 april 2025  07:18

Mooi overzicht! Waarvoor dank. Een kleine noot nog: ik had op 9 maart 34 Dwergganzen bij Strijen, dus nog net iets meer dan hier vermeld. 

Patrick Bouthoorn  ·  7 april 2025  08:04

Het is weer een mooi overzicht. Was de Alpengierzwaluw uit mijn hometown Almere niet door een Slechtvalk opgepeuzeld?   

Wim Wiegant  ·  7 april 2025  09:21, gewijzigd 7 april 2025  09:38

Teus, normaal kijk ik alleen naar de tellingen van de gebroeders van der Linden, die komen daar uiterst regelmatig. Ik heb ze opgenomen.

Patrick, op 20 maart 2023 werd in Almere een Slechtvalk gezien met iets dat op een Alpengierzwaluw leek, op de plek waar er een gezien was, vind ik na enig zoeken. Toen was Alpengierzwaluw al geen beoordeelsoort meer.  Maar gaat dit niet over een onderwerp uit het overzicht van februari...?

Robert van Tiel  ·  7 april 2025  10:00

Dank Wim voor het mooie overzicht!

Twee opmerkingen:

- De foto van de Buffelkopeend is niet van Max, maar van Ger de Hoog.

- De link bij de Thayers Meeuw leidt bij mij niet tot een foto van een Thayers Meeuw  ;)

Marcel Haas  ·  7 april 2025  10:26

Fijn initiatief van Tony Rinaud! Uit ervaring weet ik hoe zo'n enorme klus het is om dat goed aan te pakken, maar vooral aan te vullen. Ik hoop dat het hem wél lukt om het tot een goed einde te brengen, alhoewel het wel een boek heeft opgeleverd. Hij heeft mij benaderd voor gegevens en ik heb hem vooral veel succes gewenst :)

Patrick Bouthoorn  ·  7 april 2025  12:33, gewijzigd 7 april 2025  12:40

Wim, je schrijft: De vroegste waarnemingen van deze soort waren op 18 maart 2023 langs Breskens, 20 maart 2023 in Almere (Fl), en het veelbezochte geval bij Franeker (Fr) van 21 tot 24 maart 2023. Deze laatste drie waarnemingen zouden ook één vogel kunnen betreffen; de Alpengierzwaluw is niet bepaald een onopvallende soort. Ik dacht dat als de Alpengierzwaluw door de huis Slechtvalk van het World Trade Center Almere is opgegeten dan kan het niet één en dezelfde vogel zijn. Maar het is verder ook niet belangrijk. Je schrijft ook zouden kunnen betreffen.  

Eduard Sangster  ·  7 april 2025  15:14

@Robert, de link naar de (mogelijke) Thayers Meeuw gaat hersteld worden. Deze zou hier naartoe moeten leiden.

@Marcel, ja, hij heeft wat op z'n hals gehaald. De resultaten so far zien er goed uit. Ik hoop dat ie heeft nagedacht over hoe hij eea gaat (laten) bijhouden in de toekomst...

Han Buckx  ·  7 april 2025  21:13, gewijzigd 7 april 2025  21:14

Weer een fraai overzicht, Wim!

Overigens is het Noordhollands Duinreservaat (genoemd bij de Ringsnaveleend) het duingebied boven het Noordzeekanaal (grofweg van Wijk aan Zee tot de Schoorlse Duinen). De Ringsnaveleend zat steeds op het Duinmeer of het Kennemermeer, dus ten zuiden van het kanaal in het NP Zuid-Kennemerland.

Teus Luijendijk  ·  7 april 2025  21:36

Ik kan echt wel tellen hoor, Wim! ;-)

Wim Wiegant  ·  7 april 2025  23:56, gewijzigd 8 april 2025  00:10

Even mijn commentaar op volgorde van de reacties:

Robert, de foute naam onder de foto van de Buffelkopeend was een beetje slordig van mij, want Max had het duidelijk aangegeven. Excuus, en ik heb de naam van de fotograaf aangepast...

Patrick, ik had helemaal niet in de gaten dat je het over het samenvallen van de gevallen van de Alpengierzwaluw in 2023 had. Ik dacht dat je het over "gesneuvelde dwaalgasten", à la Pacifische Parelduiker had. Excuus...! Ik heb de tekst aangepast...

Han, ik kom er zo vaak, ik zou het toch zo onderhand moeten weten... Ik heb het aangepast. 

Teus, ik geloof je heus wel, al wil je niet weten wat voor rare tellingen - die ik heel vaak bestudeer - er allemaal op waarneming.nl worden geplaatst. Voor de stabiliteit van de getallen over de Dwerggans bij Strijen, ga ik meestal uit van de getallen van Arie van der Linden -en zijn broer- op waarneming.nl, omdat die nu eenmaal iets meer dan 750 x een telling hebben doorgegeven. Overigens had ik jouw telling al in de tekst opgenomen.

Ton Eggenhuizen  ·  8 april 2025  07:54

@patrick en @wim

Er is geen onomstotelijk bewijs dat de slechtvalk (zat niet op de WTC maar op de Rabobank-toren) de alpengierzwaluw heeft opgepeuzeld, volgens mij. De valk zat inderdaad aan de oostgevel iets op te peuzelen, maar zowel directe zichtwaarneming van een vangst alsook resten van de prooi zijn er niet.

O, en Lepelaarplassen is zonder tussen-s (in weerwil van wat spellingcheckers ons willen doen geloven, zie bijv aanwijzingsbesluit Natura 2000).  

Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.

Feedback?