DB Terugblik

Een terugblik op de waarnemingen van de afgelopen periode.

Maart 2022

22 april 2022  ·  Wim Wiegant  ·  4375 × bekeken

Dat maart in 2022 zou uitgroeien tot een echte roofvogelmaand, dat had nou weer niemand gedacht. Het is moeilijk om overvliegende roofvogels te vinden bij heel zonnig weer, en laat deze maand nu de zonnigste maart ooit zijn geweest! Maar er werd nog meer gezien… We blikken terug op maart 2022.

Hoogtepunten

Havikarend

Het echte hoogtepunt voor wat betreft nieuw waargenomen soorten zou wel de Havikarend moeten zijn. Een gezenderde vogel lukte het echter om grotendeels ongezien Nederland te doorkruisen. Slechts twee waarnemers, waaronder een van de leden van het DB Terugblik-team, hadden het geluk de vogel te zien die over Zwijndrecht en Rotterdam vloog op 18 maart. Is het dan eigenlijk wel een hoogtepunt? Een hoogtepunt voor slechts twee mensen, daar doet deze website niet aan; daar heb je andere websites voor. De vogel bleek deel uit te maken van een echte influx van drie of misschien zelfs vier vogels. Laten we hopen dat een andere Havikarend binnenkort Nederland doorkruist en wel door vele vogelaars wordt gezien…

Havikarend Aquila fasciata, Zwijndrecht, 18 maart (Thomas Los)

Zanggors

De tweede Zanggors voor Nederland en België werd tot 20 maart waargenomen op de grens bij Emmapolder (Zld). De vogel werd het leven zuur gemaakt door een lokale inwoner die de populariteit van de vogel bij Belgische en Nederlandse vogelaars maar matig kon appreciëren. De inzet van vogelwerende apparatuur werd daarbij niet uit de weg gegaan. Of de vogel daarbij het leven heeft gelaten mag gevreesd worden, maar hij kan ook een klein eindje verderop zijn gaan zitten. Dat hij de boot terug naar Canada of de Verenigde Staten heeft genomen lijkt dan weer onwaarschijnlijk...

Zanggors Melospiza melodia, Emmapolder (Zld), 8 maart (Jasper van den Nouland)

Purperkoet

De Purperkoet van Kinderdijk bleef trouw aan zijn plek en verroerde zich niet of nauwelijks. Hij knabbelde wat aan het riet, maar veel meer deed de vogel niet. Daarmee was het eigenlijk de zeldzaamste, en tegelijk ongeveer de minst opwindende, soort van de maand.

Purperkoet Porphyrio porphyrio, Alblasserdam, 6 maart (René van Rossum)

Een heel aardig overzicht van de dwaalgasten van deze maand, met heel veel filmpjes, is ook te vinden op een interessant YouTube-kanaal van The Dutch Birder...!

Maandoverzicht van The Dutch Birder

Dit overzicht op YouTube gaat vooral over soorten die ingediend moeten worden, de "echte dwaalgasten". U kunt dus gewoon doorlezen...!

Overzicht

Ganzen en eenden

De Witbuikrotganzen van Breskens hadden het zo langzamerhand wel gezien: in het begin van de maand zaten er nog 25, maar later in de maand nam het aantal af tot maximaal 16. Op andere plekken zaten nog losse exemplaren tot koppeltjes tussen de Rotganzen, zo'n 15 in totaal. Van de ongeveer 20 Zwarte Rotganzen in Nederland deze winter is er de hele winter al één die weigert zich naar de regels te gedragen. Deze maand werd de vogel gezien bij de Groene Jonker (ZH). Eerder werd - naar aan te nemen valt - dezelfde vogel bij Amsterdam gezien. Op Ameland hielden zich maar liefst 10 Roodhalsganzen op. Daar kon de rest van Nederland, met een totaal van ongeveer 10-15 vogels, maar nauwelijks tegenop. Afgezien van het exemplaar bij de IJssel in Terwolde werden er geen wild te noemen Sneeuwganzen gezien. Tot 8 maart werden de 34 Dwergganzen van het Oudeland van Strijen van deze winter daar nog gezien, daarna was het zo'n beetje op, met nog eentje op 17 maart. Vanaf 10 maart tot 13 maart werden er 15 tot 17 Dwergganzen geteld bij Camperduin, maar ook daar namen de aantallen snel af, tot 4 op 29 maart. Op 27 maart werd er nog een gezien vlakbij Groningen. In 21 blokken slechts werden IJseenden gemeld, bijna allemaal aan de kust en in de zeearmen (ZH en Zld). In het binnenland was de vogel van de Nieuwe Driemanspolder bij Zoetermeer de hele maand nog te zien, en die in het Kromslootpark in Almere tot 15 maart. Zo'n 10-15 Witoogeenden bevonden zich voor een groot deel van de maand in het land, maar niet in de provincies Groningen, Friesland en Zeeland. Na een lange afwezigheid werd op 30 maart de Ringsnaveleend van Appingedam weer gezien. De laatste waarneming dateerde van 10 december. Hij heeft zich dus lange tijd efficiënt weten schuil te houden.

Ringsnaveleend Aythya collaris, Appingedam (Gr), 30 maart (Willem Hartholt)

Er werd ook weer een Kleine Topper gezien: een vogel was op 11 en 12 maart mooi te zien in de Zuiderhaven van Den Oever.

Kleine Topper Aythya affinis, Den Oever, 12 maart (Laurens van der Vaart)

Er werden maar liefst drie Siberische Talingen gezien: van 8 maart tot 18 maart een tweedejaars vogel in het Noordhollands Duinreservaat bij Castricum, op 13 maart een bij Ouderkerk aan de Amstel (NH), en de vogel van Zevenhoven (ZH), die daar van 26 tot 30 maart weer werd gezien, nadat deze daar voor het laatst was gezien op 30 januari. Op 2 en 10 maart werd de Amerikaanse Smient van de Groene Jonker in Zevenhoven (ZH) nog gezien. Op 27 maart werd er nog een gezien bij Herxen (Ovl).

Siberische Taling Sibirionetta formosa, Groene Jonker, Zevenhoven (ZH), 15 maart (Andries Euser)

Andere watervogels en trappen en zo

De aantallen Flamingo's in de Grevelingen namen in de loop van de maand sterk af: de trek naar het Zwillbrocker Venn (Dld) bij Winterswijk (Gld) was begonnen. Her en der hielden zich langs de trekweg nog even exemplaren op, bij Zevenhuizen (ZH) en de Marker Wadden (Fl), op de Mokkebank (Fr) en op het Dannemeer bij Slochteren (Gr), hoewel de laatste locatie niet echt midden op de trekweg van de Grevelingen richting de broedplaats bij Winterswijk ligt. De Purperkoet van Alblasserdam was daar de hele maand nog aanwezig. Door een nauwkeurige waarnemer werd vastgesteld dat het schild boven de snavel in grootte was toegenomen sinds het begin van het verblijf van de vogel, wat te verwachten is van een vogel in het tweede kalenderjaar. De discussie rond de naamgeving (-hoen of -koet) werd nog niet beslecht. Een zinvolle nieuwe naam, Blauwe Rietkip, kwam uit onverwachte hoek, en lijkt een goede kandidaat... De gezenderde en ontelbare Grote Trap bij Workum was daar nog tot 19 maart te bewonderen. Het verblijf van de vogel geeft aan dat een echt wilde niet helemaal ondenkbaar is. Laten we blijven bidden... De IJsduiker van de Loenderveensche Plassen (NH) hield het vol tot 14 maart. Verder werden vogels gezien op 3 maart bij Renesse (Zld) en Wassenaar (ZH), op 9 maart bij Walcheren en twee aan de Brouwersdam, op 10 maart 2 op Terschelling, en op 11 maart 1, op 12 maart een in de Wieringermeer en van 18 tot 25 maart 2 op het Volkerakmeer (ZH). Ten slotte verbleef er nog een van 19 tot 22 maart bij Ouddorp (ZH). Maart is de tijd voor waarnemingen van de eerste adulte Zwarte Ooievaars in ons land. Er werden er enkele gezien, op 20 maart in het Geuldal, op 22 maart een over Alkmaar en op 28 maart bij Windesheim (Ovl). Een wat minder wild, maar wel ongeringd exemplaar zat zeer matig in de veren, was nog net iets tammer dan de Kinderdijkse Purperkoet, en maakte een flinke toernee door het land. Deze voerde onder andere langs St. Michielsgestel (3 maart), de Strabrechtse Heide en de Ooijpolder (55 km verderop en 3 uur later) op 7 maart, Renswoude (U) op 9 maart en het Kootwijkse Veld (Gld) op 11 en 12 maart. Daarna verbleef hij van 15 tot 28 maart bij Dieren (Gld). Tot slot werd de vogel op 31 maart in Nieuwegein gezien. Het laat zien dat je geen Havikarend hoeft te zijn om zinloze rondjes te vliegen… De vogel had overigens een zekere hang naar het plaatsnemen achter hekken, hetgeen ook al ernstig te denken geeft.

Zwarte Ooievaar Ciconia nigra, Dieren (Gld), 21 maart (Cees Struijk)

Het aantal Koereigers in ons land nam in maart niet spectaculair toe of af. De recordaantallen overwinteraars hebben de winter kennelijk goed overleefd. Het aantal Zwarte Ibissen kon dat van de Koereigers echt niet bijbenen. Het is moeilijk te zeggen om hoeveel vogels het nu in totaal ging. Twee waren er te zien op 9 maart bij Kampen en op 13 maart in het Zwarte Water (Ovl). Van 17 tot 19 maart was er een goed bezochte bij Vatrop en Smerp op Wieringen (NH). Op 21 maart vlogen er twee over de Nieuwe Driemanspolder bij Zoetermeer (ZH), en op 22 maart een over de Bantpolder (Gr). Vanaf 23 maart zat er een in de Lendevallei bij Weststellingwerf (Fr). Twee waren er te zien in de Groote Hengstdijkpolder bij Terneuzen (Zld) vanaf 24 maart. Op 26 maart werd er nog een gezien bij Warffum (Gr).

Zwarte Ibis Plegadis falcinellus, Smerp (NH), 19 maart (Folkert-Jan Hoogstra)

Aan alles komt een eind; zo ook aan het schier oneindige verblijf van de Dwergaalscholver in Utrecht. Op 23 maart werd de vogel voor het laatst gezien. Daarmee heeft het verblijf van de vogel bij Laagraven maar liefst 266 dagen geduurd, dat is meer dan acht en een halve maand! Van die 266 dagen is de vogel 217 dagen op waarneming.nl doorgegeven.

Dwergaalscholver Microcarbo pygmeus, Utrecht, 9 maart (Thijs Glastra)

Waders

Overwinterende Morinelplevieren werden voor het laatst gezien bij Ouddorp (ZH), vorig jaar op 27 december, maar op 24 maart werd er weer een gezien op de Hompelvoet, daar vlakbij. Een andere werd gezien op 23 maart bij Enschede. De overwinterende Rosse Franjepoot van Zoetermeer bleek op 20 maart ineens te zijn verhuisd naar Zevenhuizen. Het was niet helemaal duidelijk wat de vogel nu wilde bereiken, want of dat nu een verbetering is...? De vogel werd er in ieder geval tot 24 maart gezien. Buiten deze vogel werd er alleen nog een bij Warffum (Gr) gezien, op 28 maart.

Rosse Franjepoot Phalaropus fulicarius, Zevenhuizen (ZH), 21 maart (Jonathan Leeuwis)

Echte zeevogels

Buiten de twee Zwarte Zeekoeten van Texel, die allebei de hele maand nog aanwezig waren, in de haven van Oudeschild en rond de Mokbaai, werden geen andere vogels gemeld. De vogels van Texel begonnen mooi in zomerkleed te komen. Een zeer stoere ontdekking werd gedaan door twee vogelaars (naam en adres bij de redactie bekend) op zoek naar ‘een’ Ringsnavelmeeuw: op 24 maart ontdekten zij een heuse Kleine Kokmeeuw! Dat is in Nederland toch weer net een stapje verder. Het Noordervroon in Westkapelle (Zld) bevestigde weer eens zijn status als een van de beste plekken voor het vinden van zeldzaamheden.

Kleine Kokmeeuw Chroicocephalus philadelphia, Noordervroon, Westkapelle (Zld), 24 maart (Lenn van de Zande)

De seniore Ringsnavelmeeuw (minstens 19 jaar oud), die ook al in België was gezien in december 2021, trok weer een heel eigen plan. De vogel overnachtte op 23 maart op de Bijland bij Lobith (Gld), en werd daar hemelsbreed bijna 4 km vandaan bij Babberich (Gld) de volgende ochtend teruggevonden. Na drie kwartier verdween de vogel (om in de rubriek “nieuws uit de WP” te kunnen worden teruggevonden). Ongeveer vier Kleine Burgemeesters hielden zich op op de stranden tussen IJmuiden en Scheveningen. Enkele van de vogels leken flink op en neer te vliegen. Daarbuiten waren er nog exemplaren bij 't Horntje op Texel op 17 maart en op de Maasvlakte op 23 maart, Een adulte Grote Burgemeester in Vlissingen, en een tweede-kalenderjaar in IJmuiden, waren de hele maand aanwezig. Andere waarnemingen waren er op 10 maart op Terschelling, 11 maart in Rotterdam, 15 maart in Oost-Souburg (Zld) en op 17 en 21 maart bij Scheveningen.

Grote Burgemeester Larus hyperboreus, IJmuiden, 28 maart (Jeroen Hoek)

Roofvogels

De eerste Grijze Wouw van het jaar werd al op 19 maart overvliegend gezien op de trektelpost Loozerheide (L). Er waren zes eerdere gevallen in maart, maar dit is wel de vroegste. Er was er wel eens een op 20 maart gezien, in 2020. De 35e of 36e Bastaardarend van Nederland was van 14 tot 21 maart twitchbaar in het Fochteloërveen op de grens van Friesland en Drenthe. Jammer genoeg bleef hij meestal ver weg. De vogel bleek dezelfde te zijn als die van 25 november tot 3 december bij Moerbeke in Oost-Vlaanderen, België was gezien, en mogelijk ook dezelfde als van 4 tot 16 januari in de Kwade Hoek (ZH).

Bastaardarend Clanga clanga, Fochteloërveen (Fr & Dr), 20 maart (Andries Zijlstra)

Het lijkt een vaste kwalificatie te gaan worden bij menig zeldzaamheid: "niet gezien, maar gezenderd". een onzichtbare gezenderde Keizerarend, die is geboren in Oostenrijk, en had overwinterd in Griekenland, deed volgens de gegevens van haar vluchtrecorder Duitsland aan en vloog tussendoor net over Nederland op 24 maart; ongeveer over de Meinweg (L) en meer naar het zuiden over Kerkrade (L). De vogel werd jammer genoeg niet door Nederlandse vogelaars in Nederland vastgesteld, maar wel door een Nederlandse vogelaar in Duitsland.

Keizerarend Aquila heliaca, Kerkener Platte, Nordrhein-Westfalen, Duitsland, 24 maart (Jan Hein van Steenis)

De Havikarend werd vroeger geacht een zogeheten mega(-zeldzaamheid) te zijn. De vogel van 17 tot 20 september 1995 op Vlieland was toch lang een parel aan de kroon van menig Vlielandganger van het Deception Tours-gezelschap. Wat een misvatting! Na een geval in 2002 op hetzelfde eiland, dat maar door enkele vogelaars werd aanschouwd, waren er twee vogels in 2020, die veel vogelaars de gelegenheid gaven om te soort bij te kunnen schrijven. In maart van dit jaar was er een heuse influx in Nederland en België. Het zou om in totaal drie of misschien zelfs vier vogels gaan. Ze waren allemaal vrijwel onzichtbaar. Een vogel die boven de Veerplaat bij Zwijndrecht werd opgemerkt werd jammer genoeg maar door één andere vogelaar opgepikt, boven Rotterdam. Deze vogel heeft een dolle reis door Nederland gemaakt, (zie een kaartje hier), waarbij achtereenvolgens Horssen (Gld) op 16 maart, de omgeving van Oss (NB) op 17 maart, Zwijndrecht, Rotterdam en Hazerswoude-Dorp (ZH) op 18 maart, Berkenwoude (ZH) op 19 maart en Polsbroek (U) op 20 maart werden aangedaan. De vogel bracht verder noordelijk de nacht door bij Havelte (Dr) op 21 maart en deed tenslotte de volgende dag nog even Assen aan. Een knappe slalom om vele would be waarnemers te omzeilen! Op 28, 29 en 30 maart werd telkens een adult mannetje Steppekiekendief gezien, respectievelijk in Ede (Gld), de Krim (Ovl) en in de Lemster Polders (Fr). Andere waarnemingen waren er wel, maar niet alle even overtuigend. Zou de hybride Zwarte Wouw x Oostelijke Zwarte Wouw nog te zien zijn geweest op en rond de Korendijksche Slikken? Wat een vraag...! Natuurlijk was dat het geval! De vogel werd op 16 dagen van de maand doorgegeven. Als je de vogel nog wilt zien, maak haast, want het lijkt er sterk op dat het verblijf niet nog de gehele maand april zal gaan duren. Zo'n 20-25 Ruigpootbuizerds werden gezien, grotendeels in de noordelijke helft van het land. De opmerkelijkste waarneming kwam deze keer uit Vijlen (L).

Zangvogels en de rest

Een Bonte Kraai werd op 12 maart gefotografeerd bij Genemuiden (Ovl) en op 20 maart bij Emmeloord; daar werden ze al enkele jaren niet meer gezien. Andere vogels waren meer in de lijn der verwachting, zoals die bij en rond Berkheide, Katwijk aan Zee (ZH), Cadzand (Zld) en op Schiermonnikoog en op Terschellling. De vogel bij Lith werd na 18 maart niet meer gezien. Geen Pallas' Boszanger heeft het ooit tot mei uitgehouden in Nederland, maar bijna de gehele maand maart was geen probleem voor de vogel in Leiden, die tot 21 maart bleef, en die van Oostkapelle (Zld), die pas op 27 maart werd ontdekt, maar wel tot het einde van de maand bleef. Toen zat de vogel wel vrolijk te zingen.

Pallas’ Boszanger Phylloscopus proregulus, Leiden, 4 maart (Gertjan van der Kooij)

Humes Bladkoningen waren nog geruime tijd aanwezig in Wageningen, maar niet meer na 21 maart. Die van de Aa-landen in Zwolle hield het nog vol tot 28 maart. Ook de vogel van Westerschouwen hield het tot 27 maart vol. De vogel in Almere was op 11 maart al een beetje klaar met ons. Twee tot drie Bruine Boszangers maakten hun winterverblijf af, hoewel een van de twee pas recent werd ontdekt. De vogel van Wageningen werd ontdekt op 14 maart, maar was natuurlijk vast al eerder aanwezig, en was verder de hele maand te zien. De vogel van het Alblasserbos was ook de hele maand aanwezig. Ook die in de Brabantse Biesbosch hield het goed vol, en werd tot 26 maart gezien. De vogel van Zwolle, ten slotte, vond het op 14 maart genoeg geweest. Tot 13 maart was de Humes Braamsluiper nog aanwezig in Overveen (NH). De vogel van vakantiepark de Krim op Texel werd op 6 maart mogelijk ook nog waargenomen.

Bruine Boszanger Phylloscopus fuscatus, Wageningen (Gld), 20 maart (Thijs Glastra)

Op 8 maart werd de Provençaalse Grasmus voor het laatst gezien aan de Hondsbossche Zeewering. De vogel werd ontdekt op 29 oktober 2021, dus het verblijf van deze geweldige soort heeft 130 dagen mogen duren. De kans dat hij alsnog ineens tevoorschijn komt, mag wel zeer gering worden geacht, maar de vogel heeft wel meer opmerkelijke wederopstandingen meegemaakt! De hele maand was de Struikrietzanger nog aanwezig bij Gouda. Alle Graszangers van Nederland, een stuk of 4-5, hielden zich op in Zeeuws-Vlaanderen. Dat wisten we al, want ze zijn natuurlijk niet weg te slaan van hun vaste plekken bij Breskens, de Braakman bij Terneuzen en het Verdronken Land van Saeftinghe.

Provençaalse Grasmus Sylvia undata, Hondsbossche Zeewering (NH), 5 maart (Laura Seegers)

Tot 20 maart was de tweede Zanggors voor Nederland en België te zien op de grens bij Emmapolder (Zld). Daarna werd de vogel niet meer gezien, hoewel er nog wel is gezocht. In zekere zin is de vogel mogelijk een slachtoffer geworden van zijn populariteit.

Zanggors Melospiza melodia, Emmapolder (Zld), 5 maart (Mike van Nunen)

Een in fotografische zin zeer welwillende Grauwe Gors resideerde de hele maand in de Nieuwe Driemanspolder bij Zoetermeer. In het Verdronken Land van Saeftinghe werden er nog 18 geteld op 6 maart, en bij Sibbe (L) maximaal 18 op 1 maart. Op andere plaatsen werden er in totaal minder dan 10 gezien, waarvan 4 in Warffum (Gr) op 26 maart. De populatie Dwerggorzen in Nederland stortte in: er werd maar één redelijke waarneming gedaan, op 20 maart bij Wolfheze (Gld). Het DB Terugblik-team heeft geen moeite met deze waarneming, maar zoals zo vaak op waarneming.nl, staat er bij de waarneming: "beschrijving volgt", net als vaak: "foto volgt", en dat gebeurt dan bijna nooit...

Grauwe Gors Emberiza calandra, Warffum, 26 maart (Roelf Schripsema)

Nieuws van de WP

Doe een roofvogel een zender om of op, en ja hoor, de vogel blijkt in weinig tijd ongeveer heel Europa aan te doen. En dat doen ze heel graag, maar niet altijd, ongezien…! Dat gold voor meerdere Havikarenden in België en Nederland, maar ook voor een Keizerarend die kennelijk minder last van de luchtvervuiling vlakbij de Nederlandse grens in Duitsland had dan de waarnemers. Je kunt je afvragen of de aanwezigheid van een zender een effect heeft op de aandrang tot onnavolgbare bewegingen in het luchtruim. Nu hebben 3 van 46 gezenderde Havikarenden in korte tijd de Lage Landen aangedaan. Dit doet vermoeden dat de aanwezigheid van de zender zelf misschien een zeker effect heeft, want anders zou de Havikarend eerder een wintergast in klein aantal dan een woeste dwaalgast moeten zijn! De Ringsnavelmeeuw die eerder België en Babberich in Nederland had aangedaan en daar op 24 maart om 7:45 u verdween, werd op 27 maart zowel in Wit-Rusland als bij Kiev in Oekraïne telemetrisch vastgesteld, waarmee de vogel niet alleen een zekere krachtdadigheid demonstreerde, alsook enige bedenkelijke politieke onafhankelijkheid. De vogel had dus meer dan 1.700 km afgelegd in die paar dagen, met een snelheid van meer dan 400 km/dag. Deze vogel, die al jaren geleden de eerste van Polen was, verhoogde zijn status door nu ook -meer dan 16 jaar later- de eerste van Wit-Rusland en Oekraïne te zijn. Een van Nederlands most-wanteds miste ons land weer eens: een Wenkbrauwalbatros werd op 30 maart gezien op de Bempton Cliffs, dichtbij Flamborough Head (Eng), een schamele 340 km van Nederland vandaan.

De glazen bol

Wat is het mooi om over de toekomst te mogen dromen. De telemetrie gaat dat misschien wel lelijk verstoren. Binnenkort zien we de gewenste soorten al van grote afstand op ons land afkomen, zoals Ringsnavelmeeuw, Havikarend en Keizerarend ons al hebben laten zien. Weg droom! Moeten we dat wel willen? Aan de andere kant is het DB Terugblik-team niet vies van een gezenderde Wenkbrauwalbatros of Bruine Gent, maar een gezenderde phylloscoop, bijvoorbeeld een Steenboszanger, dat vereist mogelijk nog enige vooruitgang in de technologie. Tot die tijd mogen en moeten we zelf zoeken. We wensen iedereen daarbij weer veel zoekplezier…!

We willen alle waarnemers en fotografen hartelijk bedanken voor hun bijdrages aan dit verslag.
We would like to thank all observers and photographers for their contributions to this report.

Wim Wiegant

Discussie

Jan Hein van Steenis  ·  15 april 2022  14:09

Ook bij Helgoland werd (op 9 april) weer een Wenkbrauwalbatros gezien.

Peter de Knijff  ·  15 april 2022  18:14

Die komt vast in het overzicht van april……

Rob Poot  ·  15 april 2022  19:53

Al die Siberische talingen van de afgelopen jaren, hoe verhoudt zich dat tot de rest van de omliggende landen? Gewoon veel meer geschikt biotoop? Of meer ontsnappingen? Ze moeten wel van ver komen maar misschien is er een trend.

Folkert Jan Hoogstra  ·  15 april 2022  22:08, gewijzigd 15 april 2022  22:09

Volgens mij in België ook in ieder geval 1 vogel (en blijkbaar in december 2021 een escape) en in Groot Britannië ook 1 of 2. Verder weet ik zo niet.

4 december 2021 i.i.g. de eerste voor Israël (tarsiger)

Jan Hein van Steenis  ·  15 april 2022  22:21

UK zeker twee deze winter (Yorkshire en Somerset).

In Duitsland in mei 2021 een vrouwtje in Oelsnitz (Erzgebirge, Sachsen) en in mei-juni 2021 een mannetje in het Osterfeiner Moor (Vechta, Nedersaksen).

In februari-maart 2020 een vogel op het Steinhuder Meer bij Hannover.

Verbazend populair is een al lang aanwezig geringd vrouwtje in Berlijn (Tiergarten).

Wim Wiegant  ·  16 april 2022  00:42

Ik ben het eens met de commentatoren dat de explosieve toename van het aantal waarnemingen van de Siberische Taling zeer ernstig te denken geeft....!
Tenzij het onbegrijpelijke toekomstige omdraaien van noord- en zuidpool, de politieke omstandigheden in Noord- en Zuid-Korea, of het niet bereiken van onze klimaatdoelen daar een verklaring voor geeft, zou ik denken dat er -kort of iets langer geleden- een zooitje zijn losgelaten...! 

Max Berlijn  ·  16 april 2022  06:55, gewijzigd 16 april 2022  07:03

Ik heb begrepen dat de toename van gevallen in west-Europa correspondeert met de toename van de populatie in Azië. Gelukkig een leuke verklaring in plaats van de populaire gedachte van menigeen op dit forum dat “er weer ergens een hok heeft open gestaan”.

Wim Wiegant  ·  16 april 2022  10:35

Max, dat voor de hand liggende argument was ik even helemaal vergeten.
Het lijkt een redelijke verklaring...!

Eduard Sangster  ·  17 april 2022  10:32

Hopelijk is het met die Siberische Taling hetzelfde verhaal als met de Grijze Wouw, Purperkoet, Ross' Gans en Pied Crow, maar we zullen we het waarschijnlijk nooit zeker weten. Jammer dat de Pied Crow er niet op is gekomen, maar het was geen harde 'njet', prima zo.

Mooi stukje weer Wim!

Jan Hein van Steenis  ·  19 april 2022  11:27

Toch jammer maar helaas voor de Siberische Taling van Zonzeel... ook wat dat betreft gaat de vergelijking met Ross' Gans zeker op. (Daarmee wil ik dus niet zeggen dat ze allemaal uit een kooitje komen).

Max Berlijn  ·  19 april 2022  12:42

Idd gelijk de deksel op mijn kop 😮‍💨 leek niks mee. Tussen Wita en Slob maar toch, bah jammer.

Niels Gilissen  ·  21 april 2022  11:14

Mooi overzicht Wim! Je zou de informatie die beschikbaar komt als gevolg van gezenderde vogels ook anders kunnen interpreteren. Namelijk, niet dat de zender het gedrag verandert, maar dat er veel meer vogels ongezien ons land aandoen dan we vermoeden. Dat laatste lijkt me waarschijnlijker.

Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.

Feedback?