Als altijd kon de Terugblik weer niet bestaan zonder de bijdragen van Garry Bakker (correcties, fact checking, Nederlands) en Toy Janssen (ICT), waarvoor natuurlijk weer hartelijke dank...!.
DB Terugblik
Een terugblik op de waarnemingen van de afgelopen periode.
2022 |
April 2022 8 mei 2022 14 |
Maart 2022 22 april 2022 12 |
Februari 2022 22 maart 2022 9 |
Januari 2022 24 februari 2022 11 |
December 2021 30 januari 2022 25 |
November 2021 10 januari 2022 24 |
2021 |
Oktober 2021 19 november 2021 18 |
Mei 2021 8 juli 2021 9 |
April 2021 28 mei 2021 1 |
1 - 31 maart 4 mei 2021 6 |
1 - 28 februari 20 april 2021 3 |
1 - 31 januari 21 februari 2021 6 |
1 - 31 december 8 februari 2021 6 |
1 - 30 november 18 januari 2021 4 |
2020 |
1 - 31 oktober 3 december 2020 12 |
1 - 30 september 21 oktober 2020 8 |
1 juli - 31 augustus 22 september 2020 16 |
1 - 30 juni 10 juli 2020 6 |
16 maart - 31 mei 14 juni 2020 20 |
16 maart - onbepaalde tijd 31 maart 2020 |
2 - 15 maart 2020 19 maart 2020 3 |
17 februari - 1 maart 2020 4 maart 2020 6 |
3 - 16 februari 2020 19 februari 2020 7 |
20 januari - 2 februari 2020 5 februari 2020 9 |
6 - 19 januari 2020 26 januari 2020 3 |
23 december 2019 - 5 januari 2020 8 januari 2020 7 |
2019 |
9 - 22 december 2019 26 december 2019 7 |
25 november - 8 december 2019 11 december 2019 9 |
11 - 24 november 2019 28 november 2019 1 |
28 oktober - 10 november 2019 13 november 2019 10 |
Februari 2023
8 maart 2023 · Wim Wiegant · 4596 × bekeken
Hoewel in februari de elfstedentocht weer niet doorging, kregen we er heus noorderlicht voor in de plaats. De maand had daarbuiten een bijzondere verrassing voor ons: de eerste Pacifische Waterpieper van Nederland werd ontdekt en bleek met enige moeite voor iedereen te bezoeken en bezichtigen. Verder werd er op een kantoortoren een overwinterende Alpenheggenmus ontdekt, maar die was zo goed als onvindbaar voor de "ontoegankelijken", de liefhebbers die het kantoorgebouw van een ministerie niet mochten betreden. Vanaf de begane grond was de vogel, in februari althans, niet te zien. Laten we eens terugkijken op februari...
Hoogtepunten
Pacifische Waterpieper
Op 7 februari werd bij een controle van Waterpiepers die zich graag ophouden op en rond velden spruitjes en boerenkool een Pacifische Waterpieper ontdekt, waarschijnlijk van de Siberische ondersoort. Een werkelijk sensationele en zeer onverwachte vondst in een verder weinig aansprekend gebied met voornamelijk omgeploegde klei. Van de Pacifische Waterpieper zijn er best wel wat waarnemingen in West-Europa, tegen de 100, verreweg de meeste van de Amerikaanse ondersoort rubescens. De minder verwachte Siberische ondersoort japonicus is veel zeldzamer, met iets als 5 gevallen in West-Europa. De vogel bleef de gehele maand aanwezig, maar was meestal maar lastig te zien te krijgen tussen zeeklei of groentestoppels. Het interessante verhaal van de ontdekking is hier te lezen.Pacifische Waterpieper Anthus rubescens, 's-Gravendeel (ZH), 10 februari (Eduard Sangster)
Alpenheggenmus
Op de 33e verdieping van een niet vrij toegankelijk kantoorgebouw werd een daar werkzame ambtenaar verrast door een langshuppende Alpenheggenmus. De met de mobiele telefoon gemaakte foto's lieten weinig aan de verbeelding over. Dat is nog eens een goede voor de kantoorlijst! En lekker hoog ook! Eerder werd al eens een Alpenheggenmus op enige hoogte ontdekt, waarschijnlijk op de zesde verdieping van een flatgebouw in Den Helder, op 16 april 2000 waar de vogel de volgende avond ging slapen. De tweede Roodstuitzwaluw van Nederland, die nu natuurlijk niet zeldzaam meer is, werd ook vanaf een zesde verdieping, foeragerend voor een keukenraam in Veenendaal, ontdekt op 3 mei 1978. De op 13 november 1989 ontdekte veel zeldzamere Rotskruiper werd vanaf slechts de tweede verdieping ontdekt, en een inmiddels minder zeldzame Vale Gierzwaluw vloog op de tiende verdieping van een flatgebouw in Amsterdam naar binnen op 10 november 2022. Deze kunnen dus allemaal niet tippen aan dit bijna onbreekbare hoogterecord.Alpenheggenmus Prunella collaris, Den Haag (ZH), 23 februari (Brenda Kuijpers)
Siberische Taling
Het is geen megazeldzaamheid meer, maar het blijft wel een fantastische soort, de Siberische Taling. De vogel die al enige winters in de Groene Jonker bij Zevenhoven wordt gezien, was daar ook deze maand met grote inspanning te zien te krijgen. Er bleek ook nog een Amerikaanse Smient bij te zwemmen. Ook die was niet eenvoudig te vinden. Toonbare foto's zijn deze maand niet gemaakt.Overzicht
Ganzen en eenden
De groep Witbuikrotganzen van Breskens, in januari nog 16 sterk, was in februari gereduceerd tot 7 stuks, en na 15 februari waren er geen meldingen meer. Daarbuiten werd de soort nog in circa 43 uurhokken vastgesteld, altijd een- of tweetallen. Curieus was de waarneming van een ontsnapte vogel bij Aijen (L). De Witbuikrotgans hoort zeker niet tot het meest gehouden waterwild. Waarom de vogel als een escape wordt beschouwd moet ons nog duidelijk worden. De Zwarte Rotgans werd in 26 uurhokken vastgesteld. Op drie plekken werden tweetallen gezien, de verdere locaties betroffen eenlingen. Buiten de provincies die aan de Noord- of Waddenzee grenzen werd de soort niet vastgesteld. Hoewel de Roodhalsgans in 90 uurhokken werd vastgesteld in februari, lijkt het sterk dat het in totaal om meer dan ongeveer 40 vogels zou gaan. Op Ameland verbleef een groepje van vijf, en bij Akmarijp bij Joure (Fr), bij Anjum (Fr), en in het Oudeland van Strijen (ZH) waren groepjes van drie exemplaren te vinden.Roodhalsgans Branta ruficollis, Anjum - De Kolken (Fr), 24 februari (Marchel Stienstra)
Zes Sneeuwganzen werden in februari gezien: twee op Texel, aan de oostkant van het eiland, en verder enkelingen in de Emmapolder (Gr), de vaste vogel van Terwolde (Gld), in Westdorpe (Zld) en in Ursulapolder (Fr). Voor wie nog wat van de topografie van het eiland Texel wil leren: de twee Sneeuwganzen aldaar werden doorgegeven op de locaties Spang, Laagwaalderweg, Dijkmanshuizen, Oude Sluishoek, Nieuw Buitenheim, Troelje, Ottersaat, Spijkdorp, De Nes, De Noorderkooi, Lage Veld, Oosterend, Zevenhuizen en Harkebuurt. De Ross' Gans moet als kooivogel een ongekende populariteit hebben. De laatste tien jaar werd de soort in 224 uurhokken vastgesteld, maar in 131 daarvan daarvan ging het zeker om ontsnapte exemplaren. Dat is dus bijna 60 procent. Deze maand februari betrof het 100% escapes in negen uurhokken. Hadden we eerder al eens het verrassende inzicht kunnen lezen dat de Kleine Canadese Gans nauwer verwant is aan de Brandgans dan aan de Grote Canadese Gans, nu sloeg de schrik ons om het hart na het vernemen van de nieuwste wetenschap dat de Taigarietgans meer verwant is aan de Kleine Rietgans dan aan de Toendrarietgans. Het DB Terugblik-team vreest dat ze binnenkort meer verwant blijkt te zijn aan de Gorilla dan aan de Neanderthaler ...! De recente zeldzaamheid van de Taigarietgans verandert daar niet door: de laatste jaren worden maar zéér weinig Taigarietganzen gemeld. Dat heeft ook te maken met de moeilijkheid van de herkenning. "Het cruciale kenmerk van de Taigarietgans is dat er een groep Taigarietganzen omheen zit" is de parafrasering van een recente uitspraak. Op enige plaatsen in Drenthe werden solitaire kandidaten gemeld. De hoogste aantallen Dwergganzen waren 38 exemplaren in het Oudeland van Strijen op 2 februari, waarnaartoe het grootste deel van de vogels van Camperduin kennelijk was (terug)verhuisd. Bij Camperduin werd er in februari maar één gezien. Bij het Sneekermeer werden op 24 februari 13 vogels gezien. Deze groep zou geen relatie hebben met de vogels van Strijen of Camperduin. Daarbuiten werd de soort nog in zo'n 28 uurhokken gemeld. Dat ongeringde, allenige vogels geen garantie zijn voor zuiver wilde vogels - zonder achtergrond van uitzetten - wordt hier nog eens duidelijk gemaakt.Dwerggans Anser erythropus, Sneek (Fr), 24 februari (Dick Pruiksma)
IJseenden werden in 21 uurhokken gezien, waarvan twee in Limburg, op het Reindersmeer bij Aijen tot 17 februari en bij Stevensweert gedurende de gehele maand, het meest opmerkelijk zijn. De steady dwaalgast-tick van Ameide, de mannelijke Kokardezaagbek die daar al een tijd huishoudt, werd ook deze maand regelmatig gezien. Ongeveer 24 Witoogeenden werden gezien, verdeeld over 21 uurhokken. Die gaan we niet allemaal noemen. Voor de derde winter in successie - de eerste waarnemingen dateren van 10 april 2021, winter 2020 - 2021 dus - werd een Siberische Taling waargenomen in de Groene Jonker in Zevenhoven (ZH). De zeer spectaculaire eend trekt niet zo veel belangstelling, waarschijnlijk omdat de vogel vaak ver weg zit en niet altijd goed te vinden of afwezig is. De vogel werd gezien van 10 tot 12 februari en ook op 26 en 27 februari. Een Amerikaanse Smient bevond zich op 25 februari en 28 februari ook in de Groene Jonker bij Zevenhoven (ZH). De Siberische Taling van hiervoor werd aan het einde van de maand juist gevonden op de zoektocht naar deze soort. Een Amerikaanse Smient of een vogel die mogelijk een hybride met Amerikaanse Smient was, werd bij Nijkerk gezien op 11 februari.Reigers tot en met meeuwen
Het gigantische aantal Koereigers van vorige winter werd dit jaar niet gehaald. De grootste groep, van vier, werd bij Gaastmeer (Fr) gezien aan het begin van de maand. Na 4 februari werden alleen tweetallen als grootste groep gezien. De vogel werd in 42 uurhokken vastgesteld, tegen 49 hokken in de het vorige jaar, maar toen was de gemiddelde groepsgrootte wat hoger. De haven van Oudeschild op Texel mag niet al te spectaculair overkomen, voor de zwarte Zeekoet is het wel degelijk een geschikte plek. Voor de derde winter overwinterde een vogel aldaar. Het was tevens de enige Zwarte Zeekoet in Nederland deze maand.Zwarte Zeekoet Cepphus grylle, Texel (NH), 23 februari (Co van der Wardt)
De vierdejaars Kleine Burgemeester die op en neer pendelt tussen Leiden en Katwijk (ZH) was niet de enige deze maand; deze vogel werd overigens gezien tot 22 februari. Bij de vuilverwerking bij Wijster (Dr) zat tot 11 februari een derde-kalenderjaar vogel en in Heerenveen (Fr) hield zich een tweede-kalenderjaar vogel op vanaf 10 februari tot 24 februari. Op 15 februari werd weer een derde-kalenderjaar vogel gezien in Haren en Groningen (Gr). Die laatste vogel bleek dezelfde te zijn als die van Wijster. De kers op de taart was een adulte vogel die op 19 februari langs Bloemendaal aan Zee vloog.Kleine Burgemeester Larus glaucoides, Heerenveen (Fr), 24 februari (Jeroen Sidler)
Slechts drie Grote Burgemeesters werden in februari gezien. De vaste gast in de haven van Vlissingen was de gehele maand aanwezig, een vogel verbleef in de havens van Amsterdam vanaf 10 februari, en een vogel in Sassenheim (ZH) werd daar tot 10 februari gezien.Grote Burgemeester Larus hyperboreus, Amsterdam (NH), 18 februari (Lodewijk IJlst)
Roofvogels zonder valken
De Grijze Wouw die al sinds 6 december van het vorige jaar op Schouwen verbleef, en reeds meer dan 1200 maal werd ingevoerd op Waarneming.nl, was de eerste week van de maand niet te vinden, nadat de vogel op 31 januari al een dagje naar Hellevoetsluis (ZH) was geweest, maar werd vanaf 7 februari weer bijna dagelijks gezien in en bij Renesse (Zld).Grijze Wouw Elanus caeruleus, Renesse (Zld), 10 februari (Eric Verhagen)
Slechts één enkele waarnemer had het geluk om de Bastaardarend te zien en te fotograferen, die op 5 februari bij Nieuwehorne, vlakbij Weststellingwerf (Fr) rondvloog. Een Steppekiekendief was bij het Eeltjemeer (Fr) nog de enige die deze winter tot 14 februari te zien was. Het zou dezelfde zijn als ie tot tot 4 februari in het Lauwersmeergebied zat, hoewel de vogel - als de waarnemingen juist zijn - zich dan wel vliegensvlug tussen de twee locaties, die toch zo'n 25 km uit elkaar liggen, moet hebben verplaatst.Steppekiekendief Circus macrourus, Tuskenmarren (Fr), 5 februari (Wim van Zwieten)
In 37 uurhokken werden Ruigpootbuizerds doorgegeven, waarvan de grote meerderheid in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. Van de drie zuidelijke provincies kwamen geen meldingen, ook niet vanuit Zeeuws-Vlaanderen. In het Verdronken Land van Saeftinghe overwinterde er vorig jaar - en deze winter ook - nog een, maar mogelijk was de vogel alweer weg.Zangvogels
Negen Bonte Kraaien was de oogst van deze maand. De bekende vogels van Lith (NB), Katwijk (ZH) en Schiermonnikoog (Fr) werden aangevuld met enige waarnemingen uit Noord-Holland, Terschelling, Groningen en Westkapelle (Zld).Bonte Kraai Corvus cornix, Katwijk aan Zee (ZH), 19 februari (Gertjan van der Kooij)
Een Pallas' Boszanger werd nog gezien tot 12 februari bij Wieler (L). Twee andere vogels verblijdden de vogelaars in Leiden (ZH) vanaf 10 februari en in Weurt (Gld) vanaf 19 februari, beide voor de rest van de maand.Pallas’ Boszanger Phylloscopus proregulus, Weurt (Gld), 27 februari (Co van der Wardt)
Humes Bladkoningen werden gezien in Purmerend (NH) tot 23 februari, in Zoeterwoude (ZH) tot 12 februari, vanaf 19 februari tot het eind van de maand in Venlo (L), en vanaf 20 februari tot het eind van de maand in De Held in Groningen (Gr).Humes Bladkoning Phylloscopus humei, Zoeterwoude (ZH), 8 februari (Jacques van Goeverden)
Gek genoeg werden er in februari geen Bruine Boszangers meer gezien. Van de Siberische Tjiftjaf werden er ongeveer 12 gemeld in februari, waarvan de helft in een band van ongeveer 20 km rond de lijn Den Haag - Arnhem, en niet in Noord-Brabant, Groningen, Friesland en Drenthe. Tot 21 februari werd de Humes Braamsluiper van Dishoek (Zld) nog met enige regelmaat gezien. Een ander exemplaar was aanwezig bij Bovenkarspel (NH), maar werd slechts drie keer doorgegeven. De eerste overwinterende Alpenheggenmus van Nederland werd gevonden op de 33e verdieping van een kantoorgebouw, op 23 februari. Dat betekent ook een hoogterecord (circa 100 m) voor de ontdekking van een dwaalgast, hoewel ooit een groep Vale Gieren - toen die nog zeldzaam waren - door de piloot van een zweefvliegtuig werd ontdekt, zie hier. Die vogels waren echter al eerder gezien. Vóór de Alpenheggenmussen van dit najaar en deze winter hadden we in Nederland alleen maar 15 voorjaarsgevallen, maar na de gevallen in 2022 op 31 oktober in Middelburg, 2 en 3 november op Goeree (ZH) en op 8 november in Hoek van Holland (ZH), hebben we er nu dus ook vier in het winterhalfjaar. De vogel bleef tot het einde van de maand.Alpenheggenmus Prunella collaris, Den Haag (ZH), 28 februari (Jan Verboom)
Door sommigen werd al genoteerd dat mogelijk niet alle vogelaars die meenden dat ze de eerste Pacifische Waterpieper, waarschijnlijk een Siberische Waterpieper - van de ondersoort japonicus - hadden gezien, ook werkelijk de goede vogel hadden gezien.Pacifische Waterpieper Anthus rubescens, 's-Gravendeel (ZH), 10 februari (Eric Verhagen)
De vogel, die vanaf 7 februari tot het einde van de maand werd waargenomen, was meestal zeer lastig goed te zien te krijgen. Er zijn wel aardige videofilmpjes van, zie maar eens hieronder. Een korte maar treffende samenvatting is hier te zien:Als je van mensen en emotie houdt is deze ook aardig:De Grote Kruisbekken die afgelopen oktober waren gearriveerd hielden bijna allemaal dapper stand. Het ging om ongeveer 80 vogels, met zwaartepunten in het midden en noorden van de Veluwe (Gld), en in het Drents-Friese Wold (Fr). Met 80 vogels was de soort niet zo heel veel schaarser dan de gewone Kruisbek, waarvan het geschatte aantal maximaal 204 bedroeg.Grote Kruisbek Loxia pytyopsittacus, Elspeet (Gld), 17 februari (Frank Dekker)
Slechts drie Europese Kanaries werden waargenomen, in Oud-Albas gedurende bijna de gehele maand, op 4 februari op Ameland, en op 13 februari in Arnhem. Ongeveer 100 Grauwe Gorzen verbleven in Nederland. Een groep van 27 exemplaren was te zien in het Verdronken Land van Saeftinghe, een van 24 exemplaren bij Doenrade (L) en nog eens 14 bij Sibbe (L), bij Buinen (Dr) hielden zich 15 exemplaren op, bij Koningsbosch (L) 6, bij Holwierde (Gr) 5 en in de Polder Waard-Nieuwland (NH) nog eens 2.Grauwe Gors Emberiza calandra, Polder Waard-Nieuwland (NH), 10 februari (Johan van der Vegt)
Het is jammer dat bijna altijd dezelfde soort deze lijst moet afsluiten. Dat is niet alleen jammer voor de soort, maar ook voor de Maskergors, die we ook de eer gunnen om de lijst af te sluiten. Dat gaat deze maand echter weer niet gebeuren. De Dwerggors blijft de vaste afsluiter. De vogel die al vanaf tweede kerstdag bij Vlaardingen verbleef, bleef dat deze hele maand doen. Twee "nieuwe" vogels werden ontdekt, van 19 tot 21 februari bij Noordwijk (ZH) en na 27 februari bij Vathorst in Amersfoort (U).Dwerggors Emberiza pusilla, Vathorst, Amersfoort (U), 28 februari (Jan Willem Schoonhoven)
Inmiddels elders
De tigste Bruine Gent van de laatste jaren werd gezien bij Haifa in Israël op 4 februari. Spannender was een waarneming van een Kleinste Strandloper op 8 februari bij La Guittière in Frankrijk. Een winterse Veldrietzanger werd geringd bij Valencia in Spanje op 11 februari. De eerste Siberische Grijze Ruiter voor Frankrijk werd ontdekt op 18 februari bij Étang de Thau. Nu maar hopen dat de vogel op weg naar het noorden in Nederland wordt onderschept.Siberische Grijze Ruiter Tringa brevipes, bij Montpelleier (Frankrijk), 17 februari (Eduard Sangster)
De kans op onderschepping is wat groter bij de Ringsnavelmeeuw die al sinds 2005 Europa rondreist, en weer in België overwinterde. Voor degenen die het levensverhaal van deze Ringsnavelmeeuw nog niet kennen, hier is een aardig verhaal van een Belgische site te vinden.Ringsnavelmeeuw Larus delawarensis, Puurs, België, 16 februari (Co van der Wardt)
In Spanje was een Maskergors present bij Silla tot 18 februari. De achtste voor Britannië werd geringd op een niet nader geduide locatie nabij Shropshire. Hebben we in Nederland een overwinterende Alpenheggenmus, een Bergheggenmus overwinterde kennelijk in Polen, want daar werd er een ontdekt bij Gdansk op 23 februari. In Israël werden we op 24 februari weer lekker gemaakt met een Maskergors. Overal worden ze gezien, maar wat doet onze regering...? Daarmee waren de ultrazeldzaamheden van de WP voor deze maand alweer op.De glazen bol
Maart staat niet bekend om zijn onverwachte wendingen, maar kijk: twee soorten werden al in Frankrijk gezien, die ons land alleen maar even als tussenstop hoeven te gebruiken: de Kleinste Strandloper en de Siberische Grijze Ruiter. Nu Todds Canadese Gans toch een beetje onbereikbaar lijkt te gaan worden en de Rosse Stekelstaart niet meer de potentie lijkt te hebben die je zou verwachten, moeten we ons toch maar weer richten op een geschikt voorjaarsgeval van de Indigogors! Die kán in maart, aan het Amsterdamse geval van 10 tot 23 maart 1989 te oordelen. Het geval is een snufje controversieel, maar toch minder riskant als gevallen van de twee bovengenoemde vertegenwoordigers van de Anatidae. Natuurlijk kan de Grote Tafeleend ook nog voor een late winterse verrassing zorgen. Hoe het ook zij, we raden iedereen van harte aan te blijven zoeken, en wensen iedereen daarbij weer veel plezier...!
We willen alle waarnemers en fotografen hartelijk bedanken voor hun bijdrages aan dit verslag.
We would like to thank all observers and photographers for their contributions to this report.
Discussie
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.