DB Terugblik

Een terugblik op de waarnemingen van de afgelopen periode.

Mei 2022

13 juni 2022  ·  Wim Wiegant  ·  4496 × bekeken

De maand mei was weer eens niet vrij van gebeurtenissen. De Purperkoet en de Italiaanse Mus bleven natuurlijk op hun plek - wie had anders gedacht? Verrassende zaken waren er echter wel degelijk, zoals de tweede Kaspische Roodborsttapuit van het land, een wijfje nog wel, op 17 mei op Texel, en een Aasgier, de derde voor Nederland, die zich jammer genoeg maar aan één waarnemer vertoonde in Drenthe op 7 mei. Verder gaven enige minder voor de hand liggende voorjaarsgasten acte de présence. Daaronder waren een Scharrelaar, drie Dwergooruilen, Amerikaanse en Aziatische Goudplevier, en nog maar weer eens een Havikarend. We blikken terug op mei 2022.

Hoogtepunten

Italiaanse Mus

De Italiaanse Mus die vorige maand werd ontdekt in het plaatsje Garderen, bleef zijn jonge gezin trouw en bleef de hele maand op zijn plek. Enige jongen werden gefotografeerd. De vogel werd gevangen en geringd, en er werd materiaal afgenomen voor analyse van de isotopen en het DNA van de vogel, in de hoop licht te kunnen gaan schijnen over de afkomst van de vogel en op de ingewikkelde relaties tussen Huismus, Spaanse Mus en Italiaanse Mus, en hybriden tussen alle drie. Een stukje over de vangst is hier te lezen. Op onderstaande foto is te zien dat de vogel waarschijnlijk niet onverdeeld gelukkig was met zijn gloednieuwe ring.

Italiaanse Mus Passer italiae, Garderen (Gld), 11 mei (Co van der Wardt)

Aasgier

Roofvogels die slechts door één of zeer weinige vogelaars worden gezien, daar zitten we dit jaar goed in. Na twee Havikarenden was het nu de beurt aan de Aasgier om vrijwel ongezien Nederland aan te doen. Op 7 mei werd er een door één enkele waarnemer gezien bij Grollo (Dr). Een door de waarnemer gemaakt filmpje is hieronder te zien.

Filmpje van Aasgier, Grollo (Dr), 7 mei 2022 (P. Venema)

Overzicht

Ganzen en eenden

De laatste Witbuikrotganzen waren te zien op de Waddeneilanden, op één bij Den Oever (NH) na; in totaal ging het om zo'n 7 à 10 vogels. In Zeeland waren tot de 15e mei nog enkele Zwarte Rotganzen aanwezig. De laatste van het jaar werd op 21 mei op Texel (NH) gezien. Nog ongeveer 20 Roodhalsganzen werden gezien, op één in Zuid-Holland en twee in Flevoland na allemaal in Friesland en Groningen, met de meeste op Ameland, maar daar was het na 20 mei wel afgelopen. De laatste "wilde" van het land werden op 26 en 27 mei gezien, twee in de Lepelaarsplassen (Fl) en twee in Hindeloopen (Fr). De IJseend van Zoetermeer had het na 4 mei wel gezien. Na nog enkele waarnemingen van enige vogels op 5 en 6 mei bij de Philipsdam werd er alleen op 22 mei nog een gezien te Camperduin. Een ongeringde Kokardezaagbek fleurde de Zouweboezem tot 21 mei nog op. De vogel zat er al vanaf 20 maart. Wat je er ook van mag vinden, uiterst spectaculair is de soort in ieder geval wel. Bij aanvaarding zou het het vijfde geval van ons land zijn.

Kokardezaagbek Lophodytes cucullatus, Zouweboezem, Ameide (U), 14 mei (Albert Noorlander)

De Marmereend is ook een zwemvogel met een bijzonder slechte reputatie. Opnieuw bleek een waargenomen vogel ontsnapt te zijn, deze keer in de Bantpolder in het Lauwersmeergebied (Gr), op 12 en 13 mei. Van deze soort is er slechts één geval als wild aanvaard, van 14 tot 16 augustus 2004 in Pannerden (Gld). Zo'n 5 tot 10 Witoogeenden werden nog gezien, maar of het tot broedgevallen is gekomen is nog niet duidelijk. De Ringsnaveleend van Appingedam (Gr) werd daar nog tot 8 mei gezien. De vogel overwintert al sinds de winter 2016/2017 in Appingedam. Hoe het komt dat de waarnemingen in maart 2019 in de Ezumakeeg en in Leeuwarden, toch respectievelijk zo'n 48 en 70 km van Appingedam, tot hetzelfde geval worden gerekend, dat mag de Commissie Dwaalgasten van de Nederlandse Avifauna ons nog een keer uitleggen. Waar zou de vogel in de zomer verblijven? Een Bronskopeend van onduidelijk allooi werd gezien in de Overijsselse Vecht bij Junne (Ovl) op 14 mei. Het mag worden opgemerkt dat het laatste als wild aanvaarde geval, het twaalfde, dateert van april 2013, dus al een hele tijd geleden. De Amerikaanse Wintertaling die op 23 april was ontdekt in het Hunzedal (Dr), werd daar voor het laatst gezien op 15 mei.

Andere watervogels en trappen en zo

Kleinste Waterhoenders - dit is géén taalkundige onjuistheid, maar tot de bodem uitgezocht - werden 3 mei gehoord in de Wieden (Ovl) en vanaf 22 mei tot in juni eerst een en later twee in de Kievitslanden bij Biddinghuizen (Fl), vanaf 23 mei weer een in de Weerribben, en vanaf 29 mei een in Waterland (NH). Je hebt van die feestjes waar de gasten maar niet weg willen gaan. De Purperkoet die al sinds 17 december van het vorige jaar bij Kinderdijk huist, bleef niet nog even, maar gewoon de hele maand!

Purperkoet Porphyrio porphyrio, Kinderdijk (ZH), 27 mei (Jan Zwaaneveld)

Op 16 mei werd de enige Ralreiger van de maand in het Zuidlaardermeergebied (Gr) waargenomen. Dat is niet zo heel verbazend, want meestal komt de toestroom pas in juni op gang. Slechts ongeveer een op de vijf Ralreigers wordt al in mei ontdekt. Het grote aantal meldingen van Koereigers - ook in mei weer in 74 uurhokken - doet vermoeden dat de soort massaal moet broeden in Nederland. Of dat ook werkelijk het geval is, blijft vooralsnog onduidelijk. Van de Zwarte Ibis zou je toch zo onderhand ook wel eens een broedgeval verwachten. In mei 2022 werd de soort weer in 41 uurhokken vastgesteld.

Waders

De drukte op Schiphol is ongekend; door de adembenemend lage salarissen van controleurs en koffersjouwers is het er een gekkenhuis. De Griel - toch al zo ongeveer de meeste coole vogel van Nederland - liet zich er niet door van de wijs brengen, en liet zich op 7 en 8 mei op het vliegveld bewonderen.

Griel Burhinus oedicnemus, Schiphol (NH), 8 mei (Rob Baars)

Een andere werd op 12 mei op Texel overvliegend gehoord, en daarvan is hier een geweldige geluidsopname te horen.


Griel Burhinus oedicnemus, Texel (NH), 12 mei 2022 (Diederik Kok)

Voor een knappe groep Steltkluten moest je deze maand naar het Hunzedal (Dr), vlakbij het Zuidlaardermeer (Gr), waar zich veel vogels ophielden, met als maximum doorgegeven aantallen 17 en 25. Er waren ook wat broedgevallen. Een Amerikaanse Goudplevier verbleef van 3 tot en met 7 mei bij Everdingen (U). Op 8 mei werd óók een eerste-zomer vogel waargenomen op Ameland. Een adulte vogel werd in de Dollard gezien op 25 en 29 mei. In de Hoek van de Bant bij Moddergat (Fr) werd een adult zomer Aziatische Goudplevier gezien op 18 mei. De schitterende vogel vond het niet nodig om langer dan eventjes te blijven. Biervliet (Zld), Texel (NH) en Ferwert (Fr) waren de plaatsen waar groepjes Morinelplevieren te zien waren, in totaal ongeveer 35 exemplaren. De laatste werden op 23 mei gezien op Texel. Breedbekstrandlopers waren niet al te dik gezaaid, met exemplaren in Buttinge (Zld) van 7 tot 9 mei, op de Slikken van Viane (Zld) en op het Balgzand (NH) op 11 mei, op Texel van 12 tot 17 mei, en in het Lauwersmeer op 14 mei, eentje in het binnenland, op 17 mei in Grevenbicht (L) en tot slot twee bij Holwerd op 19 mei. De vrouwelijke Rosse Franjepoot in volledig zomerkleed, die zien we niet ieder jaar! Zo ongeveer het hoogtepunt van schoonheid in de familie van de strandlopers was ook dit jaar weer te zien in het noorden van het land.

Breedbekstrandloper Calidris falcinellus, De Schorren, Texel (NH), 16 mei (Menno Kuiper)

Rosse Franjepoot Phalaropus fulicarius, Lauwersmeer (Fr), 16 mei (Wim van Zwieten)

Een Kleine Geelpootruiter was op 15 en 16 mei op grote afstand te zien in de Onlanden (Dr). Het was al het 55e geval van ons land, terwijl er vóór 2000 slechts 8 gevallen waren. Poelruiters waren dun gezaaid dit voorjaar: op 1 en 2 mei was er een te zien in Lith (NB), op 12 mei vloog er een over de Robbenjager op Texel, op 14 en 15 mei was er een in het Lauwersmeer (Fr), en 15 en 16 mei eentje in Groningen. De uiterst fotogenieke Grote Grijze Snip die op 27 april door een Belgische vogelaar werd ontdekt op Tholen, bleef tot 8 mei, zeer tot genoegen van talloze fotografen. Op 17 mei werd een zeer waarschijnlijke Vorkstaartplevier gezien bij Grevenbicht (L) terwijl er de volgende dag een zekere werd gezien in de Blikken bij Groede (Zld)

Grote Grijze Snip Limnodromus scolopaceus, Tholen (Zld), 2 mei (Lennart Verheuvel)

Alkachtigen, meeuwen en sterns

De Zwarte Zeekoet van Oudeschild op Texel (NH) werd tot 8 mei gezien. De hele maand mei waren nog enige Kleine Burgemeesters aanwezig in het land. Tussen Katwijk aan Zee en Scheveningen werden regelmatig een of misschien twee exemplaren gezien, tot aan 30 mei toe. Op 7 en 12 mei vloog er een over de Robbenjager op Texel. Op 8 mei vloog er een over Cadzand-Bad.

Zwarte Zeekoet Cepphus grylle, Oudeschild, Texel (NH), 8 mei (Hendrik Beukelman)

Het aantal Witwangsterns in de Onnerpolder (Gr) bereikte astronomische hoogten. Het werd op waarschijnlijk meer dan 100 geschat. Er waren flink wat nesten. Slechts twee voor een breder publiek toegankelijke Witvleugelsterns werden waargenomen, in het Zuidlaardermeergebied (Gr), vanaf 11 mei. Een van de tegenwoordig meer voor de hand liggende gave zeldzaamheden is de Dougalls Stern. Voor de soort is een bezoekje aan de spectaculaire kolonie van de Grote Stern bij de Putten van Petten (NH) een leuk uitje. Ook dit jaar werd de soort er weer gezien, en zelfs meerdere keren, op 15, 21-22 en 26-27 mei. De vogel ontfutselde gevangen visjes van Grote Sterns en Visdieven. Dit zogeheten kleptoparasitisme is niet ongewoon bij Dougalls Stern.

Dougalls Stern Sterna dougallii, De Putten, Camperduin (NH), 21 mei (Leo Stegeman)

Roofvogels

Grijze Wouwen werden waargenomen op 14 mei in de Bruuk bij Groesbeek (Gld), in het Fochteloërveen (Fr), alsmede op 15 mei in Buren op Ameland (Fr). De derde Aasgier van ons land werd op 7 mei gezien door slechts één waarnemer, die er wel een fraai filmpje van maakte (zie boven). Jammer genoeg werd de vogel niet meer teruggezien, ook niet in de ons omringende landen. Een onvolwassen vogel werd nog gezien in Denemarken, op 15 mei, maar of dat dezelfde vogel betrof is niet helemaal duidelijk. De Lammergier Eglazine keerde terug vanuit Frankrijk, om hier in haar zomerresidentie haar positie als koningin van de Veluwe weer in te nemen. Vanaf 5 mei werd de vogel bijna dagelijks gezien op en rond de Hoge Veluwe. We zijn het misschien al een beetje vergeten, maar vóór 2000 waren er slechts 11 gevallen van de Slangenarend in Nederland. De laatste tien jaren worden ze in gemiddeld 19 uurhokken per jaar gezien, met vaak meerdere exemplaren op de Hoge Veluwe en het Fochteloërveen. Dit jaar begon het seizoen goed met waarnemingen vanaf 15 mei op de Sallandse Heuvelrug (Ovl), en een verblijvende vogel in het Kotterbos bij Lelystad (Fl) vanaf 19 mei tot in juni, en natuurlijk in het Fochteloërveen (Fr), vanaf 20 mei. Over de wijk Mortiere in Middelburg, dé wijk waar zeldzame roofvogels zich willen laten zien, vloog op 21 mei een Vale Gier. Dezelfde vogel werd ook gezien op Colijnsplaat, in Zierikzee, Katwijk aan Zee en Nieuw-Vennep, en de volgende dag in Bergen en Den Helder, om tenslotte te eindigen op Texel. De vogel bleef daar tot in juni. Twee vogels werden boven Leiden opgemerkt op 22 mei.

Vale Gier Gyps fulvus, Texel (NH), 31 mei (Co van der Wardt)

Vale Gier Gyps fulvus, Texel (NH), 28 mei (Eric Menkveld)

In de vorige aflevering van ons maandoverzicht werd al opgemerkt dat de Havikarend ons land vaker bezoekt dan regenbuien dat doen, en deze maand deed de soort er nog een schepje bovenop. De regenbuien trouwens ook! Opnieuw werd een Havikarend waargenomen en deze keer echt alleen door de ontdekker; de andere keren waren er in ieder geval nog een paar extra waarnemers. Er zijn nu dit jaar drie gevallen van de Havikarend, met in totaal negen waarnemers. Dat houdt niet echt over. Een stuk of tien Steppekiekendieven werd gezien, hetgeen tegenwoordig nauwelijks verbazend genoemd kan worden.

Uilen tot en met spechten

Dit jaar werden maar liefst drie Dwergooruilen vastgesteld. De eerste hield domicilie in Lelystad. De vogel werd ontdekt op 19 mei en werd tot 28 mei nog waargenomen. Op 28 mei werd er nog een ontdekt bij Elspeet (Gld), die tot in juni bleef, en een derde vogel werd waargenomen in Noord-Sleen (Dr) op 29 mei, maar die was de volgende dag weer verdwenen. Er werden ongeveer 32 Hoppen gezien, waarvan die van de Maashorst (NB) de hardnekkigste was: die was vanaf 9 mei tot in juni aanwezig aldaar. Bijeneters werden in 41 uurhokken gezien, waarvan een groep van 15 over Arnhem op 9 mei de meest spectaculaire was. Een zeer gewenste Scharrelaar werd op 24 mei ontdekt in de Dordtsche Biesbosch. Het was pas het zevende geval sinds 2000. De volgende dag bleek de vogel nog aanwezig te zijn, maar niet makkelijk waarneembaar.

Scharrelaar Coracias garrulus, Dordtsche Biesbosch (ZH), 25 mei (Toy Janssen)

Het hield dit voorjaar niet over met de Roodpootvalk. In de hele maand werden slechts zo'n 19 exemplaren gezien, waarvan er maar één, een wijfje, langer verbleef, vanaf 26 mei bij Uddel (Gld).

Zangvogels

Het eerste voorjaarsgeval van de Turkestaanse Klauwier in Nederland betrof een mannetje dat op 14 mei verbleef bij de parkeerplaats bij Hargen aan Zee (NH). Op 1 mei was de Roodkopklauwier van Vlieland nog aanwezig, die op 28 april was ontdekt. Op 5 mei werd er een ontdekt in het Noordhollands Duinreservaat, die tot de ochtend van 7 mei bleef. Op 14 mei zat er een in Lentevreugd bij Katwijk aan Zee (ZH). Op 16 mei werd er weer een gevonden in Haarlemmerliede (NH), en op 18 mei een op Schiermonnikoog (Fr). Aan de Hondsbossche Zeewering werd er een ontdekt op 22 mei.

Turkestaanse Klauwier Lanius phoenicuroides, Hargen aan Zee (NH), 14 mei (Marcel Pomp)

Roodkopklauwier Lanius senator, Hondsbossche Zeewering (NH), 22 mei (Diederik Kok)

Vijf Roodstuitzwaluwen werden waargenomen, op 2 mei op de Vulkaan bij Den Haag (ZH), op 5 mei op Texel (NH), op 12 mei bij Terneuzen (Zld), op 15 mei in Lentevreugd bij Katwijk aan Zee (ZH) en op 21 mei bij Aerdt (Gld). Vanaf 2 mei tot in juni was een Bergfluiter aanwezig in de Meinweg (L). Op 12 mei zat er een te zingen in Bergen aan Zee, op 13 mei was er een aanwezig in Wijk aan Zee (NH) en op 22 mei was er een aan het zingen tussen de huizen in een woonwijk in Leiden (ZH). Minder en meer zekere Iberische Tjiftjaffen zongen van 1 mei tot 15 mei in het Bentwoud (ZH), van 6 mei tot 9 mei in Warmond (ZH), op 8 mei bij Teylingen (ZH), van 9 mei tot in juni in het Hulkesteinse Bos in Zeewolde (Fl), en op 20 mei in de tuintjes in de Eierlandse Duinen op Texel (NH). Een Balkanbaardgrasmus van de ondersoort albistriata verbleef 9 en 10 mei op Rottumerplaat (Gr). Op 28 en 29 mei werd een andere Balkanbaardgrasmus waargenomen op Vlieland. Een Krekelzanger was te horen en te zien in De Brand bij Udenhout (NB) op 27 mei. Zo'n 21 Orpheusspotvogels werden gemeld, waarvan slechts drie noordelijker dan Amsterdam. Geheel in tegenstelling tot vorig jaar, toen er meer dan 15 Struikrietzangers werden waargenomen in mei, werd er nu slechts één gemeld, in de Eemshaven op 24 mei. Zingende Noordse Nachtegalen werden vastgesteld aan de Buizerdweg in Lelystad (Fl) vanaf 23 mei tot in juni, en in de Groote Peel in Ospel (L) vanaf 29 mei tot in juni.

Rode Rotslijster Monticola saxatilis, Delfzijl (Gr), 10 mei (Erwin Bouwman)

Tot zijn grote schrik zag een vogelaar in Delfzijl een Rode Rotslijster in zijn eigen achtertuin op 10 mei, vlak voor het donker. Wie zou niet zo'n knaller op zijn tuinlijst willen...? Jammer genoeg was de vogel al heel snel weer verdwenen. Slechts twee andere waarnemers konden aanschuiven. Van de 18 gevallen in Nederland dateren er 12 uit mei, dus de datum was niet al te verbazend. De 14e Withalsvliegenvanger van dit millennium zat te zingen op Vlieland op 14 mei. Een tweede exemplaar werd op 29 mei ontdekt bij Eys (L), en die hield daar territorium tot in juni.

Withalsvliegenvanger Fidecula albicollis, Vlieland (Fr), 14 mei (Karel Hoogteyling)

Er zijn niet zo heel veel soorten waarbij de basis van de staartpennen, die bijna niet te zien is in het veld, een cruciale rol spelen bij de herkenning. De Kaspische Roodborsttapuit, tot op heden nog een ondersoort van de Aziatische Roodborsttapuit, is er zo eentje, althans het vrouwtje van deze soort. De Aziatische Roodborsttapuit in het voorjaar is toch al een zeldzaamheid, een vrouwtje van deze soort ontdekken is al heel bijzonder, maar een vrouwtje van deze ondersoort hemprichii is buitencategorie! Hadden we het vorige DB-Terugblik al over het tellen van vogels die je pas op de foto hebt herkend, deze vogel kán alleen maar van foto's -of in de hand- worden herkend. Een uitgebreid en rijk geïllustreerd verhaal is hier te lezen.

Kaspische Roodborsttapuit Saxicola maurus hemprichii, Robbenjager, Texel (NH), 7 mei (Wietze Janse)

Op het gebied van reislust en avontuurlijkheid leek de Italiaanse Mus toch het meest op een Huismus. De vogel kwam de straat niet uit en was de hele maand te zien in de nabijheid van zijn nest in Garderen.

Italiaanse Mus Passer italiae, Garderen (Gld), 11 mei (Co van der Wardt)

De Citroenkwikstaart is natuurlijk altijd een verademing tussen en na opgewonden meldingen van totaal onduidelijke kwikstaart-taxa. Twee vogels werden gezien, beide in hun tweede kalenderjaar: een op 2 mei bij Veendam, en een op het Renvogelveld op Texel op 16 mei.

Citroenkwikstaart Motacilla citreola, De Cocksdorp, Texel (NH), 16 mei (Jeroen de Bruijn)

Nog zes Grote Piepers werden geteld, voornamelijk roepend. De laatste was op 10 mei. Het aantal Grote Piepers was dus bijna net zo groot - of klein - als het aantal Duinpiepers. Daarvan waren er slechts acht waarnemingen, alle van overvliegende vogels, de laatste op 15 mei langs Camperduin. Op 8 en 9 mei was een Roodkeelpieper in zomerkleed te bewonderen in park Lingezegen bij Arnhem. De vogel trok flink wat bekijks. Daarbuiten waren er slechts drie andere vogels: in de Onnerpolder (Gr) op 1 mei, een op Texel en een op Ameland.

Roodkeelpieper Anthus cervinus, Park Lingezegen, Anhem (Gld), 9 mei (Dennis Jansen)

Er waren weer weinig Roodmussen dit jaar. De eerste was op 22 mei in Grijpskerk (Gr), daarna werden er op 29 mei twee ontdekt, in Zeewolde (Fl) die tot de 31e bleef, en een bij Nijkerk (Gld), die tot de 30e bleef, op 30 mei werd er een op de Kwade Hoek (ZH) ontdekt, en op 31 mei werd er een bij Lelystad gevonden. Nog wat meer vogels werden gezien, maar die bleven onder embargo.

Roodmus Erythrina erithrina, Kotterbos, Lelystad (Fl), 31 mei (Vasco van den Berg)

Bij Heemskerk werd in de middag van 16 mei een Zwartkopgors gevonden. De vogel bleef de hele dag en ook de dag daarna nog te bewonderen. Het is het 22e geval voor Nederland; het eerste twitchbare geval was pas in 1996.

Zwartkopgors Emberiza melanocephala, Castricum (NH), 16 mei (Rob van Bemmelen)

Nieuws van elders

Alleen om de lezers jaloers te maken, hebben we weer een selectie gemaakt uit de zeldzaamste soorten van de afgelopen maand mei die we allemaal graag willen zien. Een Steppearend werd waargenomen in Mers-les-Bains, Somme, in Frankrijk. Dezelfde vogel werd op 9 mei in Denemarken waargenomen. Die hebben wij dus mooi gemist, of de vogel is langs ons land gevlogen. Een Canadese Kraanvogel, toch een vrij gewilde soort zouden we denken, werd gefotografeerd in Hassel, Farsund, in Noorwegen op 8 mei en werd ook weer waargenomen op 24 mei in Brensholmen, Troms, Noorwegen. Het was dezelfde vogel als die eerder al in Duitsland en Denemarken werd gezien in maart 2022. Met enig geluk wordt de vogel, die heel oud kan worden, nog een keer in Nederland gezien. Een Amerikaanse Zwarte Stern (ondersoort surinamensis van de Zwarte Stern) werd net als vorig jaar weer gezien bij Long Nanny in Northumberland UK. De eerste Kleinste Strandloper voor Zweden was op 13 en 14 mei aanwezig in Skåne, en bij Harlösa, Eslöv. Veel Nederlandse vogelaars vinden dat een van de meest voor de hand liggende soorten om aan de Nederlandse lijst te worden toegevoegd. De al eerder genoemde (vijfde) Aasgier voor Denemarken was een onvolwassen vogel en werd gezien bij Moen op 15 mei. Op die dag werd ook de eerste Moltoni’s Baardgrasmus voor Denemarken vastgesteld. De eerste Woestijnvink voor Polen werd op dezelfde dag gefotografeerd bij Wrocanka. Een Kaspische Roodborsttapuit werd gefotografeerd bij Erstavik, Zweden, op 18 mei. Op het Ile de Ré, Frankrijk, werd een Brilstern gefotografeerd op 18 mei. De 13e Moltoni’s Baardgrasmus voor Groot Brittannië was op 25 mei aanwezig op Skokholm. Op 19 mei werd een Monniksgier gefotografeerd in Gdynia, Polen. Het eerste Wilsons Stormvogeltje van Denemarken werd c 100 km ten westen van Thyborøn vastgesteld op 20 mei. Een lichte vorm Eleonora´s Valk werd van 26-29 mei in Kent, UK, waargenomen. Het betrof al het 11e geval voor Groot Brittannië maar pas het eerste twitchbare. Een Huisgierzwaluw werd gezien in Londen, UK, ook op 26 mei.

De glazen bol

Na de maand mei volgt er meestal een tijd waarin alles wat rustiger, of juist veel extremer wordt. Zou er weer een Groene Fitis opduiken, of het ultieme zeldzaamheidsicoon, een Stekelstaartgierzwaluw? Die laatste moet dan wel twitchbaar zijn want anders hebben we toch het gevoel dat het voorjaar mislukt is. Als dit allemaal niet wil lukken, dan moeten we ons maar tevreden stellen met een langdurig verblijvende Tibetaanse Plevier, niet zo’n icoon maar toch best een aardige knaller. Wie hem als eerste vindt, mag op kosten van het DB Terugblik-team een drankje bestellen…! We wensen iedereen weer veel zoekplezier!

We willen alle waarnemers en fotografen hartelijk bedanken voor hun bijdrages aan dit verslag.
We would like to thank all observers and photographers for their contributions to this report.

Wim Wiegant

Discussie

Wim Wiegant  ·  14 juni 2022  00:00, gewijzigd 14 juni 2022  00:44

De ICT-dingen (en dat zijn er altijd veel), daarvoor verdient Toy Janssen de hoogste lof, en het Nederlands en de fact-checking van Garry Bakker zijn geniaal, waarvoor weer heel veel dank...

Marchel Stienstra  ·  14 juni 2022  11:35

Toch nog twee breedbekjes erbij? Op 19 mei 2022 zaten er namelijk twee exemplaren bij Holwerd.

Edwin Russer  ·  14 juni 2022  12:35

Volgens mij is de Am. Goudplevier bij Everdingen op 3 mei daar ontdekt en heeft daar ook de gehele periode gezeten en is niet op andere plekken in de prov. Utrecht waargenomen, zie ook wrn.nl. Tevens werken de linkjes bij de mus en robotap niet goed. 

Garry Bakker  ·  14 juni 2022  15:55

Dank Marchel en Edwin, jullie correcties en aanvullingen zijn verwerkt. 

Jan Verboom  ·  14 juni 2022  21:43

Weer een prachtig verhaal, Wim!

Marcel Pomp  ·  14 juni 2022  22:05

Bedankt voor al het werk. Heerlijk om het allemaal terug te lezen.
Keep up the good work!

Bas Lagerveld  ·  15 juni 2022  00:08

Ontdek ik eens een keer wat (bergfluiter van Wijk aan Zee op 13 mei), staat ie niet in het overzicht…. Nou zeg… 🙃..Verder weer genoten van het overzicht Wim! In oktober weer eens een pilsje in de Lutine?

Wim Wiegant  ·  15 juni 2022  00:44

Bas, je verloren Bergfluiter is terecht...!

Bas Lagerveld  ·  15 juni 2022  01:04

Thks Wim, trouwens - bedenk ik mij nu - zat er nog één in Bergen aan Zee op donderdag 12 mei. Wél lokaal massaal getwitcht. Pilsje ms dan beter in de Zeebonk.. 🙂

Wietze Janse  ·  15 juni 2022  09:31, gewijzigd 15 juni 2022  09:32

Je bent de 2 Witvleugelsterns van Ameide nog vergeten. En er zitten meer Roodmussen in NL, maar staan onder embargo, ondanks dat verschijnen er veel foto's van de vogels op o.a. Facebook 🙂

Wim Wiegant  ·  15 juni 2022  09:59, gewijzigd 15 juni 2022  10:13

Bedankt voor de aanvullingen, die ook nog eens zijn verwerkt. Het DB Terugblik-team blijft echter niet aan de gang...! De  DB Terugblik is geen groeidocument, zoals ze vroeger op mijn werk zouden zeggen.

Garry Bakker  ·  15 juni 2022  10:39, gewijzigd 15 juni 2022  10:41

@Wietze, er staat bewust "slechts twee voor een breder publiek toegankelijke Witvleugelsterns werden waargenomen". De rest staat immers niet voor niets onder embargo. 

Justin Jansen  ·  15 juni 2022  14:04

De Amelander tweede-jaars Amerikaanse Goudplevier was tot 10 mei aanwezig (geweldige vondst van Jaap Eerdmans). 

Edwin Schuller  ·  17 juni 2022  09:03

@Wietze; welke Witvleugelsterns? Bij Ameide? Wat is dat Ameide? Dat bestaat helemaal niet Ameide! 

Ronald Messemaker  ·  17 juni 2022  12:28

Mooi stukje weer. Verder 1 kleine rectificatie. Kleinst waterhoen werd op 24 mei in Muggenbeet gehoord. Dat is De Wieden. Om de competitie tussen beide moerassen maar eens te benadrukken. :)

Wim Wiegant  ·  18 juni 2022  17:21

Ronald: aangepast.
Ik wist niet dat het oorlog was tussen de twee...!

Gijsbert van der Bent  ·  19 juni 2022  17:37

Die 'discussie' onder de overzichten is soms net zo leuk als de overzichten zelf.... ;-)

Wim Wiegant  ·  19 juni 2022  23:21, gewijzigd 19 juni 2022  23:47

Gijsbert, je hebt gelijk...
Ik durf mezelf inmiddels tot de meest gerectificeerden van Nederland te rekenen...

Jan Hein van Steenis  ·  20 juni 2022  02:38

Die Huisgierzwaluw in Londen was vermoedelijk onzin. Niemand weet wie de (meervoudige) melder was.

Wietze Janse  ·  20 juni 2022  21:42

@Wim,

Ik ben de afgelopen 20 jaar hier zo vaak gecorrigeerd, daar ga jij niet zomaar overheen 😎

Rob van Bemmelen  ·  23 juni 2022  16:21

"Een van de (...) gave zeldzaamheden is de Dougalls Stern. Voor de soort is een bezoekje aan de spectaculaire kolonie van de Grote Stern bij de Putten van Petten (NH) een leuk uitje."

Je zal de laatste zin wel net voor het voltrekken van het grote sterven hebben opgeschreven: inmiddels is de kolonie van De Putten weg (400 dode adulte vogels opgeraapt), en ook elders zijn enorme aantallen omgekomen door hoog-pathogene vogelgriep (lees dit stuk van de hand van Ruud van Beusekom maar eens...). Ik hoop dat ik het nog ga meemaken dat de populatie Grote Sterns weer het pre-HPAI niveau bereikt...

Ben Gaxiola  ·  23 juni 2022  22:08

Niet alleen op de kolonies merkbaar...

Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.

Feedback?