Dank weer voor het overzicht. Ik begreep (via een Friese appgroep) dat de Grijze Junco van Koudum een dag eerder (26 april) voor het eerst was gezien.
DB Terugblik
Een terugblik op de waarnemingen van de afgelopen periode.
2024 |
November 2024 7 december 2024 13 |
Oktober 2024 6 november 2024 37 |
September 2024 8 oktober 2024 9 |
Augustus 2024 8 september 2024 12 |
Juli 2024 6 augustus 2024 14 |
Juni 2024 5 juli 2024 15 |
Mei 2024 10 juni 2024 7 |
April 2024 8 mei 2024 8 |
Maart 2024 7 april 2024 28 |
Februari 2024 11 maart 2024 9 |
Januari 2024 11 februari 2024 13 |
December 2023 6 januari 2024 13 |
2023 |
November 2023 4 december 2023 17 |
Oktober 2023 7 november 2023 13 |
September 2023 18 oktober 2023 8 |
Augustus 2023 4 september 2023 17 |
Juli 2023 2 augustus 2023 11 |
Juni 2023 3 juli 2023 16 |
Mei 2023 5 juni 2023 20 |
April 2023 9 mei 2023 11 |
Maart 2023 10 april 2023 9 |
Februari 2023 8 maart 2023 18 |
Januari 2023 7 februari 2023 7 |
December 2022 9 januari 2023 11 |
2022 |
November 2022 5 december 2022 12 |
Oktober 2022 5 november 2022 32 |
September 2022 9 oktober 2022 9 |
Augustus 2022 7 september 2022 21 |
Juli 2022 7 augustus 2022 5 |
Juni 2022 9 juli 2022 9 |
April 2021
28 mei 2021 · Lonnie Bregman · 3993 × bekeken
“April doet wat hij wil”, zeggen ze wel eens. Nou, heel welwillend was de maand dit jaar niet. Door een langdurig aanhoudende noordenwind leek het alsof het voorjaar maar niet op gang wilde komen en bleef de bulk typische voorjaarssoorten lange tijd uit. Desondanks werden er een paar zeer interessante soorten gezien, waar genoeg over te zeggen valt. En gelukkig begon het voorjaar tegen het einde van de maand toch een beetje los te komen. We blikken terug op april:
Hoogtepunten
Siberische Taling
Vanaf 10 april tot het einde van de maand was er een mannetje Siberische Taling aanwezig in de Groene Jonker, bij Zevenhoven (ZH). Doordat de vogel steeds op grote afstand bleef is er nauwelijks goed beeldmateriaal van hem te vinden, laat staan van de poten! En laat dat nou net wél nodig zijn voor aanvaarding door de CDNA. Het zal dus nog een zware dobber worden om dit geval erdoorheen te krijgen. Het is zonde dat vogels als deze altijd maar weer worden getergd door discussies over de herkomst, want een prachtig beest als een Siberische Taling heeft natuurlijk een veel beter lot verdiend!
Siberische Taling Sibirionetta formosa, Zevenhoven, 26 april 2021 (Martijn Horst)
Geelsnavelwouw
Over discussies gesproken… op 11 april werd aan de Groningse zijde van het Lauwersmeergebied een Geelsnavelwouw gevonden. Dit was geen melding waar de meeste vogelaars direct een heel warm gevoel bij kregen en dat is begrijpelijk, aangezien dit het eerste geval ooit voor Europa zou betekenen. Ook in de rest van het West-Palearctisch gebied zijn de gevallen buiten het broedgebied in Egypte op één hand te tellen. Er was dan ook niet veel animo voor de vogel.
Geelsnavelwouw Milvus aegyptius, Lauwersmeer, 11 april 2021 (Anne van der Wal)
De vogel verdween snel uit beeld, maar werd de volgende ochtend rond 10 uur toch weer in hetzelfde gebied teruggevonden, nog steeds onder toezicht van slechts een klein gezelschap vogelaars. Hij verdween uiteindelijk uit beeld toen hij over de Hornhuisterpolder in oostelijke richting wegvloog. Op 15 april dook dezelfde Geelsnavelwouw plotseling op Wangerooge op, een Duits Waddeneiland, waar hij in ieder geval de volgende dag ook nog aanwezig was. Ruim twee weken later, op 2 mei, werd hij vervolgens zelfs opgepikt boven Skagen, de meest noordelijke plaats in Denemarken. De vraag is natuurlijk of dit de commissie zal overhalen om de vogel te aanvaarden, want voor de rest is het een soort met op z'n minst een twijfelachtige vagrancy potential.
Ringsnavelmeeuw
Gelukkig was er deze maand ook nieuws waar geen discussie over kan bestaan. Aan het einde van de ochtend van 12 april werd een adulte Ringsnavelmeeuw gevonden op het strand van Berkheide (ZH). Helaas verdween hij snel weer tussen de grote aantallen meeuwen die op het strand en op zee rondhingen, waardoor hij niet meer kon worden teruggevonden voor eventuele twitchers. Het bleef dus bij een eenmanswaarneming.
Ringsnavelmeeuw Larus delawarensis, Wassenaar, 12 april 2021 (Gijsbert "The Machine" Twigt)
Sardijnse Grasmus
De fijnste soort van de maand was toch wel de Sardijnse Grasmus, die op 21 april werd ontdekt in de duinen bij Den Helder (NH). In eerste instantie was de vogel gemeld als Provençaalse Grasmus, maar nadat enkele alerte twitchers wat foto’s van het beest hadden doorgestuurd werd al snel duidelijk hoe de vork daadwerkelijk in de steel zat. De vogel raakte uit beeld voordat de meute kon arriveren, maar na ongeveer drie uur zoeken werd hij uiteindelijk weer teruggevonden op een camping ten oosten van de oorspronkelijke locatie. Hier liet de Sardijnse Grasmus zich met regelmaat geweldig zien, terwijl hij zich met behulp van zijn lange staart door de bosjes en hagen van het campingterrein manoeuvreerde. De volgende morgen bleek de vogel helaas te zijn gevlogen. Een uitgebreid verhaal over de ontdekking is hier te vinden.
Sardijnse Grasmus Sylvia sarda, Den Helder, 21 april 2021 (Frank Coenjaerts)
Sardijnse Grasmus Sylvia sarda, Den Helder, 21 april 2021 (Folkert Jan Hoogstra)Grijze Junco
De laatste knaller van de maand bevond zich op 27 april in Koudum (FR). Een meisje van 8 jaar ontdekte hier in de tuin een Grijze Junco, waarna de bewoners zeer gastvrij omgingen met de vele vogelaars die plotseling op de koffie kwamen. Ook deze vogel was slechts één dag aanwezig (gelukkig voor hen). Het is het vierde geval voor Nederland van deze Amerikaanse zangvogel en pas het tweede twitchbare. Voor de ene vogelaar dus een goede inhaler en voor de ander de ultieme kans om een hapax weg te werken!
Grijze Junco Junco hyemalis, Koudum, 27 april 2021 (Bram Roobol)
Grijze Junco Junco hyemalis, Koudum, 27 april 2021 (Thijs Glastra)
Overzicht
Eenden en ganzen
Het vrouwtje Kleine Topper in het Nijkerkernauw bij Nijkerk (GE) was nog de gehele maand aanwezig. Op 4 april werd ook een mannetje ontdekt bij Zuidland, op Voorne-Putten (ZH). Deze werd tot 16 april gezien. In totaal werd deze maand een trio Amerikaanse Wintertalingen ontdekt. De eerste hiervan werd op 17 april gevonden bij Ellewoutsdijk, Zuid-Beveland (ZL), en bleef twee dagen aanwezig. Op 24 april werd een Amerikaanse Wintertaling ontdekt in de Noordwaardpolder in de Brabantse Biesbosch en de derde werd vanaf 25 april onregelmatig gezien in de Weerribben (OV). Laatstgenoemde vogels waren tot het einde van de maand aanwezig. De bekende Ringsnaveleend was weer ter plaatse in Appingedam (GR) van 26 tot 28 april.
Kleine Topper Aythya affinis, Zuidland, 16 april 2021 (Bram Roobol)
Amerikaanse Wintertaling Anas carolinensis, Brabantse Biesbosch, 24 april 2021 (Albert Molenaar)
Andere watervogels
Op 2 april zag een gelukkige voorbijganger een Klein Waterhoen badderen langs de oever van de Geul, bij Schin op Geul (Zuid-Limburg). Als hij wordt aanvaard zou dit het vroegste geval ooit in Nederland zijn.
Rovers
In deze rubriek werd de nieuwe maand afgetrapt met een melding dat de Steenarend, die al sinds februari in Nederland zit, op 1 april overvloog bij Garderen (GE). De eerste zekere waarneming die volgde was op 15 april op vliegveld Deelen, ten oosten van de Hoge Veluwe. Op 20 april werd de Steenarend vervolgens gezien boven Oosterhout (GE), wat weer meer richting Nijmegen ligt. Op 25 april was de arend weer teruggekeerd op de Hoge Veluwe, waar hij werd gefotografeerd boven het Deelensche Veld. Op deze locatie werd hij ook op 26 en 28 april waargenomen, maar nog steeds enkel overvliegend of kort ter plaatse. Op 30 april werd de Steenarend uiteindelijk zittend gevonden in een bosje op vliegveld Deelen en deze keer was de vogel wel twitchbaar. Hij bleef twee uur ter plaatse voordat hij weer besloot het luchtruim te kiezen en in het luchtledige te verdwijnen.
Steenarend Aquila chrysaetos, Arnhem, 30 april 2021 (Martijn van Tol)
Een gezenderde Havikarend werd op 14 april gefotografeerd bij Zalk (OV). Het gaat om een derde-kalenderjaar vrouwtje dat vorig jaar ook over Oost-Nederland vloog, maar toen onopgemerkt bleef. Met al die gezenderde beesten die door Noordwest-Europa lijken te zwerven moet er toch ook een keer een herkansing in zitten voor de vogel van vorig jaar? Bij dezen loof ik een flesje Côte de Nuits uit aan de Franse onderzoeker met de gouden tip. We blijven nog even in Overijssel, want bij Raalte werd op 21 april een overvliegende Schreeuwarend gefotografeerd. Ook hiervan zou een twitchbaar geval ongetwijfeld met veel enthousiasme onthaald worden en na al het arendengeweld van de laatste jaren, zou het eigenlijk een niet meer dan logische volgende stap zijn… Op 26 april werden twee Grijze Wouwen gemeld: op landgoed Heidestein, Zeist (UT), en bij Beugen (NB), op de grens met Limburg. Op dezelfde dag werd ook een overvliegende Slangenarend waargenomen in de Brabantse Biesbosch, in Polder Hardenhoek.
Slangenarend Circaetus gallicus, Brabantse Biesbosch, 26 april 2021 (Adrie Vink)
Steltlopers
Wellicht is het te wijten aan het slechte weer dat er op het gebied van steltlopers nog niet veel was te melden, maar een soort waarvoor de noordenwind waarschijnlijk juist goed was is Rosse Franjepoot. Er waren voor april relatief veel meldingen van deze soort. Op 8 april vloog er een langs de Oosterscheldekering (ZL) en op dezelfde dag werd er een ontdekt in het Noordervroon bij Westkapelle (ZL), welke tot 12 april werd gezien. Een duo Rosse Franjepoten was van 14 tot 23 april aanwezig in de Verdronken Zwarte Polder bij Nieuwvliet-Bad, Zeeuws-Vlaanderen (ZL). De laatste Rosse Frapo bevond zich op 15 april in het Zuidlaardermeergebied (GR). Van Poelruiter werden in april in totaal zes individuen gezien. Twee hiervan zaten in de Ezumakeeg in het Lauwersmeer (FR), van 10 tot 18 april en van 29 april tot het einde van de maand. Andere Poelruiters werden gemeld in Bornerbroek (OV; 23 april), Vught (NB; 27 april), Booneschans (GR; 28 april) en Elst (GE; 30 april). De enige Gestreepte Strandloper van de maand was vanaf 27 april aanwezig in de Lepelaarsplassen (FL). De beste soort was een Griel, die op 29 april werd ontdekt bij Aagtekerke (ZL).
Poelruiter Tringa stagnatilis, Ezumakeeg, 10 april 2021 (Folkert Jan Hoogstra)
Griel Burhinus oedicnemus, Aagtekerke, 29 april 2021 (John van Lier)
Meeuwen, sterns en zeevogels
Op 19 april werd de eerder gemelde Ross’ Meeuw teruggevonden in de haven van Scheveningen. Hier bleef hij aanwezig tot de volgende ochtend vroeg, waarna hij wegvloog richting het noorden. Vervolgens werd de meeuw opgepikt bij Berkheide en later ook ten noorden van Noordwijk, maar in de middag dook hij plotseling toch weer op in Scheveningen. Deze keer bleef hij langer, tot 25 april. Op de 26ste werd hij vliegend naar het noorden gemeld vanaf het strand van Meijendel. In de dagen die volgden (27 tot 30 april) was er een Ross’ Meeuw ter plaatse op het strand van IJmuiden, die zich regelmatig aansloot bij groepen Dwergmeeuwen. Logischerwijs zou je kunnen verwachten dat het hier allemaal om één individu gaat, maar op basis van details in het verenkleed mogen we vaststellen dat de IJmuidenaar een ander exemplaar betrof dan de vogel van Scheveningen.
Ross' Meeuw Rhodostethia rosea, Scheveningen, 21 april 2021 (Martin Lok)
Ross' Meeuw Rhodostethia rosea, Scheveningen, 24 april 2021 (Jillis Roos)
Ross' Meeuw Rhodostethia rosea, IJmuiden, 30 april 2021 (Arnoud B van den Berg)
In Urk (FL) werd op 11 april melding gemaakt van een Grote Burgemeester en in Oostkapelle (ZL) op 19 april. In Zuid-Holland waren verspreid over de maand waarnemingen van tweede-kalenderjaar vogels in Hoek van Holland, Ter Heijde, Den Haag en Katwijk aan Zee. De vertrouwde vierdejaars vogel hing de hele maand nog rond in Vlissingen en omstreken. Aan Kleine Burgemeesters was in april geen gebrek. Zo werden er exemplaren gezien in Scheveningen (7 en 23 april), Katwijk aan Zee (11 tot 12 april), Amsterdamse Waterleidingduinen (11 april), Bloemendaal (19, 21, 22 en 28 april), IJmuiden (17 tot 18 april), Camperduin (7 april), Petten (10 april), Amsterdam (11 april) en Almere (12 tot 29 april). De meest opvallende waarnemingen kwamen uit het binnenland: op 17 april werd er een gezien in Deventer en op 18 april een in Zwolle. De veronderstelde Kumliens Meeuw in Julianadorp (NH) werd daar op 9 april voor het laatst gezien.
Kleine Burgemeester Larus glaucoides, Velsen-Noord, 17 april 2021 (Pim Rijk)
Kumliens Meeuw Larus glaucoides kumlieni, Julianadorp, 9 april 2021 (Karin Bijpost)
Beide Zwarte Zeekoeten waren nog praktisch de gehele maand aanwezig in Teksel. Hierbij moet wel worden aangetekend dat het exemplaar in de veerhaven een stuk minder coöperatief was dan de vogel die zich ophield in de haven van Oudeschild. Papegaaiduikers werden gemeld op vier locaties: Camperduin (2 april), Castricum aan Zee (2 april), Westerslag Texel (3 en 9 april) en Katwijk (13 april).
Zwarte Zeekoet Cepphus grylle, Texel, 3 april 2021 (Robert van der Meer)
Zangvogels en de rest
Eén van de eerste zomerse soorten die het voorjaar aankondigde was een Roodkeelpieper die van 12 tot 25 april aanwezig was op Schiermonnikoog. Hierna volgden in ieder geval nog twee bevestigde waarnemingen van de soort, waarvan er één op 26 april langvloog op telpost Hazewater bij Leusden (UT). De derde landde op 30 april in een groep kwikstaarten voor de neus van waarnemers die op dat moment aan het kijken waren naar een fraaie Kortteenleeuwerik, die eerder die dag was ontdekt langs de Waal bij Weurt (GE). Op dezelfde dag was het een evenzo fraai vrouwtje Citroenkwikstaart dat de aandacht trok op het Westerse Veld, Vlieland.
Kortteenleeuwerik Calandrella brachydactyla, Weurt, 1 mei 2021 (Jacob Molenaar)
De eerste zingende Iberische Tjiftjaf van dit jaar werd op 17 april ontdekt in Strijensas (ZH), gevolgd door de tweede op 26 april bij Spaarnwoude (NH). Beide exemplaren bleven vervolgens de rest van de maand aanwezig. In de tussentijd werd op 24 april een mogelijke Iberische Tjiftjaf gevangen op Vogelringstation Houten (UT). Net als bij voorgaande vangsten is het echter de vraag of dit geval hard is te maken. De determinatie schijnt wel te zijn bevestigd door Spaanse ringers. Tja, die zullen het wel weten. Een andere interessante phylloscopus werd op 23 april gevonden nabij Vrouwenpolder (ZL). Het gaat waarschijnlijk om een hybride Bergfluiter x Fluiter, want de vogel vertoont zowel qua uiterlijk als qua zang intermediaire kenmerken. Op 1 mei is de vogel gevangen en kon er DNA-materiaal verzameld worden, dus we zullen vast snel horen wat het is geweest. De Humes Bladkoning in Geldermalsen (GE) was ook nog aanwezig aan het begin van de maand en bleef in ieder geval nog tot 3 april.
Iberische Tjiftjaf Phylloscopus ibericus, Spaarwoude, 28 april 2021 (Arnoud B van den Berg)
Iberische Tjiftjaf Phylloscopus ibericus, Strijensas, 26 april 2021 (Arthur Geilvoet)
Mogelijke Bergfluiter x Fluiter Phylloscopus bonelli x sibilatrix, Vrouwenpolder, 27 april 2021 (Arnoud B van den Berg)
Mogelijke Bergfluiter x Fluiter Phylloscopus bonelli x sibilatrix, Vrouwenpolder, 23 april 2021 (Lennart Verheuvel)
Mogelijke Bergfluiter x Fluiter Phylloscopus bonelli x sibilatrix, Vrouwenpolder, 1 mei 2021 (Marcel Klootwijk)
Roodstuitzwaluwen werden gezien in de Groene Jonker op 27 april en langs het Lauwersmeergebied op 28 april. De overige meldingen waren van Texel afkomstig, waar tussen 23 en 30 april één of meerdere exemplaren verbleven die zich bij tijd en wijle erg fraai lieten zien. Hoppen werden gerapporteerd in 55 kilometerhokken, wat een hoog aantal is in vergelijking met andere jaren. Als je er een kaartje bij zou pakken, zou je zien dat de waarnemingen zich niet geheel onverwacht concentreerden in de zuidelijke helft van het land. Een stuk minder in de lijn der verwachting lag een Izabeltapuit, die op 28 april werd gefotografeerd op het Kootwijkerzand bij Kootwijk (GE). Het betreft hier namelijk het eerste voorjaarsgeval van Nederland. Een vroeg mannetje Kleine Vliegenvanger werd op 30 april gemeld bij de Torenvijver op Vlieland.
Roodstuitzwaluw Cecropis daurica, Texel, 23 april 2021 (Laurens Steijn)
Hop Upupa epops, Meliskerke (ZL), 8 april 2021 (Corstiaan Beeke)
Izabeltapuit Oenanthe isabellina, Kootwijk, 28 april 2021 (Dirk Goudkuil)
Zoals elk jaar was er ook nu weer een Roze Spreeuw aanwezig in een tuin ergens in een Fries dorp. Ditmaal betrof het een tuin in Lemmer, waar een Roze Spreeuw aanwezig was van 17 tot 20 april. Een totaal van acht Dwerggorzen werd deze maand in Nederland gezien, waarvan het exemplaar dat tussen 2 en 23 april bij Doorwerth (GE) verbleef de enige longstayer was. Andere vogels werden op 4 april gezien bij Den Haag, op 17 april langs telpost Twaalfmorgen in Reeuwijk (ZH), op 20 april op de Houtribdijk (FL) en op 24 april bij Oosterend, Terschelling en op de Maasvlakte. In Maastricht waren de twee Dwerggorzen natuurlijk ook nog steeds aanwezig. De laatste waarneming hier was op 17 april. De lang aanwezige Zwartkeellijster in een Utrechtse woonwijk werd voor het laatst gezien op 13 april. Wellicht zien we haar hier van het najaar weer terug.
Roze Spreeuw Pastor roseus, Lemmer, 17 april 2021 (Folkert Jan Hoogstra)De glazen bol
Sommige vogelaars denken misschien dat het voorjaar in juni voorbij is, maar daar is natuurlijk niks van waar. De meest extreme dwaalgasten komen juist in die maand! Daarnaast is er ook een groep iets reëlere soorten waarvan de piek juist in juni ligt. Denk bijvoorbeeld aan Zwartkopgors of Dougalls Stern. Genoeg reden om gewoon steevast de local patch te blijven checken lijkt me.
Dougalls Stern Sterna dougallii, Goedereede, 7 mei 2009 (Phil Koken)
Zwartkopgors Emberiza melanocephala, Ameland, 9 juni 2019 (Jannes Boers)
We willen alle waarnemers en fotografen hartelijk bedanken voor hun bijdrages aan dit verslag.
We would like to thank all observers and photographers for their contributions to this report.
Lonnie Bregman
Discussie
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.