Zoals bij de vorige editie al opgemerkt werd: Waddeneilanden zijn vaak lastig te bereiken. Texel vormt daar echter toch een uitzondering op (is Texel wel echt een Waddeneiland eigenlijk?), maar een ander probleem speelt men soms parten: het gebrek aan zonlicht! Zo was dat ook het geval met de eerste Kaspische Plevier van Nederland, zoals in dit ontdekkingsverhaal te lezen is. Hooguit oplettende mensen in de Kop van Noord-Holland konden de boot nog pakken. Zo was het dus bijna zo dat alleen de zij die al op het dit verplaatste stuk polder waren/woonden de vogel konden bijschrijven. Gelukkig bleef 'ie nog even hangen en kon hij zelfs vanuit het buitenland getwitcht worden!
Alex Bos
Ik kan mij de datum 17 oktober 2009 nog aardig herinneren, want tegen de avond kwam er een alert binnen van een Kaspische Plevier op Texel, een nieuwe soort voor Nederland, gevonden door Mart Janse. Op zo’n moment begint m'n hoofd overuren te maken om te bedenken wat nu weer het beste plan van aanpak is. Gelijk contact gezocht met Remco Jousma, die avond zouden we het eiland toch niet meer bereiken, dus meteen afgesproken om morgenochtend te gaan.
De volgende ochtend vertrokken we vroeg naar Texel en dachten we mooi op tijd bij de boot te zijn, maar er stond al een auto of 100 met bijna alleen maar vogelaars voor ons. Toen de dame van de kassa aan kwam lopen, zo’n tien minuten voor vertrek, zag je haar schrikken van de lange rij. Zij had een rustige, normale ochtend in gedachten gehad, denk ik zo…
Op de boot was het erg gezellig en hielden wij contact met Gert Jager, die al op het eiland was en op de locatie stond waar de Kaspische Plevier de dag ervoor gevonden was. Zodoende wisten we dat de vogel nog niet in beeld was op het moment dat wij de boot verlieten en besloten RJ en ik om te beginnen met zoeken langs de Pontweg. Naar ons idee had het geen zin om met honderden vogelaars hetzelfde veld af te speuren; we moesten de kansen spreiden. Als hij plotseling toch gevonden zou worden op de oude plek, waren we toch in de buurt, dus zo’n groot risico liepen we ook weer niet.
We reden de boot af en sloegen bij de eerste verkeerslichten rechtsaf, het Landsdiep op. Even het eerste veld scannen met de verrekijker en we zagen Goudplevieren lopen. Toen de telescopen gepakt en rustig begonnen met het scannen van het veld en de aanwezige vogels. Hier was geen Kaspische Plevier te vinden, maar een paar velden verderop zien we nog meer Goudplevieren lopen. We hebben de scopes op de achterbank gelegd en zijn 600 meter verder de Pontweg op gereden, alwaar een soort oude parkeerhaven is. We stapten de auto uit, zetten de telescopen neer en ik zie, op het eerste moment dat ik door mijn scoop kijk, de Kaspische Plevier lopen! Net als ik, geloofde RJ het ook niet, dus boek erbij en met trillende handen heb ik Aart Vink gebeld, waarvan ik wist dat hij in de grote groep vogelaars zou staan. In paniek zeg (het zal wel roepen zijn geweest) ik dat we de vogel gevonden hebben en dat ze nu hierheen moesten komen. AV vroeg eerst of we het wel zeker wisten en of we Morinelplevier hadden uitgesloten, maar aan onze paniek wist hij eigenlijk al genoeg. Hij zei dat ze eraan zouden komen. Met trillende handen heb ik geprobeerd een alert uit te sturen en toen was het gedaan met de rust. Overal hoorden we auto's aan komen snellen, piepende banden, brandend rubber, en binnen een paar minuten stonden we met 250-300 man/vrouw te genieten van de eerste Kaspische Plevier van Nederland en was de berm van de Pontweg veranderd in een parkeerplaats.
We hebben de dag volgemaakt met een rondje Texel en natuurlijk een bezoek aan het veld waar het verhaal begon, want daar liep de Amerikaanse Goudplevier nog.
Twitchers bij de eerste Kaspische Plevier Charadrius asiaticus, Texel, 18 oktober 2009 (Pim Wolf)
Kaspische Plevier Charadrius asiaticus, Texel, 19 oktober 2009 (Ad Postma)
Paul Knolle
Ooit heb ik mijn echtgenote beloofd dat de komst van de semafoon (alias pieper) veel rust zou brengen omdat de aandrang tijdens een ‘rustige’ wandeling naar een telefoon te lopen zou zijn verdwenen. Zo stond ik op een avond bij Enno Ebels (met wie ik in het DBA-bestuur zat) thuis met 30 man te kijken naar een tafel vol piepers: piepergroep 1 was geboren. Toch is een écht rustige wandeling er, eerlijk gezegd, ook sindsdien niet van gekomen. Dat komt door gevallen als dat van de eerste Kaspische Plevier voor Nederland.
Op zaterdag 17 oktober 2009 waren wij midden in het Haaksbergerveen toen Arend Wassink bevestigde dat er een Kaspische Plevier op Texel zat. Nu is Enschede per definitie ver weg bij twitches in Nederland (behalve als het om mislukte Herdersplevieren gaat), maar dan ook nog willen racen vanuit het Haaksbergerveen: dan ben je zwaar gehandicapt. Die avond zou de vogel niet meer haalbaar zijn, dat was duidelijk. Ik meldde mij af voor een trektelling bij onze buren in het Gildehauser Venn. Men weet daar dat er voor mij, behalve plotseling verscheiden, maar één reden kan zijn een trektelling af te zeggen: een mega-soort. Er was dus begrip.
Gelukkig kon en wilde Bert Pieterson wel mee. Hij is altijd goed gezelschap. Wij haalden de eerste boot van 08.30 uur makkelijk. Daar stond al een lange rij auto’s met vogelaars te wachten op de loketten die nog geopend moesten worden. Op de boot was er nog tijd voor een indrukwekkend gesprek met Henk Hendriks over de schokkende, zelf gekozen dood van zijn goede vriend Rob Bouwman, een maand eerder. Sinds ik Rob in de Extremadura was tegengekomen, hadden we een goed contact en kwamen we elkaar regelmatig tegen in het veld. Wel werden wij kort afgeleid door de mededeling dat de plevier was gezien, maar dat bleek loos alarm. De afstand van de veerhaven naar de Watermolenweg bij Den Hoorn was te verwaarlozen. Al snel stond er een enorme rij auto’s geparkeerd met honderden vogelaars ernaast. Helaas: géén Kaspische Plevier op welke akker ook.
Nu leer je na al die jaren ervaring op signalen te letten. Honderden meters verderop begonnen mensen te rennen, in hun auto te springen, te keren. Dit was serieus. Zonder echt te weten wat er aan de hand was en terwijl er om ons heen nog argeloos in het niets werd getuurd, pakten Bert en ik snel onze telescoop en reden achter de eersten aan. Daardoor stonden wij vooraan op de plek waar de plevier was teruggevonden, aan de overkant van de Pontweg richting Den Burg.
De Kaspische Plevier liep achterin een akker en was moeilijk te zien. Maar wat was ie mooi! Geen zomerkleed? Geen probleem. Ik bewonderde zijn proporties en verfijnde, elegante contouren. Soms vloog hij en dan werden de lange vleugels goed zichtbaar, met bovenop een klein licht streepje. Wij reden om de akker heen naar de andere kant en nu was de vogel opnieuw ver weg, maar met de zon in de rug te zien. Het was genieten!
Kaspische Plevier Charadrius asiaticus, Texel, 19 oktober 2009 (Marten van Dijl)
Twitchers bij de Kaspische Plevier, Pontweg, Texel, 18 oktober 2009 (Marc van der Aa)
Nu wachtte er nog een eerste leuke ‘bijvangst’: de Amerikaanse Goudplevier met resten zomerkleed – die wél – die verderop langs de Watermolenweg op een oud aardappelveld tussen Goudplevieren liep. Hij was schitterend van dichtbij te bekijken. Om een stevige klap op de dag te geven, reden we verder naar de vier Ross’ Ganzen die al enige tijd op het eiland verbleven, nu achter Ottersaat. We kwamen er Klaas Eigenhuis tegen, die jarenlang de Nederlandse ranking aanvoerde en flink wat geweldige soorten op zijn conto had – die Grote Kanoet, wow! Intussen was zijn belangstelling voor het twitchen afgenomen en hij stond wat te mopperen over het autoverkeer bij het vogelen – terwijl hij zelf met Jaap van ’t Hoff was meegereden. Ach, waar staat geschreven dat je consequent moet zijn? Klaas was een ‘character’ en ‘is sorely missed’.
Ross' Ganzen Anser rossii, Ottersaat, Texel, 12 oktober 2009 (René Pop)
Tijdens het vieren van deze al zo succesrijke dag met koffie en appelgebak bij het Torenrestaurant, hoorden Bert en ik van Enno dat de Roodhalsgans (voor Bert en mij een nieuwe Overijsselsoort) nog bij Steenwijk zat. We keken elkaar aan: zullen we…? Wij namen de 14.00 uur-boot en genoten aan boord van een kop erwtensoep. Wij arriveerden omstreeks 16.15 uur op de Gasthuisdijk ten zuiden van Steenwijk waar inderdaad een enorme groep Kolganzen liep te foerageren in gras. Hier vond Bert, nadat we enige tijd hadden gezocht, de Roodhalsgans terug. Wat een fantastische gans toch.
Op weg naar huis merkte ik bij een tankstation dat ik mijn portemonnee kwijt was: die voer waarschijnlijk intussen mee heen en weer naar Texel. Een telefoontje naar de TESO leverde niets op. Ach, dat zo’n fantastische vogeldag een paar euro’s extra kostte, dat moest dan maar. Bij het euforisch bijwerken van mijn vogeldagboek dreven mijn gedachten nog wel eens even af: Rob Bouwman had hier toch eigenlijk bij moeten zijn.
Vincent Stork
Sinds ik in 2005 naar Texel verhuisd ben, verkeer ik in de gelukkige omstandigheden dat ik voor een goede soort op het eiland makkelijk met mijn snufferd vooraan sta. Ondanks het feit dat twitchen niet per se mijn topprioriteit heeft, ruk ik toch vaak wel even uit, vaak vergezeld van zoon Koen en andere jonge vogelaars op Texel.
Een druk gezinsleven met vier kinderen en een baan in het onderwijs waarbij het stante pede verlaten van het klaslokaal nu niet echt gewenst is, heeft ook vaak tot vertraging geleid en zo ging er wel eens iets mis. De meest stressvolle misser deed zich voor op 17 oktober 2009.
Ik zat dat jaar tot die dag in een geweldige flow qua vogels met ontdekking van Aziatische en Amerikaanse Goudplevier vanuit mijn eigen tuin en de aanwezigheid van de beroemde Sneeuwuil die ik gedurende zijn verblijf achter mijn huis vrijwel dagelijks zag. Die weelde kon natuurlijk niet eeuwig duren. In de middag van 17 oktober had ik niet alleen mijn twee zoons onder mijn hoede maar ook de tweeling van een bevriend stel uit De Cocksdorp. Ik besloot de knullen die toen 5 en 7 waren uit te laten razen in het speelparadijs op bungalowpark De Krim. Mijn bereik daar was, zo bleek later, nul komma nul. Bij het verlaten van het gebouw en lopend naar de auto kwamen de berichtjes binnen...
Sneeuwuil Bubo scandiacus, Texel, 17 november 2008 (Chris van Rijswijk)
Kaspische Plevier! Waaaaaat??? Het bleek niet meer mogelijk om voor donker aan te haken. Dus in plaats van vooraan in de rij genieten van een nieuwe soort voor Texel moest ik een onrustige nacht doormaken, bezorgd of de vogel de dag erna nog aanwezig zou zijn.
Al in de ochtendschemering stond ik met Texelse vogelaars en op het eiland aanwezige gelukkigen te wachten. Iedereen had de vogel al gezien wat mijn misère extra voelbaar maakte. Vooral toen ook na enige tijd de vogel niet aanwezig bleek op de akker van de dag ervoor. De eerste twitchers van de overkant arriveerden met de eerste boot. Ook zij waren duidelijk niet gerust op de eerste berichten. Tot er een bericht doorsijpelde dat de vogel gezien werd door een groep vogelaars vlak bij de veerhaven. In vliegende vaart scheurde iedereen naar de Pontweg waar zich in de berm algauw een lang lint van auto’s vormde. En na de eerste verwarring over waar de vogel zich bevond, bleek de eerste winter Kaspische Plevier zich inderdaad achter op de akker te bevinden. Alex en zijn kompanen waren nadat ze de boot af waren gereden verkeerd gereden, zo leek het, en niet linksaf naar de locatie geraced, maar rechtdoor gegaan. De eerste akker leverde de vogel in kwestie op! Later die dag liep de vogel weer op zijn eerste akker, geflankeerd door de adulte Amerikaanse Goudplevier die ik op 22 september in Zeeburg ontdekte. Ik kon de vogel daar ook schitterend bekijken en hem aan mijn zoons laten zien.
Twitchers bij de eerste Kaspische Plevier Charadrius asiaticus, Texel, 18 oktober 2009 (Rob Sponselee)
Kaspische Plevier Charadrius asiaticus, Texel, 19 oktober 2009 (Eric Menkveld)
Amerikaanse Goudplevier Pluvialis dominica, Texel, 18 oktober 2009 (Arnoud van den Berg))
Dat het ook beter kan gaan bleek op 26 april 2011 toen mijn goede vriend Klaas de Jong me vol ongeloof belde met de mededeling dat hij met een Duitse excursiedeelnemer in de Nederlanden was gaan kijken omdat deze man de avond ervoor een Morinelplevier had gezien. Toen ze er aankwamen liep er een adult mannetje Kaspische Plevier in strak zomerkleed. Deze keer arriveerde ik als eerste twitcher op locatie. En zo komt uiteindelijk alles toch weer goed.
Peter de Vries
Juist, ik zat dus voor een lang weekend op het Duitse Waddeneiland Juist (spreek uit als Juuuust en niet als juist). Dit was zo gekomen omdat wij, mijn toenmalige vriendin Nicole en ik, waren uitgenodigd door het Wattenmeerhaus op dat eiland om een tweetal verhaaltjes te komen vertellen over onze expedities naar Siberië (Kolguyev en de Taimyr). Dit in het kader van de Vogelzugtagen. Elk najaar in oktober zijn er dan tal van excursies en lezingen, dit alles met betrekking tot vogeltrek.
Ik had hooggespannen verwachtingen, wat is er mooier dan op een Waddeneiland te zitten halverwege oktober? The sky is the limit, alles kan en is mogelijk… Van tevoren had ik op Google Earth gekeken, het eiland ziet er superspannend uit, ongeveer 17 km lang en bijna nergens breder dan 500 - 700 m. Een smal streepje land dus waar ik zou gaan toeslaan! Van Duitse vogelaars had ik al begrepen dat er niet veel vogelaars naar Juist gaan of daar wonen, eigenlijk komen er nooit leuke waarnemingen vandaan. Een extra motivatie voor mij om Juist eens op de kaart te gaan zetten!
Op de avond van donderdag 15 oktober kwamen we aan op het eiland. Het was donker en er was niet veel te zien. Wat wel opvallend was waren al de fietskarretjes en paard en wagens. Op Juist zijn namelijk auto’s niet toegestaan, ook niet voor de bewoners van het eiland. Alleen de politie, brandweer en de dokter hebben een auto. Al de rest van het vervoer gaat met paard en wagen. Er zijn bijvoorbeeld ook geen bussen, je moet wachten tot het paard en de wagen langskomen om je mee te nemen. Een verademing, totale rust en stilte…
Vrijdag de 16e stond er een heuse storm, veel wind en dat deed me besluiten om over zee te gaan kijken. Dit leverde niet veel op, een enkele Jan van Gent en daar hield het mee op. Ik had toen nog het idee dat het te hard waaide en ik simpelweg soorten miste die tussen de golven doorvlogen maar zaterdag –toen er niet zo heel veel wind meer stond – wat het beeld niet anders, er vloog niets, geen enkele jager, geen pijlen, niets. Geen idee waar het aan ligt, misschien is Juist gewoon niet goed voor zeetrek of zat de wind toch te veel in de noordelijke hoek.
In de loop van de zaterdag ging de wind steeds meer liggen en besloten we een wandeling in de omgeving te maken. Overal zaten Kramsvogels en Koperwieken terwijl regelmatig Veldleeuweriken, Vinken en Kepen overvlogen. Een beetje tegen het einde van de wandeling zag ik plotseling een Phyllo in de struiken zitten. De vogel was erg grijs en ik dacht eerst dat ik naar een Kleine Spotvogel stond te kijken. Langzaam kwam de vogel de struiken uit en toen bleek het een grijze Tjiftjaf te zijn. De vogel had een opvallende wenkbrauwstreep, een klein vleugelstreepje en gitzwarte snavel en poten: Siberische Tjif! Helaas liet de vogel niets horen, vloog het pad over en verdween in de dichte begroeiing om nooit meer iets van zich te laten zien. Dit was direct het hoogtepunt van de dag, Bladkoningen lieten zich niet zien of horen, om maar te zwijgen over andere zeldzaamheden.
Siberische Tjiftjaf Phylloscopus tristis, Schiermonnikoog, 24 oktober 2009 (Marijn Prins)
’s Avonds ontmoet ik dan de twee plaatselijke vogeltellers. Ik vertel hun van mijn ‘Sib-Tjif’ en vraag naar hun ervaringen met ’blako’s’ en andere zeldzaamheden. Ze kijken me met grote ogen aan, Bladkoningen hebben ze hier nog nooit gezien, van Siberische Tjiftjaf hebben ze nog nooit gehoord en over zee kijken? Dat is zo onhandig omdat dan je telescoop zo wiebelt... Ik zucht, dit is onvoorstelbaar. Woon je op zo’n wereldplek en heb je geen idee wat er allemaal te ontdekken valt en te zien valt… Moedeloos kan ik hiervan worden… het goud ligt voor het oprapen, alleen ze zien het niet. Opvallend is ook nog dat ik het hele weekend op het eiland niemand (maar dan ook echt niemand) met een verrekijker heb gezien. Dit geeft een enorm gevoel van onmacht, zo’n geweldige plek en niemand die ook maar een beetje interesse in vogels heeft. Het geeft je het gevoel alsof je het allemaal alleen moet doen (wat ook zo is) en dat je geen idee hebt waar te beginnen en waar te eindigen… een luxeprobleem waar ik maar moeilijk mee om kan gaan.
Op die zaterdagavond heb ik ook eindelijk tijd mijn mail en Dutch Bird Alerts te checken. Ik ontvang van de extreme zeldzaamheden of de soorten die ontbreken op mijn Nederlandse lijst noodgedwongen (heb nog niet zo’n moderne telefoon) alleen maar de eerste regels van het bericht. Tot deze avond heb ik nog niets ontvangen, ik weet dat ik veel mis, maar weet ook dat er geen mega-soorten zijn gezien. Dat is snel anders, tot mijn grote verbazing zie ik dat er een Kaspische Plevier op Texel is gezien. Ik grijp naar mijn telefoon maar die blijkt achtergebleven te zijn in het huis waar we overnachten. Mijn hersens draaien ineens op volle toeren en duizend-en-een scenario’s flitsen door mijn hoofd. Maar, veel tijd om na te denken heb ik niet, binnen een kwartier begint mijn presentatie.
Nadien vertel ik Nicole van de plevier en doe ik voorzichtig voorstellen het schema om te gooien. Oorspronkelijk zouden we dinsdag het eiland afgaan. Echter, als we nu eens een dag eerder van het eiland afgaan, maandag dus, dan gaan we die dag door naar Texel en twitchen met een beetje geluk de plevier. Ik heb begrepen dat de vogel de hele dag niet aanwezig was op de akkers waar de vogel gevonden is, deze zijn blijkbaar gedurende de dag goed afgekeken in verband met de aanwezige Amerikaanse Goudplevier. Als die Kasp hier al aanwezig was, dan zou je zeggen dat die al eerder gevonden zou zijn. Die Kaspische Plevier is dus – volgens mijn theorie - vers aangekomen en zal waarschijnlijk eerst moeten aansterken. Goede kans dat die een paar dagen daar blijft hangen en op maandag er dan nog zit. Na wat overleg besluiten we dat te gaan doen. Een dag eerder het eiland af en direct doorrijden naar Texel. De kennissen waar we verblijven begrijpen ons eerst niet zo goed, maar krijgen op een gegeven moment door dat het me echt ernst is, ik wil dolgraag naar Texel! We gaan daarna naar de plaatselijke disco waar ik tot 3 uur ’s nachts mijn frustraties en gedachten probeer weg te dansen.
Kaspische Plevier Charadrius asiaticus, Texel, 18 oktober 2009 (Toy Janssen)
Kaspische Plevier Charadrius asiaticus, met
Amerikaanse Goudplevier Pluvialis dominica, Texel, 18 oktober 2009 (Alwin Borhem)
Zondagmorgen is het waanzinnig mooi weer, het is windstil en het eiland is bezwangerd met beloften. Ik sta vroeg op en ben met het eerste licht buiten. Overal roepen Vinken en Koperwieken en er zitten overal Goudhanen. Ik struin rond en klop bosjes, terwijl er een IJsgors overvliegt. Mijn gedachten dwalen regelmatig af naar Texel, hoe zou het daar nu zijn? Zo rond een uur of negen krijg ik een sms: ‘Kaspische Plevier Texel’. Meer info heb ik niet en ik heb dus geen idee of de vogel nog aanwezig is. Daarom sms ik wat mensen. Al snel krijg ik bericht, de vogel is nog steeds op het eiland aanwezig. Damned, dat is goed nieuws!! Hierna kan ik niet meer geconcentreerd de bosjes afzoeken en geloof ik het verder wel. Texel is alles wat telt! ’s Avonds bel ik nog met Mark Zekhuis. Hij is al geweest en vertelt me de meest mooie verhalen. Vijftig auto’s met vogelaars die te wachten staan voor de eerste boot en dat nog wel op een zondag! Ik spreek met hem af dat hij me extra info zal sms'en.
IJsgors Calcarius lapponicus, Strand Posthuys, Vlieland, 17 oktober 2009 (Kees de Vries)
De volgende ochtend ontvang ik al vroeg een sms, de vogel zit er nog steeds! Opgelucht haal ik adem, dat moet goedkomen. Nicole heeft ondertussen met een andere – ook Duitse - Nicole gebeld, namelijk de vriendin van Hans Verdaat. Die twee wonen op Texel en willen ons wel bij de boot afhalen. De Nicole van Hans en het eiland Texel stelt me gerust, de vogel zit de hele tijd op dezelfde akker, het moet lukken!
Om half elf vertrekt de boot en begin ik aan de lange reis naar Texel. Tergend langzaam vaart de boot over de Waddenzee en ik voel me een beetje verloren tussen al die toeristen. Ze moesten eens weten wat de hele tijd door mijn hoofd giert… Na een ongewoon lang anderhalf uur komen we zo rond een uur of twaalf aan in de haven van Norden. Het aanmeren duurt ongewoon lang en er blijkt een wel heel erg smal loopplankje naar de wal te zijn. Iedereen is verbaasd en kijkt nog vreemder op als blijkt dat alle bagage nog in karretjes op het hoogste dek staat. De haven is helemaal vol en daarom ligt de boot niet op de normale plaats. Terwijl er nog steeds mensen van boord komen, worstelen de eersten zich alweer een weg aan boord. Hectische toestanden zijn het gevolg. Ook ik ben snel de boot afgegaan en sluit me maar weer aan in de rij van mensen die weer aan boord willen aan en worstel me de boot op. Met behulp van wat voordringen (ik heb daar toch een legitieme reden voor!) kom ik op het hoogste dek aan. Daar snel onze rugzakken gepakt en daarna sta ik weer in een eindeloze rij die voor de enige trap naar beneden staat. Hopeloos, echt hopeloos. Vertwijfeld kijk ik om me heen, hoe moet dit nu ooit allemaal goed komen? Ik sta hier op een Duitse boot, te wachten, terwijl ik dit helemaal niet wil. Ik wil naar Texel! Dan roept iemand dat er nog een trap is en zonder af te wachten ren ik daar heen. Snel naar beneden en dan snel naar de uitgang. Ik dring onbeleefd voor, maar dat maakt me niet uit, ik moet zo snel mogelijk naar Texel…
Zo rijden we rond een uur of 1 Norddeich uit, de navigator geeft aan dat we zo rond een uur of vijf op Texel kunnen zijn, het moet allemaal te doen zijn. De rit naar Texel is ontspannen, niet al te veel verkeer. Ook in Den Helder is het rustig maar toch missen we de boot van 16:00 uur net. Gelukkig vaart de boot van 16:30 normaal en zo komen we dan om 17:00 uur aan op ons tweede eiland van de dag, ditmaal een Nederlandse!
Ik ren de boot af en zoek naar Hans en Nicole. Die laten gelukkig niet al te lang op zich wachten en we rijden dan snel naar de plek van de plevier. Daar staan een paar vogelaars te kletsen, de vogel is op dat moment niet in beeld. Maar, veel belangrijker, nog wel aanwezig! Ik scan de akker af en kan eerst niets vinden. En dan loopt de vogel ineens in beeld. Alle spanning is in een milliseconde verdwenen, het is gelukt! Ik geniet van de vogel, een echte lifer. Ik zocht naar deze soort in Kazakstan maar had ‘m daar niet gevonden en dan lukt het zomaar op Texel. De vogel laat zich prima bekijken, laat zich ook vliegend mooi zien en verplaatst zich dan naar een andere akker. Hier zit de vogel tussen de korte vegetatie en laat zich nog mooier aanschouwen. Opgelucht haal ik adem, een Duits Waddeneiland, een Nederlands Waddeneiland en een Kaspische Plevier op één dag, dat voelt toch heerlijk!
Twitchers bij de Kaspische Plevier, Texel, 18 oktober 2009 (Debby Doodeman)
Na een korte poging de vier Ross’ Ganzen nog even te zien te krijgen, zetten Hans en Nicole ons weer af bij de boot. Snel zijn we weer bij de auto en dan begint de tweede lange rit van de dag. We moeten nog naar het huis van Nicole, en dat ligt achter Bremen. Maar dat maakt mij allemaal niets meer uit, de Kasp is binnen en dat is alles wat er telt! Als ik diep in de nacht in bed lig overdenk ik het allemaal nog eens, twee Waddeneilanden op een dag, een Duitse en een Nederlandse, zo’n 650 km gereden en een Kaspische Plevier in de pocket. Ik heb wel eens mindere dagen! ;)