Ruud van Beusekom · 21 november 2011 23:09
Daarom dien ik de vogel ook niet in Maarten, ik heb geen geluidsopname.
Om allereerste je laatste vraag te beantwoorden: ik heb zelf ooit maar twee pallassen gevonden! Dat beschouw ik als een groot onrecht voor iemand die zoveel naar phyllo's kijkt, haha! Helaas... staat dus in geen verhouding met wat ik aan tristis heb gezien. Ik denk zelf dus dat tristis minder zeldzaam is dan Pallas' boszanger, maar ik denk ook dat de trefkans van tristis groter is. Omdat ze meer roepen, omdat het geluid verder draagt, omdat ze vaak met tjiftjaffen optrekken en omdat ze vaker overwinteren. Het afzoeken van zo'n groepje tjiffen in de late herfst en winter heeft me ook wel eens een tristis opgeleverd.
De vogels die ik tristis heb genoemd heb ik ook altijd horen roepen, en er een aantal van opgenomen. In mijn ervaring roepen ze vrijwel altijd het hese hoge "pfiee...", op sonagram vlak of als een zwak boogje. In mijn ervaring twee vogels uitgezonderd, die riepen anders. Een op Texel in oktober 1993, die een geknikte roep had, de roep waar nu ook discussie over is; deze vogel was van het licht bruingrijze type zoals hierboven. En een vogel van oktober 1989 tijdens de DB-week op Texel. Deze ontdekte ik omdat hij zong, de zang en roep zijn ook opgenomen (ik dacht door Hans Groot). De roep van deze vogel, aanvaard door de CDNA en door Hans Gebuis gefotografeerd -zie pagina 309 van Zeldzame vogels van Nederland- had helemaal niet de kenmerkende roep van tristis. De roep was meer oplopend en gelijkend op de normale roep van collybita, hoewel nog steeds vlakker. Ik zal eens de opnamen die ik heb op Xeno-canto.org zetten. Hoewel sommige op cassettes staan...pfff.
Dan zul je zeggen, waarom zijn er niet meer ivan jou ingediend en aanvaard? Dat komt omdat er in de jaren tachtig niet geloofd werd in de veldherkenbaarheid (daar heb je ze weer, de ''oostelijke abietinussen"). Dus ik schreef ze gewoon op in mijn boekje, met een min of meer uitgebreide beschrijving; ik kon heel vaak geen opnamen maken of deed er geen moeite voor. Toen noemde ik ze toen ook vaak "tristis/oostelijke abietinus". Tristis werd niet beoordeeld door de CDNA, en maar weinig mensen interesseerden zich er voor. Ik weet dat er zelden iemand kwam kijken destijds in Flevoland op het Muiderzand of bij Huizen.
Tijden veranderden. Vervolgens werden ze wel beoordeeld, even later weer niet en toen weer wel, alleen met geluidsopname (vergeef me dat ik niet meer weet in welke perioden dat precies was). Oude gevallen bleven daardoor in de kast.
Volgens mij was de ommekeer pas in 1997, toen begonnen velen echt in tristis te geloven toen er eerst twee en later een zich fraai lieten bekijken en horen hier in Huizen. Ik weet bijvoorbeeld dat onze onvolprezen Nils van Duivendijk na die vogel "om" was en ook in de velddeterminatie geloofde. Ik zat zelf in de CDNA destijds en we hebben vaak gediscussieerd over tristis. Ik was toen al van mening dat tristis geen dwaalgast was en velen met mij dachten er toen ook zo over; de Engelsen deden er toen ook al niets mee. Ik schatte de status in als vrij zeldzaam. Nils ging toen criteria opstellen, het werd internationaal toch weer een issue en daarna werd het weer een zwaar ding. Geluid opnemen en indienen dus. Ai, dat was niet mijn opzet :-)
Waarom denk ik persoonlijk dat je de vogel boven ook zonder geluid als tristis kunt bestempelen? Wellicht is het goed om ook de andere mooie foto's van Eric Menkveld erbij te halen: http://texel.waarneming.nl/soort/photos/765?from=2011-11-19&to=2011-11-19.
Volgens mij is dit met de huidige kennis tristis- of ik heb iets gemist? Eenvoudig omdat abietinus op een aantal cruciale onderdelen geel- of groentinten zou moeten hebben, waar deze vogel bruingrijs of grijsbruin is (kop, mantel, stuit). Onze vogel heeft zelfs een grijze stuit, het enige beetje fletsgroen heeft de vogel op de randen van de hand en armpennen en de staartpennen. In de schaduw was de kleur overigens beter te beoordelen als de bruintinten wat meer tot hun recht kwamen. De tarsi zijn glimmend zwart van boven, ook de snavel is glimmend zwart, op de donkerbruine snijrand na. Ook de rossig bruine zweem op de wangen is goed voor tristis, net als de brede lichte tertialzomen en wittige onderstaartdekveren. Volgens de Dikke Duif (Avanced ID Bird Guide, state of the art toch?) tristis.
Exact het type tjiftjaf als op de foto heb ik in Nederland tweemaal horen zingen als een Siberische tjiftjaf (Huizen april 1986 en Texel, oktober 1989). Verder zien de honderden tristissen die ik in Kazachstan heb gezien (weliswaar in mei) er allemaal in de basis uit als de vogel hierboven, overigens met verrassend weinig variatie in kleed, roep en zang, maar dit terzijde). En dus geloof ik dat op grond van mijn eigen ervaring dat je tristis ook op kleed kunt herkennen. In het veld zie ik het ook altijd meteen dat het raak is; deze vogel vond ik bijvoorbeeld op zicht, pas later riep hij.
De zogenaamde "grey-and-white chiffchaffs", waar soms over gesproken wordt, de spooktjiftjaffen zullen we maar zeggen, zijn volgens mij bleke tristissen.