Correctie: IOC heeft deze (nog?) niet gesplitst: "Recognition pending formally published paper". Cornell/ebird/Birds of the World heeft deze ook (nog?) niet gesplitst. Het CSNA is wat doortastender en heeft 'm al wel gesplitst ;)

Het CSNA splitst ook nog een derde soort; Striated Scrub Warbler, maar hiervan is het voor mij onduidelijk of die ook in de 'oude' WP (volgens BWP) voorkomt. Volgens BWP komt grisea voor in het (noord-)westelijk deel van Saudi-Arabië, maar niet binnen de grenzen van de 'WP sensu BWP' en is daarmee extralimital. In HWPB wordt grisea echter gelumpt in striata  en wordt de verspreiding een stuk noordelijker aangegeven, tot ruim binnen de grenzen van de 'WP sensu BWP'. Ook wordt in HWPB aangegeven dat Striated Scrub Warbler zou voorkomen in Irak (tussen de Eufraat en Tigris), maar hier heb ik geen bewijs voor kunnen vinden en is waarschijnlijk foutief. De soort komt echter wel als dwaalgast (mogelijk zelfs broedvogel) in noord-oost Irak voor (2016) en dat moet dan haast wel striata betreffen. Als iemand meer informatie heeft over Striated Scrub Warbler in de 'WP sensu BWP' hoor ik dat graag.

Dit lijkt het enige geval in Irak te zijn voor Striated Scrub Warbler. Gezien de nabijheid van voorkomen in Iran, lijkt het aannemelijk dat het voorkomen in Irak regulier is. 

Als je kijkt naar de grens van tussen Levant en Striated in Saudi-Arabië, dan is dit geval in Hanak duidelijk een Striated (rode flank). Dit geval bij Hail lijkt me een Levant te zijn (erg duidelijke koptekening en buffe bovendelen en flanken).

Dit betekent dat het kaartje van HWP niet klopt, maar dat het langs de westkust nog spannend is of Striated de (oude) WP grens haalt. En anders moeten we in Irak op zoek ;) 

Al die splits van soorten met een groot verspreidingsgebied en meerdere variatie van de verschillende taxa voelen toch vaak niet echt goed als split. Recent die Vinkensplit, Tjiffen (behalve Iberische misschien), Braamsluipers (wordt dus misschien weer teruggedraaid). Het is het allemaal niet in mijn optiek en het blijken dus meermaals “tijdelijke” soorten.

Taxonomie is werk in uitvoering, en is nooit af. In de tussentijd is het vooral de vraag of een split/lump voldoende is onderbouwd. De vinkensplit is gebaseerd op genomic DNA, morfologie en zang; dit lijkt mij solide. De tjiftjaffen worden actief bestudeerd, waardoor de losse eindjes in het oosten en zuid-oosten hopelijk spoedig worden weggewerkt. Van de braamsluipers is alleen het mtDNA grondig bestudeerd en dat liet behoorlijk veel structuur zien. Een goede studie van de variatie zang (in aantocht) zal hopelijk de soortgrenzen verhelderen. Ook Winterkoning, Goudhaan en Waterpieper bevatten vrijwel zeker meerdere soorten. Het wachten is op meer taxonomische data.

Met meer funding en (getrainde) mankracht zal het allemaal een stuk sneller kunnen gaan.

Er loopt ook een Braamsluiper genoom studie.