Joost doet een beroep op ons gezond verstand, maar ik zie een redeneerfout: de aanname dat een hybride/backcross eerst moet worden uitgesloten voor je het beest een lanceolata mag noemen.
A priori, dus voordat ook maar één kenmerk van dit beest is bekeken, is in West Europa een naevia natuurlijk het meest waarschijnlijk. De nulhypothese is een naevia, en de bewijslast ligt bij diegenen die het een lanceolata noemen.
In West Europa (en wereldwijd), is een hybride/backcross nog minder waarschijnlijk dan een pure lanceolata. Er zijn immers geen gevallen van hybridisatie bekend (en zelfs al zou er hybridisatie zijn, dan zijn er nog steeds veel meer pure vogels dan hybriden). Anders gezegd, bij een vogel die geen pure naevia is, is de nulhypothese een lanceolata. De bewijslast ligt bij diegenen die het een hybride/backcross noemen.
Dus in W Europa geldt: naevia > lanceolata > hybride/backcross.
Nu deze vogel: het is geen pure
naevia omdat ie
lanceolata-mtDNA droeg. Blijft over
lanceolata of hybride/backcross. Het ligt dus voor de hand om de bewijslast te leggen bij degenen die het een hybride/backcross noemen, want dat is a priori het minst waarschijnlijk van alle opties. (cf Russell's Teapot; cf 'extraordinary claims require extraordinary evidence')
In de praktijk redeneren 'wij vogelaars' vaak zo, maar helaas niet altijd. Omdat een pure lanceolata (of andere zeldzaamheid) het meest 'gewild' is in dit rijtje, lijkt het erop dat sommigen de redenering gedeeltelijk omdraaien en daarmee ook de burden of proof:
naevia > hybride/backcross > lanceolata
("het is theoretisch denkbaar dat het een hybride/backcross is, en zolang dat niet is weerlegd mag je het geen lanceolata noemen".)
Fout! Volgens deze redenering kun je elke lastige zeldzaamheid wel afvoeren als we eerst een (nooit-gedocumenteerde) hybride moeten uitsluiten. "Mongoolse Pieper? Bewijs eerst maar dat het geen hybride is!"
TL;DR. Het is belangrijk om bij zeldzame soorten (en nog extremere varianten) te denken in termen van nulhypothesen. De burden of proof hoort te liggen bij de minst waarschijnlijke optie. Een hybride/backcross naevia x lanceolata is a priori veel minder waarschijnlijk dan een pure lanceolata dus het is niet rationeel te verlangen dat een hybride/backcross eerst wordt uitgesloten voordat je de Maasvlaktevogel een lanceolata mag noemen.