Why not a Little?

What are those short legs still an extremely useful feature for this species..

Hier https://www.artportalen.se/Image/1687017 meer plaatjes, ik blijf het een uitdaging vinden.

Heb je dit gelezen. Max? http://birdingfrontiers.com/2016/09/29/juvenile-red-necked-stint-in-norway

Ja, en ik zie ook wel wat betreffende de structuur enige gelijkenis (korte poten, langgerekt) maar alle veren zijn geruid (ipv de vogel in dat stuk), dus hoe doen ze dat dan?

De contrasterende teugel (met typische vorm), wang en kruin lijken mij nog steeds opvallend t.o.v. een 1ew/ad w kleine.

Rødhalset Ryle med almindelige Ryler. Check også Ronnies smukke nærbilleder! Her ses fuglen, som man normalt ser den på´lokaliteten - på afstand med en flok Almindelig Ryler, og den er overraskende svær at pille ud (det er rylen længst til højre). Størrelsen er kun lidt mindre end de Almindelige Ryler, og foruden dette er det meget kortere næb påfaldende; kortere end Dværgrylens. Kropsformen er kompakt med ret stort hoved og udposet undergump, der måske pustes ekstra op i det for arten nok kolde vejr (den burde være i Thailand nu), hvorfor det langstrakte bagparti var svært at erkende idag. Fuglen er en 1K, der har udskiftet ryg- og skulderfjerene med 1. vinterfjer, der i forhold til Dværgryle har smallere mørke tegninger omkring skaftestriben. Desuden er de juvenile tertiærer lysere og med svagere lyse rande end hos Dværgryle, hvor de er sortbrune med oftest varmt tonede og bedre afsatte rande.

Fuglen er set på en strækning på ca. 1 km , fra et stenrev udfor p-pladsen ved Skogsvägen mod syd til området nord for den lille havn ved Mellbystrand, hvor den stod fint midt på dagen idag (efter at have huseret på førstnævnte rev tidligere på dagen).     

Klaus Malling Olsen, Danmark / Ronny Svensson

Netfugl.dk

Ik ben het wel enigszins met Max eens. Het verhaal van de noorderlingen heeft een zeker "cirelredeningerings-gehalte", dat je in Nederland ook wel hoort: "Als het er een is, dan zie je het zó !". Dat is waar (bjivoorbeeld bij een Kleine Sprinkhaanrietzanger), totdat blijkt dat het er geen was (geweest).

De pootlengte. De tarsus (van de strandloper in kwestie), in volgens mijn -misschien volledig verouderde ("Shorebirds", 1986)- informatie ligt met 18-21 mm niet zo heel ver weg van de 19-23 mm die daar wordt aangegeven. De gegevens lijken op een zekere overlap te duiden.

Aan de hand van de gepresenteerde gegevens zou ik niet al te zeker willen zijn over de zekerheid van de determinatie aan de hand van de pootllengte!  Verder kenmerken zie ik nog niet zo gauw!

Als iemand het beter weet, graag !

Ik heb geprobeerd het te vertalen maar dat lukt slecht. Wat ik vertaald krijg gaat over waarnemingsomstandigheden en niet over kenmerken.. ik heb in het (late) najaar vaak geprobeerd van een ontdekte Kleine iets zeldzamers te "maken", gealarmeerd door afwijkende dingen die ik aan zo'n vogel zag (kruintekening, afwijkende structuur) en geleerd hoe variabel Kleine in dit soort kleden kan lijken....

Hier nog anderhalve pagina vol met deze Roodkeel; https://www.artportalen.se/Media/Taxon/233804/SortOrder/SortBySighting/1

Met excuus!

Ik dacht dat ik mijn reactie had ingeslikt, maar nu zie ik dat-ie toch gepost is.  Eigen schuld! Dat was -om half drie 's nachts- niet helemaal de bedoeling, na nadere bestudering van de plaatjes.

Dat van die pootlengte (overlap), dat staat overigens nog steeds. Op de foto op de site is beoordeling van de pootlengte zo goed as onmogelijk. Bij de verdere foto's is het nog steeds moeilijk....

Er had -in mijn reactie- moeten staan: Kleine Strandloper: 19-23 mm; Roodkeelstrandloper: 18-21 mm.  Zonder enige statistische achtergrond (aantal ? standaardafwijking ? ) hebben deze getallen weinig betekenis.

De conclusie: "zie je wel: korte pootjes" is met de getallen die mij ter beschikking staan volgens mij maar matig rerechtvaardigd.  

https://www.artportalen.se/Image/1686212

Het is iig geen eerste winter Wim zoals ze deze wel bestempelen. De vogel laat geen juveniele inner medians zien (geen veertje met een bruin randje te bekennen..) Alles is verder van het adulte type dus kijken we naar een adult.

Leeftijdsbepaling a.d.h.v. juv. upper scaps en tertial op 2de foto bovenstaande link.

Ja dat lijkt toch wel op wat juveniele veertjes idd. Niet opgevallen helaas en dus een zeer nuttig plaatje. Zo zie je maar weer dat je ook zonder dat plaatje niet al te stellig moet zijn..

Klinkt best duur, "inner medians" en "upper scaps", oftewel de binnenste middelste dekveren en bovenste schouderveren. Veel gewone Hollandse vogelaars weten al niet waar die zitten, laat staan wanneer determinatiegoeroes ze steevast (en onnodig) in het Engels bezigen. Cor van de Laak zou zeggen: "De mensen weten het niet meer!"

Op waarneming.nl zal ik het niet snel doen, maar bij deze DB (Dutch Birding..) site waar ze niet onbekend zijn met de Engelse vogeltaal dacht ik dat het wel zou kunnen. Gelijk even een mooi bruggetje naar "ons" blad waarin je helaas alleen de samenvatting van een artikel in het Nederlands kan lezen(en dus zeer veel relevante info mist). Maar al te vaak hoorde ik na mijn/ons laatste artikel van veel mensen of het ook ergens in het Nederlands te lezen was omdat jargon in het Engels niet te doen is (ik had achteraf dus beter moeten weten en had idd geen Engelse benaming moeten gebruiken onder deze foto!).

Hier de vertaling van bovenstaande Deense bijdrage:

Roodkeelstrandloper met bonte strandlopers. Check ook de mooie detailfoto's van Ronnie. Daarop zie je de vogel zoals je strandlopers normaal ziet op deze plek, op afstand.

Het is bijzonder lastig om de vogel eruit te pikken - maar het is de strandloper uiterst rechts in beeld. De vogel is iets minder groot dan een kleine strandloper en de veel kortere snavel is opvallend. Deze is korter dan de snavel van de kleintjes. De vorm van het lichaam is compact, met een grotere kop en een dik achterlijf. Het achterlijf bij dit exemplaar is wellicht wat meer opgezet dan normaal, daar de vogel het mogelijk koud heeft - deze hoort nu immers in Thailand te zijn. Mede hierdoor was het lastig de ‘langgerektheid’ van het achterlijf goed te in te schatten. De vogel is een 1e kj; de juveniele  rug- en schouderveren zijn vervangen door het winterkleed, die in vergelijking met het winterkleed van de kleine strandloper donkerder getekend zijn. Bovendien zijn de juveniele tertails lichter en hebben ze zachte-lichtere randen dan die van de kleine strandloper. Bij deze soort zijn ze zwart-bruin, met veelal warmere getinte en scherper afgebakende randen.

De vogel is waargenomen over een afstand/strekking van ca 1km, bij een steenkribbe bij de  parkeerplaats aan de 'Skogsvägen' (naam weg), in zuidelijke richting, in de omgeving ten noorden van het haventje bij Mellbystrand. De roodkeel was hier vandaag vanaf halverwege de dag aanwezig - het kwam waarschijnlijk van de eerder vermeldde plek.

Peter, veel dank, ik weet nu eindelijk waarom en hoe ze de vogel determineren.  Wel zit de vogel volgens mij tussen Bonte Strandlopers, ipv Kleine.

Ah, dank je Max. Bontjes ipv kleintjes. Zo goed is mijn Deens dus nog niet ;-)

De vogel word dus qua ID vergeleken met Bonte Strandlopers en niet met Kleine Strandlopers. Dan rest nog steeds de vraag waarom het een Roodkeel is (logisch dat ie kleiner is met een kleinere snavel.....)

@Leo: Er wordt gezegd dat de vogel iets kleiner is dan de Bonte Strandlopers (Almindelige Ryle) waar hij tussen zit.

Alle andere vergelijkingen (snavelgrootte, winterkleed en juveniele veren) worden met Kleine Strandloper (Dværgryle) gemaakt.

Ik wist zo niet waar dit te plaatsen, maar ik kwam deze toch wel leerzame video tegen die ik jullie niet wilde onthouden. Wel in het Engels overigens ;)