DB Actueel Online

Op gezette tijden wil de website aandacht besteden aan actuele ornithologische fenomenen. De Nederlandse vogelaars worden (gelukkig maar) nog regelmatig verrast. Door een influx van een bepaalde soort of bepaalde soorten, door een uiterst zeldzame soort waarvan de meeste vogelaars nog niet eens de juiste Nederlandse naam weten, door onverwachte determinatieproblemen en dergelijke. De kracht van dit medium is dat er direct en interactief ingegaan kan worden op deze spannende gebeurtenissen in het veld. Wat is er precies aan de hand? Wat is hier al van bekend? Is er al eerder over geschreven in Dutch Birding? Hoe denkt men in het veld hierover?

Kuhls Pijlstormvogel langs de Zuid-Hollandse en Zeeuwse kust op 25 oktober 2018

25 oktober 2018  ·  Rinse van der Vliet, George Tanis, Thomas Luiten, Pim Wolf, Hans Matheve, Wouter Van Gasse, Joachim Pintens, Stijn Baeten & Bart Brieffies  ·  10674 × bekeken

Kuhls Pijlstormvogel (Calonectris borealis) vanaf telpost 'De Vulkaan'

In de ochtend van donderdag 25 oktober 2018 waren Sander Bik (SB) en Rinse van der Vliet (RvdV) bezig met de dagelijkse trektelling vanaf de zeetrek-dependance van telpost ‘De Vulkaan’ bij Kijkduin (Den Haag). De voorgaande dag had het stevig gewaaid (NW 6) en daar was deze ochtend nog een WNW 4 van over. Gelukkig was het zicht aanzienlijk beter dan gisteren, maar behalve een Vaal Stormvogeltje en een paar jagers was er boven zee nauwelijks beweging. Boven land was dat wel anders door de bijna constante stroom Kramsvogels welke alle aandacht van SB opslokte. Enigszins jaloers nam RvdV de ondankbare taak op zich toch over zee te blijven turen. Inmiddels was ook Rob Berkelder aangesloten die even daarvoor nog op de reguliere telpost had gestaan, maar toch had besloten bij ons te komen staan. Heel kort daarna rond 10:00 uur kwam op circa 700m. afstand een laag keilende toch wel heel duidelijke Kuhls Pijlstormvogel het telescoopbeeld van RvdV binnenvliegen. Na enige ongelovige seconden hadden ook SB en RB de vogel in beeld. Deze bewoog zich tergend langzaam(!) in zuidwestelijke richting, daarbij op klassieke wijze heel laag kleine boogjes keilend en daarbij bijna continu lastig gevallen door een adulte Stormmeeuw. Na enkele nerveuze minuten(..) lukte het RvdV eindelijk de vogel te phonescopen, pff…, stijf van de adrenaline werd de waarneming (via via) als Calonectris spec. (maar vast een Kuhls) de wereld in geslingerd. Tien minuten later zagen Hans Reijke en Ton van Schie de vogel vanaf de kust ter hoogte van Monster.

Rinse van der Vliet


Kuhls Pijlstormvogel  Calonectris borealis, Telpost De Vulkaan, 25 oktober 2018 (Rinse van der Vliet)

Kuhls Pijlstormvogel Calonectris borealis, Westkapelle, 25 oktober 2018 (Thomas Luiten)

Kuhls Pijlstormvogel Calonectris borealis, Westkapelle, 25 oktober 2018 (Thomas Luiten)

Kuhls bij de Maasvlakte

Op donderdag 25 oktober 2018 kreeg ik rond 10:20 vrij snel achter elkaar twee appjes (MaVla-groep) en een DB-Alert van een naar zuid vliegende Kuhls Pijl; ontdekt bij Kijkduin (Rinse van der Vliet e.a.) en even later vliegend langs Monster. Ik realiseerde me direct dat dit richting Maasvlakte was. Op dat moment bevond ik me in Rozenburg (ZH). Gelukkig was ik vrij snel in staat om naar de Maasvlakte te kunnen rijden, maar was wel bang dat ik toch te laat de kust zou bereiken, want pijlstormvogels kunnen immers snel vliegen ….

Net voor 11:00 kwam ik bij de telpost MaVla-2 aan, waar opvallend genoeg niemand stond. Wel zag ik Corné Stam in zijn auto zitten, die net wilde wegrijden. Ik vroeg of hij over zee had gekeken en iets gezien had. Hij was niet op de hoogte van de Kuhls en had die ook niet gezien. Ik liep snel naar de telpost en scoopte de horizon af van west naar noord. Bijna direct pikte ik de pijl op en Corné sloot aan. Vanuit de Maasmond vloog deze rustig over het water naar west met lange glijvluchten, flapte af en toe en maakte soms een korte boog. Dit moet die Kuhls zijn! Bizarre timing, direct na aankomst de pijl in de scope … Dank aan allen die de berichten via DB-Alerts en MaVla-app zo snel deelden! De vogel kwam steeds dichterbij en vloog op relatief korte afstand < 1 km. (lastig in te schatten) langzaam voorbij, waardoor we de vogel vrij lang konden bekijken. Ook omdat de omstandigheden gunstig waren (wel bewolkt, maar goed zicht, geen regen, niet te veel en uit de wind), was een donker bruingrijze bovenkant en lichte onderkant goed zichtbaar. Zo ook werden lichte, maar donker begrensde ondervleugels gezien en kon de grootte goed worden ingeschat, doordat de vogel steeds werd achtervolgd door de wat kleinere Storm- en/of iets grote Zilvermeeuwen. Juist nadat de vogel om de hoek van de dijk uit beeld was verdwenen, kwamen er nog wat vogelaars aangerend; in de opwinding niet gezien wie dat waren, maar nadat ze hoorden dat de vogel net uit zicht was, trokken zij gelijk weer door (ik hoop naar Westkapelle).

Na wat ingetogen felicitaties met Corné gingen we beiden weer ons eigen weg. Het was fijn te horen dat andere vogelaars de vogel naderhand ook nog op andere locaties hebben waargenomen en tonen met name de foto’s en filmpjes van de waarnemers bij Westkapelle voldoende details om tot een sluitende identificatie te komen.

Bart Brieffies

Kuhls Pijlstormvogel bij Ouddorp

Om 10:11 krijg ik een appje ‘Kuhls Pijlstormvogel op 1 km langs de Zandmotor’. Bij het lezen van het appje bedenk ik me geen moment en vertrek direct naar de telpost waar ik om 10:30u arriveer. Om 11:07u berichte Bart Brieffies in de Mavla-app dat de vogel inmiddels langs ‘het kruis’ van Maasvlakte 2 vloog. Dat kon niet meer mis gaan! Tot 11:35 bleef de zee leeg totdat ik ver op zee(3 a 4 km) een groepje klooiende meeuwen opmerkte. Ik hield het groepje een tijdje in de gaten. Na een paar minuten zie ik een vogel traag door het groepje heen glijden. Dit kon wel eens de Kuhls zijn! De vogel vloog recht op de telpost af en hoe dichter de vogel naderde, hoe zekerder ik werd. Op 1 km boog de pijl voor de telpost af en volgde de Oosterse Bollen (zandbank) verder naar zw. Onwerkelijk deze soort onder deze rustige omstandigheden op de telpost te zien.

Rinse en de Vulkaantellers, bedankt!

George Tanis


Kuhls Pijlstormvogel Calonectris borealis, Westkapelle, 25 oktober 2018 (Thomas Luiten)


Kuhls Pijlstormvogel Calonectris borealis, Westkapelle, 25 oktober 2018 (Arjen van Gilst)

De Kuhls voorbij Westkapelle

Nadat het nieuws uit Den Haag zich landelijk had verspreid, toog een aantal Zeeuwse vogelaars naar de zeedijk van Westkapelle in de hoop de naar zuidwest vliegende Kuhls Pijlstormvogel op te pikken. Aanvankelijk werden de kansen laag ingeschat, maar toen de vogel ook vanaf achtereenvolgens de Maasvlakte (11:05 uur, Bart Brieffies en Corne Stam) en Goeree-Overflakkee (11:45 uur, George Tanis) werd opgepikt, steeg de spanning. Op de zeedijk van Westkapelle verzamelde zich bij het Kiek’uus een groep (voornamelijk Walcherse) vogelaars, die kennelijk allemaal vrij waren of ergens een gaatje in hun schema hadden kunnen vinden. Sommigen waren op tijd om een IJsduiker langs te zien vliegen, maar verder vloog er weinig over zee. Er stond dan ook maar weinig wind (WNW 3). De groep groeide uiteindelijk uit tot zo’n 20 man.

Ruim twee uur na de waarneming bij Ouddorp, om 13:57 uur, was daar het verlossende moment: Rob Sponselee pikte als eerste, nog zo’n twee kilometer ten noorden van het vuurtorentje, een laag tussen de golven vliegende pijlstormvogel op. Het was de Kuhls! Na enkele spannende ogenblikken had iedereen de vogel in beeld. Laag boven het water, met lange glijvluchten en soms een korte boog flapte de vogel op zijn gemak dichterbij, daarbij voortdurend lastig gevallen door een Geelpootmeeuw en enkele Kleine Mantelmeeuwen. Uiteindelijk passeerde de vogel de zeedijk op ongeveer 500 meter afstand. Ter hoogte van het vuurtorentje landde de Kuhls enkele malen kort om iets van het water te pikken, maar uiteindelijk koerste de vogel rustig en gestaag in zuidwestelijke richting verder.

Dankzij de lange waarnemingsduur is de vogel door alle aanwezigen uitgebreid bekeken, en dor enkelen ook gefotografeerd of gefilmd. De belangrijkste uitdaging was om Scopoli’s Pijlstormvogel (C. diomedea) uit te sluiten. Dankzij de korte afstand, de lange waarnemingsduur (tien minuten) en de prima weersomstandigheden was het meest cruciale onderscheidende kenmerk, het patroon op de onderhandvleugel, goed te beoordelen. De buitenste handpennen waren egaal donker gekleurd en misten de witte binnenvlaggen (‘vingers’) die bij een Scopoli’s zichtbaar zouden moeten zijn. Het witte deel op de onderhandvleugel was beperkt tot de dekveren en werd strak begrensd door donker gekleurde handpennen. De bovenzijde toonde vrij egaal donker met weinig kleurverschillen en zonder een sterk contrasterende diagonale donkere band over de bovenvleugels. De kop was iets donkerder dan de hals en de overige bovendelen, vooral rond het oog waardoor onder sommige hoeken een donker pterodroma-masker aanwezig leek. Ook het grote formaat (slechts 10-15% kleiner dan de meevliegende Geelpoot- en Zilvermeeuwen), de tamelijk zware bouw met dikke nek en forse snavel pleiten voor Kuhls. De manier van vliegen, traag en ‘relaxed’, met meestal 3-5 vleugelslagen afgewisseld door lange glijvluchten sluit Scopoli’s niet uit maar is wel klassiek voor het borealis-diomedea-complex.

Gealarmeerde zuiderburen wisten de Kuhls vervolgens op verschillende plaatsen langs de Belgische kust op te pikken, onder andere bij Wenduine (16:40 uur) en bij Oostende (17:25). Kennelijk heeft de vogel vervolgens voor de Belgische kust overnacht, want op vrijdag 26 oktober om 10:00 uur werd de vogel gemeld voor de kust van De Panne, nabij de Belgisch-Franse grens.

De datum voor de afterparty volgt nog…

Thomas Luiten & Pim Wolf

Grote vreugde op de telpost van Westkapelle (Floor Arts)

De Kuhls voorbij Wenduine

Toen de vogel bij Westkapelle gemeld werd, leek ons de kans toch wel reëel dat hij ergens langs de Belgische kust op te pikken moest zijn. Stijn Baeten, Wout De Rouck en Rens Hendrickx waren in de omgeving van Zeebrugge bosjes aan doen, en hadden halsoverkop besloten om vanaf het uitkijkpunt in Wenduine over zee te gaan kijken. Elie Coremans en Joachim Pintens zaten bij de biep van Westkapelle nog in de les, die ze pas bij de volgende pauze mochten verlaten… Om 15u konden ze dan eindelijk vertrekken vanuit Gent richting Wenduine, een uur later dus. Iets na 16h vervoegden ze zich bij wat later de Wenduine crew genoemd zou worden, in volle afwachting van de Kuhls die toch stilaan zou moeten passeren!

Omstreeks 16u30 zei Stijn voorzichtig alarmerend “Ow, wa’s da”, en ja hoor: ten noorden van het uitkijkpunt zagen we een laagvliegende, donkere vogel ver boven zee, achtervolgd door enkele meeuwen. De allereerste indruk was een juveniele jager, met een donkere bovenzijde. De vogel wisselde lange glijpauzen af met enkele diepe slagen. Regelmatig keilde de vogel, waarbij de lichte ondervleugels, buik en borst sterk contrasteerden met de egaal donkere bovendelen. Eenmaal wat meer gedraaid viel de jager optie af, de vogel ontbeerde de gespierde, geblokte indruk die jagers geven. Hij vloog laag over het water, slechts enkele malen maakt hij een hogere bocht (meer dan 5 meter boven het wateroppervlak). Geregeld verdween hij achter een golf en zagen we hem even niet, ondanks de kalme zee en hoogte van ons uitkijkpunt. De vleugels waren lang, bij het glijden licht gehoekt en neerwaarts gebogen. Gezwind bewoog de vogel zich verder in zuidwaartse richting, waarbij we afwisselend de bovenzijde en onderzijde te zien kregen. De vlucht leek moeiteloos. Enkele achteloze, maar diepe slagen, afgewisseld met glijvluchten van 10-20 meter. De meeuwen konden dit tempo echter niet volgen en haakten af. De vogel bevond zich ondertussen op 12h, dus dichter kwam hij niet. Nog steeds op grote afstand. In profiel duidelijk een pijlstormvogel van het grotere type. Geen lange nek en staart, die jonge en immature Jan-van-Genten uitsluiten. Tijdens de glijvluchten vielen de duidelijk neerwaarts gebogen, licht gehoekte vleugels goed op. De bovendelen leken egaal donkerbruin te zijn. Het donkere weer zat er wellicht wel voor iets tussen. Door de afstand en de belichting geen lichte tekening op de bovenstaartdekveren kunnen zien. De onderdelen waren duidelijk ongetekend. Geen vlek op de buik te zien, noch diagonaalbanden in de oksels. Dit laatste kan natuurlijk lastig te zien zijn op dergelijke afstand. Door de afstand was de tekening op de onderzijde van de hand ook niet goed vast te stellen. Grootte-inschatting moeilijk. Was aanzienlijk groter dan de kokmeeuwen die erachter zaten. Niet in rechtstreekse vergelijking met grotere meeuwen gezien.

Finaal vloog de vogel gestaag verder, zo nu en dan achterna gezeten door enkele meeuwen. Het was bijna 16u50 toen de vogel werd losgelaten, ergens ter hoogte van De Haan. Nadien is hij nog opgepikt in Oostende door Hans Matheve, en werd hij daar ook nog gezien door Joachim en Elie, die na het verlaten van het uitkijkpunt nog snel doorgereden waren naar Oostende in de hoop hem daar nog wat beter te zien.

Joachim Pintens & Stijn Baeten

De Kuhls voorbij Oostende

Een langs vliegende Kuhls Pijlstormvogel ergens halfweg Nederland: leuk, maar weer over tot de orde van de dag (werk). Na de melding van dezelfde vogel langs de Maasvlakte en vervolgens Ouddorp begon het bij enkele Belgische vogelkijkers toch al wat te kriebelen. Zouden we preventief vertrekken of toch nog eerst de passage langs Westkapelle afwachten? Het werd het laatste, want het blijft toch wat gissen of de vogel effectief langs de Belgische kust komt vliegen... Wanneer de vogel in Westkapelle opgepikt én als echte Kuhl's herkend werd, ging het plots snel: vertrekken!

Mijn plan om samen met Johan op de Westdam in Zeebrugge de vogel op te wachten werd snel veranderd door een binnen gelopen bericht dat de vogel reeds Zeebrugge (trektelpost Fonteintjes) zou zijn gepasseerd. Dan maar naar Oostende! Anderen opteerden om hun kansen in Wenduine te wagen. Toen volgden minuten/uren van wachten en speuren over een quasi lege zee, tot het verlossende telefoontje van Wenduine dat ze hem hadden! Dit moest lukken, ik kon Wenduine gewoon zien liggen. Alsof het nog niet akelig genoeg was of ik hem al dan niet zou kunnen oppikken schoof de vogel naar mijn aanvoelen tergend langzaam op. Waar bleef die nu, gvd!

De opluchting was dan ook groot toen ik hem vanop afstand kon oppikken. Het duurde niet lang of hij werd lastig gevallen door meeuwen en werd dan ook kwijt gespeeld. Gelukkig kon ik de vogel wat later en dichter bij de dam terug oppikken en blijven volgen tot hij pas rond 17u25 echt passeerde langs de dam. Zo traag ging hij, dat twee waarnemers van Wenduine de vogel opnieuw konden zien in Oostende.

De vogel kon langdurig bekeken worden en was quasi constant zichtbaar. Vaak lastig gevallen door meeuwen waarmee de grootte kon vergelen worden, vaak glijdend met lange slanke en gehoekte vleugels, maar ook geregeld actief vliegend door het ontbreken van wind. Hoewel duidelijk herkenbaar als een Kuhl's/Scopoli's, was het in Oostende helaas niet mogelijk om kenmerken te zien die de ID op soortniveau toelaten.

Het traject van de vogel en de aangehouden snelheid (ca 20km/u) kloppen perfect om er van uit gaan dat het één en dezelfde vogel betreft.

Bedankt aan de ontdekkers en iedereen die heeft bijgedragen aan de vlotte communicatie!

Hans Matheve

Over een afstand van 130 kilometer (Den Haag tot Oostende) kon op zeven verschillende locaties de Kuhl's Pijlstormvogel worden opgepikt. Vier locaties in Nederland en drie locaties in België. Van Den Haag tot aan Westkapelle was de gemiddelde snelheid 21km/h.

The day after

Gisteren moest ik werken en geraakte ik helaas niet weg om de Kuhls op te wachten aan de Belgische kust. Balen, maar niets aan te doen.

Net voor ik ging slapen kreeg ik plots de ingeving dat, de gemiddelde snelheid van de vogel in acht nemend, de vogel niet veel verder dan Oostende moet geraakt zijn voor het donker werd. Als er dan op zee overnacht word bestaat er dan toch nog een extreem kleine waterkans dat de Kuhls nog een deel van onze kust moet passeren. Genoeg voor mij om toch mijn kans te wagen, en met hoop maar weinig verwachtingen ben ik dan toch maar naar De Panne gegaan.

Na een tijdje turen over een vrij lege zee had ik eigenlijk de hoop al opgegeven. Dan, om 09u46, kreeg ik niet ver achter de branding een keilende vogel in beeld. Dit kan niet, het is de Kuhls! Volledig in extase probeerde ik enkele mensen te bellen via siri om het te melden, want ik wilde de vogel niet uit het oog verliezen. Hoeveel geluk kan een mens hebben. Op dit moment was het water op zijn laagst en de vloedlijn dus nog een eind van mij weg, maar de vogel vloog niet ver achter de branding en zat heel de tijd binnen 500m. Door de tele was de Kuhls echt zeer goed te zien, de kleur van de snavel kon ik bij momenten zelfs zien, en wat een fors beest, een pak groter dan een stormmeeuw die even passeerde. De donkere handpennen, welke ze in Westkapelle goed hadden gezien, vielen zeer goed op. Enkele filmpjes gemaakt, maar deze zijn niet van super kwaliteit, maar de Kuhls staat er op, vooral om het toch te kunnen bewijzen. Op zijn gemak vloog de vogel zeer langzaam naar in zuidwestelijke richting met steeds enkele vleugelslagen makend om dan een eind laag over de golven te glijden, steeds maakte hij dan een hoge boog naar noord en begon opnieuw. Dit heb ik een half uur lang kunnen bewonderen en op die tijd was de vogel nog geen 200m opgeschoven naar zuid. Aangezien de vogel niet ver achter de branding zat besloot ik mijn kans te wagen om naar de vloedlijn de gaan om daar wat foto’s te proberen nemen. Helaas heb ik de vogel daar niet meer gevonden en daarna niet meer gezien.

Wat een dag was dit! Goed gegokt en gewonnen. Ik geloof het zelf nog steeds niet goed. Dit was echt een memorabele onvergetelijke waarneming!

En zoals Hannibal Smith zou zeggen: “I love it when a plan comes together”.

Wouter Van Gasse

Indien aanvaard betreft dit de zesde zekere Kuhls Pijlstormvogel en de eerste die langsvliegend is gedocumenteerd. De eerdere 5 gevallen betroffen allen vondsten. De circa 30 eerdere meldingen van Calonectris spec. (waaronder elf aanvaarde gevallen) konden door de afstand en het ontbreken van beeldmateriaal nooit tot op soort gedetermineerd worden.

Discussie

Toy Janssen  ·  25 oktober 2018  21:14

Wordt nog aangevuld met de verhalen uit Westkapelle.

Ben Wielstra  ·  25 oktober 2018  21:44

Buitengewoon strakke actie.

George Sangster  ·  25 oktober 2018  21:51, gewijzigd 25 oktober 2018  22:38

Inderdaad een mooie actie van zowel de vogel als de waarnemers.

Wel opvallend dat die Nederlandse en Belgische meeuwen zo xenofoob reageerden. Dat is mij op Madeira en de Canarische Eilanden bij de desbetreffende meeuwen nooit opgevallen.

Overigens is naar de vliegsnelheid van pijlstormvogels, stormvogeltjes en albatrossen een mooie studie gedaan. Gratis pdf.


Max Berlijn  ·  25 oktober 2018  22:29, gewijzigd 25 oktober 2018  22:30

Zijn er nog mensen die (op tijd) zijn gaan rijden? Ik zie bijv wat Utrechtse namen (Rogier K)?? Indien zo, helden!

Peter de Vries  ·  26 oktober 2018  07:49

Op hetzelfde moment dat deze vogel langs de Nederlandse kust vloog werd een Kuhls gezien vanaf Helgoland. Deze vogel vloog om 11:40 uur vanuit het zuiden naar het oosten.

Leo Stegeman  ·  26 oktober 2018  09:15

Gefeliciteerd Rinse en anderen!! Bijna 32 jaar geleden (26-10-86) zag ik de eerste (aanvaarde) Kuhls spec voor Nederland. Het heeft lang geduurd voordat de eerste langsvliegende en op soort te determineren Kuhls fotografisch is  vastgelegd. 

Remco Hofland  ·  26 oktober 2018  10:02

@Max: Rogier was op vakantie op Walcheren en viel dus met zijn neus in de boter. Johan van 't Bosch en ik hadden het kunnen halen (Ouddorp én Westkapelle) maar iig ik had teveel te doen op t werk ... wel goed om te weten dat ze 21 km/u vliegen voor die tweede die ongetwijfeld een dezer dagen terugvliegt naar West-Afrikaanse wateren ....

Guus Jenniskens  ·  26 oktober 2018  10:10, gewijzigd 26 oktober 2018  10:11

En om het af te maken, zojuist (10:01uur) langsvliegend langs het zuidelijkste gedeelte van de Belgische kust, De Panne - De Westhoek.

Johan van 't Bosch  ·  26 oktober 2018  11:32

Theoretisch had volgens mij iedere zeer pro-actieve twitcher die van gokken houdt en binnen 3.5 uur rijden van Westkapelle woont deze vogel kunnen zien. Mits je op dat moment een auto en apparatuur bij de hand had en meteen in de auto was gesprongen na de melding bij Kijkduin.

Nou hoor ik zelf meestal niet bij de zeer pro-actieve twitchers.... ;-)

Johan van 't Bosch  ·  26 oktober 2018  11:36

Dan nog over de identificatie. De beelden zijn zeer suggestief voor Kuhls. Maar ik kan me ook herinneren dat we op de West Africa Pelagic een paar jaar geleden de id lastig vonden. Zelfs van vrij dichtbij. En dat op goede foto's bleek dat beesten die we initieel voor Kuhls hadden gehouden toch Scopoli's waren. Belichting speelde daarbij ook een rol. Ik hoop dat de beelden van met name Arjan van Gilst en Thomas Luiten inderdaad goed genoeg zijn om de determinatie volledig rond te krijgen.

Max Berlijn  ·  26 oktober 2018  11:41

Ik had eigenlijk nooit gegokt dat die de hele route zo dicht bij de kust zou blijven.... les voor later?

Rinse van der Vliet  ·  26 oktober 2018  12:19, gewijzigd 26 oktober 2018  14:29

Dat gebeurt ook zelden Max. Vooral buisneuzen vliegen niet vaak langdurig parallel aan de kust.

Thomas Luiten  ·  26 oktober 2018  12:46

Voor zover ik weet is het überhaupt de eerste keer dat we een langs Zuid-Holland over zee vliegende vogel weten op te pikken bij Westkapelle. Het zijn vaak totaal verschillende werelden. In België oppikken wat langs Westkapelle vloog, gebeurt dan wel weer geregeld.

Jan Hein van Steenis  ·  26 oktober 2018  13:59

Vanaf de melding bij Ouddorp had Brabant toch leeg moeten stromen... (voorzover geïnteresseerd en niet aan het werk).

"Gelukkig" was ik écht te ver weg.

Folkert Jan Hoogstra  ·  26 oktober 2018  18:15

Heel gaaf mannen! Buitengewoon jaloers.


Met welke apparatuur zijn deze filmpjes eigenlijk gemaakt? 

Toy Janssen  ·  26 oktober 2018  18:37

Verslag van Westkapelle en Oostende zijn toegevoegd.

René van Rossum  ·  26 oktober 2018  19:03

Dit wil je ... en wat een leuke filmpjes en foto's ! GEFELICITEERD aan allen !

Bij Katwijk aan Zee (telpost Savoy) zagen we op 14 september 2012 een Kuls/Scopli's Pijlstormvogel naar zuid gaan. Eerder was deze bij Egmond en Noordwijk gezien. Peter Spierenburg die bij Noordwijk, zo'n 4 km van Katwijk, zat melde dat de vogel eraan kwam ! Allemaal op scherp en binnen no time was de vogel in beeld ⚡️Zo'n 10 man heeft 'm toen gezien. Maar helaas niet af kunnen maken ... Maar er komt een dag dat ... 😁

Patrick Beirens  ·  26 oktober 2018  19:17

Kun je niet redelijkerwijs aannemen dat de vogels die in NW europa opduiken eigenlijk standaard allemaal Kuhls pijlen zijn ? Ok, er is een zeer zeldzame uitzondering. De vele 10.000 vogels die in Britse en Ierse wateren worden gezien blijken allemaal Kuhls te zijn.  Van een Grote Jager op een afstandje zou je dan ook kunnen zeggen dat je niet kunt uitsluiten dat het geen Zuidpooljager is?


Lennart Verheuvel  ·  26 oktober 2018  19:45

De Kuhls, eentje die voor mij net zulke pijnlijke herinneringen gaat geven als de grote trap van 2010. Normaal werk ik niet op donderdag, gisteren wel, normaal heb ik dan ook wel de auto bij me, gisteren niet en achteraf gezien had het ook allemaal gekund met OV... Wel een goede reden om weer braaf de uurtjes te maken bij Westkapelle, ook geen straf! Een felicitatie aan alle waarnemers en hopelijk komt ie ooit nog een keer langs (binnen 20 jaar ofzo)

Max Berlijn  ·  26 oktober 2018  19:59, gewijzigd 26 oktober 2018  20:18

Eens met Patrick, allemaal Kuhls tenzij anders bewezen lijkt mij een veel meer logische aanpak. Het voorbeeld van de Zuidpooljager is een hele goede. Nodigt ook weer meer uit om naar zee (terug, ik kom er na het zien van mijn Papduiker(s) na 2007 niet meer) te gaan.

Dick Groenendijk  ·  26 oktober 2018  20:43, gewijzigd 26 oktober 2018  21:02

Bijzonder gave waarnemingenreeks! Erg tot de verbeelding sprekend! Ik wil graag een nuance maken met betrekking tot de tekst “De circa 30 eerdere meldingen van Calonectris spec. (waaronder elf aanvaarde gevallen) konden door de afstand en het ontbreken van beeldmateriaal nooit tot op soort gedetermineerd worden.” De Kuhls Pijlstormvogel die op 8 oktober 2003 langs Het Westerslag op Texel vloog is wel degelijk door de waarnemers op taxon gedetermineerd. Het diagnostische handpenpatroon op de onderkant van de vleugels is herhaaldelijk door de waarnemers gezien en ook uitgebreid beschreven (je kunt het eventueel zelf nalezen in het tijdschrift van de VWG Texel, De Skor 2004 (3): 85-90). De toenmalige CDNA heeft echter de waarneming niet als borealis aanvaard, omdat gedacht werd dat je dit kenmerk niet in het veld zou kunnen vaststellen. Ikzelf ben overtuigd dat als de afstand niet te groot is, de omstandigheden verder goed zijn en je als waarnemer weet waar je op moet letten, dat het dan prima kan. Deze waarneming van gisteren is daar wat mij betreft een sterke ondersteuning van. 


En ook ik denk dat Patrick een punt heeft. We tellen allemaal Parelduikers, Grote Zee-eend en Stormvogeltjes (bijvoorbeeld) terwijl in het overgrote deel de zeldzame tegenhanger van die soorten in het veld nooit/nauwelijks is uit te sluiten.

Jan van der Laan  ·  26 oktober 2018  21:32, gewijzigd 26 oktober 2018  21:38

Arnoud merkte het al eerder op: Scopoli's broedt dichterbij Nederland dan Kuhls. Dus zo gek is het niet om alle Calonectrici in de Noordzee als spec te beschouwen, tenzij de diagnostische kenmerken worden gezien natuurlijk.

Rinse van der Vliet  ·  27 oktober 2018  10:14

Jan, je doelt, naar ik aanneem, op die mini populatie in ZW Frankrijk. Ik ben wel benieuwd naar recente (dit jaar, vorig jaar) info hierover. Iemand?

David Uit de Weerd  ·  27 oktober 2018  11:51, gewijzigd 27 oktober 2018  11:52

Niet alleen gezien, @Jan. Maar wat mij betreft ook fotografisch/per film vastgelegd voor het nageslacht. Want er zijn voorbeelden genoeg waarbij het menselijk brein 'fouten' maakt. Die subjectiviteit moeten we bij Grotere Pijlen op afstand niet willen hebben.

En iedereen van harte met hun Kuhls!

Vincent van der Spek  ·  27 oktober 2018  11:55, gewijzigd 27 oktober 2018  12:03

Ik ben wel gevoelig voor kijken welk taxon veruit het meeste voor de hand ligt, omdat je dan (nagenoeg) altijd goed zit bij de determinatie.

De vergelijking met parelduikers, grote zee-eenden etc van Patrick en Dick deel ik echter niet helemaal, omdat je dan bewezen veelvoorkomende soorten vergelijkt met hun extreem zeldzame tegenhangers (die zelfs nooit in NL zijn vastgesteld). 

Anderzijds is het wel zo dat we bij blauwstaarten niet actief Himalyan Bluetails uitsluiten, of bij Noordse Bos de gesplitte oostelijke taxa, dus enige mate van wat wel/niet voor de hand ligt wordt bij sommige taxa nu ook al meegewogen.

Zijn er bewezen gevallen van Scopoli in de Noordzee e.o.?

Albert Noorlander  ·  27 oktober 2018  11:58

Dan stel ik voor dat jullie je vrouwtjes Wintertaling niet meer als zodanig tellen want je kunt haast onmogelijk een vrouwtje Amerikaanse Wintertaling uitsluiten. En dat wordt dan ook heel lastig met Jan van Genten want wanneer krijg je nou de keelstreep goed te zien. 
Het voorbeeld van Grote Zeeëenden, Parelduikers etc vindt ik geen steekhoudend argument om aan te nemen dat alle Calonectris langs onze kust Kuhl's moeten zijn. Zo werkt het toch niet? Als je een potentiële Pacifische Parelduiker ziet moet je toch de Parelduiker kunnen uitsluiten en niet andersom?  Bij een beoordeelsoort is het toch van belang om andere potentiële kandidaten wel uit te sluiten.

Rob van Bemmelen  ·  27 oktober 2018  12:22

Scopoli's trekt in de Atlantic zuidelijk langs West Afrika, tenminste tot in de Angola Current. Dat is wel wat minder ver en variabel dan Kuhls (zuidelijk tot Benguela en Patagonia, maar ook in NW Atlantic), maar toch een flinke afstand. Hoewel er nog geen Scopoli's met zekerheid in NL is vastgesteld, lijkt het me geen onwaarschijnlijke dwaalgast in de Noordzee. Er is een geval bij de Scillies (BB paper) en in Polen (daar kan ik zo snel geen details van vinden).

Het lijkt me dus terecht om de mogelijkheid van Scopoli's open te houden. Anderzijds denk ik dat ervaren waarnemers de soorten onder gunstige omstandigheden prima uit elkaar kunnen houden.

Kenny Hessel  ·  27 oktober 2018  12:49

https://waarneming.nl/foto/view/18885463. Als je bij deze foto van Thomas inzoomt op de rechter handvleugel, zie je net dat het wit doorloopt naar de top toe met een redelijk scherpe zwarte rand. Op andere foto's zie je dat minder en komt de top zwart over. Ik veronderstel toch dat dit (het feit dat je wit ziet) betrouwbaarder is dan de foto's waarop je een effen grijzig/zwarte handvleugeltop ziet. Het lijkt me logisch dat wit op vaak zeer slechte foto's net grijzer of donkerder kan overkomen, maar dat een zwarte top niet plots op een foto wit gaat zijn met een relatief smalle zwarte rand, of vergis ik mij? Daar dit zo'n beetje het enige diagnostische kenmerk is, is het misschien niet slecht om hier even bij stil te staan. Iemand hier iets zinnigs over te zeggen?

Jan van der Laan  ·  27 oktober 2018  12:54

@David, helemaal eens. Zonder foto's niet aan beginnen. Geldt m.i. eigenlijk bij elke zeldzame dwaalgast.

George Sangster  ·  27 oktober 2018  13:16

Leuke fundamentele discussie! Ik ben het eens met Vincent. In de praktijk sluiten we bij een determinatie lang niet altijd alle mogelijkheden uit. In werkelijkheid doen we bij determinatie nogal eens aan informele (Bayesian) kansberekening i.p.v. aan echte falsificatie.

Bij het door Vincent aangehaalde voorbeeld van de noordse boszangers, zou je een veldwaarneming van een Nederlandse of Belgische vogel eigenlijk moeten aanduiden en publiceren als ‘Phylloscopus borealis / P. examinandus / P. xanthodryas, maar voorondersteld als P. borealis’ (en het beest dan gewoon tellen) omdat de kans op die andere twee soorten heel veel kleiner is.

Uiteindelijk gaat het om de verhouding tussen de kansen op de twee soorten. Om die goed te kunnen berekenen moet je betrouwbare cijfers hebben over beide soorten.

Of je in Nederland bij alle ongedetermineerde Kuhl’s / Scopoli’s Pijlstormvogels mag aannemen dat het Kuhl’s zijn, hangt af van hoeveel Kuhl’s en Scopoli’s bij ons in de buurt zijn gezien. Daarom is het van belang om ongedetermineerde Kuhl’s / Scopoli’s ook als zodanig te registreren en publiceren, en niet op een hoop te gooien met gedetermineerde Kuhl’s omdat je anders je cijfers aan het vertroebelen bent.

Worden de Britse beesten netjes uitgesplitst in gedetermineerde en ongedetermineerde vogels? Zo ja, dan zou je de verhouding tussen de kansen op de twee soorten kunnen bepalen.

Vervolgens is het de vraag hoe de verhouding tussen de kansen op de twee soorten bij ons in de buurt moet zijn voordat je wilt aannemen dat alle ongedetermineerde Scopoli’s / Kuhl’s in Nederland gewoon Kuhl’s zijn. Daar zou je met elkaar afspraken over kunnen maken. (<1:20, <1:100, <1:1000?)

Ik kan mij best voorstellen dat we binnen afzienbare tijd dit soort determinaties zien: ‘Kuhl’s / Scopoli’s Pijlstormvogel, maar voorondersteld als Kuhl’s’, waarbij de waarnemers het beest dan gewoon mogen tellen, vergelijkbaar met veldwaarnemingen van Noordse Boszanger.


Joachim Pintens  ·  27 oktober 2018  13:40, gewijzigd 27 oktober 2018  14:29

Hier een link naar de Scopoli's van Polen. Ondanks dat er in de Engelse versie van de website 'Cory's Shearwater' bij staat, klopt de wetenschappelijke naam wel én kon Birding Poland (facebook) me verzekeren dat dit effectief die Scopoli's betreft. Edit: als de link niet werkt, even 'Burzyk żółtodzioby Piotr Zientek' kopiëren en plakken in Google Afbeeldingen.

Leo Stegeman  ·  27 oktober 2018  17:34

Tsja, twee bewezen gevallen van scopoli in noord Europa tegen een paar duizend bewezen Kuhls?? 

Rob van Bemmelen  ·  27 oktober 2018  22:35

'Paar duizend bewezen Kuhls'

Kuhls zal vast wel (veel) talrijker zijn dan Scopoli's, maar zijn die 'paar duizend Kuhls' ook echt bewezen (fotos?)? 

Ik vind de suggestie van George erg elegant.

Overigens volgt de CDNA dezelfde strategie als bij Kunls/Scopolis bij bijvoorbeeld Balkanbergfluiter/Bergfluiter, terwijl Balkanbf véél zeldzamer in NW Europa is dan Bergfluiter. Daar hoor je niemand over klagen...

Mars Muusse  ·  28 oktober 2018  07:51

Korte reactie op Henny's vraag: kan een donkere vleugeltop, bezien van de onderzijde, licht gestreept lijken? (dat is toch de vraag?).

Hier een voorbeeld dat het probleem illustreert:
sibleyguides

Bij meeuwen is het zo dat vooral donkere delen van de primaries waar een zilverkleurige weerschijn van de baarden meespeelt, zulke donkere delen kunnen gaan 'glanzen' afhankelijk van de invalshoek.

Kenny Hessel  ·  28 oktober 2018  20:19

Dat was inderdaad min of meer de vraag. Een leerzaam en verhelderend voorbeeld, bedankt alvast! Het leek me eigenlijk net logischer andersom.

Ah ja, nog een detail. Het is Kenny, al weet ik dat Henny wel leuker klinkt, al zeker in Holland! Maar iedereen vergist zich wel eens he, Hars:)

Max Berlijn  ·  28 oktober 2018  22:03, gewijzigd 28 oktober 2018  22:51

Schokkend, die link van Mars maar gelukkig zijn er meer dan een stil te maken van de vele filmpjes van de recente NL vogel.

Leo Stegeman  ·  29 oktober 2018  09:43

@Rob; Bij de pelagics bij ZW-Engeland en Ierland worden jaarlijks toch wel 100+ Kuhlsen gefotografeerd. Dan kom je over de laatste 10-tallen jaren toch wel op 1000-en?? Overigens vind ik de George oplossing ook wel mooi...(ook bij Nobo en Stormvogeltje toe te passen idd).

Jan van der Laan  ·  29 oktober 2018  10:45

Maar de Noordzee is een ander verhaal. Bij een Nobo wil ik nog wel meegaan in het verhaal, maar bij Kuhls en Scopoli's niet, omdat het aantal gevallen in de Noordzee te laag is. Daar gaat het hoogstens om twee-drie handenvol aan waarnemingen. En als een Scopoli in Polen kan, waarom dan niet in de Noordzee?

Diederik Kok  ·  29 oktober 2018  14:56

Interessante link, Mars, dank!

Is er iemand bekend waar een (liefst Engelstalige) discussie van de ID van de Poolse vogel te vinden is?

Bert-Jan Luijendijk  ·  30 oktober 2018  09:44

@Mars, @Kenny,


Het voorbeeld in de door Mars weergegeven link doet zich wel voor in niet-neutrale lichtstandigheden, waarbij fel zonlicht de donkere veerdelen lichter doet lijken. De vraag is of in de meer neutrale lichtomstandigheden van het toentertijd bewolkte Westkapelle het door Sibley genoemde fenomeen eveneens of evenzeer van toepassing is. 

Mars Muusse  ·  30 oktober 2018  18:46, gewijzigd 30 oktober 2018  21:30

Klopt, helemaal mee eens B-J,

Fel zonlicht (liefst laagstaand zonnetje?), juiste invalshoek, ouderdom van de veer, etc... Enkele factoren samen waarschijnlijk.

(en sorry Kenny)

Edit: een foto van een Zilvermeeuw die dit "glans-effect" op de onderzijde van de handpennen ook illustreert: Zilvermeeuw
Ieder weet dat de onderzijde van handpennen niet zilverwit is 1c Zilvermeeuwen, maar bruin...


Gert Ottens  ·  4 november 2018  22:16

Trouwens, in Polen zijn 3 aanvaarde gevallen van Scopoli's Pijl en 3 gevallen aanvaard als Kuhl's of Scopoli's. Kans daar dus 50/50?

Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.

Feedback?