Recensies
[Dutch] Undiscovered Owls
31 maart 2015 · 8940 × bekeken
Magnus Robb & The Sound Approach 2015. The Sound Approach, Poole. ISBN 9789081093378. Hardback, 308 pp. Prijs: £ 39.95.
Nog voor het boek uit kwam, stond op Amazon een vijfsterrenrecensie van een fan die uitkeek naar het nieuwe werk van The Sound Approach (TSA). De reputatie van TSA is groot en de verwachtingen waren, zeker na de ontdekkingen in Turkije en Oman, hooggespannen. Undiscovered Owls is goed, maar is een bij voorbaat maximale beoordeling ook terecht?
Voor het veldwerk verdient TSA niets dan lof. Als je in de 21e eeuw een populatie van een soort herontdekt en (wellicht) een nieuwe soort voor de wetenschap vindt, dan is dat een geniaal staaltje ornithologie. Maar ik beperk me hier tot het product zelf: een boek en vier cd's. Owls kent veel overeenkomsten met hun andere monografie Petrels night and day (Robb & The Sound Approach, 2008). De prettige lay-out en opzet zijn identiek: per soort is er een vrij uitgebreide tekst, opgefleurd met goed beeldmateriaal, sonogrammen en beschrijvingen van de geluiden die je na kunt luisteren.
In het boek vind je diverse nieuwe populaire namen (met het beeldschone Cucumiau - een onomatopee), met daaraan gekoppelde wetenschappelijke soortnamen: net als in Petrels kiest TSA een eigen, progressieve taxonomische weg, die ongetwijfeld tot discussies zal leiden. TSA kent daarmee in de WP soortstatus toe aan drie 'extra' kerkuilen, een steenuil, dwergooruil, oehoe en bosuil, aangevuld met ideeën over evenknieën elders in de wereld. De visuil uit Turkije wordt afgesplitst van zijn Aziatische verwanten. Geluiden spelen daarbij uiteraard een cruciale rol, met als argument (in de tekst van Oehoe) dat uilengeluid via natuurlijke selectie tot stand komt en dus niet is aangeleerd - en daarmee dus langzamer verandert dan bij vogels die imiteren. Als uilentaxa verschillend klinken, suggereert dit dat de taxa dus lange tijd van elkaar gescheiden zijn. Daarnaast is ondersteuning gezocht in de literatuur en bij kenners, al komen verschillen in DNA, morfologie en/of ecologie soms maar beknopt aan de orde. Zo worden bij de Maghreb Wood Owl (split Bosuil) genetische en uiterlijke verschillen genoemd, maar vrijwel niet uitgewerkt. Bij Cyprus Scops Owl (hier Otus cyprius) komen de uiterlijke verschillen met Dwergooruil uitgebreider aan bod en ze klinken consequent anders, maar het verschil in mtDNA is slechts 0,1%. Wie goed leest , krijgt overigens een wat genuanceerder beeld over de gebruikte taxonomie. In de inleiding maakt TSA duidelijk dat ze niet pretendeert een taxonomische autoriteit te zijn en dat de keuzes geen feiten, maar hypothesen zijn. Maar als het naar eigen zeggen hypothesen zijn, was bespreking van deze taxa met de tweede wetenschappelijke naam tussen haakjes - dus Otus (scops) cyprius - dan niet logischer geweest? Robb et al. gooien met deze progressieve opzet toch, hetzij tekstueel wat genuanceerd, een knuppel in het taxonomische uilenhok. Tip in dit verband: lees ook het naschrift, een reactie op Kirwan et al (2015). Al met al is het jammer dat discussies over het werk (logischerwijs) nu veelal over taxonomie gaan, terwijl dat van de 'echte' inhoud afleidt. Soort of niet, de uitgewerkte verschillen tussen taxa zijn op zichzelf boeiend.
Het was bij Petrels al duidelijk dat Magnus talent heeft om bestaande en nieuwe informatie samen te vatten in sfeervolle, soms bijna literaire teksten in de ik-vorm. Uitgestorven voorouders, evolutie, geologie, habitat, dispersie, prooidieren en geluiden die worden getypeerd in relatie tot gedrag, worden in een vloeiend geheel behandeld. In goede sonogrammen worden verschillende geluidstypen vergeleken met verwante taxa. Sterk is ook dat Magnus vermeldt wat TSA nog niet weet, of welke foutjes in het verleden gemaakt zijn, zoals bij een eerder gepubliceerd geluid van Turkish Fish Owl (bleek 'excitement call' van Dwergooruil) of interpretaties van welke geslachten bij Omaanse Uil bepaalde geluiden maken. Er is veel ruimte voor anekdotes, die even vermakelijk als illustratief zijn. Aanvallen op mensen (en de angst daarvoor) ontbreken niet. Prachtig is het verhaal over de interactie tussen een Dwerguil, Ruigpootuil, Oeraluil en Håkan Delin, uilenkenner en illustrator van het boek.
Delin, getuige diverse opmerkingen in het boek een geestige en energieke zeventiger, is sterk in het verbeelden van gedrag en habitat. Hij gebruikt geen strakke lijnen en voor dit doel werkt dat goed: het is sfeervolle kunst die soorten in hun omgeving goed typeert. Dat is een verschil met de illustraties van Killian Mullarney in Petrels (die voor Owls wel afbeeldingen op de kaft en cd's verzorgde). Mullarneys werk kan sfeervol zijn, maar is daarnaast gericht op determinatie. Ik vind het bijzonder jammer dat er van de weinig bekende, hier tot soorten gepromoveerde taxa, geen determinatietekeningen zijn. Het fotowerk, dat doorgaans weer van uitstekende kwaliteit is, vangt dat slechts ten dele op. De namen van Arnoud van den Berg, Dick Forsman en René Pop als topfotografen mogen hier overigens niet ontbreken.
De geluiden zijn over de gehele linie goed tot uitstekend. Lastig te vergaren opnamen, zoals de Cucumiau van Sardinië (cd 1, track 68), of de jongen van Omaanse Uil (cd 4-67/68) zijn soms minder, maar dat zijn echt uitzonderingen. Er komt per soort een keur aan verschillende geluidstypen voorbij, vergezeld van een heldere uitleg over wanneer en waarom mannetjes, vrouwtjes of jonge vogels dergelijke geluiden maken. Dat biedt de mogelijkheid om eigen veldwaarnemingen te plaatsen. De geluiden van de verschillende uilentaxa worden vergeleken en daarmee is de inhoudelijke basis wederom sterk. Door de combinatie tekst-geluid waan je je regelmatig op de plek des heils. Vaak zijn andere vogelsoorten, amfibieën, vee, honden, wilde zoogdieren of mensen op de nummers te horen, en dat maakt de opnames echter dan een schoongepoetste track. Het hoogtepunt is cd 1-4, een Kerkuilopname met Arabian Scops Owl, Arabian Eagle Owl, een schuifelende koe en een roedel huilende wolven op de achtergrond. Kippenvel. Maar ook de Ransuil op een slaapplaats van Raven, een Slechtvalk die te dicht bij een nest van een Velduil komt en de 'devil's cackle' van Oehoe met burlende Edelherten zijn juweeltjes. Luisteren met koptelefoon voor het stereo-effect is aan te raden! De informatie over achtergrondgeluiden is zó compleet (incl. andere diergroepen dan vogels), dat ik daadwerkelijk verrast was dat ik, naast wat niet vermelde, tikkende vleermuizen, in een Velduilopname (cd 2-80) een niet vermelde Sprinkhaanzanger hoorde. Een schoonheidsfoutje zit in cd 2-65. Vanaf 2:04 zou een vrouwtje Ransuil de zgn. Vvvw-call moeten geven, maar de track - zonder deze roep - duurt maar 1:38. Magnus verwoordt in dit hoofdstuk overigens op geestige wijze de typische Nederlandse (!) mythe van vluchtroepen van Ransuil (Meerkoeten en Waterhoenen...). Bij Dwergooruil is - heel waardevol - ook ruimte voor amfibieëngeluiden. Vroedmeesterpad zal ervaren vogelaars niet meer in verwarring brengen, maar Iberische Vroedmeesterpad, dát blijkt pas een pitfall.
Helaas slaat de Boreal Owl (cd 1-30) bij mij over. Dat raakt een serieus punt: cd's. In een gedigitaliseerde wereld had ik in het veld bij een roepende uil, in de trein naar mijn werk, of thuis op de bank naar een eigen playlist op een smartphone willen luisteren en niet met een boek op het toetsenbord - mijn enige cd-speler zit namelijk op mijn laptop. Steeds minder mensen hebben een cd-speler en daarmee veroudert deze publicatie zichzelf mogelijk sneller dan terecht is. TSA is fris en vernieuwend, maar op dit technische punt zijn ze wat conservatief. Is dat vanwege de doorgaans hogere geluidskwaliteit op cd? Mogelijk willen ze zo ook de regie over hun geluiden houden, maar de vraag is hoe relevant die zonder het boek zijn. Illegale digitale verspreiding is zonder die context tamelijk zinloos. QR-codes voor een site, of een app met unieke downloadcodes voor wie het boek aanschaft, of desnoods een USB-stick kunnen uitkomst bieden. Dan ben je ook van het wisselen van cd's (zo staan zowel de Asio- als de Strix-uilen niet allemaal op dezelfde schijf) en het zappen om geluiden te vergelijken af. Ik overweeg daarom puur voor eigen gebruik de cd's te rippen. In de toekomst kan een digitaal boek op een tablet waarbij je direct op geluiden klikt, het geheel van tekst, beeld en geluid verder integreren. Ook video (beeld én geluid!) is dan een mogelijkheid.
De algehele kwaliteit van de geluiden, sonogrammen en achtergronden, en de inzichten die ze daarmee bieden krijgen wederom een pluim, net als de manier waarop dat tekstueel en visueel is gepresenteerd - ook voor wie sceptisch of ambivalent tegenover de gekozen taxonomie staat. TSA bewijst nogmaals dat in de 21e eeuw ook relatief dicht bij huis nog wat te ontdekken valt. Het ontbreken van zowel determinatie-illustraties van 'gesplitte' taxa als een modernere geluidsdrager dan cd's ten spijt, kan iedereen die geïnteresseerd is in uilen en hun geluiden dit boek blindelings aanschaffen. Lees- en luisterplezier gegarandeerd.
Vincent van der Spek
Discussie
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.