Peter's birding year
Sleurhutten migratie
22 juli 2007 · 3782 × bekeken
Al enige dagen zat ik te dubben; moet ik voor mijn Zwarte Ooievaar naar de Slikken van Bommenede? Als ik niet ga loop ik het risico deze soort te missen. Een nazomer met veel westenwinden zou kunnen betekenen dat maar weinig Zwooien Nederland aandoen. Veel vogels zullen dan oostelijker - via Duitsland - naar het zuiden vliegen. Maar het is wel een fikse afstand die ik ga rijden voor een Zwarte Ooievaar, een soort die ik de laatste vier jaren elk jaar nog in de OVP zag. Het blijft kriebelen en ik voel me er toch niet helemaal gemakkelijk bij. Op zaterdagavond besluit ik te gaan, dan heb ik in ieder geval deze soort. Ik kan beter op safe spelen en er een ochtend insteken. Ik ga er van uit dat het niet moeilijk zal zijn de Zeeuwse vogel te zien te krijgen.
En zo rij ik op zondagochtend vroeg richting het zuiden. Ik had verwacht dat het rustig zou zijn op de weg maar niets is minder waar. Een lange rij caravans rijdt in colonne naar het zuiden. Nou ja, rijden... ze worstelen zich een weg naar het zuiden lijkt het wel. Ze halen elkaar in, blijven onnodig links rijden en doen alsof de hele weg van hun alleen is. Ik ben dan ook blij als ik de A27 achter me kan laten en op de veel rustigere A15 kom. Met verder niet al te veel caravans op mijn pad kom ik dan tegen een uur of negen aan bij de Slikken van Bommenede.
Ik scan het gebied af maar er laat zich geen Zwarte Ooi zien. Uit verschillende hoeken probeer ik het gebied af te kijken, maar geen Ooievaar te zien. Ik bel Peter Meininger die me nog wat extra info geeft. Ik blijk toch op de goede plekken te zoeken, de vogel zou gewoon nog in het gebied aanwezig moeten zijn. Als ik op de dijk aan de koffie zit en met Bart Jan bel komen twee bekende gezichten de dijk oplopen; Kees en Rina. 'Ze achtervolgen me dit weekend', is mijn eerste gedachte. Als we even op de dijk staan te kletsen moeten we ineens naar de auto rennen, we moeten schuilen voor een bijzonder hevige regenbui. De buien blijven komen en het maakt het zoeken naar de vogel bijzonder lastig. Tijdens een droge periode spreken we twee vogelaars, ze hebben de Ooievaar gezien! Hij vloog vanaf Dreischor in de richting van Bommenede. Dat geeft hoop, de vogel is in ieder geval nog aanwezig.
In de stromende regen rijden we richting Dreischor en het Dijkwater en zoeken slootjes en akkers af. Niks, helemaal niks. Na een half uurtje zijn we weer terug bij de Slikken en staan wat te kletsen en mijmeren. Zwarte Ooievaars zijn toch niet zo eenvoudig als het vaak lijkt is onze conclusie. Ondertussen kijk ik richting Dreischor of ik toch niet iets zie vliegen. En dan vanuit het niets vliegt er in de verte een Zwarte Ooievaar (# 293) langs de dijk! Twee Bergeenden zitten acher de vogel aan die ergens langs de dijk lijkt te landen. We besluiten om te rijden en vanaf de uitkijkheuvel aan de Grevelingen kunnen we de vogel redelijk goed bekijken. Toch nog gelukt! Ik neem afscheid van Kees en Rina en vertrek naar Almere om het laatste stukje van de Tour-etappe van deze dag te bekijken.