WP Birding
Laplanduil, Oeraluil en Sperweruil op nog geen 3,5 uur van Amsterdam
30 april 2012 · 48552 × bekeken
Van 13 tot en met 16 april 2012 zijn wij (Garry Bakker, Daniel Benders, Chris van Rijswijk, Wouter Teunissen, Brenda Veen, Martin van der Schalk, Lesley van Loo en Michel Veldt) naar midden Zweden afgereisd op zoek naar uilen. Onze targetsoort was de Laplanduil, maar enkele andere leuke soorten waren uiteraard ook niet te versmaden. Na vier dagen vogelen/fotograferen zijn we uitgekomen op een lijst van circa 80 soorten, met als klappers Oeraluil, Drieteenspecht, Auerhoen, Hazelhoen en natuurlijk de Laplanduil. Een mooie bonus en een echte supersoort was een "uit de dood herrezen" Sperweruil, die zich waanzinnig goed liet bekijken en fotograferen. Hieronder volgt een verslag van ons flitsbezoek.
Voorpret & uitzoekwerk
Leuke foto's van Laplanduilen op de website http://observado.org vormden voor ons de aanleiding om serieus over een trip naar Zweden na te denken. Uit de informatie bij de waarnemingen van onder andere Peter Lindenburg en Wouter Halfwerk, maakten wij op dat er rondom Stockholm op dat moment meerdere dagactieve Laplanduilen verbleven. Er was zelfs sprake van een van de grootste invasies ooit in dat deel van Zweden. Dat móesten we zien!
Invasies van Laplanduilen treden vaak op in cycli. Deze cycli zijn verbonden aan de lemmingenstand in het hoge noorden. De lemmingenpopulaties kunnen heel snel groeien, waarna zij na een periode van drie tot zeven jaar weer volledig inklappen. Invasies van uilen treden niet altijd op, maar volgen vaak op een goed broedseizoen en een slechte winter. De lemmingenstand is daarbij in de zomer erg hoog waardoor de uilenpopulatie enorm kan toenemen. In een voor de uilen slechte winter, is het aantal lemmingen echter sterk afgenomen en hebben zij te maken met sterke onderlinge concurrentie.
In jaren waarin beide situaties elkaar opvolgen, worden vooral de onervaren vogels gedwongen om hun winterverblijf verder zuidelijk te zoeken. Bij een uileninvasie zijn er vaak ook andere op muizen en lemmingen gespecialiseerde predatoren die verder zuidelijk worden waargenomen dan in normale jaren. Wellicht was de Ruigpootbuizerd influx in Nederland van afgelopen herfst daarom niet geheel toevallig, evenals de Sneeuwuileninvasie in Noord-Amerika van afgelopen winter.
Michel en Brenda namen het voortouw bij het organiseren van ons bezoek. Wie willen er mee? Wanneer gaan we? Wat zijn de beste plekken?Waar gaan we slapen? Geheel volgens oudhollands poldermodel maken we met behulp van 250 onderlinge mailtjes een plan... Het paasweekend bleek te kort dag, maar het weekend erop ging voor acht van de geïnteresseerden lukken (Johan van 't Bosch en Reinoud Vermoolen vielen af, maar zijn het weekend na ons alsnog gegaan). Vanuit Nederland boekten Michel en Brenda de tickets, reserveerde Lesley de huisjes en huurden Chris en Lesley alvast twee dikke Volvo's. Jelmer Poelstra, die op dit moment zijn PhD onderzoek in Uppsala uitvoert, werd bereid gevonden om ons bij de locaties te helpen en om ons twee dagdelen te vergezellen. Jelmer is aangesloten op de Zweedse rare bird alerts en kent daarnaast de omgeving goed; dat werd dus gegarandeerd smullen van goede soorten!
Vrijdag 13 april 2012
We vlogen met KLM vanaf Schiphol naar Stockholm Arlanda airport. Jelmer raadde ons aan om op Arlanda te vliegen, omdat dit dichter bij de goede plekken ligt dan Skavsta airport. Als we elkaar 's ochtends ontmoeten blijkt dat Brenda gisteravond nog even snel de Grijze Wouw heeft getwitcht. Stoere actie! We wisselden nog even telefoonnummers uit met Marcel Haas, omdat hij in hetzelfde vliegtuig blijkt te zitten en met twee medevogelaars ook in dezelfde omgeving gaat vogelen. Wat een toeval! En om het verhaal nog gekker te maken, kwamen we ook nog een met kijker behangen Phil Koken tegen in de vertrekhal, op weg naar Canada "voor een zakenreis". Tuurlijk. Nederland is duidelijk te klein ...
Om 6.50 uur vertrok ons vliegtuig en om 9.00 uur liepen we met onze koffers het vliegveld uit op weg naar de huurauto's. Alles verliep voorspoedig en al snel waren we op weg naar Strängnäs, de eerste mogelijkheid voor Laplanduilen. Hier zouden twee tot vier vogels verblijven, maar deze waren al een paar dagen niet meer gemeld. Volgens Jelmer betekende dat niet zoveel, omdat de meeste Zweden de vogels inmiddels al bezocht hadden en minder geneigd waren om ze nog in te voeren. Jelmer waarschuwt ons wel dat naarmate de uilen langer aanwezig zijn, ze meer de neiging vertonen om in de schemer te jagen en niet meer de gehele dag actief zijn. Als ze zich overdag ergens in de naburige bossen verbergen zijn ze bovendien zeer lastig te vinden. Het kon dus lastiger worden dan enkele weken eerder.
Omdat we elkaar niet allemaal even goed kenden, was de weg naar Strängnäs een mooie gelegenheid om wat meer van elkaar te weten te komen. Maar hoe gezellig deze gesprekken ook zijn, er werd natuurlijk ook gewoon gevogeld. "Hé een Knobbelzwaan. Hoe algemeen is die hier eigenlijk?", "Kraanvogel, rechts" klonk er door de meegenomen walky-talky. Bij de eerste "Klapekster!" werden de beentjes even gestrekt. In de weilanden langs de weg stond bijzonder weinig vee. We verbaasden ons dan ook over een eenzame knol die alleen in een weiland zonder omheining liep ... Een paard? Wacht eens even, is dat geen Eland? "Eland!Het is een Eland!". Bijna hadden we het gepresteerd langs een open en bloot staande Eland te rijden, één van de grootste zoogdieren van Europa, zo groot als een flink paard; lekker scherp! Het betrof een enorm exemplaar, een mannetje. Helaas droeg hij in deze periode van het jaar geen gewei.
We reden met beide auto's een landweg op en de Eland bleef staan. Heel even leek hij zelfs op de auto te willen aflopen, maar dan zet hij het op een langzaam lopen en verdwijnt in de bosrand. We zijn erg tevreden met deze eerste leuke waarneming en een aantal van ons heeft mooie foto's gemaakt. Van Jelmer en van enkele Zweden horen we dat het niet makkelijk is om in deze periode van het jaar een Eland te zien. Elanden blijven namelijk verborgen in de bossen en komen daar pas op zijn vroegst in mei soms uit om van vers gras op de weilanden te eten. In de bossen vind je overal sporen van Elanden, maar je ziet ze daar nooit. Michel sloeg de plek offline op in het programma ObbsMap, zodat we later precies wisten waar we de waarneming deden.
Op de plek in Strägnäs bleef het stil: geen Laplanduilen. We besloten, tegen beter weten in, de omgeving uit te kammen en wachtten circa 1,5 uur op de plek. Óf de uilen waren er niet meer, óf we waren nog te vroeg op de dag aanwezig. Een kleine teleurstelling, maar we hadden nog genoeg alternatieve locaties dus lieten ons niet uit het veld slaan. Een mogelijke roepende Grijskopspecht durfden we niet met zekerheid te determineren, omdat er ook veel Groene Spechten aanwezig waren en het geluid van ver kwam. We hoorden zingende Koperwieken en zagenBoomklevers. De Scandinavische Boomklevers (S. e. europaea) zien er heel anders uit dan de onze. Ze zijn bijna helemaal wit van onderen en de onderstaartdekveren zijn dieprood. Erg fraaie beestjes die ook nog eens een mogelijke splitkandidaat zijn.
Eland Alces alces, omgeving Uppsala, Zweden, 13 april 2012 (Michel Veldt)
Leuk ... maar geen uil. We besloten daarom naar een andere plek te rijden, waar de Laplanduilen recenter waren gemeld en waar ze zich mooi zouden laten zien. Onderweg pakten we o.a. Bonte Kraai, Kraanvogel, Visarend, Wilde Zwaan, Brilduiker, Havik en Raaf mee, ook zagen we nog een Vos. De nieuwe plek was bij Sandviken. Hier aangekomen, zagen we direct een zeer fraaie Laplanduil! Er werden een paar high fives gegeven en een vreugdekreet geuit. De uil zat in een bomenrij achter een huis. De Zweedse familie had geen bezwaar dat we vanuit hun tuin de uil fotografeerden. Het beest gaf een waanzinnige show weg, waarbij hij af en toe vlak voor ons langs vloog. Nadat we een tijd van dit exemplaar genoten hadden, ontdekten we plots een tweede in de bosrand. De Laplanduilen zochten elkaar even op en verdwenen samen langs de rand van het bos. Missie geslaagd! Maar nog niet voor de echte hardcore fotografen onder ons, de foto's waren fraai, maar nog niet geheel naar wens. Er moest dus zeker nog een dag met Laplanduilen komen. We deden wat boodschappen en reden naar onze gereserveerde huisjes op de -door een Nederlands gezin gerunde- Hedesunda camping. Het voorspelde weer voor de volgende dag was slecht, wat betekende dat we niet opnieuw de Laplanduilen gingen proberen, maar dat we een poging in het bos gingen doen voor andere soorten.
Laplanduil Strix nebulosa, Jaderfors, Zweden, 13 april 2012 (Lesley van Loo)
Laplanduil Strix nebulosa, Jaderfors, Zweden, 13 april 2012 (Garry Bakker) | Laplanduil Strix nebulosa, Jaderfors, Zweden, 13 april 2012 (Michel Veldt) |
Zaterdag 14 april
Op naar het bos! We waren nog niet koud vijf minuten in het bos of we zagen onze eerste Auerhaan voorbij schieten. Ongelofelijk, wie had dat gedacht! Dat beloofde wat! De bezochte bossen zijn erg fraai. Om de paar honderd meter is de structuur van het bos anders: een dicht productiebos met sparren wordt afgewisseld door een fraai open dennenbos. Soms liggen er grote zwerfkeien op de bosbodem, geheel begroeid met prachtige mossen. In de sparren hangen Baardmossen, dit is een groep van korstmossen die met een beetje fantasie aan een baard doet denken. Baardmossen zijn erg gevoelig voor luchtverontreiniging en dat is o.a. de reden dat je dergelijke prachtige korstmosvegetaties niet meer in de Nederlandse bossen tegenkomt. Soms vind je in de bossen een moerassig stuk grond. Hier is een vorm van hoogveenvegetatie aanwezig, met bulten Veenmos met daartussen opvallende kleine struikjes van Moerasrozemarijn. In de overgangszone van een beschut bos met begroeide keien naar deze moerassige vegetatievorm, zagen wij de meeste Auerhoenders. Bij het zoeken naar Auerhoen kan het daarom misschien lonen om op deze plekken in het bos te letten. Deze overgangszones zijn ook goed voor Hazelhoen.
Tijdens onze bosrit zagen we op twee kapvlaktes een Korhaan in een boom baltsen; we zagen ook een Klapekster en een Zwarte Specht. Bij elke kapvlakte speurden we naar Dwerguilen. Deze soort zou hier erg algemeen zijn maar we zagen er niet een. Wel zagen we ladingen Sijzen. We verbaasden ons dat we helemaal geen Kruisbekken, Boompiepers of Boomleeuweriken zagen. De dichtheden van Kruisbekken zijn misschien lager dan we dachten en Boomleeuweriken en Boompiepers waren vast nog niet terug?
Van Jelmer hadden we een goede locatie voor Hazelhoen gekregen, bij een moerasbosje aan de ene kant van het pad en een fraai oud sparrenbos aan de andere kant. Hier wachtten we in de hoop op roepende Hazelhoenders. Helaas. Een aantal van ons besloot een stuk het bos in te lopen. Al snel verdwaalden Garry en Daniël, die in het oude, van een dik mostapijt voorziene, sparrenbos volledig gedesoriënteerd raakten. Bij de auto ontvingen we een telefoontje van Garry: "We hebben een paartje Hazelhoen vlak voor ons in een boom ter plaatse. Maar we weten echt niet waar we zijn. Willen jullie met de auto toeteren?... Ja, ik hoor de auto. Maar wel heel ver weg.. ". Nadat we met twee auto's langs de weg zijn gaan rijden en toeterend het bos door zijn gegaan, konden we uiteindelijk Garry en Daniël weer oppikken. Dat was even een hachelijk momentje. Door het verhaal van de twee Hazelhoenders op luttele meters en het feit dat ze aardig te zien waren geweest (en gefotografeerd!), was de drang naar Hazelhoenders zo groot geworden dat we nu met zijn allen het bos in wilden, ondanks het gevaar om te verdwalen. We bleven als groep bij elkaar en een kompas op de Iphone zorgde ervoor dat we wisten dat we straks weer naar het zuiden moesten lopen ... Minimaal twee hazelhoenders riepen toen we het bos in liepen. De roep van het Hazelhoen is heel moeilijk te traceren. Het geluid lijkt vaak uit de boom te komen, maar kan net zo goed op de grond geproduceerd worden. Soms klonk het geluid heel dichtbij en hadden we het idee dat we onder de boom stonden. Maar we zagen de vogels niet. De soort was weliswaar binnen (we zagen nog wel kort een vogel vliegen)maar echt bevredigend was de waarneming niet.
Hazelhoen Tertrastes bonasia, omgeving Östervåla, Zweden, 14 april 2012 (Garry Bakker)
Enkele fotografen onder ons wilden ondertussen eigenlijk fotograferen en al dat gevogel in een donker bos, daar werden ze niet blij van. Chris wilde graag terug naar de Laplanduilen maar de rest besloot om op een aanbod van Jelmer in te gaan. Jelmer had een plek met een dagactieve Oeraluil. Op deze locatie waren recent Laplanduilen gemeld en dat deed Chris besluiten om toch met ons mee te gaan en een poging op deze plek te doen. Het duurde een tijd voordat we Jelmer ontmoetten op de afgesproken plek. We waren daarom al wat eerder naar deze plek gegaan in de hoop er alvast de gemelde Laplanduil te vinden, wat mislukte. En net als we alle hoop op de Oeraluil ook hebben opgegeven laat deze zich plotsklaps zien. Het is er niet één, maar het zijn er twee! Langdurig konden we vanaf een weiland van de uilen genieten. Op de achtergrond hoorden we Kraanvogels, Korhoenders en Wilde Zwanen. Wouter, die net even op een andere plek stond zag als enige van de groep baltsende, in formatie vliegende Zeearenden boven de bosrand. De baltsende Witgatjes die boven in bomen landden, de baltsende Houtsnippen die tegen de schemering overal rondvlogen en een brilduiker die met een rotvaart in een boomnest schoot, maakten het ook voor de rest onderhoudend. In de schemer hoorden we ten slotte eindelijk, heel kort, een Dwerguil. Wat een fantastische plek!
Oeraluil Strix uralensis, omgeving Östervåla, Zweden, 14 april 2012 (Chris van Rijswijk)
Oeraluil Strix uralensis, omgeving Östervåla, Zweden, 14 april 2012 (Michel Veldt)
Zondag 15 april
Wat gingen we vandaag doen? Gisteravond vertelde Jelmer ons een merkwaardig verhaal. De afgelopen woensdag was er een Sperweruil ontdekt op een kapvlakte bij Skultuna. Sperweruilen zijn in dit deel van Zweden erg zeldzaam en het zou een buitenkansje zijn als we die mee konden pakken. Op de donderdag vlak voor ons vertrek mailde Jelmer ons over deze mogelijkheid, maar drie uur later mailde hij echter dat de vogel dood was gevonden, verhongerd. Erg jammer! Maar wie schetst onze verbazing als de Sperweruil er toch nog blijkt te zitten. Jelmer begreep er niks van en opperde dat iemand de vogelaars beu was of misschien iets niet goed had gehoord. Sperweruilen blijven tijdens een invasie vaak niet lang op dezelfde plek hangen. Dat betekent dat als de kans zich voordoet, je gewoon moet gaan. Dit gaf wrevel in de groep. De Laplanduilen waren nog niet voldoende naar wens (lees: groter en met meer beelddetail en bij beter licht) op de gevoelige plaat gezet, maar tegelijkertijd lonkte de Sperweruil. Maar ja, zat de vogel er nog? Klopte de melding van gisteren wel? Wie wil waar naartoe? Jelmer beloofde ons op de hoogte te houden als de Sperweruil weer opdook.
We besloten af te wachten en gingen vandaag weer gezamenlijk op stap. De Laplanduilen lieten zich het mooist 's avonds zien en waren de rest van de dag weinig actief. Daarom gingen we 's ochtends onder begeleiding van Jelmer wederom het bos in. Ditmaal begonnen we bij een goede plek voor Drieteenspecht. Na een uurtje zoeken vonden we een paartje, dat zich bijzonder fraai liet bekijken. Check, weer een topsoort! Omdat de Hazelhoenders gisteren niet goed meewerkten deden we nog een poging. Op de oude plek waren de Hazelhoenders vandaag nauwelijksactief. Jelmer had gelukkig nog een andere plek waar we ons geluk konden beproeven. Onderweg zag de auto met Chris, Wouter, Daniël en Martin een baltsende Auerhaan in het bos naast de weg lopen. De andere auto's zagen hem niet en ondanks ons walky-talky en oogcontact kwam de boodschap niet aan en besloot de voorste auto de motor (weer) te starten. Helaas verdween de haan hierdoor meteen. De andere Hazelhoenlocatie leverde een roepende man en vrouwtje op. Laatstgenoemde werd na enig zoekwerk bovenin een boom teruggevonden, goed verstopt tussen de takken. Door de meegebrachte telescoop en een instructie over het bereiken van de plek via de walky talky, kreeg iedereen de soort uiteindelijk te zien. Lekker!
Het was nog te vroeg om naar de Laplanduilen te gaan en te laat om nog in het bos te vogelen. We gingen daarom terug naar onze huisjes. De huisjes liggen langs een meer en we hopen daar nog een paar leuke soorten in te kunnen tikken. Vlakbij de camping kregen we nog twee spectaculaire waarnemingen voor onze kiezen. De eerste betrof een gevecht tussen een Kraanvogel en een Visarend! Vanuit de auto zagen we een Visarend die boven het water stond te bidden. Toen we de auto stopten, besloot de vogel door te vliegen. Net wanneer we weer wilden instappen zagen we een Kraanvogel die op dezelfde thermiekbel omhoog schroefde. We besloten toch nog even wat langer van dit fraaie moment te genieten. Uit het niets zagen we de Kraanvogel plotsklaps snelheid maken en op de Visarend afvliegen. De Kraanvogel viel de Visarend aan! Deze laatste tuimelde geschrokken omlaag, waarna beiden snel een andere kant opvlogen. Het hele tafereel nam luttele seconden in beslag maar werd desondanks ook nog eens op de gevoelige plaat gezet!
Visarend Pandion Haliaetus aangevallen door Kraanvogel Grus grus, Hedesunda, Zweden, 15 april 2012 (Lesley van Loo)
Kraanvogels Grus grus, omgeving Hedesunda, Zweden, 15 april 2012 (Lesley van Loo)
De tweede spectaculaire ontmoeting was met twee Parelduikers in zomerkleed. Helaas zwommen deze vrij snel van ons af, maar wát een fraaie beesten zijn het!Eénmaal hoorden we ze ook roepen, een waanzinnig mooi geluid dat echt bij het hoge noorden hoort.
Net op de camping aangekomen, onder het genot van een broodje spuitjam, hoorden we van Jelmer dat de Sperweruil ook vandaag weer was waargenomen. Dat was lastig. Wouter, Garry en Daniël wilden hier heel erg graag naartoe. Michel en Brenda twijfelden en Chris, Lesley en Martin wilden per se naar de Laplanduilen. Omdat Wouter als reservechauffeur stond ingeschreven voor de huurauto's, besloten we de groep op te splitsen. De ene auto reed naar de Sperweruil, de andere toog richting de Laplanduilen. Dit bleek een gouden greep waardoor iedereen aan het eind van de dag tevreden onder de klamme lappen kon kruipen.
De rit naar de Sperweruil bleek eenvoudig, alleen het laatste stukje was even zoeken omdat we ouderwets zonder TomTom en met een slechte kaart moesten navigeren. Een half uurtje later dan gepland stonden we echter bij de juiste kapvlakte, waar nog een handjevol Zweedse twitchers ons kon mededelen dat ze hem 25 minuten eerder voor het laatst hadden gezien. De reden hiervoor bleek al snel te liggen in hun geklets en daaruit voortkomende desinteresse in de vogel, die immers toch al helemaal was 'afgeplaat'. We zagen we hem dan ook binnen een minuut zelf weer zitten, op een meter of 200 afstand, waar aanvankelijk weinig verandering in leek te komen. Na een korte wandeling zat de vogel uiteindelijk beeldvullend voor ons in de telescoop, vloog een paar keer fraai voor ons langs en deed enkele (schijnbaar vruchteloze) vangpogingen. De soort doet zijn naam zeker eer aan: het silhouet doet inderdaad aan een Sperwer of Havik denken; wat een waanzinnig beest, de foto's zeggen verder genoeg denk ik!
Sperweruil Surnia ulula, Skultuna, Zweden, 15 april 2012 (Garry Bakker)
Na het eten van een burgertje in Västerås, reden we in het donker terug naar de camping. De combinatie van de euforie over de Sperweruil en de ontdekking van een plaatselijke rockzender op de autoradio, maakte de terugrit uiterst aangenaam. Onderweg letten we goed op eventuele zoogdieren. Er schijnen veel Dassen in het gebied te zitten. Die zagen we niet. Wel zagen we een Vos de weg oversteken en heeft een Konijntje door ons toedoen de ochtend niet gehaald. (Het zou ook nog een Sneeuwhaas kunnen zijn, volgens de vrij recent uitgekomen "Veldgids Europese Zoogdieren" van Twisk et al. zouden Konijnen niet zo noordelijk in Zweden voorkomen ...).
Ook de "Laplanduilenauto" was vandaag zeer succesvol. Bij aankomst op de camping werden de ervaringen uitgewisseld, een 3,5% biertje genuttigd, een frisdrank gedronken dat er zo vies uitzag dat je het wel móet proberen, en werden elkaars foto's (goed)gekeurd (Pijnlijk om te zien hoe de topfotografen aan de lopende band foto's wissen waar de digiscoper alleen maar van kan dromen).
Laplanduil Strix nebulosa, Jaderfors, Zweden, 15 april 2012 (Martin van der Schalk)
Laplanduil Strix nebulosa, Jaderfors, Zweden, 15 april 2012 (Michel Veldt)
Maandag 16 april
Vandaag was alweer onze laatste dag. Het terugdenken aan dit memorabele weekend was al begonnen. We handhaafen de auto-indeling van gisteren: de ene auto reed vandaag naar de Sperweruil, de andere deed nog een laatste poging in het bos om Auerhoenders te zien te krijgen. Dat laatste lukte redelijk; een Auerhen stond plots pal voor de auto op de weg. Terwijl Wouter heel zachtjes de auto liet stoppen, wist Garry ondanks het abominabele licht een paar fraaie foto's te maken. Helaas kregen we geen baltsende hanen te zien (daarvoor waren we toch net te laat uit ons nest gekropen, eigen schuld ...). Wel vlogen er nog enkele voor ons op en vonden we nog twee dode Auerhanen op een lek. Aan de sporen te zien, waren deze op de lek door een Vos gegrepen. Van het Sperweruilteam hadden we ondertussen nog steeds geen bericht ontvangen.
Auerhoen Tetrao urogallus, omgeving Östervåla, Zweden, 16 april 2012 (Garry Bakker)
In de loop van de ochtend besloten Garry, Wouter en Daniël nog een plek voor een Laplanduil dichtbij Uppsala te proberen. Deze uil bevond zich op een golfbaan. Bij de balie van de golfbaan werden we door een net iets te gladde, zo uit een TelSell-reclame weggelopen zonnebankbruine rakker aangesproken. Hoe gingen we uitleggen dat we voor de uil kwamen? Het blijkt echter geen enkel probleem, men belde speciaal voor ons even de Greenkeeper om te achterhalen waar de uil op dat moment het meest werd gezien en we mochten overal de baan oplopen als we maar voor eventueel rondvliegende golfballen uitkeken. Heerlijk land dat Zweden, je zou dit eens in Nederland moeten proberen... Helaas, de uil liet zich niet zien, maar een groep overtrekkende Kraanvogels, een jonge Zeearend en een Rouwmantel (een mooi gekleurde dagvlindersoort) waren aangename verrassingen. Van de andere auto hadden we inmiddels bericht ontvangen dat zij eindelijk de Sperweruil hadden gevonden. Ze scoorden ook nog een groepje Grote Kruisbekken en een Levendbarende Hagedis (soldaat gemaakt door de uil) op deze plek. Ze hadden drie uur gezocht en toen ze het eigenlijk al lang hadden opgegeven, maar tegen beter weten in bleven zoeken, zat de Sperweruil er opeens. Dit was twee uur voor het geplande vertrek richting het vliegveld. Het verhaal van de dode Sperweruil bleek overigens nog gekker dan verwacht; de eerste uil bleek daadwerkelijk dood te zijn opgeraapt. Een aantal van de aanwezige Zweedse vogelaars claimde dit ook gezien te hebben. Het ging dus zeker om twee verschillende vogels die toevallig (of niet ...) op dezelfde plek waren opgedoken, bizar! De Sperweruil liet zich nog fraaier zien dan gisteren. Hij bleek naar de waarnemers te zijn gevlogen en heeft op een gegeven moment erg dichtbij in een boom gezeten. Wat een onvergetelijk moment moet dat zijn geweest!
Sperweruil Surnia ulula, Skultuna, Zweden, 16 april 2012 (Lesley van Loo)
Sperweruil Surnia ulula, Skultuna, Zweden, 16 april 2012 (Martin van der Schalk)
Om 17.00 uur vertrok ons vliegtuig (een KLM-Boeing genaamd "Noordse Stormvogel" ...) van Stockholm Arlanda. Een poging om de spuitjam het land uit te smokkelen werd door de Zweedse bagagecontrole verijdeld. Als we tegen zevenen aankomen op Schiphol, is onze eerste vogel een Tapuit. Is er nog wat spectaculairs gezien? ... He, gelukkig dat valt mee... Onze bagage ligt meteen klaar en om half acht gaan we voldaan ieder weer onze eigen weg.
Jelmer, nogmaals erg bedankt voor al jouw hulp!
Wouter Teunissen
Handige websites:
http://sweden.observado.org/index.php
http://artportalen.se/
http://obsmapp.org/
Voor meer foto's & verhalen:
www.pbase.com/martinvdschalk
www.pbase.com/garryb
www.ltdphoto.com
www.feathertail.com
www.birdshooting.nl
Laplanduil Strix nebulosa, Jaderfors, Zweden, 15 april 2012 (Martin van der Schalk)
Discussie
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.