Leuk verslag, hier een alternatieve route (wel van een tijdje geleden). Ook leuk om te lezen dat die Nubische Nachtzwaluwen nog op de plek van 2005 zitten.
WP Birding
Basalttapuit twitchen in winters Israël, mét bonussoorten
24 januari 2020 · Alwin van Lubeck · 4219 × bekeken
Hieronder een kort doch uitgebreid verslag van Alwin van Lubeck over een korte reis naar Israël
Crew: Lonnie Bregman, André-Willem Faber, Arthur Geilvoet, Remco Hofland en Alwin van Lubeck
Zaterdag 11 januari 2020
De dag begon in alle vroegte met een vlucht Amsterdam-Eilat om 07:00 uur. Perfect, konden we dezelfde dag ook nog wat vogelen. Zo geschiedde, want om 13:30 uur stonden we voor de Europcar op Ramon International Airport. Spijtig genoeg ging de Europcar pas om 14:00 uur open, maar dat wisten we vantevoren – de rest was gewoon dicht. Op de parkeerplaats van de huurauto’s werden de eerste soorten in de vorm van Kleine Zwartkop (Sylvia melanocephala momus) en Palestijnse Honingzuiger (Cynniris osea) gezien, leuk begin. Onze eerste bestemming was de Ovdavallei, een zanderig terrein met wat kleine struikjes en gras. Het zou dit jaar de plek moeten zijn voor tapuiten, waaronder onze doelsoort: de Basalttapuit (Oenanthe (lugens) warriae) – een (onder)soort die in kleine aantallen in de Zuid-Syrische basaltwoestijn broedt. Dat bovenstaande soort er zou zitten was geen leugen, want het was zowat de eerste soort die we zagen. Het bleef bij één vogel en was nog lastig zoeken te midden van al die eerste-winter Witkruintapuiten (Oenanthe leucopyga).
Basalttapuit Oenanthe (lugens) warriae, Israël, 11 januari 2020 (Arthur Geilvoet)
Koerdische Tapuit Oenanthe xanthoprymna, Israël, 11 januari 2020 (Arthur Geilvoet)
Monnikstapuit Oenanthe monacha, Israël, 11 januari 2020 (Alwin van Lubeck)
Het was verder heerlijk vogelen en er zat ook genoeg. We zagen meerdere Woestijnvinken (Bucanetes githagineus), Rouwtapuiten (Oenanthe lugens), Zwartstaarten (Oenanthe melanura), Spaanse Mussen (Passer hispaniolensis), Kuif- en Woestijnleeuweriken (Galerida cristata en Ammomanes deserti). Ook zagen we nog twee andere leuke tapuiten, een man Koerdische (Oenanthe xanthoprymna) en een mooi vrouwtje Monnikstapuit (Oenanthe monacha). Vervolgens probeerden we de Gestreepte Dwergooruil (Otus brucei) die in een klein bosje in dezelfde vallei zou zitten. Onderweg naar het bosje werden eerst nog de eerste Maquiszanger (Scotocerca i. inquieta) en Cyprusgrasmus (Sylvia melanothorax) van de trip gevonden, de laatste werd echter alleen door Lonnie goed gezien. De Gestreepte Dwergooruil zat ook nog in het bosje, dus een goed begin van de trip. Een korte poging voor Egyptische Nachtzwaluw (Caprimulgus aegyptius) en Woestijnoehoe (Bubo ascalaphus) bij Yotvata leverde helaas niks op.
Vogelen in Israël , Israël, 12 januari 2020 (Remco Hofland)
Gestreepte Dwergooruil Otus brucei, Israël, 11 januari 2020 (Alwin van Lubeck)
Rouwtapuit Oenanthe lugens, Israël, 11 januari 2020 (Arthur Geilvoet)
Zondag 12 januari 2020
Deze dag stond in het teken van de Nubische Nachtzwaluw (Caprimulgus nubicus tamaricis). De planning zou ons van Eilat naar Neot Hakikar brengen, net onder de Dode Zee twee uur rijden naar het noorden, maar onderweg zouden we eerst nog Witoogmeeuw (Larus leucophthalmus), Zwarte Waaierstaart (Cercotrichas podobe) en Arabische Zwartkop (Sylvia leucomelaena) proberen. De Witoogmeeuwen zouden zich in het zuidelijk deel van Eilat bevinden aan de Rode Zeekust. De vogels zaten netjes op hun plek en we konden snel door richting het noorden. De Zwarte Waaierstaart hield zich op in een kleine kibboets genaamd Samar. In de kibboets was het ook weer leuk vogelen. We zagen meerdere Zwartstaarten, Spaanse Mussen, Arabische Buulbuuls (Pycnonotus xanthopygos), Palestijnse Honingzuigers en Tristrams Spreeuwen (Onychognathus tristramii). De Zwarte Waaierstaart bleek echter lastiger te vinden.
Zwartstaart Oenanthe melanura, Israël, 11 januari 2020 (Alwin van Lubeck)
Zwarte Waaierstaart Cercotrichas podobe, Israël, 12 januari 2020 (Arthur Geilvoet)
Gelukkig werden we te hulp geschoten door een zeer vriendelijke bewoner, die ook van vogels hield en de vogel net had gezien. Het was leuk om te zien dat trekvogels als Tjiftjaf (Phylloscopus collybita) en Blauwborst (Luscinia svevica) zich hier voor onze winter hadden gehuisvest. We besloten om nog een korte stop in te lassen op een plek waar mogelijk Cyprusgrasmus zou zitten. Deze werd niet gevonden, maar het leverde wel soorten als Arabische Woestijnpatrijs (Ammoperdix heyi), Kleine Groene Bijeneter (Merops orientalis cyanophrys), Vale Rotszwaluw (Ptyonoprogne obsoleta), Oostelijke Keizerarend (Aquila heliaca) en Woestijnvink op.
Woestijnvink Bucanetes githagineus, Israël, 12 januari 2020 (Alwin van Lubeck)
Blauwborst Luscinia svecica, Israël, 12 januari 2020 (Alwin van Lubeck)
Het was tijd om de Arabische Zwartkop te proberen. We hadden een plek van Gert Ottens gekregen, wat nog één van de weinige goede plekken voor de soort zou moeten zijn. Het gaat namelijk niet bepaald goed met de soort in Israël. Ondanks verwoede pogingen werd de begeerde Arabische Zwartkop niet gevonden. En op een Vale Woestijnvink (Rhodospiza obsoleta) na was er op de plek ook niet heel veel activiteit. Het was tijd om door te rijden richting ons hostel in de laagste plaats ter wereld – Neot Hakikar, op ruim 300m onder zeeniveau. We hadden om 15:30 uur afgesproken met onze gids voor de Nubische Nachtzwaluw: Yoav Perlman. De Nubische Nachtzwaluw bevindt zich op een plek waar het niet verstandig is om zelf te zoeken vanwege de aanwezigheid van het leger en landmijnen, neem dus alsjeblieft een gids! Het kost dan misschien een paar tientjes, maar het scheelt je een hoop gezeik en zoekwerk!
Mijnenveld Materia displosiva, Israël, 12 januari 2020 (Lonnie Bregman)
Hoe dan ook, Yoav zou ons eerst rondleiden in de omgeving en ons hopelijk de Afrikaanse Purperkoet (Porphyrio (porphyrio) madagascariensis) (hier bevindt zich de noordelijkste populatie in Israel) en Indische Karekiet (Acrocephalus s. stentoreus) (hier bevindt zich de zuidelijkste populatie in Israel) tonen. Na wat gekloot met het hek voor Neot Hakikar – ja, om bijna elke kibboets zit een hek en iemand moet hem voor je open doen – kwamen we slechts iets te laat bij de afgesproken plek aan. De zogenaamde Dead Sea Pools bevatten behoorlijke aantallen eenden zoals Pijlstaart (Anas acuta), Wintertalingen (Anas crecca), Witoog- (Aythya nyroca) en Slobeend (Spatula clypeata). Gelukkig zaten de Afrikaanse Purperkoet en Indische Karekiet er ook en lieten ze zich ondanks wat moeite prima zien. De mooiste waarneming was echter een fantastische adulte Kuifkoekoek (Clamator glandarius) die zich kort maar krachtig toonde! Het begon te schemeren dus werd het de hoogste tijd om richting de plek voor Nubische Nachtzwaluw te gaan. De exacte locatie zullen we hier verder niet delen. Ondanks de geheimzinnigheid kan ik je vertellen dat er uiteindelijk twee Nubische Nachtzwaluwen gezien werden, hoppa!
Living on the edge , Israël, 12 januari 2020 (Alwin van Lubeck)
Maandag 13 januari 2020
Remco had de trip ruim opgezet om genoeg tijd te hebben om zijn potentiële lifers Basalttapuit, Nubische Nachtzwaluw en Woestijnoehoe te proberen. De eerste twee waren inmiddels gelukt en de kans op de Woestijnoehoe was gewoon heel gering. Tja, wat moet je dan… Gelukkig waren er genoeg lifers voor de anderen te halen. Het werden vandaag pogingen voor de Oostelijke Kraagtrap (Chlamydotis macqueenii), Syrische Kanarie (Serinus syriacus) en Diksnavelleeuwerik (Rhamphocorys clotbey). Zo gezegd zo gedaan, en we zaten om 05:00 uur in de ochtend in de auto van Neot Hakikar richting Nizzana voor de kraagtrappen. Wat bijna elke trip het geval is, werd ook dit keer weer bewaarheid; ‘de soort van de trip werd een zoogdier’. Onderweg naar Nizzana, was het Lonnie die wat aarzelend riep: ‘ik zie dieren’. Ondanks de verbaasde gezichten, zagen we al snel een troep van vier Arabische Wolven (Canis lupus arabs) tamelijk dicht voor de auto de weg oversteken! Wat wil je nog meer (5…?)! De dag kon al niet meer stuk en de zon was nog maar net op. De plek van de kraagtrappen is een hele fraaie plek met een even fraaie vogelkijkhut. Nou ja, het zijn twee oude treinwagons met een bankje en een kijkopening.
Vogelkijkhut Aedificium avibu, Israël, 13 januari 2020 (Alwin van Lubeck)
We hadden verwacht dat de trappen met het eerste licht al actief zouden zijn, maar dit bleek niet het geval. We vermaakten ons echter prima met Aziatische Steenpatrijs (Alectoris chukar), Bruinnekraaf (Corvus ruficollis), Woestijntapuit (Oenanthe d. deserti), Dorcas Gazelles (Gazella dorcas) en een Klapekster (Lanius excubitor aucheri). De zon begon wat warmte af te geven en dat resulteerde in twee prachtige Kraagtrappen! Even later begon een van beiden ook nog te baltsen, WAT EEN DAG! De Arabische Babbelaars (Argya squamiceps) die we daarna vonden maakten het alleen maar leuker. Op deze dag kon toch niks misgaan… u raadt het al: op de volgende plek waren de Syrische Kanaries in geen velden of wegen te bekennen. In de pompoenvelden waar de vogels zouden moeten zitten vonden we wel Europese Kanaries (Serinus serinus), Kneuen (Linaria cannabina bella), Roodkeelpiepers (Anthus cervinus), Vale Woestijnvinken en een Kleine Veldleeuwerik (Alauda gulgula), die alleen door Arthur en Remco werd gezien – en op roep gevonden. Twee Gouden Jakhalzen (Canis aureus) konden de pijn wel wat verzachten. Dit gold eveneens voor een overvliegende Vale Gier (Gyps fulvus) en vijf Zwartbuikzandhoenders (Pterocles orientalis).Het volgende smetje kwam echter bij de plek van de Diksnavelleeuwerik. De vogels bevonden zich in een militair terrein en ze waren natuurlijk net aan het oefenen met scherp. Op alle toegangswegen stond een Toyota Hilux met daarbij behorende militairen/politie. Uit het gesprek met de -vriendelijke maar gedecideerde- mannen in de Hilux kwam naar voren dat het terrein alleen vandaag afgesloten zou zijn en dat het de volgende dag weer bereikbaar zou zijn. Het was niet anders, dus moesten we maar iets anders gaan doen. We besloten richting Eilat te rijden. Hier zouden we het Eilat Birdwatching Center bezoeken en daarvoor nog even de Sinaïroodmussen (Carpodacus synoicus) zoeken bij Amram’s Pillars. De Sinaïroodmussen waren gelukkig heel makkelijk gevonden, waaronder enkele uitmuntende mannetjes!
Sinaïroodmus Carpodacus synoicus, Israël, 13 januari 2020 (Alwin van Lubeck)
Sinaïroodmus Carpodacus synoicus, Israël, 13 januari 2020 (Arthur Geilvoet)
Op de plek was ook nog een zeer coöperatief mannetje Monnikstapuit aanwezig.
Monnikstapuit op de huurauto Oenanthe monacha, Israël, 13 januari 2020 (Lonnie Bregman)
Monnikstapuit Oenanthe monacha, Israël, 13 januari 2020 (Alwin van Lubeck)
In het Eilat Birdwatching Center was helaas alleen een secretaresse aanwezig die niks van vogels wist. Een kort rondje bij de zoutpannen leverde Poelruiter (Tringa stagnatilis), Europese Flamingo (Phoenicopterus roseus), Bonte IJsvogel (Ceryle rudis) en nog een Gouden Jakhals op.
Gouden Jakhals Canis aureus, Israël, 13 januari 2020 (Alwin van Lubeck)
Wij besloten de dag af te sluiten met een korte zoektocht naar de Cyprusgrasmus in een wadi in de bergen ten westen van Eilat. De wadi bevatte een beperkt aantal Acacia’s met een enkele lagere struik. Een mannetje Cyprusgrasmus werd al snel gevonden en liet zich leuk zien in het laatste licht. Een poging op Lichtensteins Zandhoen (Pterocles lichtensteinii) bij K20 zoutpannen had niet het gewenste resultaat – naast het feit dat we op de verkeerde plek stonden bleek de poel waar ze voorheen kwamen drinken inmiddels omringd te zijn door riet. Gelukkig werden we getrakteerd op de bekende Dwerggans (Anser erythropus) die samen met twee Nijlganzen (Alopochen aegyptiaca) een koeienstal onveilig maakte…
Dinsdag 14 januari 2020
Op deze dag stonden de Diksnavelleeuwerik-poging#2 en de Arabische Zwartkop-poging#2 op het programma. Onderweg richting de plek voor de leeuweriken zagen we vanuit de auto nogmaals de adulte Oostelijke Keizerarend. Inmiddels een stuk doorgereden kwamen we nog een Keizerarend tegen, altijd fijn. Eenmaal aangekomen op de plek voor de leeuweriken – u raadt het al – zien we dat de Hiluxen nog altijd present zijn. Wij weer in gesprek met de ‘bewakers’ en nu zou het gebied weer toegankelijk zijn tussen 11:00 en 12:00 uur. Omdat de plek behoorlijk goed zou zijn voor leeuweriken en zandhoenders besloten we toch maar in de omgeving te gaan vogelen en daarna nog een poging te ondernemen. In een wadi nabij vonden we nog een Monnikstapuit, een Kaapse Haas (Lepus capensis), wat Arabische Babbelaars en Vale Woestijnvinken. Omdat het verder niet echt spannend was, werd besloten rond km 90 naar Witbandleeuweriken (Alaemon a. alaudipes) te zoeken.
Zoeken naar de Witbandleeuwerik Alaemon alaudipes, Israël, 14 januari 2020 (Remco Hofland)
De zandige plek met wat lage vegetatie zou tenminste één paartje huisvesten. Ondanks veel zoekwerk konden we alleen Temminck’s Strandleeuwerik (Eremophila bilopha), Rouwtapuit, Brilgrasmus (Sylvia conspicillata) en Rosse Woestijnleeuwerik (Ammomanes cinctura arenicolor) vinden. Bij de auto was Arthur gelukkig nog scherp en ziet twee Witbandleeuweriken in de verte op ons af vliegen. Ze laten zich in vlucht fantastisch zien, maar spijtig genoeg vliegen ze door tot aan de horizon – ogenschijnlijk ver Jordanië in. Inmiddels was het rond het middaguur en werd de laatste poging voor de Diksnavelleeuweriken ingezet. De Hiluxen waren weg, PERFECT! We rijden het gebied in en beginnen rustig met vogelen. Negen Kroonzandhoenders (Pterocles coronatus vastitas) laten zich leuk zien aan de grond. Wat er toen gebeurde, zie je eigenlijk alleen in films en series, maar van overal en nergens doken Hiluxen op die ons omsingelden. Wat overigens wel gezegd mag worden, iedereen blijft wel altijd aardig. In het Engels werd ons duidelijk gemaakt dat we echt niet in het gebied mochten zijn en dat we nu onmiddellijk weg moesten gaan, want over een half uur zou het weer onveilig worden… het was ons niet gegund. Ons advies: ga alleen op zaterdag naar dit soort gebieden! Geen Diksnavelleeuweriken dus. Dan maar de Arabische Zwartkop nabij Yotvata proberen. Dit bleek ook geen al te groot succes en alleen André-Willem zag kort een vogel. Op de plek zagen we wel nog Nubische Steenbok (Capra nubiana – met slechts 1.200 wilde exemplaren een zeldzaam beestje), een Saharaschorpioen (Leiurus quinquestriatus) en drie Dunvingergekko’s (Stenodactylus sthenodactylus).Nubische Steenbok Capra nubiana, Israël, 14 januari 2020 (Alwin van Lubeck)
Saharaschorpioen Leiurus quinquestriatus, Israël, 14 januari 2020 (Alwin van Lubeck)
Lonnie en Remco op zoek naar schorpioenen Homo neanderthalensis, Israël, 14 januari 2020 (Alwin van Lubeck)
De nacht werd nogmaals besteed aan de Egyptische Nachtzwaluw en Woestijnoehoe bij Yotvata. Stiekum hoopten we op een Gestreepte Hyena (Hyaena hyaena), die hier ook wel ‘ns wordt waargenomen. Omdat het nog niet donker was toen we aankwamen, werd er eerst nog wat gevogeld. Dit leverde Grijze Wouw (Elanus caeruleus), Blauwe Kiekendieven (Circus cyaneus) en een Steppekiekendief (Circus macrourus) op. De nacht leverde overigens de gewilde soorten niet op. Meerdere Goudjakhalzen, gewone Vossen (Canis vulpes), Grielen (Burhinus oedicnemus) en een Woestijnegel (Hemichienus aethiopicus) waren een schrale troost.
Woensdag 15 januari 2020
Er restte ons nog een ochtendje vogelen, want om 12:30 uur moesten we alweer op het vliegveld zijn. We bleven daarom rond Eilat vogelen. Eerst bezochten we North Beach; een goede plek voor meeuwen en reigers. Heuglin’s (Larus heuglini), Pontische (L. cachinnans), Dunbek- (L. genei) en zelfs de hier zeldzame Dwergmeeuw (Hydrocolaeus minutus) waren enkele van de aanwezige meeuwen. Verder zagen we Westelijke Rif- (Egretta gularis) en Ralreiger (Ardeola ralloides). Een groepje Zwarte Ooievaars (Ciconia nigra) was een aangename verrassing. Verder zaten er nog soorten als Reuzen- (Hydroprogne caspia), Witwang- (Chlidonias hybridus) en zomerkleed Witvleugelstern (C. leucopterus), Temminck’s Strandloper (Calidris temminckii) en Bonte IJsvogel. We lieten de plek voor wat het was en bezochten nogmaals het Eilat Birdwatching Center. Gelukkig was lokale vogelexpert Noam Weiss aanwezig. Volgens hem hadden we een kans op de Aziatische Wespendief (Pernis ptilorhynchus orientalis), waarvan er deze winter maar liefst zes overwinteren in de dadelpalmgaarden rond het Birdwatching Center. We staken wat tijd in het wachten op de wespendieven maar helaas lieten de vogels zich niet zien.
Het laatste wapenfeit was een poging voor Zwartmaskerduif (Oena capensis). De soort is vooral een zomergast in Israël, maar er blijven elke winter wat vogels bij koeienstallen hangen. We probeerden het eerst bij de stal bij K20. Hier vonden we echter alleen een andere gewilde soort, de Moabmus (Passer moabiticus), ook al een zomergast die slechts met een paar groepen overwintert. Vervolgens reden we door naar kibboets Yotvata voor een laatste poging op Zwartmaskerduif. We werden echter vooral afgeleid door een paar coöperatieve Roodkeelpiepers. Zo erg zelfs, dat we pas na een tijdje doorhadden dat er gewoon een Zwartmaskerduif op de grond achter de Roodkeelpiepers scharrelde…
Zwartmaskerduif Oena capensis, Israël, 15 januari 2020 (Arthur Geilvoet)
Hierna zat de korte trip er helaas alweer op. Na een goede profile-sessie op het vliegveld zaten we snel alweer op het vliegtuig terug richting het koude Nederland. De complete lijst van waargenomen soorten, met foto’s, staat op Observation.org. Kosten: Transavia Amsterdam-Eilat Ramon Airport: € 92 pp. Dit was inclusief 1x ruimbagage (voor twee statieven). Autohuur € 300 voor vijf dagen. Overnachtingen tussen de € 20-25 pppn.
Hard werken = hard lunchen , Israël, 14 januari 2020 (Remco Hofland)
Alwin van Lubeck
Discussie
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.