Leuk die Grote Pijlstormvogels eind oktober; daar zie je iets oostelijker (Madeira) eind oktober erg weinig van. De piek ligt daar augustus/september en november/december. Had je de indruk dat er doortrek was of dat dit ook ter plaatste verblijvende vogels konden zijn? Gr. M.
WP Birding
2009 |
Zuid-Turkije: roofvogels! 23 januari 2009 |
Corvo Birding - 2011 & 2012
11 februari 2022 · Arthur Geilvoet · 6527 × bekeken
Noot van de redactie: onderstaande verslag is geschreven door Arthur Geilvoet, waarin hij vertelt over zijn tijd op Corvo in 2011 en 2012. Het verslag is geschreven op basis van de IOC-soortenlijst en de split van bijvoorbeeld Azorenvink is niet verwerkt in dit verslag. Het artikel is tevens bedoeld als teaser voor de aanstaande lezing op 16 februari die Arthur samen met Pierre-André Crochet zal geven. Veel leesplezier!
Ergens in de zomer van 2011 kreeg ik een berichtje van mijn Engelse vogelmaat Richard Bonser. Hij wilde in het late najaar naar ‘the Rock’; of ik zin had om met hem mee te gaan. Het WP-lijsten vond ik best interessant, dus meteen besloot ik om hem te vergezellen naar Corvo. Deze trip was een dusdanig succes dat we besloten om het een jaar later meteen weer over te doen.
Met het vooruitzicht op de aankomende lezing over Corvo voor de Dutch Birding Vogelmaand, deel ik graag mijn ervaringen van de twee keer dat ik op Corvo ben geweest. Het eiland is veruit de beste plek in de Western Palearctic om Amerikaanse landvogels te zien. De soortenlijst die er in de afgelopen jaren is opgebouwd, is ronduit indrukwekkend. Het is dus ook niet gek dat er in de piektijd in oktober tientallen vogelaars te vinden zijn. Toch is Corvo onder Nederlandse vogelaars nooit echt in trek geweest. Daar zullen verschillende redenen voor zijn.
Want waarom zou je naar Corvo gaan om dagenlang hard te ploeteren voor een Amerikaans zangertje, terwijl je al je wenssoorten met een goed getimede trip naar Noord-Amerika nagenoeg allemaal daar kan zien (en heel veel ander moois)? En dan zijn ze in het voorjaar in Noord-Amerika ook nog eens in hun mooiste kleed. Het helpt ook niet mee dat de ‘Corvo-kliek’ al die geïntroduceerde categorie C-troep meetelt voor hun lijstjes. Bij zo’n clubje willen wij Nederlanders natuurlijk niet horen! 😉
Echter, de kans om op Corvo zelf iets knetterzeldzaams (in WP-context dan…) te vinden is gewoon heel groot. Als je even door Sibley’s North American Bird Guide heen bladert, dan droom je zo weg bij alle potentiële knallers. Die gedachte alleen al geeft een enorme kick en was voor mij reden genoeg om naar Corvo te reizen. Daarnaast is het prima te combineren met een bezoekje aan de endemische Azorengoudvink.
Corvo vormt samen met Flores het meest westelijke deel van de Portugese archipel de Azoren. Corvo ligt zo’n beetje halverwege de Atlantische Oceaan tussen het Portugese vasteland (1890 km) en het Canadese Newfoundland (1930 km). Het eiland is 6,5 km lang en 4 km breed en bestaat eigenlijk uit één krater van een oude vulkaan met het hoogste punt op 718 meter boven zeeniveau. Er is één dorpje met tegenwoordig minder dan 400 inwoners. Een invasie van tientallen vogelaars in het najaar is dus voor de bewoners behoorlijk te merken!
Hoewel Corvo het kleinste bewoonde eiland van de Azoren is, is het eiland groot genoeg om heel veel Amerikaanse landvogels onontdekt te laten. Vele delen zijn ontoegankelijk en sommige delen zijn zeer dicht begroeid. Ik vond het vogelen op Corvo véél moeilijker dan ik in eerste instantie had dacht. De moed zakte me soms ver in de schoenen tijdens het klimmen en klauteren op de steile hellingen en elke vogel die je in beeld krijgt is een Zwartkop Sylvia atricapilla gularis, Vink Fringilla coelebs moreletti of Kanarie Serinus canaria, die allemaal zeer talrijk aanwezig zijn. Maar het harde werken heeft geloond!
2011
22-23 oktober: Terceira
Op 22 oktober land ik in de avond op het eiland Terceira. Ik zou tegelijkertijd met Richard aankomen, maar hij heeft op het laatste moment zijn vluchten omgegooid omdat er al dagen een Witstaartkeerkringvogel Phaethon lepturus op Flores zit. Ik heb een volle dag op Terceira. Dit eiland heeft een paar goede waterpoelen en is vooral goed voor steltlopers. Al snel vind ik de eerste Amerikaanse soort naast mijn hotel; een Blauwvleugeltaling Spatula discors in Paul de Praia. Daarna check ik Cabo da Praia, wat ‘wader heaven’ is. Hier ik tik een paar mooie nieuwe WP’ers binnen: een Amerikaanse Regenwulp Numenius hudsonicus (samen in beeld met Wulp Numenius arquata en Regenwulp Numenius phaeopus en dan springt deze eruit door zijn grondkleur), drie Amerikaanse Bontbekplevieren Charadrius semipalmatus (1 adult), een Grijze Strandloper Calidris pusilla en drie Bonapartes Strandlopers Calidris fuscicollis. Tijdens het rondtoeren over het eiland gedurende de rest van de dag zie ik nog een paar leuke ‘yanks’: een Dikbekfuut Podilymbus podiceps, een Amerikaanse Watersnip Gallinago delicata, een Amerikaanse Oeverloper Actitis macularius, een Gestreepte Strandloper Calidris melanotos en een Topper Aythya marila (zeer waarschijnlijk van Amerikaanse herkomst).
Dikbekfuut Podilymbus podiceps, Terceira, 23 oktober 2011 (Arthur Geilvoet)
24 oktober
Eind van de ochtend vlieg ik naar Corvo, waar ik om 13 uur aankom. Van Corvo-iconen Peter Alfrey en Vincent Legrand, die het eiland nu gaan verlaten, hoor ik dat aan het einde van het vliegveld vandaag een Geelsnavelkoekoek Coccyzus americanus is gevonden. Ik loop daar dan ook direct heen, maar een half uurtje zoeken levert niks op. Een uurtje na mij arriveert Richard vanaf Flores; hij is een beetje chagrijnig, want het omgooien van zijn vluchten heeft niet geresulteerd in de toevoeging van de Witstaartkeerkringvogel op zijn WP-lijst. We dumpen onze spullen in het befaamde Hotel Comodoro en charteren iemand die ons naar Fojo wil brengen. Hier is gisteren een Summer Tanager Piranga rubra gevonden, de vijfde voor de WP. Hoewel deze vandaag niet gezien is, proberen we deze WP-mega uiteraard terug te vinden. We worden vergezeld door twee Noren en samen met hen zijn we de enige vier vogelaars nog op het eiland.
Vanwege het werk van Richard zitten we vast aan deze week. Het is al behoorlijk laat in het seizoen voor Corvo-begrippen, maar het grote voordeel, vind ik, is dat je met vier man alles lekker zelf moet gaan vinden. Geen afleiding en stress door twitches (dacht ik…), want in de beste weken in oktober is het toch wel vaak de realiteit dat je een week lang in een ‘twitchaton’ belandt en niet veel zelf aan het zoeken bent. Twitchen is hier bovendien lastig en tijdrovend omdat je heel veel te voet moet doen, het telefonisch bereik ronduit belabberd is en er oneindig veel plekken zijn waar de vogels voor eeuwig onzichtbaar in kunnen verdwijnen. Het komt nu dus gewoon aan op ons eigen zoekwerk. Bovendien zijn er altijd wel wat soorten die langere tijd blijven hangen, dus die kunnen we dan nog mooi meepakken. Daar hopen we ook op met deze Summer Tanager.
Typisch beeld van één van de ribeira’s aan de oostkant van Corvo, Corvo, 24 oktober 2011 (Arthur Geilvoet)
Uitzicht op Vila Nova do Corvo, Corvo, 25 oktober 2011 (Arthur Geilvoet)
We steken de hele middag in het zoeken naar de tanager. Een enorm onoverzichtelijk gebied, dat beest kan werkelijk overal zitten en vooral in onzichtbare percelen. De paar soorten die hier voorkomen, zijn zo talrijk, dat je daar heel snel klaar mee bent... Vooral de Zwartkop is irritatiesoort nummer 1; deze is in elk mogelijke habitat te vinden en je hersenen weten er bij elke slechte view een warbler van te maken. Langs de weg hebben we een aantal bloeiende ‘lampenpoetsers’ in de smiezen waar veel activiteit is. Na twee uur zoeken en 25 keer deze bomengroep checken, vliegt er ineens een geeloranje vogel in. Bingo, Summer Tanager Piranga rubra! Ik kan snel de anderen waarschuwen en gelukkig zien we hem alle vier.
Tevreden de paar kilometer teruggelopen naar het dorp. Op zee vliegen tientallen pijlstormvogels redelijk dicht langs de kust. Tot mijn verbazing blijken het niet allemaal Kuhls Pijlstormvogels Calonectris borealis te zijn, maar voornamelijk Grote Pijlstormvogels Ardenna gravis.
Summer Tanager Piranga rubra, Corvo, 24 oktober 2011 (Arthur Geilvoet)
25 oktober
Een dramatische weersomslag. Het hoost en het stormt en het is uiterst onaangenaam om buiten te zijn. De oude haven ligt in de luwte en daar loop ik meteen tegen een bontbekplevier aan. Mooi tam beestje, lichte teugel en ik zie een vliesje tussen de tenen. Meteen de anderen gewaarschuwd dat ik naar een Amerikaanse Bontbekplevier sta te kijken. Later draaien we de determinatie terug. Het is een gewone Bontbekplevier Charadrius hiaticula, maar juist door deze vogel weet ik voortaan goed waar ik op moet letten. Erg leerzaam.
Bontbekplevier Charadrius hiaticula, Corvo, 25 oktober 2011 (Arthur Geilvoet) Deze vogel zorgde voor wat verwarring door de vliesjes tussen de tenen, de vage aanzet van een gele oogring en lichte teugel. Maar onder andere de forse snavel en het ontbreken van vliesjes tussen middelste en binnenste tenen maken dit een gewone Bontbekplevier.
Aan het eind van de ochtend, als de ergste regenval achter de rug is, bezoeken we één van de beschutte valleien aan de oostkant: Ribeira da Ponte. Binnen vijf minuten vindt Richard een onvolwassen Indigogors Passerina cyanea, maar ik kom net te laat en mis hem als enige. De rest daalt verder de vallei in, maar ik baal van de misser en blijf zoeken in de buurt. Ik struin wat door de akkertjes en langs de bosranden, maar geen spoor meer van de gors. Plotseling is er consternatie en zie ik vanuit een groepje bomen een vrij grote vogel met een lange staart over een weilandje vliegen, meteen achtervolgd door twee luid alarmerende Merels Turdus merula azorensis. De witte borst en roodbruine vleugels knallen eruit en ik weet meteen wat ik na vijf seconden in de beboste vallei zie verdwijnen: een Geelsnavelkoekoek Coccyzus americanus! We zoeken nog met elkaar, maar het is kansloos. En ook geen spoor meer van de Indigo Bunting.
We lopen in de middag weer terug naar het dorp. Net als ik sta te genieten van het mooie uitzicht op het dorpje en met het eiland Flores op de achtergrond, begint Richard enorm hard te schreeuwen. Ik heb geen idee wat hij zegt, ik hoor vooral een paar lekkere Engelse krachttermen, maar hij wijst naar een spierwitte vogel die boven het dorp vliegt. Dit is duidelijk niet één van de talrijk aanwezige Azorengeelpootmeeuwen Larus michahellis atlantis. Er vliegt gewoon een Witstaartkeerkringvogel Phaethon lepturus voor onze neus boven Vila Nova do Corvo!!! Hij vliegt wat rondjes boven het dorp, maakt aanstalten om te landen op één van de gebouwen, maar vliegt daarna, uit zicht, de Atlantische Oceaan op. Wat een onvergetelijk moment! En pas het derde geval van deze zeevogel binnen de WP-grenzen.
Witstaartkeerkringvogel Phaethon lepturus, boven Vila Nova do Corvo, Corvo, 25 oktober 2011 (Arthur Geilvoet)
Witstaartkeerkringvogel Phaethon lepturus, boven Vila Nova do Corvo, Corvo, 25 oktober 2011 (Arthur Geilvoet)
Witstaartkeerkringvogel Phaethon lepturus, boven Vila Nova do Corvo, Corvo, 25 oktober 2011 (Arthur Geilvoet)
Prachtig weer vandaag. Ik laat me afzetten op de top van de kraterrand en daal af in de vulkaan. De rest gaat vogelen nabij het waterreservoir. Een hele pittige afdaling langs de steile, gladde en zeiknatte helling. En in de krater loop je continu in zompige begroeiing. Ik wil graag de Amerikaanse Blauwe Reiger Ardea herodias zien, die hier afgelopen weken onregelmatig gezien werd, maar zie steeds zijn Europese neefje, de Blauwe Reiger Ardea cinerea. Ook zie ik de al lang aanwezige Amerikaanse Grote Zilverreiger Ardea alba egretta (ik weet even niet waarom dit een Amerikaanse was), een Bonapartes Strandloper, acht Grutto’s Limosa limosa en een groep eenden bestaande uit een Pijlstaart Anas acuta, een Kuifeend Aythya fuligula, drie eclips (Amerikaanse?) Wintertalingen Anas crecca, ca. acht hybriden Amerikaanse Zwarte Eend X Wilde Eend Anas rubripes x platyrhynchos en één vogel die er volgens het boekje uitzag als Amerikaanse Zwarte Eend Anas rubripes.
Uitzicht op de krater Caldeirao van Corvo, Corvo, 26 oktober 2011 (Arthur Geilvoet)
de Higher Fields van Corvo, Corvo, 27 oktober 2011 (Arthur Geilvoet)
Na een moeilijke klimpartij uit de krater, daal ik weer een flink stuk naar beneden af, waar ik ongeveer met Richard en de twee Noren heb afgesproken. Als ik daar bijna ben, krijg ik een flink vertraagd sms’je; ze hebben een Amerikaanse Waterpieper Anthus rubescens rubescens gezien bij het reservoir. Daar liep ik dus net langs... Ik besluit om te keren en weer naar het reservoir te klimmen. Als ik daar aan kom, zie ik een groep van 25 Sneeuwgorzen Plectrophenax nivalis. Die hebben ook een mooie oversteek achter de rug! Echter geen spoor van de pieper. Dan krijg ik weer een bericht van de Noren; zij hebben de Indigogors teruggevonden. En nog geen minuut later: rondvliegende Schoorsteengierzwaluw Chaetura pelagica op diezelfde plek! Beide vlak bij de locatie waar ik zo’n drie kwartier geleden besloot om weer om te keren. Ik heb het helemaal gehad en na wat gevloek ga maar weer naar beneden, zonder pieper. Nog één cirkeltje om het enige gebouwtje wat er staat en dan vliegt ineens de Amerikaanse Waterpieper het dak op! Ik kan twee foto’s maken en daarna is hij weer net zo snel verdwenen als dat hij verscheen.
In hoog tempo daal ik af. Eén van de Noren zie ik op de weg staan en hij wijst omhoog. De Schoorsteengierzwaluw maakt een mooi rondje en laat zich nog een paar keer zien, foeragerend langs de helling. De rest vertelt me dat de gors steeds terugkomt in dezelfde boom (en ook de boom waar Richard hem gisteren vond). Na een uur wachten hoor ik een opvallend roepje waar ik meteen zenuwachtig van word; de Indigogors is teruggekeerd! Hij zit er maar enkele seconden, maar wat een opluchting! Indigogors wordt op Corvo bijna jaarlijks gezien en er zijn inmiddels al vele tientallen gevallen op het eiland.
Mijn gemoedstoestand is gelukkig weer helemaal hersteld. Al vogelend lopen we langs weg naar het noorden. De Summer Tanager vliegt vlak over ons hoofd. Nu op zo’n 500 meter van de plek van eergisteren. Vast dezelfde vogel, of misschien toch een tweede? Verder nog een verdwaalde Koereiger Bubulcus ibis en weer de Amerikaanse Grote Zilverreiger.
Amerikaanse Waterpieper Anthus rubescens rebescens, Corvo, 26 oktober 2011 (Arthur Geilvoet)
Indigogors Passerina cyanea, Corvo, 26 oktober 2011 (Arthur Geilvoet)
27 oktober
Na een rondje dorp laten we ons afzetten bij Lighthouse Valley, de meest noordelijk plek op het eiland waar je kan komen. Veel wind en regen en over de vogels kan ik kort zijn: we zien niks bijzonders. Op de terugweg lopen we door de zeiknatte velden. We verdwalen en het lijkt allemaal compleet zinloos deze ochtend. Dan toch ineens weer actie! In een rijtje hortensia’s scharrelt een zangertje. Het is een onvolwassen vrouwtje Common Yellowthroat Geothlypis trichas! Ook deze is weer kort te zien en verdwijnt al snel in onoverzichtelijk terrein. De Summer Tanager zit weer in zijn favoriete bomen in Fojo.
Vlak voor het donker kijk ik nog op het vliegveld, waar wat meeuwen komen slapen. Ik fotografeer twee ‘zilvermeeuwen’ en besef pas ’s avonds bij het bekijken van de foto’s dat dit wel eens twee Amerikaanse Zilvermeeuwen Larus smithsonianus geweest zouden kunnen zijn. Hopelijk morgen een herkansing. Op zee vliegen honderden Grote Pijlstormvogels. Zodra het donker is, vinden we op straat drie net uitgevlogen Kuhls Pijlstormvogels. Ze komen op de verlichting van het dorp af en crashen vervolgens. Gelukkig worden ze hier netjes opgehaald, geringd en de volgende ochtend vrijgelaten in de haven.
Twee waarschijnlijke Amerikaanse Zilvermeeuwen Larus smithsonianus met Azorengeelpootmeeuwen Larus michahellis atlantis, Corvo, 27 oktober 2011 (Arthur Geilvoet)
Een gestrande Kuhls Pijlstormvogel Calonectris borealis in de straten van Vila Nova do Corvo, Corvo, 25 oktober 2011 (Arthur Geilvoet)
28-31 oktober
Alweer de laatste dag op Corvo. In de ochtend staat er gelukkig nog één zilvermeeuw op het vliegveld. Bij thuiskomst informeren we bij Peter Adriaens. Het is een hele goede kanshebber voor Amerikaanse Zilvermeeuw, maar helaas is er geen 100 procent uitsluitsel te geven. We vliegen terug naar Sao Miguel, daar kan ik nog twee dagen relaxed vogelen. De Azorengoudvink Pyrrhula murina heb ik vrij snel gevonden. Verder zie ik op het eiland een Dikbekfuut en de lokale (onder)soorten van Goudhaan Regulus regulus azoricus en Vink Fringilla coelebs moreletti.
Azorengoudvink Pyrrhula murina, São Miguel, 29 oktober 2011 (Arthur Geilvoet)
2012
27-28 oktober
Net als vorig jaar begint mijn trip weer op Terceira. Dit jaar is exceptioneel goed voor Bonapartes Strandloper. Ik zie er 60 in Cabo da Praia en er hebben er hier eerder dit jaar al maximaal zo’n 250 gezeten. Het dagje vogelen levert de volgende ‘yanks’ op: drie Kleine Geelpootruiters Tringa flavipes, een Grijze Strandloper, acht Amerikaanse Bontbekplevieren, een Amerikaanse Regenwulp, een Amerikaanse Smient Mareca americana, een Kleine Kokmeeuw Chroicocephalus philadelphia, een Brilzee-eend Melanitta perspicillata, de bekende Dikbekfuut (nog steeds dezelfde vogel als vorig jaar) en als leukste twee Geoorde Aalscholvers Nannopterum auritum.
Brilzee-eend Melanitta perspicillata, Terceira, 29 oktober 2012 (Arthur Geilvoet)
29 oktober
Vandaag is het de bedoeling dat Richard en ik naar Corvo vliegen. Het weer is flink aan het verslechteren en we zijn al blij dat we heelhuids de tussenlanding maken op Flores, het eiland net ten zuiden van Corvo. We voelen de bui al hangen; door de enorm harde wind vliegen we niet meer verder naar Corvo en zullen we in ieder geval de komende twee nachten op Flores moeten blijven. Vogelen heeft amper zin, het stormt en hoost onafgebroken.
30 oktober
Ook vandaag is het nog ongekend hondenweer. Het regent onafgebroken en ook nog steeds de harde wind. We huren een auto en proberen wat beschutte plekjes op het eiland te vinden. Dat resulteert weer in twaalf Bonapartes Strandlopers (een groepje van elf en een losse vogel), tien Amerikaanse Bontbekplevieren (een groepje van vijf, een groepje van vier en een losse vogel midden op de doorgaande weg) en een mooie adulte Ringsnavelmeeuw Larus delawarensis.
Bonapartes Strandloper Calidris fuscicollis, Flores, 30 oktober 2012 (Arthur Geilvoet)
Bonapartes Strandloper Calidris fuscicollis, Flores, 30 oktober 2012 (Arthur Geilvoet)
Amerikaanse Bontbekplevier Charadrius semipalmatus, Flores, 30 oktober 2012
Ringsnavelmeeuw Larus delawarensis, Flores, 30 oktober 2012 (Arthur Geilvoet)
31 oktober
In de centraal gelegen meertjes van Flores zien we wat leuke eenden: de lang verblijvende adulte man Carolina-eend Aix sponsa, een groepje van vijf Amerikaanse Smienten en een Amerikaanse Zwarte Eend in gezelschap van een aantal hybriden (Amerikaanse Zwarte x Wilde Eend). Verder zien we weer Amerikaanse Bontbekplevieren, Bonapartes Strandlopers, de Ringsnavelmeeuw van gisteren, een mooie Monarchvlinder Danaus plexippus, twee Sneeuwgorzen en een eerstejaars Zwartkopmeeuw Larus melanocephalus.
In de middag kunnen we gelukkig naar Corvo vliegen (een vlucht van slechts 10 minuten). Net als vorig jaar zijn we weer met maar vier vogelaars aanwezig op ‘the Rock’. Twee Finse vogelaars komen tegelijk met ons aan. Veel tijd hebben we niet meer vandaag en na het dumpen van de spullen in het hotel, doen we meteen een rondje dorp. Het doel is de Mourning Dove die hier al twee weken zit. En haast is geboden, want de vogel is al een paar keer ternauwernood ontsnapt aan plaatselijke terrorkatten. Hij heeft het gelukkig nog even volgehouden, want al na vijf minuten wandelen komt de Mourning Dove Zenaida macroura voorbijgevlogen. Helaas nog geen waarneming in zit, maar deze is alvast binnen!
De druk is er dus meteen af en nu kunnen we relaxed rondkijken of de storm van afgelopen dagen nog wat spannende vogels naar Corvo heeft gebracht. Rustig speur ik de maisakkertjes aan de rand van het dorp af. Letterlijk twee minuten na het zien van de duif, stijgt mijn adrenalinepeil meteen tot grote hoogte. Achter een paar omgevallen maisstengels zie ik het kopje van een gors die rustig aan het foerageren is op de grond. Ik weet meteen dat het raak is, maar kan niet meteen plaatsen om welke soort het gaat. Richard heeft de vogel gelukkig snel in beeld en we kunnen de eerste foto’s maken. Het is een Lincoln’s Sparrow Melospiza lincolnii, een regelrechte WP-knaller! Hij laat zich prima zien en is goed te fotograferen. Deze vogel is later geaccepteerd als dezelfde vogel die op 11 en 12 oktober van dit jaar is gezien op een paar 100 meter van deze plek. Daarmee is dit het tweede geval voor de WP. We konden ons geen beter begin voorstellen!
Lincoln’s Sparrow Melospiza lincolnii, Corvo, 31 oktober 2012 (Arthur Geilvoet)
Lincoln’s Sparrow Melospiza lincolnii, Corvo, 31 oktober 2012 (Arthur Geilvoet)
1 november
We laten ons in de ochtend droppen bij Lighthouse Valley, waar vorige week de eerste Prairie Warbler Setophaga discolor van de WP is gevonden. Hoe hard we ook zoeken, we weten er geen leuke warbler uit te trekken. Leuk zijn een Houtsnip Scolopax rusticola en drie overvliegende Kraanvogels Grus grus die ergens een volledig verkeerde afslag hebben genomen (tweede waarneming ooit voor de Azoren).
Via het reservoir lopen we terug richting het dorp. Alweer Bonapartes Strandlopers (vijf stuks) en een Amerikaanse Bontbekplevier, maar gelukkig vervelen ze nooit. Net als vorig jaar zit hier ook weer een groep van 25 Sneeuwgorzen. Ook een Tapuit Oenanthe oenanthe heeft een helse tocht achter de rug en moet nog een flink stuk oceaan overbruggen. Wat een bikkels
Terwijl we afdalen in de Higher Fields, stoten we een ‘andere’ lijster op. Tussen de Merels Turdus merula azorensis hipt gewoon een prachtige Roodborstlijster Turdus migratorius! Weer een heerlijke toevoeging aan mijn WP-lijst. Het blijkt dezelfde vogel te zijn die hier op 21 oktober is gezien. Daarna zoeken we nog naar een Mirtezanger Setophaga coronata, maar helaas. In het dorp laat de Mourning Dove zich nu een stuk beter zien.
Roodborstlijster Turdus migratorius, Corvo, 1 november 2012 (Arthur Geilvoet)
Mourning Dove Zenaida macroura, Corvo, 1 november 2012 (Arthur Geilvoet)
2 november
De laatste dag op ‘the Rock’. Ik laat me afzetten aan de kraterrand en daal weer af in de vulkaan. Hoewel ik natuurlijk het liefst Amerikaantjes wil zien, word ik goed vermaakt met Europees spul: de drie Kraanvogels (een paartje met een jong) zijn rustig aan het foerageren en een Kleine Rietgans Anser brachyrhynchus en een Paarse Strandloper Calidris maritima zijn aanwezig. De enige Amerikaan die ik zie, is, hoe kan het ook anders, een Bonapartes Strandloper (in totaal zo’n 80 stuks deze week!).
Ik daal helemaal af naar het dorp, een wandeling van een paar uur. Geen noemenswaardige zaken tijdens de wandeling. In het dorp zie ik een adulte Kwak Nycticorax nycticorax. Die zou zo maar eens van Amerikaanse afkomst kunnen zijn. Als we de koffers inchecken op het vliegveld, werpen we nog een laatste blik in de haven. Naast wat Steenlopers Arenaria interpres staan twee Amerikaanse Bontbekplevieren (dat brengt het totaal naar 21 deze week!) en een mooie Grijze Strandloper. Een prima afsluiting van weer een bijzonder tripje Corvo.
Grijze Strandloper Calidris pusilla en Steenloper Arenaria interpres, Corvo, 2 november 2012 (Arthur Geilvoet)
Kraanvogel Grus grus, Corvo, 2 november 2012 (Arthur Geilvoet)
Kwak Nycticorax nycticorax, Corvo, 2 november 2012 (Arthur Geilvoet)
3-4 november
De laatste anderhalve dag vermaak ik me prima op Sao Miguel met weer twee Geoorde Aalscholvers, een Ringsnaveleend Aythya collaris, de bekende Dikbekfuut en twee Kleine Toppers Aythya affinis.
Geoorde Aalscholvers Nannopterum auritum en Azorengeelpootmeeuw Larus michahellis atlantis, Sao Miguel, 3 november 2012 (Arthur Geilvoet)
Kleine Toppers Aythya affinis en Kuifeend Aythya fuligula, Sao Miguel, 4 november 2012 (Arthur Geilvoet)
Arthur Geilvoet
Discussie
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.