DB Terugblik

Een terugblik op de waarnemingen van de afgelopen periode.

April 2022

8 mei 2022  ·  Wim Wiegant  ·  3788 × bekeken

We zijn natuurlijk allemaal allang weer vergeten dat er in april voor het eerst in 44 jaar weer een gesloten sneeuwdek was in de Bilt. Dat was weliswaar op 1 april, maar dus wel in april! Ander gedenkwaardig nieuws kwam uit het zuiden: de eerste Italiaanse Mus van ons land werd gevonden. Een soort die - om het voorzichtig te zeggen - niet iedereen duidelijk op de radar had. De tweede helft van de maand kon dus genoten worden van twee eerste individuen van Nederland: de eerste Purperkoet en de eerste Italiaanse Mus. Daarbuiten was het, met uitzondering van 12 april, betrekkelijk rustig op het gebied van de vogeltrek, door de aanhoudende wind uit het noorden. Met waarnemingen van knallers als Alpenheggemus en Kalanderleeuwerik, beide als bijvangst op zoek naar Boomleeuweriken, waren de soorten er niet minder om...! We blikken terug op april 2022.

Hoogtepunten

Italiaanse Mus

Een beginnend vogelaar in het boeiende plaatsje Garderen op de Veluwe nam het besluit om zich te verdiepen in het onderscheid tussen Huis- en Ringmus. Wat een geniaal besluit...! Na enige studie vond de man in zijn eigen achtertuin een vogel die wel een bruin petje had, hetgeen een goed kenmerk voor de herkenning als Ringmus is, maar geen ringetje op de wangen, hetgeen dan weer niet zo heel goed is. Geen nood, de moderne computertechnologie heeft ons via het keiharde werk van waarneming.nl het geniale herkenningsprogramma Obsidentify gebracht. Raadpleging van het "monster" leverde als uitkomst dat herkenning als Italiaanse Mus voor 97% zeker was...! De vogelliefhebber die de vogel al een maand in zijn tuin had, besloot op 15 april het nieuws toch maar wereldkundig te maken, en zo kreeg Nederland een nieuwe een soort die helemaal niemand had voorzien! Voor de mentale gezondheid van het kleine Garderen werd de melding ongeveer 20 minuten later alweer van waarneming.nl gehaald, maar dat was natuurlijk te laat! Hoewel de vogel goed een truck-assist zou kunnen zijn, net als Witkeelgors en Zanggors heel goed ship-assists kunnen zijn, is aanvaarding op de Nederlandse lijst niet ondenkbaar. In tegenstelling tot die van de twee Amerikaanse gorzen, is de taxonomie van de Italiaanse Mus knetteringewikkeld. Truck- of caravan-assists uit Zuid-Europa, daar hebben we er in Nederland wel enkele van, met name vlinders: bijvoorbeeld tenminste drie Koningspages, en een Spaanse Pijpbloemvlinder die dit voorjaar op een zolder in Alkmaar rondvloog, zoals werd aangegeven in het laatste nummer van het boeiende periodiek Vlinders van de Vlinderstichting.

Italiaanse Mus Passer italiae, Garderen (Gld), 22 april (Eduard Sangster)

Een speels filmpje werd weer gemaakt door The Dutch Birder.

Bezoek aan de Italiaanse Mus door de The Dutch Birder

Purperkoet

Er is een mooie musical, Soldaat van Oranje, die al oneindig lang draait in een hal in de buurt van Katwijk. Ongeveer iedere Nederlander zal die zo onderhand toch wel hebben gezien? Hoe spectaculair ook, als je vertelt dat je naar die musical bent geweest, dan zullen de wenkbrauwen slechts minimaal worden opgetrokken. We zijn bang dat de Purperkoet van Kinderdijk tegenwoordig tot een vergelijkbare categorie hoort. Terwijl de vogel nog steeds gewoon de eerste van Nederland is...

Havikarend

Wat is er toch aan de hand met de Havikarend? Deze voormalige zeldzaamheid bezoekt ons land de laatste voorjaren bijna vaker dan dat regenbuien dat doen. Vorige maand proefden slechts twee waarnemers het genoegen om de soort te mogen zien, en ook deze maand waren het er maar enkele, die de vogel boven Alblasserdam zagen, op 22 april. De fotograaf was vrijwel de enige waarnemer die de vogel goed zag en enkele andere waarnemers zagen "een grote roofvogel".

Havikarend Aquila fasciata, Alblasserdam (ZH), 27 april (Rik Vinke)



Twee eendagsvogels

Twee knap zeldzame dwaalgasten waren jammer genoeg maar zeer kort aanwezig: de Alpenheggemus en de Kalanderleeuwerik, beide in de duinen van Noord-Holland, en beide op te vatten als beloning voor het brave regelmatige be"zoek" in en aan de vindplek.

Kalanderleeuwerik Melanocorypha calandra, Bergen aan Zee, 22 april (Hans Schekkerman)

Overzicht

Ganzen en eenden

De Witbuikrotganzen van de omgeving van Breskens waren in april wel verdwenen. Een interessante groep van 12 vloog naar noord langs IJmuiden op 12 april. Verder waren er alleen waarnemingen van maximaal twee vogels, voornamelijk op de Waddeneilanden, en daarvan de meeste op Texel. Van de Zwarte Rotgans werden natuurlijk alleen vogels op de gebruikelijke plekken, zoals de Waddeneilanden en Zeeland, gemeld, op de deze winter en voorjaar gebruikelijke één na. Die zat nog steeds in Zevenhoven, in de Groene Jonker, en werd daar op 13 april gefotografeerd. De noordwaarste concentratie van Roodhalsganzen kwam zoals gebruikelijk op Ameland tot een hoogtepunt waar zich aan het einde van de maand minimaal 10 vogels hadden verzameld.

Witbuikrotgans Branta hrota, Terschelling, 30 april (Pim Rijk)

Roodhalsgans Branta ruficollis, Ameland, 30 april (Alex Bos)

De Dwergganzen voor deze winter waren bijna op: er werden er nog twee doorgegeven, één op 3 april op Schiermonnikoog en één net buiten Groningen op 28 april. Niet meer dan ongeveer 10 IJseenden werden gezien, waarvan natuurlijk de vogel in de Driemanspolder in Zoetermeer de leukste was. Die vogel zat er al vanaf 2 maart. Maar ook de drie vogels van het Volkerrak en die van het Kennemermeer hielden het de hele maand vol.

IJseend Clangula hyemalis, Zoetermeer, 30 april (Rob Wassenburg)


Vanaf 24 april hield zich een adult mannetje Kokardezaagbek op in de Zouweboezem bij Ameide (U). Enige andere exemplaren bleken ontsnapt te zijn, maar de status van dit exemplaar was onduidelijk. In totaal 17 Witoogeenden werden waargenomen. De meeste bevonden zich in min of meer geschikt broedgebied, andere in meer urbane omgeving. De Ringsnaveleend van Appingedam liet nog eens zien dat een zeldzame wintergast zich gemakkelijk langere tijd onzichtbaar kan maken. Na voor het laatst gezien te zijn op 27 maart, werd de vogel op 16 april en op 27 april, en ook later in mei, weer teruggezien. Wat spookt de vogel toch uit in de tussentijd?

Ringsnaveleend Aythya collaris, Appingedam (Gr), 16 april (Marnix Jonker)

Het interessante idee dat de overweldigende toename van het aantal gevallen van de Siberische Taling in Nederland en de rest van West-Europa te verklaren is of zou zijn door de toename van de populatie in Oost-Siberië, leek eerst te worden bevestigd, door een waarneming in Hooge Zwaluwe vanaf 9 april, als ontkend, toen de vogel geringd bleek te zijn. Ook de vogel van Zevenhoven werd nog met enige regelmaat gezien, op 9 april en van 20 tot 27 april. Op 24 april werd in de Noordwaard in de Brabantse Biesbosch - hemelsbreed ongeveer 10 km van Hooge Zwaluwe - ook een exemplaar gezien van onduidelijke afkomst. Dat zou de vogel van de Hooge Zwaluwe kunnen zijn geweest, maar dat is niet gezegd.Op 20 en 21 april werd een Amerikaanse Smient, of een sterk gelijkende hybride, gezien op de Ackerdijkse Plassen.

Andere watervogels en trappen en zo

Een geringde 2e kj Europese Flamingo die de hele maand samen met een 2e kj Chileense Flamingo aanwezig was op de Marker Wadden bleek te zijn geringd in het Zwillbrocker Venn in Duitsland. Niets ten nadele van Duitsland, maar of de vogel nu wild was, lijkt daarmee niet aangetoond.De eerste dag in het voorjaar met een flinke oostenwind trok zoals gebruikelijk weer een aantal liefhebbers naar de trektelpost op Breskens. 12 april was een geweldige dag, zie bijvoorbeeld verderop bij de Steppekiekendief, en een rustig langsvliegende Alpengierzwaluw was een hoogtepunt. Natuurlijk werd de vogel in de rest van Nederland niet meer teruggezien.Op 5 april werd een Klein Waterhoen ontdekt in Heiloo, die tot 18 april veel belangstelling wist te trekken, maar zich meestal maar matig liet zien. Op 9 april werd er nog een ontdekt, in het Quackjeswater in Voorne's Duin, en die liet zich veel beter fotograferen. Deze laatste vogel bleef jammer genoeg maar tot 10 april.

Klein Waterhoen Porzana parva, Quackjeswater, Voornes Duin (ZH), 10 april (Sebastiaan Koppelle)

De eerste Purperkoet van Nederland verbleef nog de gehele maand in Kinderdijk. Sinds de ontdekking op 17 december 2021, is de vogel in 132 dagen slechts 14 dagen niét doorgegeven. Dat is waarschijnlijk niet omdat de vogel op die dagen moeilijk te zien te krijgen was, maar omdat niemand zin had om te gaan kijken...! Hoewel het natuurlijk een heel fraaie soort is, en nog behoorlijk zeldzaam ook, en pas de eerste van Nederland, waren de meeste vogelaars in april er wel een beetje klaar mee. In april werd de vogel slechts 89 x doorgegeven op waarneming.nl. Dat maar de helft of net iets meer van het aantal meldingen van het Klein Waterhoen bij Heiloo of in Voornes Duin, want dat waren er respectievelijk 178 en 173.IJsduikers werden nog gezien op 13 april aan de Brouwersdam, drie stuks om precies te zijn, en een langsvliegende bij Castricum op 27 april. De overduidelijk ontsnapte - maar ongeringde - Zwarte Ooievaar werd op 3 april nog gezien in Wageningen. Later dook de vogel op in Duitsland. Daarbuiten werden nog ongeveer 30 exemplaren overtrekkend gezien, maar niet ten westen van de lijn Brouwersdam - Groningen. De aantallen Koereigers bleven onverminderd op recordhoogte. Een langsvliegende groep van 20 vogels in zomerkleed op 21 april bij de Ackerdijkse Plassen spande de kroon.

Koereiger Bubulcus ibis, Ackerdijkse Plassen (ZH), 21 april (Peter Soer)

Ongeveer 15 tot 20 Zwarte Ibissen werden gezien, waaronder groepjes van drie in Hengstdijk (Zeeuws Vlaanderen), die daar bina de gehele maand aanwezig waren, en bij Hornhuizen (Gr).Het leek er sterk op dat de Dwergaalscholver van Laagraven bij Utrecht zich had verplaatst. Na voor het laatst op 23 maart bij Utrecht te zijn gezien, werd er ineens weer een ontdekt op het Zwarte Water bij Kampen (Ovl) op 12 april.  De vogel bleef tot 14 april. Vervolgens werd er weer een ontdekt, maar nu in Drenthe, op het Dwingelderveld. Deze vogel bleef van 15 tot 27 april, op welke dag de vogel wegvliegend werd gezien. Het is niet onaannemelijk dat alle waarnemingen van dit en vorig jaar dezelfde vogel betroffen, maar helemaal zeker is dat niet. Als dat zo is, mag deze vogel zich tot de dwaalgasten rekenen die op de meeste plekken is teruggevonden. In deze zeldzame categorie bevinden zich natuurlijk de eerste Grote Kanoet van Nederland, die in september 1991 langs de Oostvaardersdijk in Flevoland werd gevonden, om daarna bij de Putten van Petten te worden teruggevonden, en de vierde Steltstrandloper van Nederland, die in 2016 achtereenvolgens in Leudal (L), Borculo (Gld) en Terschelling (Fr) werd waargenomen. Gezenderde vogels, als Ringsnavelmeeuw en Havikarend kunnen helaas niet in deze categorie worden opgenomen.

Dwergaalscholver Microcarbo pygmeus, Dwingerderveld (Dr), 20 april (Eric Menkveld)

Waders

Een veel bezochte Griel was aanwezig in de Hekslootpolder bij Haarlem (ZH) op 19 april. Jammer genoeg zat de vogel niet echt dichtbij. Op 26 april werd er een bij en in de Lepelaarsplassen (Fl) waargenomen. Stelkluten werden gezien in maar liefst 112 uurhokken. Enkele grotere groepjes telden 6 tot 8 exemplaren. Zo'n 30 Morinelplevieren werden in Nederland gezien in april. De stabielste groep waren de tien van de Hollandseweg op Texel, die zich daar ongeveer van 21 april tot het einde van de maand te zien waren.

Morinelplevier Charadrius morinellus, Noorderdijkweg, Dijkgatsbos (NH), 30 april (Fred Visscher)

Een Terekruiter werd waargenomen door twee vogelaars in het Zwin op de grens van Nederland en België. Na korte tijd verdween de vogel België in. Een stuk of 8 Poelruiters werden gezien. Op 11 april werd de eerste gezien, en vervolgens werden vogels op 12 (Texel) en 17 april (Aalst, NB) en op 19-20 april bij Buttinge (Zld), 23 april bij Zierikzee (Zld) 2 bij Nieuwvliet-Bad (Zld) en later bij Breskens (Zld), 26 april bij Dalfsen (Ovl).Op 27 april werd op Tholen door een Belg een waadvogel gefotografeerd, die hij pas na thuiskomst als Grijze Snip determineerde. Eerst leek het nog een Kleine Grijze Snip, maar later bleek het toch om een Grote Grijze Snip te gaan. De vogel liet zich schitterend fotograferen, en bleef tot in mei.

Grote Grijze Snip Limnodromus scolopaceus, Tholen (Zld), 29 april (Eduard Opperman)

Alkachtigen, meeuwen en sterns

In de haven van Oudeschild op Texel was de hele maand een Zwarte Zeekoet in zomerkleed aanwezig. De vogel in de buurt van de Mokbaai, ook op Texel, werd daar nog tot 10 april gezien. De adulte Kumliens Meeuw van Julianadorp werd daar nog tot 10 april gezien. Andere - gewone - Kleine Burgemeesters, twee tot drie in aantal, werden tot 30 april gezien bij IJmuiden, Noordwijk en Katwijk aan Zee en Scheveningen. Op 3 april vloog er een Grote Burgemeester langs Westerslag op Texel. Tot 14 april werd een tweedejaars exemplaar gezien bij IJmuiden. Tot 20 april bleef de overwinterende adult aanwezig in de haven van Vlissingen.Slechts 4 Lachsterns werden langstrekkend gezien, 1 op 20 april en 2 op 23 april langs Breskens en één op 22 april langs Bloemendaal aan Zee. Op 12 april werden de eerste Witwangsterns van het land gezien, bij Vlaardingen en Haarlem. Op 13 april werd de eerste in het Zuidlaardermeergebied gezien, waar de aantallen vanaf 26 april snel opliepen.

Zwarte Zeekoet Cepphus grylle, Oudeschild, Texel (NH), 29 april (Gertjan van der Kooij)

Roofvogels

Tegenwoordig is het pas écht lente als de trek van de Grijze Wouw op gang komt! De allereerste waren er al op 19 en 24 maart, maar de eerste echte lentwaarnemingen kwamen van Breskens, op 11, 16 en 17 april. Tenslotte werd op 25 april er een gefotografeerd in de Zuidermeerpolder bij Stavoren (Fr).De eerste echte trekdag van het jaar was behoorlijk druk: op 12 april waren er meldingen van circa 15 Steppekiekendief, 25-30 Zwarte Wouw, 10-12 Reuzenstern, 10-12v Zwarte Ooievaar, 40-50 Visarend, en meer dan 225 meldingen van Rode Wouw. De Steppekiekendievenwaren niet de eerste, want die werden al op 2 april (drie), 10 april, 11 april (drie) gezien, en ook later. In totaal werden in april in 75 uurhokken Steppekiekendieven gemeld.

Steppekiekendief Circus macrourus, Breskens (Zld), 24 april (Ran Schols)

De hybride Zwarte Wouw x Oostelijke Zwarte Wouw was nog de gehele maand aanwezig op en bij de Korendijkse Slikken.Nog een stuk of 8 Ruigpootbuizerds werden gezien, de meeste in het noorden van het land.

Zangvogels en de rest

In 58 uurhokken werden in april Hoppen vastgesteld. In 2020 en 2021 waren de aantallen uurhokken met waarnemingen in april respectievelijk 59 en 62, dus vergelijkbaar met dit jaar. De eerste Bijeneter meldde zich dit jaar al vroeg, over Berkheide, Katwijk aan Zee (ZH) en het Noordhollands Duinreservaat op 20 april. Een tweede waarneming was op 27 april op de Engbertsdijkvenen (Ovl). Van 21 april tot aan het einde van de maand zat er een adult mannetje Roodkopklauwier op Vlieland, bij de Nieuwe Kooi. Van 24 april tot 28 april zat er een wijfje bij Markelo (Ovl) en op 28 april werd er een weer een mannetje bij Netterden (Gld) gezien.

Hop Upupa epops, Ridderkerk (ZH), 23 april (Coen van Nieuwamerongen)

Roodkopklauwier Lanius senator, Holten (Ovl), 26 april (Erik-Jan Barten)

De Kalanderleeuwerik, wat een soort om tegenaan te blunderen tijdens een inventaristieronde! Dat gebeurde op 21 april in het Noordhollands Duinreservaat. In tegenstelling tot de Alpenheggemus van 19 april (zie verderop) werd deze vogel na vier uur teruggevonden, en bleef de vogel de rest van de dag nog te bewonderen.

Kalanderleeuwerik Melanocorypha calandra, Bergen aan Zee, 22 april (Maarten Hotting)

Roodstuitzwaluwen werden zoals gebruikelijk vooral bij Breskens voorbijvliegend gezien, op 12, 16, 17 (twee stuks), 18 en 23 april, en verder bij Schiedam op 12 april, op 14 april op Texel, op 17 april op Colijnsplaat, Oostkapelle, en Nieuwvliet in Zeeland, 18 april Eemshaven en Hoogkarspel (NH), op 21 april bij Den Helder, op 22 april bij Deventer, op 24 april op Hoofdplaat (Zld) en de Horsmeertjes op Texel, en tot slot op 30 april op Rottumerplaat.

Roodstuitzwaluw Cecropis daurica, Schiedam (ZH), 12 april (Sebastiaan Koppelle)

Een Pallas' Boszanger werd zingend waargenomen bij Oostkapelle tot 3 april, op welke dag er zelfs twee bij elkaar zouden hebben gezeten. Twee Humes Bladkoningen verbleven nog in het land: de vogel in Westenschouwen bleef tot 2 april, en de vogel van Zwolle hield het na 5 april voor gezien.  De Bruine Boszanger van Wageningen completeerde de reeks oostelijke phyllosopen van deze winter. De vogel werd nog tot 2 april gezien. Dat was nuttig voor de vogelaars die de soort nog niet eerder in april hadden gezien. In IJsselstein (U) vanb 12 tot 14 april, en in Bentwoud (ZH) na 23 april, hielden zich enige tijd, phylloscopen op, die zowel als gewone Tjiftjaf als als Iberische Tjiftjaf konden klinken.

Pallas’ Boszanger Phylloscopus proregulus, Oostkapelle (Zld), 2 april (Corstiaan Beeke)

Een Westelijke Baardgrasmus aan de rand van Woerden deed op 18 april zijn best om nog even op een Moltoni's Baardgrasmus te lijken, maar hield dat niet al te lang vol. Het lukte toch nog meer dan 200 mensen om de soort te zien te krijgen, in de korte tijd dat de vogel aanwezig was (de vogel werd pas om 12:40 u ontdekt, en was de volgende dag weer weg). De op 2 januari met de warmtecamera bij Gouda ontdekte Struikrietzanger werd alleen nog op 1 april gezien, een geluk voor de fanatieke vogelaars die de soort op hun lijst voor de maand april wilden scoren.

Westelijke Baardgrasmus Sylvia inornata, Woerden (ZH), 18 april (Jaap Denee)

Na een overwinterende eerste-winter Roze Spreeuw, van 4 november 2021 tot 4 maart van dit jaar, die niet de aandacht heeft gekregen die de vogel verdiende, werd de eerste voorjaarsvogel gezien op Breskens op 18 april. Een prachtige Alpenheggemus werd ontdekt op 19 april tijdens een dagelijks ronde van een vogelaar op zijn local patch. Hij had de gelegenheid om een geweldige foto te maken, maar helaas verdween de vogel al binnen een paar minuten naar verboden gebied.

Alpenheggenmus Prunella collaris, Kennemerduinen (NH), 19 april (Lars Buckx)

De tweede helft van de maand waren er dus van twee soorten tegelijkertijd de eerste individuen voor Nederland te zien: de Purperkoet en de Italiaanse Mus. Dit aantal wordt alleen overtroffen door de gelijktijdige aanwezigheid op 3 april 2005 van de eerste Killdeerplevier, Keizerarend en ... Buffelkopeend van Nederland! De Italiaanse Mus is in de ons omringende landen alleen gezien in Duitsland, in 2019. Deze vogel was bezig een nestje te bouwen, dus zijn verblijf zal nog wel even duren.

Italiaanse Mus Passer italiae, Garderen (Gld), 15 april (Jaap Denee)

Wanneer je nu een soort mag tellen of niet, dat is een oneindig moeilijk vraagstuk. Moet je de vogel zelf hebben herkend, of is dat niet noodzakelijk? Moet je de vogel al hebben herkend terwijl je 'm zag, of mag dat ook pas later zijn, en dat soort vragen. Het vraagstuk werd op de spits gedreven door een fotograaf op de trektelpost op Breskens op 23 april, die dacht een Engelse Gele Kwikstaart te fotograferen. Op zijn scherm zag hij pas dat het een Citroenkwikstaart was. De trektelpost mag 'm natuurlijk tellen, maar mag de fotograaf dat ook? Gelukkig was de soort niet nieuw voor de fotograaf, hetgeen hem menig hoofdbreken zal hebben bespaard. De fotograaf had ongeveer 8 gele kwikstaarten gefotografeerd, waarvan er dus één een Citroenkwikstaart was. Het betreft de vogel op de foto hieronder. Dat kan aan de ene kant suggereren dat er van de op die dag getelde 1797 gele kwikstaarten ongeveer een op de acht een Citroenkwikstaart was, dus dat er misschien wel 225 Citroenkwikstaarten zijn overvlogen. Dat lijkt nou weer heel sterk! Aan de andere kant kan het betekenen, als het maar om één vogel ging, dat de fotograaf erg veel geluk had dat hij zijn kans van 1 op 225 om een Citroenkwikstaart te fotograferen (uit zijn monstername van 8 vogels van de in totaal 1797) had verzilverd. Na deze filosofische overwegingen kan het geen kwaad om te vermelden dat een andere Citroenkwikstaart op 26 april in Spaarndam werd ontdekt.

Citroenkwikstaart Motacilla citreola, Breskens (Zld), 23 april (Lennart Verheuvel)

Een vogel die zijn best deed op een Marokkaanse Kwikstaart te lijken werd gefotografeerd bij Spaarnwoude (NH) op 1 april. Nadere bestudering leek toch op een Witte Kwikstaart te duiden. Grote Piepers werden vroeger niet veel in het voorjaar gezien, maar dat is nu wel anders. Op 1 en 2 april was er een aanwezig bij Kerkwerve, tot 18 april was de overwinterende vogel van het Veerse Meer aanwezig, in de Amsterdamse Waterleidingduinen waren er twee te zien van 23 tot 28 april, en nog 9 losse exemplaren werden op plaatsen langs de kust gezien. Ongeveer 20-25 Europese Kanaries werden waargenomen, een illustratie van de deplorabele situatie waarin de aantallen broedvogels zich in Nederland bevinden. De Grauwe Gors van Zoetermeer bleef daar nog tot 12 april. Bij Finsterwolde was een groepje van 5 aanwezig op 9 april. Verder waren de aantallen zeer laag: 1 vogel bij Hengstdijk (Zld) op 16 april, een bij Nieuwvliet op 17 april, een bij de Nederlanden op 18 april op Texel en een langvliegende bij Breskens op 21 april, een op het Kraloërveld (Dr) op 22 april, nog eentje op Breskens op 23 april en een te Stevensweert, en in Rivierpark Maasvallei in Meers (L) op 29 en 30 april.

Nieuws van elders

De Wenkbrauwalbatros werd weer gezien op Helgoland vanaf 9 april, nadat mogelijk of  waarschijnlijk dezelfde vogel op 2 april al in Deense wateren was gezien. De eerste Halsbandvliegenvanger voor Slovenië werd op 4 april gefotografeerd bij Ljubljana, en de tweede op 20 april bij Bevke. We kunnen dus blijven hopen! Op 7 april werd een Kleine Torenvalk gefotografeerd bij Lustin in België, waarvoor het al het zevende geval was. Ook in België werd op 6 april een Grijze Gors gezien bij Wanlin, maar dat is toch nog zo’n 85 km van de Nederlandse grens. In Nederland zijn we er zo onderhand ook wel klaar voor een twitchbaar geval. De in Polen gezenderde Ringsavelmeeuw die in maart in Nederland werd gezien, hield zich tot 27 april op bij Nizni Novgorod, Rusland. Op 23 april werd een eerste-zomer Sakervalk gefotografeerd op Skagen, het vierde geval voor Denemarken.  Wat verder weg gebeurde ook het een en ander: de eerste Roodpootgent voor Italië werd gefotografeerd bij Napels op 9 april, en de tweede Bateleur voor Turkije werd op 13 april waargenomen. Die lijken voor ons nog niet te zijn weggelegd.

De glazen bol

Mei is natuurlijk dé tijd om na een kort tochtje met een knoepert van een dwaalgast thuis te komen. Na de langdurige noordenwinden van april kan zo maar de wind draaien en de bom barsten! We kunnen bijna niet kiezen uit de lijst met soorten die allemaal mogelijk zouden moeten zijn, vooral niet omdat die lijst zo verschrikkelijk lang is!

Aasgier Neophron percnopterus, Wieringermeer (NH), 25 april (Fred Visscher)

Als we toch moeten kiezen zou het voor eentje of meer van het type héél erg zeldzaam, boven alle twijfel verheven, en zéér spectaculair zijn: Aasgier, Rode Grutto, Bergkalanderleeuwerik, of de niet-te-bevatten Stekelstaartgierzwaluw. We wensen iedereen weer veel plezier en succes bij het zoeken…!


We willen alle waarnemers en fotografen hartelijk bedanken voor hun bijdrages aan dit verslag.
We would like to thank all observers and photographers for their contributions to this report.

Wim Wiegant

Discussie

Wim Wiegant  ·  9 mei 2022  20:35

Mijn naam staat eronder, maar veel dank gaat uit naar Toy Janssen voor de ICT-werkzaamheden en Garry Bakker voor het onvermoeibare correctiewerk...!

Jan Hein van Steenis  ·  10 mei 2022  03:36

Als die Aasgier een voorspelling was: knap werk.

Wim Wiegant  ·  10 mei 2022  11:22, gewijzigd 10 mei 2022  11:22

Nee hoor Jan Hein, dat heb ik er  gisteren nog effe snel ingeflanst...!

Robert Keizer  ·  10 mei 2022  19:04

Leuk stukkie weer Wim! Chapeau ! Holten (rokoklauw) ligt niet in Gld maar in Overijssel 

Folkert Jan Hoogstra  ·  11 mei 2022  16:07

Haha een 'speels filmpje'. Hoe kom je erop 🤣

Gijsbert van der Bent  ·  11 mei 2022  23:02

Strakke tekst Wim, maar die filosofische overpeinzingen bij de Citroenkwik gaan me danig uit m'n slaap houden...

Joop Kooijman  ·  12 mei 2022  10:11

Niet ondenkbeeldig? Die Italiaanse mus. Een taalkundige contaminatie? Niet denkbeeldig, bedoel je waarschijnlijk. Of niet ondenkbaar.

Martijn Verdoes  ·  12 mei 2022  12:28

Leuk stuk Wim!

Wat betreft de telbaarheid van de gefotografeerde Citroenkwik (ik stond er naast 😬), hij heeft bewijs dat hij "de vogel in kwestie" gezien heeft (door de zoeker van zijn camera). Iets wat veel "vogel-in-kwestie-waarneming-claimers/tellers" niet kunnen zeggen.

 Hoe dan ook, LB (lekker belangrijk). 😉

Wim Wiegant  ·  12 mei 2022  13:44, gewijzigd 12 mei 2022  15:08

Joop, je hebt gelijk: het moet ondenkbaar zijn. Het is gecorrigeerd...  

Garry Bakker  ·  12 mei 2022  14:12, gewijzigd 12 mei 2022  14:37

Als Wim de aanvaarding van de Italiaanse Mus niet ondenkbeeldig acht, bedoelt hij dus denkbeeldig, oftewel ondenkbaar. Ik denk echter dat hij de aanvaarding wel degelijk ondenkbeeldig, niet denkbeeldig of niet ondenkbaar, dus denkbaar acht! Dank Joop. ;-) 

Wim Wiegant  ·  12 mei 2022  15:01, gewijzigd 12 mei 2022  15:04

Martijn,

Als de Citroenkwikstaart in kwestie nieuw voor Lennart zou zijn geweest zou een zeker loser-gevoel bij hem niet ondenkbaar zijn (zie ook hierboven) ... 

Martijn Verdoes  ·  12 mei 2022  15:17

Wim, het lijkt me geenszins niet ondenkbeeldig dat je daar gelijk in hebt. 

Diedert Koppenol  ·  12 mei 2022  22:50

Maar hoe zit dat dan met die digitale zoeker? 😎

Lennart Verheuvel  ·  13 mei 2022  09:58, gewijzigd 13 mei 2022  10:18

Die LB ondersteun ik van harte Martijn ;). . Om het nog maar één keer duidelijk te maken: als je een gele kwik in vlucht wilt fotograferen moet je de vogel wel kunnen zien om er op te mikken. Probeer het zelf maar eens. Ik heb de vogel dus wel met het blote oog gezien en daarna door de (inderdaad digitale) zoeker. Ik heb onder mijn foto in de galerij verder aangegeven hoe het is gegaan en hoe ik er tegenaan kijk dus als nog meer mensen ideeën hebben hoe mijn lijst eruit zou moeten zien, kunnen ze dat meenemen in hun overwegingen.

Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.

Feedback?