Leuk Wim! En een goeie samenvatting van dat Bonte Lijster-verhaal.
DB Terugblik
Een terugblik op de waarnemingen van de afgelopen periode.
2024 |
Oktober 2024 6 november 2024 37 |
September 2024 8 oktober 2024 9 |
Augustus 2024 8 september 2024 12 |
Juli 2024 6 augustus 2024 14 |
Juni 2024 5 juli 2024 15 |
Mei 2024 10 juni 2024 7 |
April 2024 8 mei 2024 8 |
Maart 2024 7 april 2024 28 |
Februari 2024 11 maart 2024 9 |
Januari 2024 11 februari 2024 13 |
December 2023 6 januari 2024 13 |
2023 |
November 2023 4 december 2023 17 |
Oktober 2023 7 november 2023 13 |
September 2023 18 oktober 2023 8 |
Augustus 2023 4 september 2023 17 |
Juli 2023 2 augustus 2023 11 |
Juni 2023 3 juli 2023 16 |
Mei 2023 5 juni 2023 20 |
April 2023 9 mei 2023 11 |
Maart 2023 10 april 2023 9 |
Februari 2023 8 maart 2023 18 |
Januari 2023 7 februari 2023 7 |
December 2022 9 januari 2023 11 |
2022 |
November 2022 5 december 2022 12 |
Oktober 2022 5 november 2022 32 |
September 2022 9 oktober 2022 9 |
Augustus 2022 7 september 2022 21 |
Juli 2022 7 augustus 2022 5 |
Juni 2022 9 juli 2022 9 |
Mei 2022 13 juni 2022 22 |
Oktober 2021
19 november 2021 · Wim Wiegant · 6570 × bekeken
De eerste helft van oktober van dit jaar, maar ook delen van de tweede helft, waren opvallend door een enorm gebrek aan zichtbare trek en de daarbij horende zangvogeltjes. Zowel op het tweede en derde weekeinde van Deception Tours op Vlieland, van 1 tot 3 oktober en van 22 tot 24 oktober, als op het Dutch Birding-weekeinde van 8 tot 11 oktober werden door heel veel vogelaars heel weinig kleine vogeltjes gezien. Ook op andere plaatsen – wij noemen een populaire plek als Papa Westray op de Hebriden, die komt later nog aan de orde – werden opvallend weinig kleine vogeltjes gezien.
Werd er de laatste jaren vaak opgemerkt dat tegenwoordig oktober misschien wel de saaiste maand van het jaar is, in plaats van de topmaand zoals we vroeger als beginnende vogelaars leerden, dat geldt zeker niet voor oktober van dit jaar. Met knallers als Amerikaanse Zee-eend, Swinhoes Boszanger, Renvogel en een heuse nieuwe soort voor Nederland, de Oostelijke Vale Spotvogel, was het bepaald roerig te noemen. De dag waarop de meeste echte en minder echte dwaalgasten ooit in Nederland werden vastgesteld kan wel 24 oktober zijn geweest, met Geelsnavelduiker (Vlieland), Dwergaalscholver (regio Utrecht), Daurische Klauwier (Texel), Oostelijke Vale Spotvogel (Nieuwvliet-Bad), Renvogel (Bergen aan Zee) en twee Izabeltapuiten (Vlieland en Schiermonnikoog). Dan tellen we Grijze Wouw, Zwarte Zeekoet, Hop, vijf Bladkoningen, Siberische Boompieper, Sperwergrasmus, een stuk of 30 Koereigers, Dwerggors, Kleine Vliegenvanger, Taigaboomkruiper en Zwarte Ibis niet eens mee. Er zijn echt dagen dat het een stuk minder gaat…! Het zijn op één dag meer zeldzaamheden dan bijna in de gehele 70’er jaren van de vorige eeuw, bij wijze van spreken, of misschien wel echt. We blikken terug op oktober:
Hoogtepunten
Amerikaanse Zee-eend
Sommigen zijn altijd bereid om iets te leren. Het fotograferen, bijvoorbeeld, van vogels op zee…! Tijdens een boottochtje op 8 oktober om deze vaardigheid onder de knie te krijgen, merkte een scherpzinnige reisleider een mannetje Amerikaanse Zee-eend op tussen de Zwarte Zee-eenden die verbleven op de zee voor het strand van Schiermonnikoog. Kennelijk lukte het geen van de cursisten om de kwaliteit van de foto’s van de cursusleider te overtreffen… Tevens roept het meteen de oneindig moeilijke vraag op: “Waarom reikt de zee toch altijd precies tot aan het strand?” Terug naar de eend; deze geweldige vondst betrof de vierde Amerikaanse Zee-eend voor Nederland, en gelukkig kon de vogel korte tijd later al vanaf het strand worden teruggevonden. De andere drie gevallen betroffen ook mannetjes – vrouwtjes zijn veel moeilijker, maar niet onmogelijk, te herkennen – op 26 tot 28 december 1954, 2 november 1967 en 19 november 1977. Gek genoeg waren dit ook de eerste drie gevallen voor de WP. Van de waarnemers van het eerste geval is er 67 jaar na dato in ieder geval nog één in leven, Gerard Ouweneel. De eerdere drie vogels waren alle drie zwak, ziek of misselijk, maar deze was dat kennelijk niet. Een stukje over de ontdekking van de vogel en de tocht van de eerste twitchers per watertaxi naar de soort is te lezen op de DB-website (quote uit het stukje, waarin de heldhaftige tocht naar het eiland wordt beschreven op de vrijdagmiddag: “Het is dan fijn om de zaterdag de handen vrij te hebben of zelf te gaan zoeken, in plaats van de hele dag vast te zitten op Schiermonnikoog”, alsof Schiermonnikoog een plek is waar je écht liever geen vogels wilt zoeken…). In de dagen na de ontdekking werd de vogel regelmatig, maar niet iedere dag, teruggevonden, soms 500 meter ten oosten, soms 1 kilometer ten westen van de oorspronkelijke vindplaats. Met hardere wind kon de vogel meestal niet worden teruggevonden. Hij werd na 19 oktober niet meer gezien.
Amerikaanse Zee-eend Melanitta americana, Schiermonnikoog, 10 oktober 2021 (Tim Langerak)
Swinhoes Boszanger
Op 21 augustus 1995 werd op de Maasvlakte een zeevogel ontdekt, die geruime tijd als de eerste Bulwers Stormvogel van Nederland is aanvaard. Later werd dit geval afgewezen, vooral omdat Swinhoes Stormvogeltje niet kon worden uitgesloten. Twee van de drie ontdekkers van deze vogel ontdekten een andere Swinhoes op de Maasvlakte, de bijbehorende Boszanger. Het was de eerste Swinhoes Boszanger in Nederland die al in het veld correct werd geïdentificeerd, en de vierde in totaal. De vogel verbleef van 8 tot 11 oktober op de Maasvlakte, en mag zich zonder meer de best gefotografeerde Swinhoes Boszanger van Europa noemen. Duizenden, misschien wel honderden, fraaie foto’s werden gemaakt en zijn te vinden op Waarneming.nl.
Swinhoes Boszanger Phylloscopus plumbeitarsus, Maasvlakte, 11 oktober 2021 (Bert van Bommel)
Swinhoes Boszanger Phylloscopus plumbeitarsus, Maasvlakte, 8 oktober 2021 (Thijs Glastra)
Oostelijke Vale Spotvogel
Op een vakantiepark in Nieuwvliet-Bad in Zeeuws-Vlaanderen werd op 19 oktober een spotvogel ontdekt die in eerste instantie door de vinder als Kleine Spotvogel op Waarneming.nl was ingevoerd. Nadere bestudering van de gemaakte foto’s leerde dat het niet een Kleine, maar een Vale Spotvogel was, en wel een Oostelijke Vale Spotvogel, indien aanvaard de eerste van Nederland. Wat een knaller! Het was een langverwachte soort, die al in Hongarije broedt, toch niet al te ver weg. Er zijn al veertien gevallen van in Groot-Brittannië. De vogel bleef tot in november ter plekke en was meestal doordat hij veel riep niet al te moeilijk terug te vinden. De duizelingwekkende afstand tot Nieuwvliet-Bad vanuit ongeveer alle plaatsen in Nederland behalve Nieuwvliet-Bad zelf, doet je wel afvragen hoe het toch mogelijk is dat er – andersom – toch wel degelijk Zeeuws-Vlaamse twitchers zijn. Het zijn er echter begrijpelijkerwijze niet zo veel. De vogel kon aldus door vele waarnemers worden gezien en gehoord; de vogel zong in het begin zelfs af en toe. Een aardig verhaal over de ontdekking staat al op de DB-website.
Oostelijke Vale Spotvogel Iduna pallida, Nieuwvliet-Bad, 28 oktober 2021 (Rob Sponselee)
Oostelijke Vale Spotvogel Iduna pallida, Nieuwvliet-Bad, 23 oktober 2021 (Paul Pugh)
Renvogel
De Renvogel is met recht een iconische soort te noemen. Zeer zeldzaam in West-Europa, en natuurlijk sterk verbonden met de historie van de DBA. Wijlen Kees Tiemstra was – toen net 22 jaar oud en het jongste bestuurslid van de DBA – na de waarneming op 4 oktober 1986 afgereisd naar een televisiestudio in Hilversum, om daar het nieuws van de vogel te “verkopen”. Dat lukte heel goed en zo kwam zo ongeveer de eerste in een inmiddels lange reeks van meldingen over zeldzame vogels op het nationale nieuws. Het heeft een substantiële bijdrage aan de populariteit van onze hobby opgeleverd. De eerste waarneming na de hierboven genoemde werd gedaan op afgelopen 24 oktober door een boswachter in het drinkwaterwingebied in de duinen van Bergen. De vogel landde recht voor zijn neus! Door doelgericht en acuut handelen van Dick Groenendijk en Marten Miske kon de stroom van would-be waarnemers worden gekanaliseerd en werden enige excursies in het verder ontoegankelijke gebied toegestaan. Lees het fascinerende en prachtig geïllustreerde verhaal van de ontdekking hier. Op de dag van de vondst was de vogel tijdens de twitch nogal lethargisch, maar op de tweede dag werden fascinerende video’s van de foeragerende vogel gemaakt. Helaas voor de laatkomers vloog de vogel al om 10:45 uur ’s ochtends hoog weg, om niet meer te worden teruggevonden.
Renvogel Cursorius cursor, Noordhollands Duinreservaat, 25 oktober 2021 (Thijs Glastra)
Renvogel Cursorius cursor, Bergen, 25 oktober 2021 (Daniël Boer)Hybride Zwarte Wouw x Oostelijke Zwarte Wouw
Wie dacht dat we na al het eerdere geweld wel even rust zouden hebben, kwam min of meer bedrogen uit. Een “Zwarte” Wouw met onmiskenbare oostelijke invloeden, een hybride tussen Zwarte Wouw en Oostelijke Zwarte Wouw of misschien zelfs een echte Oostelijke, werd waarschijnlijk eerst ontdekt op Tiengemeten op 18 oktober, maar in ieder geval vanaf 28 oktober en daarna tot in november gezien in de omgeving van Tiengemeten en de Korendijksche en Beninger Slikken. Gezien de moeilijkheid van de determinatie (de belangrijke kenmerken waren moeilijk vast te stellen en zijn ook in de literatuur niet helemaal duidelijk), de kans op een vogel uit de omvangrijke “hybride”-populatie (de overlapzone tussen “echte” Zwarte Wouw en Oostelijke Zwarte Wouw is bijzonder groot) en de afstand tot de broedgebieden van échte Oostelijke Zwarte Wouw, kan eventuele aanvaarding wel enige postwisseling en tijd gaan kosten. Er is één eerdere waarneming van een dergelijke vogel in Nederland, van 10 oktober 2017 op Tholen. Die is als hybride aanvaard.
Overzicht
Eenden en ganzen
De Amerikaanse Zee-eend is eerder al besproken. De – voor velen, althans – redelijk te observeren vogel bleef ten minste tot 19 oktober te bewonderen. De kans dat de vogel nog bij Schiermonnikoog aanwezig is zal aanzienlijk zijn, maar daarmee is de vogel nog niet teruggevonden… Een mannetje Kokardezaagbek was iets minder opwindend, maar wel mooier en makkelijker te vinden, op 18 en 19 oktober bij Bergambacht. Een mannetje Ringsnaveleend dat net uit eclipskleed aan het ruien was, werd op 4 oktober gezien en gefotografeerd bij de Delta Schuitenbeek bij Nijkerk. De vogel werd later niet meer teruggevonden. Een mannetje Kleine Topper werd op 31 oktober gevonden tussen de duizenden duikeenden, voornamelijk Tafeleenden, in het Harderbroek, vanaf de uitkijkhut bij plan Roerdomp. Het is even lopen, maar dan heb je ook wat! Blauwvleugeltalingen van Groningen, Veenhuizen en Nederweert bleken alle drie ontsnapt te zijn.
Ringsnaveleend Aythya collaris, Nuldernauw, 4 oktober 2021 (Jan de Groot)
Andere watervogels
De Dwergaalscholver die al sinds eind juni in Nederland verblijft, was de gehele maand te zien rond Utrecht. Nadat zijn vaste foerageerplek bij Nieuwegein op 17 september werd geschoond, vond hij kennelijk een tot op heden onbekende andere plek om te eten, hoewel de vogel daar af en toe nog wel werd gezien. De nacht en meestal ook een deel van de dag bracht de vogel door op of bij het eilandje in de Laagravense plas in Utrecht. De duur van het verblijf van de Utrechtse vogel (tenminste 127 dagen) overtreft ruimschoots de duur van alle zeven of acht eerdere gevallen van de soort gezamenlijk.
Dwergaalscholver Microcarbo pygmaeus, Utrecht, 10 oktober 2021 (Arnold van Kreveld)
Rovers
De Lammergier die al sinds mensenheugenis – om precies te zijn, 1 mei – de zandgronden van oostelijk Nederland onveilig maakte, werd op 8 oktober voor het laatst gezien op de Veluwe. Op dezelfde dag, en de dag erna, werd dezelfde vogel, onze vriendin Eglazine, waargenomen in België. Het lange verblijf van de vogel in Nederland – net als de Dwergaalscholver, langer dan alle eerdere gevallen samen – onderstreept volgens sommigen de connectie met de Wolf, maar illustreert ook de vaardigheid van de soort om te overleven ver van zijn oorspronkelijke broedgebied. Een juveniele Schreeuwarend werd op 2 oktober overvliegend ontdekt bij de Avelingen bij Gorinchem. Daar stak de vogel de Merwede over en al heel snel werd de vogel teruggevonden aan de andere kant van de rivier, om daar bij Werkendam, Almkerk en Dussen nog de gehele dag twitchbaar te zijn. Ook de volgende dag werd de vogel in de buurt teruggevonden. De vogel overnachtte op 3 oktober bij Waspik, en werd in de late ochtend van 4 oktober voor het laatst gezien bij Kaatsheuvel. Het was de derde juveniele vogel voor Nederland en al het zesde of zevende geval van deze soort dit jaar, en de eerste twitchbare sinds de juveniele vogel van Domburg op 24 en 25 september 2005.
Schreeuwarend Clanga pomarina, Dussen, 2 oktober 2021 (Alain Hofmans)
De volgens briljante redeneringen – buiten de Lammergier – andere trouwe kompaan van de Wolf van de Veluwe, de Steenarend, was gedurende de eerste helft van de maand nog te zien op de Veluwe. Een plek met een hoge kansdichtheid (weer eens iets anders dan kenmerkentoestand) was moeilijk te bedenken. Het leek erop dat het Bosje van Staf op de Hoge Veluwe de plek was waar de vogel overnachtte, maar vanaf die plek werd de vogel lang niet altijd gezien. Oud-Reemst op de Planken Wambuis bleek te plek te zijn waar de vogel het meest regelmatig werd gezien. De laatste maar tevens de meest sensationele waarneming werd niet gedaan door een mens, maar door een wildcamera. Op een niet nader geduide locatie ergens op de Zuid-Veluwe (naar aan te nemen valt een rustgebied voor het wild op de Planken Wambuis) werd een schitterend filmpje gemaakt van de vogel, terwijl die een beetje aan het badderen leek te zijn. Een zeer goede soort op de lijst van het toekijkende Wilde Zwijn…! Dat was op 15 oktober, en het was tevens tot op heden de laatste waarneming van de soort… Pas twee keer eerder, van de twintig aanvaarde gevallen tot op heden, verbleef een vogel langer dan enkele dagen in Nederland, van 31 december 1978 tot 18 april 1979 in het noorden van Noord-Holland, en van 16 januari tot 7 april 1981 in de omgeving van Zeewolde. Een hybride Zwarte Wouw x Oostelijke Zwarte Wouw, of misschien zelfs een échte Oostelijke Zwarte Wouw, werd ontdekt op Tiengemeten op 29 oktober (mogelijk al op 17 oktober), en vervolgens tot in november waargenomen in de buurt, op de Korendijksche en de Beninger Slikken.
Steltlopers
Een eerste winter Amerikaanse Goudplevier werd van 16 tot 18 oktober gezien nabij Oosterend op Texel. Mogelijk betrof het dezelfde vogel als de waarschijnlijk juist gearriveerde eerstejaars die op 26 en 27 september werd gezien bij Eierland op Texel. De eind september al door een buitenlandse vogelaar ontdekte Woestijnplevier werd gedurende twee perioden nog gezien, bij de Volharding bij De Cocksdorp op Texel, van 1 tot 6 oktober en later opnieuw, op 17 en 18 oktober.
Woestijnplevier Anarhynchus leschenaultii, Texel, 18 oktober 2021 (Pieter Doorn)
Zangvogels en de rest
Het hoogtepunt van het Dutch Birding-weekeinde op Texel, dat dit jaar door veel meer, en héél veel minder ervaren vogelaars werd bijgewoond, was de Daurische Klauwier die in de late middag van 10 oktober werd ontdekt in de (achterste) tuintjes in de Eierlandse duinen bij De Cocksdorp op Texel. De vogel was niet altijd makkelijk te vinden, maar maakte dat goed door tot 29 oktober te blijven. Het zou al de vijfde voor Texel zijn. Het leek een slechte oktober te worden voor het waarnemen van boszangers, omdat de aantallen Bladkoningen naar recente maatstaven betrekkelijk laag waren, omstreeks 100. Ook Pallas’ Boszangers werden relatief weinig gezien: een mooi waar te nemen vogel op 16 oktober bij de Langevelder slag, AW-duinen, 17 oktober een in Ouddorp, 25 oktober een in de Eemshaven, 27 oktober een in het Noordhollands Duinreservaat, 30 oktober een vangst in de Korverskooi, Texel, en 31 oktober een op misschien wel een van de spannendste plekken van Nederland, de Vliehors op Vlieland, die prachtig werd gefotografeerd. De relatief lage aantallen van juist genoemde boszangers werden goedgemaakt door de overige boszangers.
Daurische Klauwier Lanius isabellinus, Texel, 17 oktober 2021 (Erik Menkveld)
Alpengierzwaluw Tachymarptis melba, Moerdijk, 4 oktober 2021 (Hans Gebuis)
Een Swinhoes Boszanger werd ontdekt op de Maasvlakte op 8 oktober en dit betrof de eerste échte veldwaarneming van deze soort voor Nederland. Tot genoegen van vele bewonderaars bleef de vogel, die zich goed liet zien, tot en met 11 oktober. Een Noordse Boszanger werd op geluid gevonden op 2 oktober op Texel, door de vogelaar die er in augustus ook al een op Ameland had gevonden. Dit sterke staaltje speelde zich af in de Cocksdorp. De vogel kon de dag erna nog worden teruggevonden. Een bescheiden regiment Raddes Boszangers deed ons land aan. De eerste werd op 7 oktober gevonden in Amersfoort, en liet zich bijzonder goed zien en fotograferen. Het was het derde geval in het binnenland, na eerdere vogels in Zwartewaterland en Rhenen. Op 7 oktober werd er ook een waargenomen in de Krimbossen op Texel. Op 8 oktober werd er een gezien te Veere, op 9 oktober werd een vogel gevangen te Castricum en op 10 oktober werden er gezien op Ameland en Terschelling. Op Texel werd er op de 13de oktober een gevonden in de Staatsbossen. Deze vogel onderstreepte de moeilijkheid van het vogelen in bossen: vind je iets zeldzaams, dan is de kans dat je het terugvindt maar zeer klein! De vogel kon enkele minuten na de ontdekking al niet meer worden teruggevonden. Een laatste vogel werd roepend vastgelegd in Oud-Beijerland op 27 oktober.
Swinhoes Boszanger Phylloscopus plumbeitarsus, Maasvlakte, 10 oktober 2021 (Peter van Rij)
Noordse Boszanger Phylloscopus borealis, Schiermonnikoog, 17 oktober 2021 (Thijs Glastra)
Raddes Boszanger Phylloscopus schwarzi, Amersfoort, 7 oktober 2021 (Frank Coenjaerts)
Door wat we gerust wel ongeveer de langzaamste – of grondigste – vogelaar van Nederland kunnen noemen werd op 29 oktober een Provençaalse Grasmus ontdekt in de enige jaren geleden aangelegde “duintjes” aan de zeezijde van de Hondsbossche Zeewering. De vogel liet zich de volgende dagen geweldig goed zien, leek welhaast territoriaal en zat zelfs af en toe te (sub)zingen. De Blauwstaart zal zich niet lang meer kunnen verheugen op een status als dwaalgast. Ook dit jaar werd er van dit vroegere zeldzaamheidsicoon een flink aantal gemeld, een stuk of elf, te beginnen op 26 september op Rottumerplaat. Daarna volgden op 10 oktober een vangst te Castricum, een vogel in het Noordhollands Duinreservaat van 15 tot 21 oktober, op 16 oktober exemplaren op Texel en Schiermonnikoog en op 16 en 17 oktober ook een te Ouddorp. Op 18 oktober werd er een gefotografeerd met een cameraval ongeveer middenin Amsterdam, en werd er nog een op Texel gevangen. De storm ging pas liggen nadat er een tegen een raam knalde op Prins Hendrik op Texel op de 19de. Een Aziatische Roodborsttapuit verbleef van 7 tot 10 oktober langs de stuifdijk op de Maasvlakte. Op 18 oktober werd een goede kandidaat Stejnegers Roodborsttapuit gezien op Schiermonnikoog. Met zeer veel geluk is er ontlasting verzameld van de juiste vogel en kan DNA-onderzoek het definitieve bewijs geven…
Provençaalse Grasmus Curruca undata, Petten, 27 oktober 2021 (Matthias Hofstede)
Provençaalse Grasmus Curruca undata, Petten, 30 oktober 2021 (Wim van Zwieten)
Izabeltapuit Oenanthe isabellina, Vlieland, 24 oktober 2021 (Jaap Denee)
Izabeltapuit Oenanthe isabellina, Vlieland, 22 oktober 2021 (Wietze Janse)
Blauwstaart Tarsiger cyanurus, Texel, 16 oktober 2021 (Jorrit Vlot)
Aziatische Roodborsttapuit Saxicola maurus, Maasvlakte, 8 oktober 2021 (Thijs Glastra)
Een rondje langs de velden
Een korte blik om ons heen laat zien dat er ook op andere plaatsen in de regio het een en ander te zien was. We presenteren een kleine selectie. Waarom ligt Corvo niet gewoon in de Waddenzee, in plaats van op de Azoren? Op dit eiland werden weer meer Amerikanen en Amerikaantjes ontdekt dan in de rest van de WP samen: een Zwartsnavelkoekoek op de 2de, Bobolink, Amerikaanse Roodstaart en twee Amerikaanse Klifzwaluwen op de 8ste, twee Brilparulazangers en de derde Tijgerzanger voor de WP op de 9de (de laatste bleef tot de 16de), de tweede Citroenzanger voor de WP op de 9de, die tot en met de 14de bleef, een Grijswangdwerglijster op de 14de, Zwartvleugeltangare op de 15de, Blauwe Zwartkeelzanger op de 19de, nog een Zwartvleugeltangare op de 21ste, en nog een Brilparulazanger en een Bonte Zanger op de 26ste. De maand werd afgesloten met een Dicksissel op de 28ste.
Tegen zoveel geweld kon de rest van de WP maar moeilijk op. Een Bruinruggoudmus die op 3 oktober in Marokko geringd werd, was al bijna halverwege richting Nederland! Op dezelfde dag werd een waarschijnlijke Amerikaanse Strandleeuwerik gemeld uit Ierland. Van 5 tot 15 oktober zat een Groene Reiger op Flores, Azoren. De Canadese Kraanvogel die eerder in Noorwegen werd gezien, werd op 5 oktober vanuit Finland gemeld. Een montere Roodbostkardinaal zat lekker te zingen bij Cape Clear, Ierland, op 7 oktober. Een Taigastrandloper, pas de dertiende voor de WP, werd in York, Engeland, gemeld op 8 oktober. Een Amerikaanse Blauwe Kiekendief werd op 9 oktober gezien op IJsland. Net als de laatste Goudlijster op een hooibaal bij en in een boompje ín de tuintjes bij de Cocksdorp op Texel, werd op 13 oktober op Île-de-Sein, Finistère, Frankrijk, een kennelijk juist gearriveerd en vermoeid exemplaar gefotografeerd. De eerste Veery voor Noorwegen werd op de 16 en 17 oktober waargenomen op Utsira, Noorwegen. Waarom het met de Taigavliegenvanger in Nederland nog niet wil lukken, is niet helemaal duidelijk. De vijfde voor het Verenigd Koninkrijk werd op 16 en 17 oktober waargenomen bij Flamborough Head. De tweede Witkeelgors (pas) voor Frankrijk werd gezien op 17 oktober op Ouessant in Frankrijk.
De mooiste vogels bewaren we natuurlijk tot het laatst. Vanaf de 20ste tot in november zat een Bandijsvogel op Terceira, Azoren. Nog gaver was een schitterende Bonte Lijster, die op Papa Westray, Hebriden, Schotland, werd gezien. Over de vogel is al een stukje te lezen geweest op de DB-website. Voor hen die de Engelse taal niet machtig zijn, de samenvatting van het stukje luidt: “Het was eigenlijk matig tot slecht, ik klungel wat hier en daar, ik zie wat op het gras lopen, en ja hoor, een Bonte Lijster…!”. Tot slot werd een Westelijke Purperkoet gevonden en fraai gefotografeerd in Het Vinne, Zouteleeuw, België. Indien aanvaard zou het de eerste voor België zijn, maar net als in Nederland is er ook in België een zekere terughoudendheid met de aanvaarding of homologatie van purperkoeten.
Bonte Lijster Ixoreus naevius, Papa Westray, Orkneys, Groot-Brittannië, 31 oktober 2021 (Mark Rayment)
De glazen bol
Het makkelijkst te voorspellen, dat zijn de dingen die al gebeurd zijn! Daarom begint het weerbericht op de Nederlandse televisiezenders niet met een voorspelling, maar met een terugblik: “Wat voor weer hadden we vandaag…?”. Zo durven we nú al veilig te voorspellen dat de Oostelijke Vale Spotvogel, de Provençaalse Grasmus, de Dwergaalscholver en de mogelijke Oostelijke Zwarte Wouw tot de hoogtepunten van november gaan behoren! Gedurfder of scherpzinniger voorspellingen zijn voor november altijd moeilijk te maken. Misschien duikt de Amerikaanse Zwarte Zee-eend toch weer op! Maar spannender zouden toch een Pacifische Parelduiker, Aziatische Grote Zee-eend of Zilveralk zijn. Anders is een goeie ouwe Brilzee-eend of Stellers Eider misschien ook wel leuk… Ook kleine zangvogeltjes blijven nog wel even mogelijk: we bedoelen geen Humes Bladkoning, maar denk aan de Woestijngrasmus, die ooit half november op Terschelling te zien was, of droom van de Noordelijke Klapekster! Mensen met wat lagere ambitie kunnen natuurlijk altijd nog het bos in, om Witbandkruisbekken en Haakbekken te gaan zoeken…!
Stellers Eider Polysticta stelleri, Schiermonnikoog, 29 mei 1982 (René Pop)
Haakbek Pinicola enucleator, Beijum, 18 november 2004 (René van Rossum)
We willen alle waarnemers en fotografen hartelijk bedanken voor hun bijdrages aan dit verslag.
We would like to thank all observers and photographers for their contributions to this report.
Wim Wiegant
Discussie
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.