Weet niet hoe mijn naam bij de foto van de Groene Reiger komt, helaas heb ik de foto niet gemaakt 😳
DB Terugblik
Een terugblik op de waarnemingen van de afgelopen periode.
2024 |
Oktober 2024 6 november 2024 37 |
September 2024 8 oktober 2024 9 |
Augustus 2024 8 september 2024 12 |
Juli 2024 6 augustus 2024 14 |
Juni 2024 5 juli 2024 15 |
Mei 2024 10 juni 2024 7 |
April 2024 8 mei 2024 8 |
Maart 2024 7 april 2024 28 |
Februari 2024 11 maart 2024 9 |
Januari 2024 11 februari 2024 13 |
December 2023 6 januari 2024 13 |
2023 |
November 2023 4 december 2023 17 |
Oktober 2023 7 november 2023 13 |
September 2023 18 oktober 2023 8 |
Augustus 2023 4 september 2023 17 |
Juli 2023 2 augustus 2023 11 |
Juni 2023 3 juli 2023 16 |
Mei 2023 5 juni 2023 20 |
April 2023 9 mei 2023 11 |
Maart 2023 10 april 2023 9 |
Februari 2023 8 maart 2023 18 |
Januari 2023 7 februari 2023 7 |
December 2022 9 januari 2023 11 |
2022 |
November 2022 5 december 2022 12 |
Oktober 2022 5 november 2022 32 |
September 2022 9 oktober 2022 9 |
Augustus 2022 7 september 2022 21 |
Juli 2022 7 augustus 2022 5 |
Juni 2022 9 juli 2022 9 |
Mei 2022 13 juni 2022 22 |
Mei 2021
8 juli 2021 · Diedert Koppenol · 8236 × bekeken
Als je van voorjaar houdt, dan moet mei wel je favoriete maand zijn. De maand waarin de zeldzaamheden binnenstromen en je als vogelaar goed aan je trekken komt. De trek trekt aan, zo'n beetje alle zomergasten zijn gearriveerd en dat merk je ook terug aan het aantal meldingen. Zeker dit jaar, met eindelijk zicht op een eind aan de coronamaatregelen, was het weer langzamerhand zoals ouderwets. Er viel gelukkig dan ook voldoende te twitchen, met meerdere soorten strijdend om de titel 'Hoogtepunt'! We blikken terug op mei:
Hoogtepunten
Huisgierzwaluw
Het hoogtepunt en dieptepunt van deze maand was natuurlijk onomstotelijk de Huisgierzwaluw die op 18 mei bij Westkapelle werd ontdekt. Twitchbare (gier)zwaluwen zijn al een zeldzaam fenomeen, maar dit beest maakte er ook echt een show van. Boven een parkeerplaatsje langs de dijk ter hoogte van het Noordervroon kwam de Huisgierzwaluw periodiek voorbijvliegen, bijna op ooghoogte van de waarnemers. Dat waren er vanwege de ligging in Walcheren niet erg veel en diegenen die net vóór twaalf uur de parkeerplaats op kwamen rijden, vielen met de neus in de boter. Dat bleek namelijk de laatste showronde te zijn... Opgelost in de lucht, althans zo leek het. Velen die net te laat arriveerden, gaven na een paar uur de moed op en waren weer vertrokken. Nagaande hoe groot de kans op een twitchbare gierzwaluw dus überhaupt is, was de kans dat ‘ie verdwenen was natuurlijk enorm groot. Ter plaatse waren ook alle Gierzwaluwen verdwenen en men zag er weinig heil in. Dat had het einde moeten zijn van dit mooie Zeeuwse verhaal, maar daar dacht de Huisgierzwaluw anders over. Rond half zeven werd de vogel plotseling weer bij het Noordervroon gezien! Indien je een goeroe met een lege agenda bleek of nog binnen enkele uurtjes bij Westkapelle kon geraken, was dit je kans om wonder-boven-wonder deze MEGA toch nog te pakken. Wat dat betreft komt de tijd dat Walcheren afgestoten wordt naar Frankrijk toch steeds dichterbij, wat deze inwoner van de noordelijke provincies betreft. Ook 's avonds werden er nog bizarre vliegshows weggegeven en in totaal konden ruim 150 vogelaars een feestje vieren in Zeeland. Het betreft nog maar het vierde geval voor Nederland, maar toch alweer de tweede in een half jaar tijd. Ook in België werden in een jaar tijd twee exemplaren ontdekt en de voortekenen lijken dus goed voor een herhaling eertijds. Het ontdekkingsverhaal van dit geval is hier nog uitgebreid terug te lezen.
Huisgierzwaluw Apus affinis, Westkapelle, 18 mei 2021 (Frank Coenjaerts)
Huisgierzwaluw Apus affinis, Westkapelle, 18 mei 2021 (Toy Janssen)
Grijze Junco
Zo konden we de vorige editie genieten van een Grijze Junco in Friesland, werd er meteen op 1 mei nog één ontdekt. Ditmaal op de Maasvlakte, toch nog steeds een van de dwaalgastenhotspots des lands. Al foeragerend brengt deze Amerikaanse zangvogel de ochtend door in de befaamde 'oude stuifdijk’ aldaar, maar na half twee vinden er geen waarnemingen meer plaats. Deze Grijze Junco blijkt echter geen ‘normale’, zoals we die in ons land gewend zijn, maar een heuze Cassiarjunco, een term behorend tot de populatie Grijze Junco's die in de Canadese Rocky Mountains verblijven. Normaliter wil men juist altijd het liefst een ondersoort met een groot verdwaalpotentiaal, maar dat lijkt wellicht wat opmerkelijk geen probleem te vormen bij dit geval. Mogelijk gesterkt door het voorgaande geval in Friesland, maar vooral door het kleed en ook de locatie. Volgens mij had trouwens de aloude ‘ship-assisted’-discussie nog niet plaatsgevonden, dus bij deze die term er nog even ingegooid. Altijd leuk om toch de terugkerende cirkels niet te doorbreken! Indien aanvaard betreft dit het vijfde geval voor Nederland, waar zo'n 100 waarnemers naartoe afreisden. Over dit geval is ook een leuk ontdekkingsverhaal geschreven, te vinden via deze link.
Grijze Junco Junco hyemalis cismontanus, Maasvlakte, 1 mei 2021 (Floris Kouters)
Dwergooruil
In de loop van 25 mei kwam er nieuws naar boven dat in Delft een Dwergooruil al meerdere nachten de avondlucht verrijkte met zijn gezang. Twijfels over de determinatie en de echtheid van deze melding mochten de pret niet drukken toen een lokale vogelaar polshoogte was gaan nemen in de desbetreffende straat. Dankzij deze strakke actie werd de waarneming geverifieerd en bewijs vergaard die de determinatie als Dwergooruil zeker maakten en een hoax buitenspel zetten. Zo’n 200 twitchers (inclusief bierdrinkende, ‘meescorende’ buurtbewoners) genoten dezelfde avond van een luidruchtige Dwergooruil midden in een woonwijk in Delft. De zoektocht naar het autoalarm kon worden gestaakt!
Dwergooruil Otus scops, Delft, 27 mei 2021 (Eduard Sangster)
Na aanvaarding zal dit geval als twaalfde voor Nederland de boeken in gaan. Door een schijnactie bleek de Dwergooruil geringd met een metalen ring, die uiteindelijk na een vangactie afgelezen kon worden en in Italië aangebracht bleek. Meer daarover hier. Na een eenmanswaarneming in 2019, een verzwakte vogel in 2013 en een niet-twitchbaar geval in 2011, stamde de laatste twitchbare vogel alweer uit 2010. Een regelrechte inhaler voor de nieuwe generatie.
Dwergooruil Otus scops, Delft, 28 mei 2021 (Arnoud van den Berg)
Overzicht
Eenden en ganzen
Er werd deze periode enkel escapemeuk aan Ross’ Ganzen gezien. Ik ben benieuwd wanneer de CDNA eindelijk eens een uitspraak gaat doen over al deze exemplaren. Indien daar nog expertise voor nodig is, weten ze ons gelukkig altijd te vinden. Wij zijn heel goed in het herkennen van welke gevallen wel aanvaard moeten worden, geheel mét lijstbelang. Op 2 mei werd het mannetje Ringsnaveleend van Groningen weer gezien en op 5 mei werd er één gefotografeerd in Noord-Holland bij Oostzaan. Het vrouwtje Kleine Topper van het Nuldernauw werd ook op 1 mei nog gezien. De Amerikaanse Wintertaling van de Brabantsche Biesbosch was nog tot en met 4 mei aanwezig. Op 1 mei werd er één ontdekt nabij Zuidland (ZH) en op 5 mei bij het Jaap Deensgat in het Lauwersmeergebied. Dezen bleven aanwezig tot en met 8 respectievelijk 7 mei. De Siberische Taling van de Groene Jonker was nog aanwezig tot en met 7 mei. Een Bronskopeend bij Zwolle in de Vreugderijkerwaard bleek na grondig onderzoek helaas toch geringd en menig goed mens zal de vermaledijde vogelhouderij weer eens goed vervloekt hebben. Wat een trieste bedoening… De ring bleek goed verstopt bovenaan de rechterpoot en zo blijkt maar weer dat de omgekeerde bewijslast niet voor niets is ingevoerd.
Andere watervogels
Een onder embargo ingevoerde Ralreiger op 24 mei in Friesland is de eerste van het seizoen. Gelukkig volgt er al snel een tweede op 26 mei, in Noord-Holland bij Bussum in de buurt. Deze bleef daar tot 28 mei aanwezig. Het eerste Kleinst Waterhoen diende zich aan op 9 mei in, natuurlijk, de Weerribben. Ook werd diezelfde avond door dezelfde persoon een Klein Waterhoen ontdekt op dezelfde plek: de Weerribben dus. In totaal groeide het aantal exemplaren hier tot wel drie! Overigens was al op 2 mei in de Rijnstrangen een Klein Waterhoen gehoord. Zeldzamer is de Vorkstaartplevier die op 28 mei langs Breskens vloog. Een fijn twitchbare laat al erg lang op zich wachten, maar dit exemplaar betreft toch alweer het 24ste geval voor Nederland, indien aanvaard. De veel minder zeldzame Steppevorkstaartplevier die bij ’t Woudt in Zuid-Holland werd ontdekt was nog wel twitchbaar, maar echt alleen voor de snelle coureurs en lokalo’s, want na één uur en een kwartier verdween de vogel weer uit beeld. Een ongeringde Jufferkraanvogel bij Voorst begin mei hield de gemoederen goed bezig. Dankzij de oplettendheid van admins van waarneming.nl kwam nieuws naar buiten dat er ineens in een goede tijd een vogel die relatief wild gedrag vertoonde, vrij in een Nederlands weiland rondliep. Vanaf 4 mei bezocht een bulk van twitchers dit exemplaar, dat echter zeker niet van smet verheven is. Grofweg 80 kilometer westelijker zat een lange tijd een geringde Jufferkraan die ‘licht’ geringd was op de rechtervoet. Nu is dat niet dezelfde omgeving volgens de meeste experts, maar ik heb de Jufferkraan van Voorst zelf helaas niet kunnen vragen hoe ver ‘ie dan vanuit Azië afgelegd had hiernaartoe… Anyway, een wilde herkomst is natuurlijk mogelijk, maar of de feiten hard genoeg zijn om dit geval de toets der kritiek van de CDNA te laten doorstaan, vraag ik mij af. Van de in totaal 22 ingediende gevallen is er maar één aanvaard in al die tijd en dat betrof een eerste-kalenderjaar vogel die in oktober langs de kust naar het zuiden vloog. We zullen zien wat het oordeel is, maar mocht je nu echte Jufferkranen willen zien dan zou ik gewoon naar Cyprus, Georgië of India e.d. gaan. Gelukkig voor velen staan zij wel aan de veilige kant van de discussie, maar lang bleef dit dier niet rondhangen want op 5 mei werd de Jufferkraanvogel na een vliegactie in de ochtend niet meer teruggevonden.
Steppevorkstaartplevier Glareola nordmanni, Woudse Polder, Zuid-Holland, 30 mei 2021 (Marijn Hoogteijling)
Jufferkraanvogel Grus virgo, Voorst, Gelderland, 4 mei 2021 (Arnoud van den Berg)
Rovers
Op 6 mei wordt bij Diependal een erg meewerkende Grijze Wouw ontdekt. Deze laat zich namelijk mooi bekijken en fotograferen, doordat er gebruik gemaakt wordt van de kale boom vlakbij de kijkhut van Diependal. Tot en met 8 mei kunnen vogelaars en fotografen hier dus hun hart ophalen. Aan het eind van de maand, op 23 mei, wordt nog een Grijze Wouw ontdekt. Deze bevindt zich nét, maar dan ook echt nét, in Nederland bij De Matjens (NB) op nog geen 150 meter van de Belgische grens. Drie Belgen en een Nederlander genieten van zijn aanwezigheid. De eerste pleisterende Slangenarend van het jaar dient zich aan op 29 mei in het Fochteloërveen. Verdere waarnemingen worden gedaan op 23 mei bij Vucht (NB) en in de vorm van een melding uit Lopik (UT). Het beginwerk van Vale Gieren klokt in op 9 mei met een overvliegend exemplaar nabij Handel (NB). De bulk zal zich nog wel melden. Op 9 mei wordt in het verdere zuiden des lands een lichte fase Dwergarend vanaf Telpost Loozerheide gezien. Zou het weer net zo’n jaar als 2020 worden, waarbij er in mei/juni opmerkelijk veel gezien werden? De tijd zal het leren. Wat ons nog steeds niet geleerd is, is wat nu de exacte plek is waar de Steenarend zich schuilhoudt. Enkele locaties zijn voor posten zeker favoriet, maar toch schijnen veel twitchers een lastige tijd hebben om met dit dier te ‘connecten’. De laatste melding van de maand mei werd gedaan op de 15de.
Steenarend Aquila chrysaetos, Vliegveld Deelen, 13 mei 2021 (Alex Bos)
Dwergarend Aquila pennata, Loozerheide, Limburg, 9 mei 2021 (Bjorn Alards)Steltlopers
Je hebt verschillende soorten mensen waar het zeldzaamheden ontdekken betreft. Natuurlijk, veel mensen vinden nooit wat. Diegenen die dat wel doen genieten dan vooral van de adrenalinekick tijdens de ontdekking, de stress om ervoor te zorgen dat alle medevogelaars ook jóuw ontdekking te zien krijgen en het nagenietend glimlachen als dan ook daadwerkelijk heel vogelend Nederland naar jouw zeldzaamheid staat te kijken. Echter, je hebt er ook personen bij die genieten van het geheim houden. Zelf lekker foto’s maken en dan niks delen. Niks delen qua locatie, want de foto’s moeten natuurlijk wel heel Feesboek volplamuren. Een baltsende Poelsnip ergens in Noord-Brabant rond 15 mei viel helaas dergelijk lot te betreuren. Nu begrijp ik ook wel dat het soms niet anders kan en dat niet elk gebied een twitchende meute kan verschaffen, maar het dubbele motief van zo’n melding dringt zich altijd snel op. Op 4 mei werd op de Brobbelbies in Noord-Brabant een Griel ontdekt die zich goed liet zien. Naast dit eendagswonder werd in de late avond van 20 mei ook een Griel ontdekt. Het achterhalen van de locatie had nog wat voeten in de aarde, maar uiteindelijk bleek het om een weiland aan de Lakeweg (OV) te gaan. Voor diegenen die net het fiasco bij Zwolle hadden overleefd, was dit een mooie troostprijs. Deze Griel bleef drie dagen aanwezig en verdween dus op de avond van de 22ste.
Griel Burhinus oedicnemus, Lakeweg, Overijssel, 21 mei 2021 (Edwin de Weerd)
Eindelijk brak het steltlopergeweld nu los. De eerste aantallen Breedbekstrandlopers dienden zich aan, met exemplaren bij Ferwert en Holwerd in Friesland, Yerseke in Zeeland en bij Zoetermeer in de Nieuwe Driemanspolder (ZH). Twee Blonde Ruiters werden deze periode gezien, waarvan één diep in het binnenland ter hoogte van Broekhuizenvorst op het slik van de Maas. Deze werd op 8 mei ontdekt en verbleef tot en met 13 mei in het Limburgse. Op 5 mei werd nog een eenmanswaarneming gedaan in de Anjumer en Lioessenserpolder (FR). De Gestreepte Strandloper van de Lepelaarsplassen was nog aanwezig tot en met 1 mei. Nieuwe exemplaren werden ontdekt op 5 mei (De Blikken, ZL), 13 mei (Autrichepolder, ZL) en op 26 mei (De Bol, Texel). Op 15 mei werd zeer waarschijnlijk het individu van de Autrichepolder enkele honderden meters verderop aan de overkant van het Kanaal Gent Terneuzen teruggevonden. Terekruiters werden mooi in een rijtje ontdekt. De bekende gast van de Breebaartpolder werd op 21 mei weer (her)ontdekt, op 22 mei werd er één ontdekt bij de Kustweg in het Lauwersmeergebied en op 23 mei werd bij Ternaard ook een Terekruiter ontdekt. De exemplaren van de Kustweg en de Breebaartpolder bleven nog één dag langer aanwezig. Alleen de Poelruiters van Elst (GE) en de Ezumakeeg waren nog aanwezig deze periode respectievelijk tot en met 1 mei en 7 mei. Een zomerkleed vrouwtje Rosse Franjepoot bij het Lauwersmeer in de Bantpolder was een trekpleister. Geef de bezoekers eens ongelijk, want dit kleed behoort toch wel tot één van de mooiste kleden die we hier in Nederland van 'dwaalgasten' kunnen krijgen. Op 21 mei werd de laatste melding gedaan van dit vrouwtje.
Rosse Franjepoot Phalaropus fulicarius, Waddenzee t.h.v. de Bantpolder, 15 mei 2021 (Martijn Bot)
Breedbekstrandloper Calidris falcinellus, Zoetermeer, 6 mei 2021 (Eduard Opperman)
Blonde Ruiter Calidris subruficollis, Broekhuizenvorst, 12 mei 2021 (David Spelt)
Zeevogels, meeuwen en sterns
Op 17 mei werd een Kleinste Jager boven Wijk bij Duurstede in Utrecht gezien! Een bizarre waarneming; nota bene nog een nieuwe tuinsoort voor de waarnemer!! De Zwarte Zeekoet van Texel was nog aanwezig tot 15 mei. De beide Ross’ Meeuwen waren nog tot en met 2 mei aanwezig. De Grote Burgemeester van Vlissingen was ook geheel mei 2021 van de partij. Een Kleine Burgemeester hield de Almerenaren bezig met zijn aanwezigheid. Bij IJmuiden was er op 13 mei één aanwezig en vloog er een exemplaar langs telpost Parnassia (NH). Altijd leuk, toch? Op 5 mei deed een Dougalls Stern een middagbezoek aan het Ottersaat op Texel en verdween vlak voor het avondeten.
Ross' Meeuw Rhodostethia rosea, IJmuiden, 2 mei 2021 (Rob Halff)
Dougalls Stern Sterna dougallii, Ottersaat, Texel, 5 mei 2021 (Laurens Steijn)
Zangvogels en de rest
9 mei was een opvallende dag waar het waarnemingen van Alpengierzwaluwen betreft. Eerst vloog er ‘s ochtends één bij Trektelpost Berkheide (ZH), een paar uur later werd een Alpengierzwaluw bij Kerkwerve (ZL) gezien en een half uur later werd er bij Wageningen een melding gedaan. De Kortteenleeuwerik van Weurt werd na 1 mei niet meer gezien. Op 6 mei werd op Ameland in de Ballumerduinen ook een exemplaar gevonden. Ook deze was helaas niet meer twitchbaar voor de geïnteresseerden. Een Kortteenleeuwerik op Rottumerplaat, ontdekt op 14 mei, was wel meerder dagen aanwezig en verliet het eiland pas op de 17de. Op 14 mei werd in de Lepelaarsplassen in Flevoland een Kleine Klapekster ontdekt. Dit prachtige mannetje liet zich de hele dag erg fraai bekijken. Op 2 mei werd in de Groote Peel (LI) de eerste Roodkopklauwier van het jaar ontdekt. Dit vrouwtje verbleef daar nog tot en met 7 mei. Op 13 mei werd in Zeeland juist een mannetje Roodkopklauwier ontdekt langs de Hoosjesweg, waar op 14 mei de laatste melding van werd gemaakt. Er werd een ruim aantal Roodstuitzwaluwen gemeld deze periode, voornamelijk langs de kust. Die bij ’s-Gravenzande (ZH) liet zich erg goed zien en werd dan ook het meest getwitcht. De determinatie van de Bergfluiter x Fluiter hybride nabij Vrouwenpolder (ZL) is inmiddels ook met DNA bevestigd. Op 9 mei werd bij Vaals in Limburg ook een waarschijnlijke Bergfluiter x Fluiter hybride gevonden die ook de volgende dag nog aanwezig was. Hier zijn alleen opnames en foto’s van, geen DNA, dus moeten we het hier doen op basis van ouderwetse veldherkenning. Op 31 mei werd in het noorden van Limburg, bij Mook, een Bergfluiter opgenomen, maar de meest bezochte Bergfluiter was toch het andere geval bij het Caitwickerzand (GE). Deze werd daar op 15 mei ontdekt en bleef nog de gehele maand aanwezig. De Iberische Tjiftjaf van Spaarnwoude was nog de gehele maand aanwezig. Op 6 mei werd een zingend exemplaar ontdekt op Texel bij het villapark Witte Hoek, die daar nog tot en met 8 mei verbleef, terwijl op 17 mei een Iberische Tjiftjaf bij Katwijk op roep werd ontdekt! De laatste melding uit deze hoek dateert van 29 mei. De eerste Krekelzanger van het jaar werd op 15 mei bij Tricht (GE) tijdens een Big Day ontdekt. Op 19 mei werd de vogel ook nog gehoord. Daarna volgde op 24 mei een avond met maar liefst twee Krekelzangers op iets meer dan één kilometer bij elkaar vandaan in De Onlanden (DR). In ieder geval één bleef er nog tot en met 28 mei zingen. Op die dag werd bij het bezoekerscentrum van De Wieden (OV) ook een Krekelzanger ontdekt die er 31 mei ook nog aanwezig was en op 29 mei werd bij Voorst een zingend exemplaar gevonden die daar ook nog de rest van de maand pleisterde.
Kleine Klapekster Lanius minor, Lepelaarsplassen, Flevoland, 14 mei 2021 (Arjan van Egmond)
Roodstuitzwaluw Cecropis daurica, 's-Gravenzande, Zuid-Holland, 6 mei 2021 (Wilma van Holten)
Roodkopklauwier Lanius senator, Kerkwerve, Zeeland, 13 mei 2021 (Lennart Verheuvel)
Bergfluiter Phylloscopus bonelli, Caitwickerzand, 15 mei 2021 (Frank Coenjaerts)
Een mannetje Balkanbaardgrasmus dat op 11 mei in De Tuintjes op Texel werd ontdekt, was schijnbaar vrij lastig twitchbaar, maar zodra hij eenmaal in beeld was, liet hij zich toch fraai bekijken. In totaal waren er zo’n 80 twitchers die van dit 39ste geval voor Nederland konden genieten. We blijven nog even op Texel, want op 25 mei werd daar de eerste Struikrietzanger van het jaar ontdekt. Na een dag was deze alweer vertrokken, maar op 29 mei werd nabij De Zilk (NH) de tweede Struikrietzanger gevonden. Vorig jaar werd op 24 mei de eerste ontdekt, dus dit jaar zijn ze in ieder geval later. Of er weer net zo’n influx plaats gaat vinden als vorig jaar is nog even afwachten. Voor Noordse Nachtegaal is het wel al een goed jaar, met meerdere twitchbare vogels in den lande. Op 11 mei werd de eerste, vanuit de auto, ontdekt nabij Beugen in Noord-Brabant, die daar echter maar zo’n 24 uur aanwezig was. Toen was het stil tot en met 23 mei, maar die dag werden twee exemplaren gevonden; bij Deventer en in het Lauwersmeer. Beiden waren maar één dag aanwezig en waren niet extreem enthousiast, maar lieten slechts enkele strofes horen voor de geduldigen. Enthousiaster waren de Noordse Nachtegalen bij Sint Jansteen (ZL) en bij Biddinghuizen (FL). Op nog geen steenworp afstand van de grens werd op 25 mei het exemplaar van Sint Jansteen gevonden en deze liet zich zelfs af en toe uitgebreid bekijken. Het geval van Flevoland werd allereerst op 26 mei gevonden, maar leek toen weg. Op 29 mei werd er echter weer gezang gehoord en deze Noordse Nachtegaal bleef hier in ieder geval tot en met 31 mei zingen. Op 23 mei werd in de Amsterdamse Waterleidingduinen het eerste mannetje Kleine Vliegenvanger van het jaar gevonden, zingend en al. Op 29 mei werd er op Schiermonnikoog in het dorp ook één gevonden en op 30 mei werd in het Sluitgatbos in Noord-Holland een roepende Kleine Vlieg opgenomen. Deze periode had maar liefst twee Withalsvliegenvangers, waarvan de eerste op 12 mei op Ameland werd ontdekt. Ondanks dat de vogel de gehele dag aanwezig was, liet hij zich wel lastig zien, maar de Friese brigade kon nog op tijd aansluiten bij dit 41ste geval voor Nederland. De Withalsvliegenvanger die op 30 mei in de Gasterse Duinen in Drenthe werd ontdekt liet zich beter bekijken en zong ook. Het zwik aan lokale vogelaars en jaarlijsters kon tot in de avonduren van dit prachtige exemplaar genieten.
Balkanbaardgrasmus Sylvia cantillans, De Tuintjes, Texel, 11 mei 2021 (Eric Menkveld)
Noordse Nachtegaal Luscinia luscinia, Sint Jansteen, 31 mei 2021 (Ludo van Dorst)
Withalsvliegenvanger Ficedula albicollis, Kooiduinen, Ameland, 12 mei 2021 (Han Derks)
Withalsvliegenvanger Ficedula albicollis, Ameland, 12 mei 2021 (Vincent Douwes)
Withalsvliegenvanger Ficedula albicollis, Gasteren, Drenthe, 30 mei 2021 (Thijs Glastra)
Op 23 mei werd in de avond een mogelijke Oostelijke Blonde Tapuit gefotografeerd nabij het strandhotel op Schiermonnikoog. Helaas was de vogel na de melding al uit beeld geraakt en zoekacties mochten niet baten. Indien aanvaard als Oostelijke Blonde betreft het hier het 7de geval voor Nederland, maar of de CDNA dit geval op basis van de twee foto’s als zodanig gaat aanvaarden is nog maar de vraag. Op 2 mei werd een waarschijnlijke Witkeelkwikstaart bij Bornerbroek (OV) gevonden die daar tot 8 mei verbleef. Het duurde echter tot 5 mei tot er opnames gemaakt konden worden, die nodig zijn voor aanvaarding. Indien aanvaard, betreft het hier nummer 7 op de Nederlandse lijst. De Balkankwikstaart die op 10 mei over de telpost Noordkaap (GR) vloog en opgenomen werd, betreft mogelijk het vierde geval voor Nederland. Echter, aangezien de vogel niet gezien is, lijkt de kans daarop vrij klein. Vooralsnog is dit in de jurisprudentie namelijk een vereiste, dat ook gezien moet worden welke vogel het geluid produceerde om tot aanvaarding te geraken. In Broekhuizenvorst in Limburg werd ook een kandidaat gefotografeerd, maar hier waren geen opnames gemaakt dus einde oefening. Op 1 mei werden nog twee Dwerggorzen gevonden, respectievelijk op Schiermonnikoog en Texel. Normaliter meer een soort die we associëren met het najaar dus toch twee leuke waarnemingen. Hetzelfde geldt voor een zingende zomerkleed (!) Bosgors op Rottumerplaat op 27 mei. Een enorm gave waarneming, maar helaas is ons nu al vaak genoeg in het gezicht gewreven dat Rottumerplaat alleen voor uitverkorenen te bezoeken is.
Bosgors Emberiza rustica, Rottumerplaat, 27 mei 2021 (René Vos)
De glazen bol
Tijdens een twitch naar een Provençaalse Grasmus hoorde ik dat men blij was dat er in ieder geval nog wat nieuws te halen viel deze zomer. In het veld beaamde ik dat statement, maar toen heb ik de harde feiten er eens bij gepakt. Zoals ook al in de vorige voorspelling over deze periode is het dus allerminst een slechte tijd voor nieuwe soorten, zeker ook waar het de Nederlandse lijst aangaat. De eerste Stellers Eider is hier een goed voorbeeld van. Tevens stond er in die Terugblik een overzicht van de blokkers sinds 2010. Twee soorten, Huisgierzwaluw en Lachmeeuw, zijn in ieder geval al van deze lijst gestoten, maar deze zomer kan daar zeker nog wel één bij komen. Of eigenlijk afvallen. Ook betekent deze Terugblik dat we alweer een jaar verder met schrijven zijn en nog steeds onbevangen maandoverzichten schrijven, zij het wat verlaat… Too long, didn’t read: kijker uit het zand, zonnebril af en geef het vogelen niet op deze zomer!
(Marcel Coenders)
Groene Reiger Butorides virescens, Amsterdam, 4 juni 2006 (Jonathan Janse)
We willen alle waarnemers en fotografen hartelijk bedanken voor hun bijdrages aan dit verslag.
We would like to thank all observers and photographers for their contributions to this report.
Diedert Koppenol
Discussie
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.