Recensies
Robins and Chats
28 november 2015 · 6885 × bekeken
Peter Clement & Chris Rose 2015. Christopher Helm. ISBN 9780713639636. Hardback, 688 pp.
Prijs: € 67,50. Verkrijgbaar bij Veldshop.nl.
Net als vrijwel alle eerdere 'delen' in deze reeks, kan men deze nieuwste aanvulling op de Helm Identification Guides Series vrijwel ongezien aanschaffen. Je zou zelfs kunnen zeggen dat een recensie hiermee overbodig is. Want zeker als men het eerdere werk van dezelfde auteur en illustrator (Thrushes, verschenen in 2000) in ogenschouw neemt, is van tevoren duidelijk dat het om kwaliteit zal gaan. Over 'Thrushes' gesproken: de rotslijsters die daarin worden besproken blijken nu eigenlijk 'chats' te zijn, en andersom horen de bluebirds, cochoa's en Fruithunter (die in Robins and Chats worden behandeld) eerder in Thrushes thuis, zo blijkt uit nieuw onderzoek. In meerdere opzichten is de nieuwste titel dan ook complementair aan het eerdere boek over de lijsterachtigen van de wereld. Want Robins and Chats gaat over een aantal soortgroepen die verwant zijn aan (en/of lijken op) de lijsters. Het gaat hierbij om de (roodborst)tapuiten en aanverwanten, roodstaarten, nachtegalen en roodborsten, robin-chats, (cercotrichas-)waaierstaarten, forktails, shortwings, cochoa's, akalats, alethes en de Fruithunter. Een zeer diverse groep dus; die gemeen hebben ze (even simpel gezegd) tot de vliegenvangers van de oude wereld (Muscicapidae) worden gerekend, minus de vliegenvangers.
Dit komt neer op 175 soorten die aan bod komen, waarvan er nu dus acht tot de lijsterachtigen worden gerekend. Het zijn vrijwel stuk voor stuk kenmerkende vogels van de oude wereld, relatief kleine zangvogels die variëren van vaak opvallende (tapuiten en de Afrikaanse Robin-chats) tot de meest skulky en vrijwel 'onzichtbare' soorten, zoals de Aziatische shortwings. Neem daarbij nog illustere soorten als Blackthroat en Rufous-headed Robin en (vanuit Europees perspectief) aansprekende Siberische dwaalgasten als Roodkeelnachtegaal en Siberian Blue Robin, dan gaat het hier om soortgroepen die bij veel vogelaars tot de favorieten behoren.
De inleidende hoofdstukken zijn kort en richten zich voornamelijk op wat de verschillende soortgroepen gemeen hebben (of juist niet), met de nadruk op de taxonomie. Wat dat laatste betreft is vooral een verhandeling van Per Alström erg interessant die in een apart hoofdstuk de nieuwste inzichten presenteert t.a.v. de verwantschappen binnen de robins en chats. Natuurlijk wordt ook nog uitgelegd hoe de rest van het boek is opgebouwd, waarna we bij het meest omvangrijke onderdeel aankomen: de kleurplaten en de soortteksten.
Om met eerstgenoemden te beginnen, in 64 platen worden de vogels afgebeeld alsmede een korte samenvatting gegeven van het voorkomen en de belangrijkste kenmerken. Persoonlijk ben ik zeer gecharmeerd van de tekenkunsten van Chris Rose. De soorten die ik uit het veld ken vind ik realistisch, maar tegelijk levendig geïllustreerd: de soorten in kwestie zijn namelijk veelal vogels met een bepaald karakter (zoals bijvoorbeeld de tapuiten) en dat komt - naar mijn mening- heel goed tot uiting in de afbeeldingen.
Van alle soorten worden de meeste kleden, ondersoorten en variatie weergegeven. Bij veel Palearctische taxa valt trouwens op dat er weinig 'Dutch splits' zijn doorgevoerd. Dat wil o.a. zeggen: één Roodborst en -tapuit, en één Blonde Tapuit en Rouwtapuit. Maar feitelijk doet dat er niet zo toe, want zoals gezegd worden alle herkenbare ondersoorten behandeld. In het geval van de Robotaps zijn ze dan nog wel ingedeeld per ondersoortgroep (European Stonechat, Siberian Stonechat & African Stonechat). Dat laatste geldt trouwens ook voor de soortteksten van de Roodborsttapuiten, die eigenlijk bestaat uit drie aparte verhandelingen, met bijvoorbeeld afzonderlijke verspreidingskaarten voor ieder van de genoemde groepen.
Wat de soortteksten betreft: deze zijn vooral gericht op de herkenning, zodat de verschillen met gelijkende soorten worden genoemd, naast natuurlijk uitgebreide beschrijvingen van ieder kleed en de (geografische) variatie. Ook worden voorkomen, habitat en (trek)gedrag beschreven en daarin is het boek behoorlijk actueel (met veel recente literatuur in de 22 pagina's met verwijzingen). Want zelfs de Westelijke Roodstaarttapuit die afgelopen mei in Frankrijk opdook staat erin, terwijl de Witkruintapuiten van mei 2015 in Polen en Frankrijk wel worden genoemd maar die van Oegstgeest (terecht?) niet. Ook de ruistrategie wordt (waar bekend) uit de doeken gedaan, waarbij overigens al een aantal onvolkomenheden zijn vastgesteld. Of dat laatste betekent dat het boek minder betrouwbaar is lijkt mij niet. Al kwam ik zelf nog een foutje tegen t.a.v. de Stejneger's Roodborsttapuit (overigens nog als ondersoort van Aziatische Roodborsttapuit) van Texel. Hier wordt namelijk gesteld dat de vogel twee dagen na Portland in Nederland werd gezien; dat was natuurlijk andersom. Maar voorgaande doet volgens mij niets af aan dit prachtige boek.
Net als bij de meest recente boeken uit de Helm Identification Guides Series zijn ook hier trouwens foto's afgedrukt aan het eind van iedere soorttekst. Deze laten vaak een aantal kleden en/of ondersoorten zien, maar voegen op zich niet heel veel toe aan de illustraties. Er wordt in de teksten verder niet naar verwezen, maar ze zijn zeker geslaagd als opfleuring van dit deel van het boek.
Ik denk dat iedere vogelaar wel iets heeft met één of meerdere van de vogels en/of genera die in dit werk de revue passeren en het zal waarschijnlijk nog heel lang hét standaardwerk zijn ten aanzien van de nachtegalen, tapuiten en verwanten. Alleen daarom - en gekoppeld aan de mooie uitvoering - is het de moeite van de aanschaf (het boek is namelijk niet goedkoop!) al waard. Verplichte kost, zou ik durven zeggen.
Gert Ottens
Discussie
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.