Dit klopt niet Max,
Er zijn voldoende voorbeelden van auteurs van gedegen studies die zich heel goed bewust waren van het feit dat de door hen gepubliceerde studie weliswaar mogelijke veranderingen doen suggereren maar daarbij duidelijk aangeven dat de door hen verkregen resultaten nog niet voldoende betrouwbaar zijn om deze mogelijke veranderingen door te voeren. Je ziet dan twee commissie reacties: (1) commissies die onmiddellijk de gesuggereerde veranderingen, ongeacht de betrouwbaarheid, doorvoeren en (2) commissies die voorzichtig zijn, inderdaad de studies goed doorlezen, eventueel andere “ deskundigen” consulteren, en dan besluiten af te wachten.
De gemiddelde lijstenjagers gaan ook reageren. Die lezen dat commissie (1) wel en commissie (2) een verandering niet doorvoeren en vooral de mening van commissie (1) omarmen als dit hen een nieuwe soort gaat opleveren. De zorgvuldigheid van commissie (2) pruimen ze niet meer, want wat heb je aan een ondersoort. Ik noem dit dominant lijstgedrag.
Er zijn ook voldoende voorbeelden van auteurs van studies die, ondanks de aantoonbare beroerde kwaliteit van hun studie, veranderingen suggereren die eigenlijk op drijfzand zijn gebouwd. Ook dan zijn er dezelfde twee soorten commissies, hoewel commissie type (2), de conservatieve, meer voorzichtige dus, vaak veruit in de minderheid is. Ook hier zie je dezelfde pressie door de lijstenjagers, met dezelfde domme randverschijnselen.
Veel van de boven beschreven misverstanden, want dat zijn het eigenlijk, zijn eenvoudig te voorkomen door gezaghebbende commissies, landelijk en internationaal (maar de landelijke vind ik de belangrijkste), te bemensen met aantoonbare deskundigheid en onafhankelijkheid en vooral brede kennis. Deze commissie zouden dominant lijstgedrag volstrekt moeten negeren. Dat is een goed begin, maar geeft niet de garantie dat ze altijd verstandig reageren. Commissies zouden ook in voorkomende gevallen externe en onafhankelijke deskundigen kunnen consulteren, vooral als ze binnen de commissie besluiten dat ze voor een specifiek probleem onvoldoende kennis in huis hebben.
Je leest regelmatig dat commissies of personen met dominant lijstgedrag het argument “Peer Review” gebruiken ten bewijze dat een artikel betrouwbaar is. Dat is denk ik wel het slechtste argument. Heel veel gepubliceerde artikelen bevatten aantoonbare fundamentele fouten. Hoe hoger het tijdschrift, des te kritischer moet je als lezer zijn, want juist in tijdschriften als Nature en Science (en veel hoger kun je niet publiceren) staan met grote regelmaat artikelen met fundamentele fouten. Die krijg je bijna niet gecorrigeerd als deskundige buitenstaander tenzij je bereid bent om als een Don Quichote de strijd aan te binden.
Dus, er zijn verschillende soorten auteurs en verschillende soorten commissies. Deze interacteren met/op elkaar, al dan niet (af)gedwongen door dominant lijstgedrag. Alleen als je sterk in je schoenen staat (zowel als auteur en als commissielid) kun je voorkomen dat er te veel domme beslissingen worden genomen. Lijstbelang is wel de slechtste reden om te progressief gaan rommelen met taxa. Leuk en competitief dat is het wel, maar relevant? Niet dus. en dit als een soort van reisadvies gebruiken zou ik al helemaal niet doen.