CDNA Nieuwsberichten
2012 |
Nieuwe grafiek verblijfsduur 22 november 2012 |
Recente CDNA besluiten 30 oktober 2012 |
Nieuwe statistiek toegevoegd 30 september 2012 |
Toevoegen van documentatie 31 augustus 2012 |
Lancering Dutch Avifauna 25 augustus 2012 |
Recente CDNA-besluiten deel 2 2 april 2012 |
Recente CDNA-besluiten deel 1 1 april 2012 |
Besluiten CDNA-wintervergadering 2023
17 april 2023 · Hans Schekkerman, Eddy Nieuwstraten & CDNA · 2448 × bekeken
Op 12 maart 2023 vond de jaarlijkse wintervergadering van de CDNA plaats.
Vijf soorten niet langer beoordeeld
De CDNA hanteert als criterium voor te beoordelen (onder)soorten dat ze in de laatste 30 jaar gemiddeld minder dan twee keer per jaar in Nederland zijn vastgesteld. Per 1-1-2023 (dus met terugwerkende kracht) zijn de volgende soorten afgevoerd van de lijst van taxa waarvan waarnemingen door de CDNA worden beoordeeld: Alpengierzwaluw, Vale Gierzwaluw, Amerikaanse Goudplevier, Bonapartes Strandloper en Blauwstaart.
Van de Alpengierzwaluw zijn in 1993-2022 60 gevallen aanvaard, waarvan 10 in de laatste vijf jaar; 2008 was het laatste jaar zonder aanvaard geval. De soort is niet moeilijk te herkennen maar soms wel lastig te beoordelen. Er zijn relatief veel ongedocumenteerde fly-by waarnemingen waarbij een ‘tweede blik’ niet gegund was, en dan is wat de waarnemer wel of juist niet heeft opgeschreven, in relatie tot de waarneemomstandigheden, soms bepalend voor het oordeel.
Hoewel Vale Gierzwaluw pas in 2006 voor het eerst is vastgesteld in Nederland, is het aantal gevallen in de laatste jaren explosief gegroeid. Met medeneming van de influx in 2022 komt het gemiddelde aantal gevallen uit rond vijf per jaar; zonder 2022 is dit slechts 1.7. Dit is echter ook een soort waarbij een hoog ‘afvalpercentage‘ speelt (goede foto’s zijn in de praktijk nodig gebleken voor aanvaarding) en we weten inmiddels dat Vale Gierzwaluw vanaf medio oktober tot diep in november de default gierzwaluw is.
Amerikaanse Goudplevier toont een tamelijk stabiel voorkomen met slechts vier blanco jaren sinds 1993 en een bescheiden uitschieter naar zes (in 2013) en in andere jaren vier of minder. Het gemiddelde is 2.2 waarnemingen per jaar en er zijn geen aanwijzingen dat dit opeens veel meer of minder zal worden.
Bonapartes Strandloper laat een vergelijkbaar beeld zien, met één geval minder en een gemiddelde van 2.1 per jaar zonder grote uitschieters. De totalen worden wat gedrukt door het samenvoegen van (veronderstelde) vervolgwaarnemingen. Van deze soort worden vrij weinig gevallen afgewezen, dus bij stoppen van de beoordelingen zal het voorkomenspatroon vermoedelijk niet sterk worden beïnvloed.
Blauwstaart, ten slotte, leek hard op weg naar een status als schaarse doortrekker, maar nam in 2022 onverwacht wat gas terug met ‘maar’ drie gevallen. Er zijn 63 gevallen in de afgelopen 30 jaar (gemiddeld 2.1), waarvan 32 in de afgelopen drie jaar (ruim 10 per jaar). Afwijzingen komen niet zo vaak voor en dan meestal omdat de vogel te kort en te slecht is gezien; het aandeel bewezen foute determinaties is zeer klein tot nihil.
Wisselingen samenstelling commissie
Vincent van der Spek neemt na twee termijnen als commissielid en vier jaar als secretaris per 1 april 2023 afscheid. Zijn bijdrage aan de CDNA in de afgelopen acht jaar valt bijna niet te overschatten. Als stemmend lid bracht hij enorm veel determinatiekennis in, mede op het gebied van rui en leeftijdbepaling vanuit zijn achtergrond als ringer. Daarnaast deelde hij een welkom nuchter gevoel voor logica en verhoudingen, waarmee hij sterk heeft bijgedragen aan een consequente wijze van beoordelen door de commissie. Als secretaris droeg hij onder meer bij aan de communicatie over gevalsbesluiten en verzorgde die over vergaderingen en de correspondentie met de buitenwacht, waaronder het samenwerkingsverband van Europese dwaalgastencommissies AERC, waarmee de banden in de afgelopen jaren zijn aangehaald. Heel belangrijk was ook zijn inbreng in de jaarverslagen, waarvan hij er maar liefst zes verzorgde samen met archivaris Gerjon Gelling, James Lidster en voormalig archivaris Marcel Haas. Gelukkig heeft Vincent toegezegd ook bij het volgende verslag nog een helpende hand toe te steken.
Koen Stork zal Vincent vervangen als stemmend lid. Hiermee dringt een nieuwe lichting jonge vogelaars, ‘opgegroeid’ in zowel het moderne veldvogelen, als te midden van de enorme hoeveelheid determinatie-informatie en foto’s die tegenwoordig online beschikbaar is, door tot de commissie. Koen heeft onder meer naam gemaakt met de ontdekking van Nederlands tweede Eleonora’s Valk op een foto op waarneming.nl. Vincents rol als secretaris wordt binnen de commissie overgenomen door Hans Schekkerman.
Eddy Nieuwstraten zal per 1 augustus 2023 de CDNA verlaten na twee termijnen en acht jaar voorzitterschap. Per die datum zal Thijs Fijen deze functie op zich nemen voor de resterende twee jaar van zijn termijn als CDNA-lid.
Verkenning categorieën afgerond
Eind maart heeft de CDNA de verkenning naar de mogelijke invoering van categorieën op de Nederlandse avifaunistische lijst afgerond en een advies aangeboden aan de besturen van haar opdrachtgevers, de DBA en de NOU (voor achtergrondinformatie over deze verkenning, zie Verkenning argumenten categorieën Nederlandse vogellijst - Dutch Avifauna). De besturen van deze organisaties zullen de komende tijd dit advies bestuderen en een besluit nemen.
Noordse/Swinhoes Boszanger op Schiermonnikoog
Op 17 oktober 2021 werd een boszanger Phylloscopus met een duidelijke vleugelstreep ontdekt op Schiermonnikoog Fr. De waarnemers determineerden de vogel op basis van foto’s en opgenomen geluid als Noordse Boszanger P borealis, en dienden de waarneming met een uitgebreid dossier in bij de CDNA. Na meerdere ronden en uitgebreide discussies heeft de commissie de waarneming niet aanvaard als Noordse Boszanger. Dit vooral omdat het geluid (sterk wijzend op Noordse) en enkele aspecten van het uiterlijk (meer passend op Swinhoes Boszanger P plumbeitarsus) tot een tegenstrijdig ‘plaatje’ leidden. Omdat de CDNA andere soorten met voldoende zekerheid uitgesloten achtte, is het geval wel aanvaard als ‘dubbelsoort’ Noordse/Swinhoes Boszanger P borealis/plumbeitarsus. De CDNA hanteert een klein aantal van zulke ‘samengestelde soorten’ in haar beoordelingen. Meestal gaat het om recent gesplitte taxa waarvan bij een vroegere beoordeling de (onder)soort niet is bepaald (bijvoorbeeld de drie baardgrasmus-soorten Sylvia cantillans/inornata/subalpina), of om soorten die nauw verwant zijn en regelmatig hybridiseren, waardoor gevallen soms niet tot op soort te aanvaarden zijn (bijvoorbeeld Bastaardarend Clanga clanga en Schreeuwarend C pomarina). Er zijn echter ook eerder soortparen uitsluitend vanwege morfologische overeenkomsten als ‘beoordeelunit’ bestempeld, zoals ‘geelpootruiter’ Tringa flavipes/melanoleuca of ‘vorkstaartplevier’ Glareola glareola/nordmanni/maldivarum. Door deze benadering verdwijnen interessante (dwaalgast)waarnemingen niet onder het kopje van afgewezen waarnemingen maar krijgen ze een zichtbare plek bij de aanvaarde gevallen. De CDNA zal echter terughoudend omgaan met het invoeren van nieuwe beoordeelunits, om wildgroei te voorkomen.
Er is een eerder geval waarbij sterk getwijfeld werd tussen Noordse Boszanger en Swinhoes Boszanger (Texel 26-27 september 2009). Omdat destijds ook Grauwe Fitis niet kon worden uitgesloten (Jaarverslag 2009) komt dit geval niet in aanmerking voor archivering onder deze verzamelsoort.
Hans Schekkerman, Eddy Nieuwstraten & CDNA