CDNA Nieuwsberichten

Lammergieren in Nederland en Noordwest-Europa - Inhoudelijke achtergrond en toelichting besluiten

27 augustus 2020  ·  Thijs Fijen, Eddy Nieuwstraten & CDNA  ·  6258 × bekeken

Klik HIER voor het volledige document. Samenvatting hieronder / English summary below.

Samenvatting
Sinds 1997 zijn er geregeld waarnemingen van gemerkte en ongemerkte Lammergieren in Nederland geweest. De CDNA heeft eerder het standpunt gecommuniceerd dat zij al deze individuen beschouwt als afkomstig van de geherintroduceerde populatie in de Alpen. Deze vogels zijn niet aanvaardbaar voor toevoeging aan de Nederlandse lijst, omdat dit herintroductieproject (nog) niet zelfredzaam en duurzaam is, getuige het feit dat het uitzetten van projectvogels nog doorgaat om de genetische basis te versterken. Omdat dit besluit geregeld tot discussies leidt, heeft de CDNA besloten om nogmaals een toelichting op dit besluit te geven en daarbij de volledige inhoudelijk achtergrond van dit dossier weer te geven.

Lammergieren komen oorspronkelijk voor in bergketens van Europa, Azië en Afrika. Door bejaging zijn ze in het begin van de twintigste eeuw uitgestorven in de Alpen. Begin de jaren zeventig van de vorige eeuw is er een eerste herintroductiepoging geweest. Dit kreeg in de jaren tachtig een vervolg met een zorgvuldig gecoördineerd en uitgevoerd herintroductieproject. Tot en met 2019 zijn er door dit project 256 jonge Lammergieren uitgezet in de Alpen en Grands Causses.

Historische waarnemingen (ondersteund door genetische analyses) laten zien dat Lammergieren weliswaar zwerven, maar dat ze daarbij de berggebieden nauwelijks verlaten. Een handvol waarnemingen in het laagland ten noorden van de Europese bergketens uit de literatuur blijken bij nadere bestudering alle onbetrouwbaar. Waarnemingen in de bergachtige gebieden tussen de grote bergketens lijken betrekking te hebben op dispersie. Gedurende de periode dat de Alpenvogels officieel als uitgestorven werden beschouwd, was er toch nog een aanzienlijk aantal waarnemingen in de Alpen (bijna jaarlijks), wat mogelijk suggereert dat er toch nog wat Alpenvogels bestonden en tot broeden kwamen.

Nederland telt tot augustus 2020 zeventien waarnemingen van Lammergieren, waarvan negen met zekerheid te herleiden zijn tot herintroductievogels. Zender- en markeringsonderzoek laten zien dat jonge Pyreneeënvogels uitermate gebonden zijn aan de bergen, en zwervers uit de geïntroduceerde populatie minder. Er is ruim bewijs dat projectvogels en nakomelingen daarvan uit herintroductiegebieden geregeld naar Noordwest-Europa afdwalen. Op basis van waarnemingen is te herleiden dat minstens 11% (spreiding over jaren 0-33%) van de uitgezette vogels dit deed in hetzelfde jaar of volgende jaren. Vanwege dit contrast beschouwt de CDNA alle Lammergieren waargenomen in Nederland als afkomstig uit het herintroductieproject.

Geherintroduceerde soorten kunnen in aanmerking komen voor aanvaarding op de Nederlandse lijst wanneer de populatie zelfredzaam en duurzaam is geworden, af te lezen uit publicaties over het beëindigen van de herintroducties, informatie van de projectverantwoordelijken dat een zelfredzame en duurzame populatie is bereikt en/of andere wetenschappelijke publicaties over de status van de soort in Europa. Lammergier voldoet hier momenteel nog niet aan, aangezien publicaties van projectverantwoordelijken vermelden dat de populatie genetisch nog niet zelfredzaam en duurzaam is, en nog steeds vogels worden uitgezet. Wanneer het project is afgerond, of er bewijs gevonden wordt dat Pyreneeënvogels in Noordwest-Europa terechtkomen, zal de CDNA haar besluiten heroverwegen.

Summary
Marked and unmarked Bearded Vultures have been regularly observed in the Netherlands from 1997 onwards. The Dutch Rarities Committee (CDNA) has communicated earlier that they consider all observed individuals to originate from the re-introduced population in the Alps. These are not acceptable on the Dutch bird list, because this population is not (yet) self-sustainable and the reintroductions are ongoing. Because this decision regularly leads to (sometimes heated) discussions, we decided to once more explain our decision, and to share all the knowledge on which it is based.

Bearded Vultures breed in the mountains of Europe, Asia and Africa. Due to excessive hunting they went extinct in the Alps in the early 20th century. A re-introduction project commenced in the ‘70s, and was more carefully coordinated from the ‘80s onwards. Up to 2020, this project has seen 256 young Bearded Vultures released in the Alps and the Grands Causses.

Historical sightings (supported by genetic analyses) show that Bearded Vultures can indeed cover large distances on dispersal, but they almost never leave the mountains. We found the handful of sightings of Bearded Vultures in and over the lowlands of northwestern Europe prior to the start of the reintroduction program to be unreliable on close inspection. The four year old bird near Allier, France (1975) was an Afghan bird introduced in the French Alps. The adult bird allegedly shot at Île d’Oléron, France in 1936 turns out to have been shot around 1864, and the origin is doubtful (as is the age). Details of the record in Karlsruhe, Germany are completely lacking (no date, origin unknown, skin is lost), and the collection that held the bird ‘shot six hours from Bad Mergentheim, Germany, 1830” was destroyed in WW II, and other details are missing. Both these German records are not accepted by the local rarities committees. The sighting in the Ardennen, Belgium in 1982 was new to the CDNA and the Belgian Rarities Committee, and is to date unsubstantiated. The origin of the shot, adult bird in Suffolk in 1890 is unknown, and the bird has not been accepted by the local committees. All other sightings north of the Pyrenees were in mountainous areas, and probably refer to dispersing birds. Thus, there is no good evidence that Bearded Vultures from the Alps or Pyrenees strayed to the lowlands of northwestern Europe before the start of reintroductions. In the period between the official extinction in the Alps and the start of re-introductions, there have been considerable numbers of sightings of singletons (of all ages) and pairs in the Alps, which may suggest that there were still some birds remaining there or indicate dispersion between mountain chains.

Up to August 2020, there have been seventeen records of Bearded Vultures in the Netherlands, and nine of them were known re-introduced birds. Young birds from the Pyrenees have been shown to be strictly bound to mountainous areas, whereas birds from the introduced populations do wander away from the mountains. There is ample evidence that birds from the re-introduction program (and wild-born descendants) regularly wander to Northwestern Europe. Sightings indicate that at least 11% (annual range 0-33%) of introduced birds in the Alps and Grands Causses turned up there in the first few years after their release. This contrast led the CDNA to consider all Bearded Vultures observed in the Netherlands to originate from the re-introduced population.

Species from re-introduced populations are considered for the Dutch list when they have become self-sustainable, supported by publications of finished reintroductions, information from project leaders stating that the population is self-sustainable and/or other publications on the status of that species in Europe. Bearded Vulture is not yet eligible, as the Single Species Action Plan (2018-2028) written by the project leaders states that the population in the Alps is not yet genetically sustainable, and the release of individuals continues. When both criteria are met, or when evidence arises that birds from the Pyrenees reach northwestern Europe, the CDNA will reconsider its decisions.

Thijs Fijen, Eddy Nieuwstraten & CDNA

Feedback?