CDNA Nieuwsberichten
Besluiten CDNA-wintervergadering 2020
5 februari 2020 · Thijs Fijen, Vincent van der Spek & CDNA · 4408 × bekeken
De CDNA heeft op 19 januari 2020 in het (gastvrije!) Natuurhistorisch Museum Rotterdam haar jaarlijkse wintervergadering gehouden. Met deze mededeling lichten we de besluiten toe, alsmede enkele recente aanvaarde gevallen.
Grote Canadese Gans van de Nederlandse lijst afgevoerd
Grote Canadese Gans (Branta canadensis) werd in 2000 op de Nederlandse lijst geplaatst. Een analyse van de CDNA toont aan dat de Europese populatie exoten (in hoofdzaak: ssp. canadensis) floreert, terwijl de wilde populatie van de nominaat afneemt. Er bestaat van deze ondersoort geen enkel bewijs van afdwalen richting Europa. Het lijkt er zelfs op dat het afdwaalpotentieel van dit taxon helemaal niet zo groot is als ten tijde van het besluit werd verondersteld, o.a. door beperkte trekafstanden. De commissie is vanwege het zeer algemeen als exoot voorkomen van nominaat canadensis van mening dat dit taxon alleen aanvaard kan worden met ‘hard’ bewijs (ring, zender, isotopen). De taxa parvipes en (vooral) interior kunnen evt. wél verwacht worden als dwaalgast. Hiervan zijn echter geen aanvaarde gevallen en het besluit om nominaat canadensis als exoot te beschouwen zorgt daarmee per saldo voor een verwijdering van de soort van de Nederlandse lijst. De commissie is zich bewust van het feit dat er mogelijk parallellen met andere soorten te trekken zijn, maar er is alleen een uitgebreide analyse van Grote Canadese Gans gemaakt. De gehele analyse is hier te vinden: [PDF]
Afvoeren Vale Gier en Baltische Mantelmeeuw van de beoordeelsoortenlijst
Vanwege het sterk toegenomen aantal waarnemingen van de Vale gier heeft de CDNA besloten de soort af te voeren van de lijst te beoordelen soorten. Met 63 gevallen in de afgelopen 30 jaar zit Vale Gier met 2,1 gevallen per jaar nu boven het gehanteerde gemiddelde van 2. Binnen het tijdsbestek van 30 jaar is de soort bovendien toegenomen, en jaren zonder gevallen zijn een uitzondering geworden. Geen andere beoordeelsoort kende overigens zo’n groot aantal waargenomen individuen. Waarnemingen van Vale Gier na 1 januari 2020 worden niet meer door de CDNA beoordeeld.
Ook Baltische Mantelmeeuw zal vanaf 1 januari 2020 niet langer beoordeeld worden. De veldherkenning van Baltische Mantelmeeuwen (Larus fuscus fuscus) is geen sinecure. Alleen tweedejaars vogels kunnen een deel van het jaar op basis van rui gedetermineerd worden. Daarnaast zijn als pullus geringde vogels uit zuivere kolonies aanvaardbaar. Dat zorgt voor een nogal stevige ondervertegenwoordiging van het werkelijke aantal gevallen, omdat veruit de meeste vogels niet met zekerheid te determineren zijn. Bovendien is zowel het herkennen van tweedejaars als het aflezen van ringen specialistenwerk: een groot deel van de aanvaarde gevallen komt van een klein aantal mensen. Daar komt bij dat bekend is dat een hele serie vogels (zowel afgelezen ringen als op basis van kleed) helemaal niet ingediend is. Ondanks deze zekere grote ondervertegenwoordiging is de ondersoort sinds het eerste aanvaarde geval in slechts één jaar niet waargenomen, en ook dat was alweer geruime tijd geleden (2003). Een extrapolatie op basis van ringgegevens suggereert dat we zó veel vogels ‘op kleed’ missen, dat het taxon in Nederland wellicht schaars is, maar zeker niet zeldzaam.
Citroenkwikstaart (Motacilla citreola) zit op de rand van het criterium voor afvoeren (59 gevallen in 30 jaar met nog een geval in roulatie). De CDNA heeft besloten dit nog even aan te kijken en Citroenkwikstaart voorlopig als beoordeeltaxon te handhaven.
cDNA
DNA speelt in toenemende mate een belangrijke rol bij moeilijk te determineren soorten. Om de DNA gegevens goed te borgen in de dossiers, wordt aan het handboek een onderdeel toegevoegd over wat de CDNA verwacht qua documentatie. In het kort komt het neer op dat de CDNA gedetailleerd wil weten wat er door wie is gemeten, wat de uitkomsten zijn en waar de DNA-gegevens opgeslagen en bewaard zijn, omdat DNA-informatie, net als alle andere informatie, door de commissie controleerbaar moet zijn.
Samenwerking Naturalis
De CDNA is zeer verheugd dat er op 1 februari 2020 een intentieovereenkomst voor samenwerking met Naturalis is ondertekend. In de overeenkomst is beschreven dat de CDNA en Naturalis afspraken willen maken over digitalisering van het oude, papieren archief van de CDNA en over hulp bij DNA-analyses van zeldzaamheden. In 2020 zal de CDNA samen met Naturalis deze afspraken verder concretiseren.
Nieuwe indienformulieren
De CDNA werkt aan nieuwe indienformulieren die toegespitst zijn op het ‘type’ waarneming, mede om DNA-gevallen beter te documenteren. Aan de exacte invulling wordt nog gewerkt, maar er zullen, in samenwerking met Jeroen van Vianen, extra formulieren komen voor datumextensies, ringvangsten en DNA-gevallen. Het streven is om deze formulieren voor de zomer afgerond te hebben. Tot die tijd kunnen alle gevallen gewoon ingediend worden via de normale route.
Jaarverslagen op Dutchavifauna
Alle CDNA-jaarverslagen van 1989 tot 2018 zijn openbaar beschikbaar gemaakt in (doorzoekbaar) PDF-formaat op Dutchavifauna, zie hier.
Geen bericht bij aanvaarden gevallen
Door een technische fout in het systeem zijn voor een onbekende tijd geen automatische mailtjes gestuurd naar de indieners op het moment dat een geval aanvaard werd. Dat was uiteraard niet de bedoeling, waarvoor onze excuses. De fout is hersteld en het zou vanaf nu weer goed moeten werken.
Toelichting op aanvaarding van enkele gevallen
Grijskopkievit
De commissie heeft besloten de Grijskopkievit van Workumermeer, Friesland van juni 2019 te aanvaarden als nieuwe soort voor Nederland. De Zweedse commissie plaatste de soort onlangs al op hun A-lijst, de Noren hebben nog geen besluit genomen. Er lijken in Nederland ten opzichte van de waarnemingen in Scandinavië ogenschijnlijk zowel overeenkomsten als verschillen te zien. Vanwege het niet optimale fotomateriaal doen zowel de Zweedse als Nederlandse commissie er geen uitspraak over of dit hetzelfde individu betrof.
Alaskastrandloper
Ook de Alaskastrandloper van Waadhoeke, Friesland in augustus 2019 is aanvaard en daarmee toegevoegd aan de Nederlandse lijst.
Sakervalk
De Sakervalk van Hollands Kroon in juli 2019 is aanvaard als eerste geval voor Nederland. Gezien het aantal ontsnapte valkeniersvogels (al dan niet van hybride afkomst), is gekeken of de soort moet worden toegevoegd aan de lijst van soorten waarvoor omgekeerde bewijslast geldt. Het uitsluiten van hybride-invloeden bij grote valken (inclusief Giervalk) is dusdanig lastig dat er goede foto’s noodzakelijk zijn om tot een zekere determinatie te komen. De verwachting is dat als de vogel uit gevangenschap komt, daarbij eventuele merktekenen of beschadigingen aan het licht komen. De omgekeerde bewijslast zal dus vooralsnog niet standaard gelden voor de grote valken.
Thijs Fijen, Vincent van der Spek & CDNA