Mijn lepelbekavontuur

19 april 2016  ·  Ton Eggenhuizen  ·  23457 × bekeken

Toen ik het net aangeschafte “Shorebirds” in 1991 opensloeg wist  ik het meteen, die Lepelbekstrandloper moet ik ooit eens gezien hebben. Natuurlijk gingen er sindsdien ook wel dagen voorbij dat ik niet aan LBSL dacht. Maar mijn familie wist wel: zodra er ergens één bereikbaar was in Europa, zou ik alles direct uit de handen laten vallen en afreizen.
Ook was wel duidelijk dat er ooit een verre reis voor de Lepelbek gemaakt moest worden.
Toen ik in mei  2015 gevraagd werd om mee te gaan op ringexpeditie naar Bangladesh wist ik dus niet hoe snel ik ja moest zeggen.

Doel van de expeditie was het ringen en zenderen van Indische Schaarbek Rynchops albicollis. Lepelbek was slechts een “bijgerecht” (Ton Eggenhuizen)

Eind 2015 werden de reisdoelen binnen Bangladesh bekend, Eerst zouden we twee weken in het noorden vertoeven (zonder lepelbek) om daarna naar de kust te gaan. Even leek zelfs Sonadia-island aangedaan te worden. Er was echter net een fantastisch beschermingsresultaat geboekt: stropers en vissers waren net succesvol omgeturnd naar andere middelen van bestaan. Jacht en visserij waren daarmee verleden tijd in dit belangrijk overwinteringsgebied. En om dan met mistnetten vogels te vangen voor ringonderzoek werd niet wenselijk geacht. Hiermee verviel de kans om LBSL te zoeken op de meest voor de hand liggende plek in Bangladesh.

Op navraag bij de mensen van de Bangladesh Bird Club bleek wel dat ook op andere plekken een kans bestond. Maar de wijze waarop ze dat zeiden, deed bij mij het vermoeden rijzen dat ik nog eerder een hoofdprijs in de Staatsloterij zou winnen. “Een kans heb je natuurlijk altijd…”

De hoop werd weer aangewakkerd toen ik voorafgaand aan het kustavontuur te horen kreeg dat een maand eerder op een nieuwe zandplaat vlakbij ons kampement drie Lepelbekkies gezien waren. Wellicht zouden we binnen het drukke programma een kansje krijgen. De tweede middag was het tij ons al gunstig gezind en konden we met een vissersboot worden afgezet bij de zandplaat. Al heel snel bleek het een kansloze missie. Er zaten nauwelijks vogels op de zandplaat. Alleen een Slechtvalk en een paar Brahmaanse Wouwen. Geen steltjes. Al snel dropen we af.


Slechtvalken Falco peregrinus zijn er helaas goed in zandplaten vrij van vogels te krijgen (Ton Eggenhuizen)

Drie dagen (7 februari 2016) later ontstond toch weer de mogelijkheid om de zandplaat te bezoeken. Daarvoor was wel weer een vissersboot nodig die op het afgesproken tijdstip in geen velden of wegen te bekennen was. Na wat belwerk kwam het vissersbootje toch aangetuft. Van de anderhalf uur was nog maar drie kwartier effectieve zoektijd over. Al half-en-half verzoend met het idee dat ik toch ook ooit Mr Tee in Thailand moest inzetten en met de moed der wanhoop landden we op de zandplaat. Of eigenlijk: naast de zandplaat. De vissersboot had toch meer diepgang dan verwacht en we moesten dus een flink stuk door middeldiep water en modder waden om het harde zand te bereiken. Daardoor leek het verstandig om het fototoestel in de boot te laten.

Hoewel de visserij vanuit kleine bootjes wordt bedreven, is de druk op de visstand door de vele kleine bootjes vermoedelijk veel te groot voor een duurzaam visstandsbeheer (Ton Eggenhuizen)

Eenmaal op de zandplaat waren er meer steltjes dan een paar dagen eerder. Maar echt veel waren het er ook weer niet. En zoals het vaak met dit soort zoektochten gaat, ieder steltje dat ook maar enigszins op de doelsoort lijkt, lijkt in eerste aanleg anders te foerageren, een ander snaveltje te hebben, een ander rugpatroon…. nee, toch weer een Kleine Strandloper. Na 40 minuten moesten we weer naar de boot, helaas.

Totdat mijn Engelse compaan Bill Jones vraagt mijn telescoop toch op dat ene lopertje te richten. Bill meende dat ie toch anders foerageerde. Onder gemompel dat we dat al van 25 eerdere vogels dachten, werd de scope op de vogel gericht die op ons afliep. De snavel was echter onzichtbaar door het foerageergedrag in golfzand. Ineens kijkt de vogel ietwat verschrikt op. Afstekend tegen de witte buik is onmiskenbaar een z
wart lepelvormig snaveltje te zien! Op dat moment werd ik even ontoerekeningsvatbaar. De gebezigde krachttermen zijn mij dus ook niet aan te rekenen.
Na thuiskomst werd natuurlijk heel snel een donatie aan het Lepelbekstrandloperfonds overgemaakt.


Ton Eggenhuizen


Zonsondergang over Hatiya Island, de plek waar Lepelbekstrandloper op de lijst kon worden bijgeschreven (Ton Eggenhuizen)

Dutch Birding Species Champion

Sinds 2010 is Dutch Birding, samen met Vogelbescherming Nederland, Species Champion voor de unieke, en met uitsterven bedreigde, Lepelbekstrandloper. De Lepelbekstrandloper heeft altijd een grote aantrekkingskracht gehad op de Nederlandse vogelaar.

De Lepelbekstrandloper is nooit algemeen geweest maar de laatste decennia is deze soort sterk achteruit gegaan. Zo sterk, dat deze nu zeker van de aardbodem lijkt te gaan verdwijnen wanneer er geen helpende hand wordt geboden. Vandaar dat Dutch Birding zich als Species Champion heeft opgeworpen. Uw donatie helpt daarbij en u kunt hier doneren.

Dutch Birding wil de Nederlandse vogelaar meer betrekken bij het lot van de Lepelbekstrandloper. Een van de manieren is om Nederlandse vogelaars te vragen om hun persoonlijke verhaal en avonturen met de Lepelbekstrandloper te delen. Hun 'hoe' en maar zeker ook hun 'waarom'. We zouden graag meer persoonlijke verhalen willen horen van deze prachtige vogelsoort!

Heeft u ook een persoonlijk verhaal over de Lepelbekstrandloper dat u graag zou willen delen? Neem dan contact op met Marc Guyt (m.guyt @ casema.nl).

Discussie

Arnold Meijer  ·  20 april 2016  16:03, gewijzigd 20 april 2016  16:03

Mooi verhaal!

Zo'n soort actie heb ik in 2001 (dacht ik) eens gedaan in Vietnam. Bootje huren dat veel te laat kwam, tijdens het verkeerde tij. Wel veel roodkeeltjes onder de brandende zon afgezocht, maar geen Lepelbek. Wel dacht ik even een Asian Dowitcher te hebben maar dat bleek ook weer een gewone grote Grijze Snip... huh!?

Ton Eggenhuizen  ·  20 april 2016  16:58

Oja, asian dowicher hadden we ook 8-). En in het noorden blue-naped pitta, long-billed thrush en Baikal bush warbler in de netten. Maar daarover later meer. 

Hans Overduin  ·  5 september 2016  21:48

Mooi verhaal ! Heb ooit bij Laem Pak Bia geprobeerd ze te vinden/zien. Het eerste jaar niks gevonden. Een jaar later nogmaals een poging, maar behalve twee trillende stippen tussen een hoop andere trillende stippen niks gezien. Twee Engelsen beweerden dat het wel degelijk LBSL's waren, maar ik kon er keen lepel in zien.. Dus nog maar eens een poging wagen ;-)

Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.

Feedback?