Global Birding
Vogelen en andere ongemakken in Gabon
2 juni 2013 · 23808 × bekeken
Er gaan nauwelijks vogelaars naar het West-Afrikaanse land Gabon. Gerard Ouweneel deed het wel. Hij bezocht het land met een groep min of meer gelijkgestemden in januari 2006. Gabon is geen land om zonder (vogel)gids te doen, maar er huizen wel fraaie vogelsoorten en meer mooie dieren. Ouweneel doet verslag. Krijgt ook hij de Picathartes te zien ...?
Het was naar ik meen Jacques de Raad die het idee opperde naar Gabon te gaan. Dat juist hij dat deed was niet verwonderlijk. Zijn vrouw Laura en Jacques zijn gesteld op het landschap en de natuur van Afrika. En het regenwoud en de vogels van Gabon beloofden een fraaie aanvulling te zijn op eerder bezochte delen van het continent. Bij rondvraag binnen de deelnemerskring van het aardig aan elkaar gewaagd geraakte reisgroepje vogelaars stemde iedereen in. Er waren net wervende artikelen verschenen in Africa Geographic en National Geographic. En, niet onbelangrijk; er was een scala aan nieuwe vogelsoorten te verwachten, met daarbij enkele zeer aansprekende.
Gabon wordt nauwelijks door vogelaars bezocht. De groep op excursie langs trail Nyonie, Gabon, Januari 2006 (Adriaan Dijksen)
Met de voorbereidingen ging een klein jaar heen. Vanuit Nederland ging (en gaat!) geen stroom vogelaars naar Gabon, zodat het aanvankelijk sprokkelen was naar locatietips. Weliswaar reisde BirdQuest er regelmatig heen, maar die rekende een tarief dat ons achter de oren deed krabben (toen na afloop van onze Gabonese odyssee de eindcalculatie er lag, kwamen we overigens aardig in de buurt van Mark Beamans prijs ...). Het stond vast dat het geen land was om zonder ervaren (vogel)gids te doen. De meeste kennis zas in Zuid-Afrika, vanwaar vogeltouroperators regelmatig trips naar Gabon ondernamen. Onder andere door Birding Africa, een organisatie waarmee enkelen van ons eerder goede ervaringen opdeden. Ian Davidson was bereid in te haken, en hij slaagde er in Patrice Christy mee te krijgen. Met deze in Gabon wonende specialist, medewerker aan de twee jaar eerder verschenen toongevende gids 'Birds of Africa south of the Sahara', waren we in onze sas. Naar later bleek terecht. Stellig zou onze tweeënhalve week durende Gabonese vogeltour zonder Patrice Christy aanzienlijk minder hebben opgeleverd.
De visumaanvraag had veel voeten in de aarde. Naast de gebruikelijke documenten moest er een bewijs van solvabiliteit worden overlegd en ook een gezondheidsverklaring. Die laatste om aan te tonen dat de laaglandgorilla's in de te bezoeken gebieden niets te vrezen hadden van akelige mensenkwalen die wij zouden kunnen meedragen. Er was met die eis te leven, zij het dat in Gabon niemand naar onze gezondheidsdossiers vroeg.
De Ogoouerivier in Lope NP, Gabon, januari 2006 (Adriaan Dijksen)
Op 13 januari 2006 ontmoetten we elkaar 's middags op Schiphol. Vandaar ging het naar Parijs en daarna met een Air France-nachtvlucht naar de Gabonese hoofdstad Libreville. Op de Parijse luchthaven ging het stroef; een ervaring waarvan ik niet opkeek. Tijdens mijn werkzame bestaan waren er op Charles de Gaulle dusdanig vaak problemen dat ik tenslotte besloot per auto op en neer naar Parijs te gaan. Nu weer trammelant. Na gedoe met instapkaarten kwamen we in het mudvolle toestel verspreid te zitten, zodat we pas na een moeizame ruilhandel bij elkaar kwamen.
Ondanks dat Air France te laat vertrok, arriveerden we de volgende ochtend volgens schema in Libreville. Daar bleek dat de bagage van een van ons was achtergebleven in Parijs. Na deze en andere formaliteiten, koffie, geld wisselen en het weerzien met Ian Davidson, reden we naar de baai van Libreville voor de oversteek, met daarna de rit naar het aan de kust gelegen Nyonie.'
In Libreville veel Franse invloeden. Bij de afvaartplaats een vloot afgemeerde, veel ego uitstralende 'big game' vissersjachten met als eyecatchers uitgehangen, recent buitgemaakte zwaardvissen ... een stuitend tafereel. Patrice Christy wachtte ons op. Wat vogels betreft zag de baai zag er veelbelovend uit. Het waarnemen kon beginnen en de soortenteller gaan lopen.
Dorp in de bossavanne van Lope NP, Gabon, januari 2006 (Adriaan Dijksen)
Dat we tijdens de nachtvlucht bij elkaar wilden zitten had een reden: nieuwsgierigheid naar elkaars soortenwensenlijst en de mate waarin ieder zich had geprepareerd. Enkelen misten nog de Pel's Fishing-Owl en African Finfoot. Allen vlasten op de Vermiculated Fishing-Owl, waarvoor men in Gabon terecht kan. Er was kans op een paar onbekende soorten bijeneters, duiven en een stel fraaie toerako's. En niemand was in de South of the Sahara-gids de vier pagina's neushoornvogels ontgaan, een groep waarvan Gabon een bovenmodaal aantal soorten herbergt, met de White-crested Hornbill als meest spectaculaire. Bij de roofvogels gooiden de Congo Serpent Eagle en vooral de Long-tailed Hawk hoge ogen. Voorts hielden soorten als de Grey Pratincole, Nkulengu Rail en de twee soorten breedbekken ons bezig.
En dan had ieder zijn eigen favorieten. Voor mij onder andere de African River Martin. Bij iedereen stond heel hoog of nummer één: de Grey-necked Picathartes. De Grijsnekkaalkopkraai, voor welke graalsoort een dagtocht door het regenwoud op het programma stond. Dan de zoogdieren, met bij Jacques en mij bovenaan de geheimzinnige Bongo, een van de fraaiste leden van Afrika's indrukwekkende antilopencollectie.
Tijdens de oversteek leveren overwinterende Palearctische steltlopersoorten hun bijdrage aan de daglijst: een Bontbekplevier, veel Regenwulpen, Zilverplevieren, twee Tereks, Tureluurs, Groenpootruiters en een paar Krombekstrandlopers. Voorts Visarenden en Royal Terns. De volgende dag was er met Ian een discussie over de voor de kust vliegende sterns. Ian meende dat er ook Reuzensterns bij waren, maar wij hielden op alleen Royals. Patrice is in zijn knollentuin met een White-breasted Cormorant, die volgens hem ongewoon is in Gabon.
Eenmaal tussen de mangroves en tijdens de rit naar Nyonie gaat het hard met de soorten. Veel Palm-nut Vultures en de uit de kluiten gewassen Black Sparrowhawk. Voorts Rosy en Black Bee-eaters. De eerste is een première, maar enkelen vinden de Rosy vergeleken met de Black en de talrijk aanwezige Blue-breasted Bee-eaters qua verschijning in de coulissen blijven. De namiddagwandeling door de licht beboste kustzone is goed voor twee soorten toerako's: de imposante Great Blue en de Yellow-billed. Van de drie soorten aanwezige neushoornvogels maakt de enorme Black-casqued Wattled Hornbill de meeste indruk.
De tropische weersomstandigheden bevorderen de bierconsumptie, waarvoor we terecht kunnen bij het locale merk Regab, dat zeer in de smaak valt. Met dit spul onder handbereik wordt de dagboekhouding opgemaakt, die uitkomt op 70 soorten.
Karakteristiek landschap met bossavanne in Lope NP, Gabon, januari 2006 (Adriaan Dijksen)
Adulte Palm-nut Vulture Gypohierax angolensis, Sette Cama, Gabon (Adriaan Dijksen)
Lope National Park
Een rijtje hutten op het strand van de Atlantische Oceaan vormt de onderkomens. Airco genoeg, want de deuren sluiten niet. Romantisch dus. Jazeker, maar met kanttekeningen. De volgende ochtend word ik gekweld door een niet aflatende jeuk. Een inventarisatie wijst uit dat ik 117 maal ben gebeten of gestoken door wezentjes die zich of in de hut of in de matras ophouden. Mijn vriend Jan Smit op de brits naast me heeft geen beet te melden, noch de anderen uit de belendende hutten.
De ochtendwandeling is speciaal gericht op Black-headed Bee-eaters. Deze blijven buiten beeld, een manco dat de hele Gabon-odyssee zou voortduren. Er komen vluchten Grey Parrots over, veel Gierzwaluwen en Mottled Spinetails. Ian en Patrice benadrukken dat we in ons sas moeten zijn met de door Jacques ontdekte Lyre-tailed Honeyguide, die volgens hen de status 'soort van de dag' verdient. Deze soort houdt zich uitsluitend op in de canopy en laat zich zelden zien. In de communicatietoren van het kamp heeft een Red-necked Buzzard zijn nest gebouwd.
Allemaal heel fijn, maar de niet aflatende jeuk tempert mijn enthousiasme en inzet. Op de retourrit naar Libreville stopt Patrice bij een veldhospitaal waar een haar heilzaam werk verrichtende, struise Amerikaanse snel klaar is met haar diagnose. Ik krijg een verlichting gevend zalfje en wonderbaarlijke tabletten die de neiging tot krabben wegnemen.
Vlucht Grey Parrots Psittacus erithacus, Sette Cama, Gabon, januari 2006 (Foto Adriaan Dijksen)
Mannetje African Stonechat Saxicola torquata salax, Lope NP, Gabon, januari 2006 (Adriaan Dijksen)
Vieillot's Black Weaver Ploceus nigerrimus, Lope NP, januari 2006 (Adriaan Dijksen)
Terug in Libreville betrekken we het terras van het Tropicana Hotel, in afwachting van een transfer naar het Owendo-station voor de nachttrein naar Lope Station. Tijdens het diner en drankjes vooraf en nadien (Regab en/of het Zuid-Afrikaanse Castle Beer) is er genoeg te zien. Verspreid zitten er enigszins uitgezakte rasgenoten op gevorderde leeftijd, die daar niet graag voor lijken te willen uitkomen. Ze worden vergezeld door bloedmooie Gabonese dames, waarvan de gemiddelde leeftijd tenminste dertig jaar onder die van hun chaperonnes ligt. Ten prooi aan niet te becijferen gedachten staren de schoonheden voor zich uit. Omdat de heren kennelijk ook weinig hebben te melden, is het een clownesk tafereel, zij het dat de stellen een toonbeeld van eenzaamheid uitstralen.
Ondanks het gevorderde uur is het op en rond het station immens druk, wat een kleurrijk schouwspel oplevert. We reizen eerste klas, compartimenten met inderdaad riante zitplaatsen. Verbazing wanneer we dik aangeklede medereizigers zien binnenkomen, een tenue waartoe de buitentemperatuur geenszins aanleiding geeft. Het blijkt echter dat het spoorwegbedrijf de luxe van de aangeboden eersteklas wil onderstrepen door de airco voluit te laten blazen. In de poging de plotselinge kilte te overleven improviseren wij tijdens de ruim zes uren durende spoorreis aanvullende kleding uit hun koffer. Rond vier uur 's nachts is de aankomst op een stationnetje dat iets wegheeft van dat uit de openingsscène van de film 'Once upon a time in the west', maar dan zonder boeven. Een halfuur later liggen we op bed.
Mannetje Orange Weaver Ploceus aurantius, Lope NP, Gabon, januari 2006 (Adriaan Dijksen)
Nieuwsgierig naar waar we zijn beland en naar de vogels lopen we om acht uur weer buiten. Wat katterig, omdat in de drie gepasseerde nachten van slapen weinig of helemaal niets terechtkwam. Rondom onze chalets, die deel uitmaken van het Lope Hotel, golvende savannen met verspreid bospercelen. Het hotel ligt langs de Ogooue-rivier. Met de vogels is het direct raak. Er zijn Forbes's Plovers, White-headed Lapwings en Senegal Lapwings. Op stenen in de rivier rusten Rock Pratincoles en langs de oever de onvermijdelijke Oeverlopers ... ook hier! Een paar dagen later zullen we bij een tocht langs die oever een Poelsnip opstoten. Rond onze behuizing is de Yellow-throated Leaflove gewoon en vliegen Bates's Swifts. Een Chestnut-thighed Sparrowhawk probeert een van de talrijke Village Weavers te bemachtigen.
Yellow-throated Leaflove Chlorocichla flavicollis, Lope, Gabon, januari 2006 (Adriaan Dijksen)
Forbes's Plover Charadrius forbesi, Lope NP, Gabon, januari 2006 (Adriaan Dijksen)
's Middags volgt er een jeeptocht over de savannes. In vergelijking met de rijkdom van de Oost-Afrikaanse savannen is het hier wat zoogdieren betreft leeg. Er zijn alleen buffels, de kleinere vorm nanus, de bosbuffel. Ook weinig roofvogels. 's Avonds, bij de opmaak van de boekhouding, komen we niet verder dan een paar Palm-nut Vultures, African Harrier Hawks en Red-necked Buzzards. En dan de strak naar het noorden trekkende man Bruine Kiekendief. De volgende dag nog eentje, en de dagen daarna weer drie. Ian meldt dat er in de Zuid-Afrikaanse zomers, in onze winters dus, in Zuid-Afrika steeds meer Western Marsh Harriers acte de présence geven.
Tijdens de twee dagen Lope vindt er een stevige uitbreiding van de collectie cisticola's plaats. Het eindresultaat zal uitkomen op zes van de acht soorten die Gabon heeft te bieden. Blue-headed Coucal, Guinea Turaco, Double-toothed Barbet, Chocolate-backed en Blue-breasted Kingfisher zijn een paar andere soorten die we op de wensenlijstjes kunnen afvinken. Voor menigeen is de bizarre White-spotted Watlle-eye de soort van Lope, mogelijk ook omdat de twee waargenomen exemplaren zich in een droomentourage schitterend laten bekijken. Op de terugweg richting onderkomens zien we langs de track 'onze' Tapuit. De vogel krijgt een applausje. De ruim van hobbels en kuilen voorziene weg is volgens de chauffeur de route nationale naar Libreville. Ondanks dat het 's nachts en bij het opstaan royaal regent, ontbreekt het 's morgens in de onderkomens aan water.
Mikongo Research Station
De rit naar Mikongo vindt grotendeels plaats in een entourage van tropische regenbuien. Toch zijn de stops onderweg lucratief, met onder meer Yellow-billed Barbet, Honeyguide Greenbul en Rufous-crowned Eremomela. Op gezag van Patrice en Ian nemen we graag aan dat de Gabon Batis en de Red-eyed en Sabine's Puffbacks de beste soorten zijn die we tussen de buien door bij elkaar sprokkelen.
's Middags arriveren we in Mikongo, een diep in primair regenwoud gelegen onderzoekstation en uitvalsbasis voor een zoektocht naar een van de ornithologische hoogtepunten van de trip. Boven de kapvlakte vliegen Cassin's en Sabine's Spinetails. Er gaat een Wespendief omhoog (als ik terug ben in het vaderland zal Rob Bijlsma mij alles over die vogel vragen). Op de namiddagwandeling is de eerste soort de hoog op de wensenlijstjes staande White-crested Hornbill. Wat later volgen African Shrike Flycatcher, Red-billed Dwarf Hornbill en Violet-backed Hyliota. We horen een Narina Trogon, maar voorlopig blijft het bij diens 'hoo-hook'. Pas nadat een tape in stelling is gebracht vindt Laura de vogel, waardoor ze zichzelf en de anderen een vervroegd verjaardagscadeau bezorgt. Een paar dage later ontdekt Laura ook de Bare-cheeked Trogon. Na deze dubbelslag wordt Laura onze Trogon-Queen en krijgt ze de bejegening die bij deze titel past.
Gabon is een goed land voor hornbills. Red-billed Dwarf Hornbill Tockus camurus, Langoue, Gabon, januari 2006 (Adriaan Dijksen)
Yellow-billed Barbet Trachyphonus purpuratus, Mikongo Research Station, Gabon, januari 2006 (Adriaan Dijksen)
De volgende dag, de 19e januari, begint met gestaag vallende regen. Bovendien blijkt dat de kok zich heeft verslapen, zodat het besluit valt de lange voettocht naar de picathartes een dag op te schuiven. Rond het kamp gaan we op zoek naar birdparties, waartoe we eerst via een omliggende boom een rivier van niet weg te cijferen breedte moeten oversteken. De gidsen wandelen er overheen alsof ze op de Champs Elysée flaneren. Uiteindelijk weten wij er ook overheen te komen, maar dat gaat op een aanzienlijk minder achteloze en charmante wijze.
Gerard Ouweneel bezig aan een boomstamoversteek, Mikongo Research Station, Gabon, januari 2006 (Adriaan Dijksen)
Aan de hand van praktijkvoorbeelden geeft Patrice onderricht in de verschillen tussen Eastern Beared, Red-tailed en White-bearded Greenbuls. Even later meldt hij een Long-tailed Hawk te horen. We hebben geluk. De grote roofvogel (ongeveer formaat African Harrier Hawk) komt luid roepend door de canopy aanvliegen en keert recht boven ons. Ik ben in mijn knollentuin, want de soort stond hoog op mijn lijstje. Daarna is het wederom Patrice die op een geluid attendeert: de alarmroep van een Mandril. De gidsen gaan op zoek en slagen erin het dier te vinden. Nog wel een mannetje, rustend in een boomtop, vanwaar hij uitziet over het regenwoud. Patrice slaagt erin hem in de telescoop te zetten. Het dier maakt diepe indruk. Ik neem me voor in Rotterdam naar Museum Boijmans te gaan, waar het schilderij 'De Mandril' van Oskar Kokoschka hangt. Een schilderij dat hij in 1926 maakte in de Londen Zoo.
Long-legged Pipit Anthus pallidiventris, Nyonie, Gabon, januari 2006 (Adriaan Dijksen)
Mannetje Pin-tailed Whydah Vidua macroura, Nyonie, Gabon, januari 2006 (Adriaan Dijksen)
De volgende dag, de picathartesdag, echoot nu nog na, maar voor mij niet in positieve zin. Na te zijn geïnstrueerd hoe te handelen bij een ontmoeting met bosolifanten, beginnen we aan de twee uur durende tocht door het regenwoud, langs een netwerk aan olifantenpaadjes. De trip wordt opgeluisterd door een Grey-headed Broadbill, maar ook zonder die fijne soort is de tocht een enerverende belevenis. De Grey-necked Picathartes zou moeten huizen in of bij grote rotsblokken in een snel stromend riviertje, een formatie die een spelonk vormt. Ernaast ligt een plateautje waarop we plaatsnemen.
Al gauw komen onvriendelijk ogende en zich dito gedragende bijen opdagen, waarvan het aantal in verontrustend tempo toeneemt. Mijn tors heeft onmiskenbaar hun exclusieve belangstelling. Van spuit- en insmeersessies trekken ze zich niets aan. Menno meldt dat het op de doorgezwete rugzijde van mijn shirt wriemelt van bijen. Wanneer ik even opsta, storten de beestjes zich ook direct op de net verlaten zitplaats; een plek die ze kennelijk ook intrigeert. Al gauw incasseer ik steken, de eerste wanneer ik na een kijkerscan de armen laat zakken, waardoor de via de mouwopeningen naar binnengekropen insecten in de verdrukking komen.
De situatie wordt verontrustend, ook voor de anderen. Ian, die zichzelf frontloge spelonkje heeft opgesteld (ook voor hem blijkt de picathartes nieuw) verzoekt me ergens anders mijn heil te zoeken. 'Barst', denk ik, maar na weer een paar steken en denkend aan de 117 beten van Nyonie en aan het heil van mijn vrienden ga ik even later toch weg, omwolkt door een gaandeweg afnemende drom bijen. Einde verhaal. Geen Grey-necked Picathartes. Voor die dag vind ik de aardigheid er af. Vergezeld door een gids beginnen Menno en ik voortijdig aan de jungletocht terug, waarbij Menno zo invoelend is te zwijgen over de door hem wèl waargenomen graalsoort.
Halverwege raakt de gids in paniek omdat hij olifanten bespeurt. Inderdaad krijgen wij door de dichte ondergroei heen een glimp van ze te zien. 'Preste, preste', gelast onze man. Voor de tweede maal die ochtend hol ik een paadje af, nu voor wellicht baldadige olifanten in plaats van bijen. De gids dirigeert ons een riviertje in, waarin wij, wijdbeens in het water staand, een poosje doorbrengen. Daarna gaat het via een lange omweg terug naar Mikongo, waar even later ook de anderen arriveren. In beste stemming. Want afgezien van de Grey-necked Picathartes zagen ze ongeveer op de plek van de olifanten een Vermiculated Fishing Owl.
Enfin, die zouden we later allen nog een paar maal zien, maar de 20e januari 2006 was niet de gelukkigste dag uit mijn vogelaarsbestaan. Al gauw ging het zelfverwijt knagen. Waarom had ik die bijtjes niet nog een poosje hun gang laten gaan? En waarom niet Ians verzoek genegeerd? Nu kijk ik met twijfel naar beloftevolle vogelreizen naar Ghana en Sierra Leone, waar picathartes zomaar onder bruggen zou broeden. Dat is weliswaar die andere, de White-necked, maar toch.
Terug in Nederland zou ik in Rotterdam te rade gaan in het Havenziekenhuis, waar ze verzot zijn op exotische medische kwesties. Een niet weg te cijferen Poolse specialiste hoorde mijn verhaal aan. 'U hebt een voor insecten aangenaam geurprofiel, waaraan niets aan te doen is', was haar analyse. Waarna ze graag wilde weten 'hoe het verder was in Gabon'.
Forest Elephants Loxodonto africanus cyclotis, Langoue Bai, Gabon, januari 2006 (Adriaan Dijksen)
Ivindo Station
Tijdens een stop bij een brug tijdens de retourrit naar Lope is er een snel wegvliegende kleine reigerachtige. Het moet een White-backed Night-heron zijn geweest, is de (latere) conclusie. Een lange zoektocht naar de Broad-tailed Warbler levert niet meer op dan een eenmalige roep. 's Avonds geeft Jan onderricht over hetgeen we aan de schitterende sterrenhemel zien staan. Zet Jan Smit waar dan ook op deze aarde neer en hij weet ieder sterrenstelsel tot in detail te benoemen.
De volgende dag, de 22e januari, is opnieuw de hele dag gereserveerd voor de vlakten en bospercelen van Lope. Weer premières, waaronder Blue-throated Rollers en een Black Dwarf Hornbill, waarmee óók Patrice in zijn sas is. Hij ziet ze weinig en bovendien hebben we met deze hornbill nu alle in Gabon voorkomende soorten gezien. Cassin's Honeybird, Brown-eared en Buff-spotted Woodpeckers zagen we al eerder, maar de Brown-throated Wattle-eye is nieuw. Tijdens een namiddagwandeling langs de Ogooue is er een Fitis. Eerder op de dag was er opnieuw een applausje voor een Tapuit.
De trein die ons vanaf het 'once upon a time station' twee uur sporen verder moet brengen, wordt geacht om 02:20 uur te vertrekken. Na een paar uur pogingen om wat te slapen zijn we er ruim op tijd. Er is geen beschutting, maar gelukkig regent het niet. Om 04:10 uur komt het spoortje toch nog aansjokken. We stellen vast dat voor degenen die uit zijn op een flinke nachtrust een vogelexcursie naar Gabon minder geschikt is. Het ontbijt en de koffie in Ivindo zijn welkom. Daarna selecteren we uit de bagage de spullen die we de komende drie dagen nodig denken te hebben en gaan we met 4x4's op sjouw over een allengs bultiger wordende track. Onderweg een Cassin's Hawk Eagle en later een waarschijnlijke Ayre's Hawk Eagle. Het zou tot de op een na laatste dag van deze Gabon-odyssee duren eer we de Ayre's met zekerheid konden bijschrijven.
Vrouwtje Grey-chinned Sunbird Anthreptes rectirostris, Langoue Bai, Gabon, januari 2006 (Adriaan Dijksen)
Na drie uur rijden bereiken we het einde van de trail. Verder is het lopen naar het kamp Langoué, met als begin een steile heuvelklim door de modder. De bagage gaat over in handen en op ruggen van dragers, een faciliteit die voor mij een levensreddende transfer betekent. De snelheid waarmee deze lieden met op hun rug de zware pakken met proviand en onze bagage in het woud verdwijnen, is voedsel voor het latent aanwezige minderwaardigheidscomplex. Inclusief de stops vergt de jungletocht drieënhalf uur.
Onderweg Red-tailed Ant-thrush, Bates's Paradise-flycatcher en Gabon Forest-robin. De al aardig gegroeide collectie waargenomen eekhoorns en apen wordt weer wat langer. Kortbij het kamp pikt Patrice het geluid op van een Zenker's Honeyguide, een ook voor hem nieuwe soort. Omdat hij op minder dan tien soorten na de Gabonese lijst compleet heeft, wil dat wat zeggen. In en rond het kamp Black-capped Apalis, Chestnut-capped Flycatcher en Blue-throated Brown Sunbird.
Yellow-throated Tinkerbird Pogoniulus subsulphuratus, Langoue Bai, Gabon, januari 2006 (Adriaan Dijksen)
De twee volgende dagen brengen we goeddeels door op een platform aan de rand van de Langoué bai, een wijde clearing in het indrukwekkende regenwoud. In het kamp bivakkeert ook een ploeg van National Geographic die werkt aan een film over de Gabonese natuur. Hun bagage is zo omvangrijk dat daarmee vergeleken de onze slechts luciferdoosjes zijn. Ook die pakken moesten door dragers een paar uur door de jungle worde gesjouwd! Het zijn aardige lui. Eentje vertelt tegelijkertijd te werken aan een film over beren in de Rocky Mountains, over de fauna van de Argentijnse pampa's en dan Gabon. Afhankelijk van ter plekke gunstigste condities pendelt hij tussen deze locaties op en neer. Wanneer op de tweede bai-dag een Laaglandgorilla ten tonele verschijnt, bekijken we deze door zijn camerazoeker. Het dier is een paar honderd meter verwijderd, maar het teleobjectief van bazookaformaat geeft van het dier diens konterfeitsel beeldvullend weer.
Met hardhout weten ze in Gabon wel raad, Mokongo oerwoud (nu nog wel), Gabon, januari 2006 (Adriaan Dijksen)
Er zijn de hele dag Sitatunga's (antilopen). Het olifantentotaal van beide dagen komt uit op 19 stuks. Maar we zien niet de begeerde bongo's. Boven de baj jagen Sabine's Spintails, Square-tailed Saw-wings en Boerenzwaluwen. We kunnen ons hart ophalen aan een paartje Hartlaub's Ducks en er scharrelen tientallen Black Crakes rond. Nadat we al een paar maal moesten volstaan met de roep, krijgen we nu eindelijk de topskulker Chocolate-backed Kingfisher te zien. En hoe, vlakbij het platform en weer ontdekt door Laura. Opnieuw laat zich overtuigend een Poelsnip determineren, waarna enkelen vaststellen er inmiddels meer in Afrika dan in Europa te hebben gezien.
Buiten de obligate Palm-nut Vultures verschijnen er aan roofvogels een Cassins's Hawk Eagle en de imposante Crown Eagle boven de baj. Een derde verre arend betreft waarschijnlijk een Congo Serpent Eagle. Adriaan Dijksen slaagt erin de mysterieuze Dja River Scrub Warbler te fotograferen, een foto die terecht zal komen in de Helmgids 'Reed and Bush Warblers'. Patrice is opgetogen en vertelt dat deze soort vorige eeuw slechts driemaal is vastgesteld en dat hij pas vorig jaar, in 2005 dus, hier broedend werd aangetroffen.
Bij de vele nieuwe tripsoorten die we op de oerwoudtochten naar en van de baj bespeuren zitten onder andere Blue Cuckoo-shrike, Gabon Helmet-shrike, Yellow-throated Cuckoo en Afep Pigeon. Op een van de avonden in Langoué maken we een enorme tropische storm met hoosregens mee. De zware bomen zwaaiden als elastiekjes, bijna beangstigend.
Gamba
De 26e is een reisdag. Eerst de retourvoettocht door het regenwoud, dan de 4 x 4 rit terug naar Invindo, met onderweg White-throated Blue Swallows, en dan de lange treinrit naar Libreville, nu overdag. Het traject loopt veelal parallel aan de Ogoouerivier. De treinrit door Gabon is een ervaring op zich. Ontmoedigend zijn de enorme stapels stammen hardhout die op de stationnetjes op transport liggen te wachten. Jacques verklaart de neiging te voelen opkomen in Nederland alle hardhouten steigertjes en tuinmeubelen in brand te steken.
White-throated Blue Swallow Hirundo nigritta, Sette Cama, Gabon, januari 2006 (Adriaan Dijksen)
Strand Atlantische Oceaan, Sette Cama, Gabon, januari 2006 (Adriaan Dijksen)
De vlucht naar Gamba staat pas voor de loop van de namiddag op het schema, zodat we de 27e weer lang bivakkeren op het terras van Tropicana. Daar geen verandering in de scene: aan tafeltjes hangende blanke senioren met hun jonge vriendinnetjes, beiden gehuld in een cocon van zwijgzaamheid.
Op het vliegveld krijg ik deining. Omdat het bijtgrage gedierte in dit land het op mij heeft voorzien, houd ik de spuitbussen steeds onder handbereik. De security neemt ze alle in. De koffers zijn al via de incheckbalie weg, dus dat betekent dat ik qua anti-insectenspray volledig gestript raak. Ik maak stampij, maar dat accepteren de securitylieden niet. Ze zijn stevig aan de lengte en breedte en dreigen met malheur, zodat ik er goed aan meen te doen bakzeil te halen. Tot dusver zijn de ervaringen met het vliegwezen naar en in Gabon niet vrij van tekortkomingen. Nog meer zouden er volgen.
Het vliegtuig zit vol oliemensen, een duidelijk herkenbaar ras. De eindbestemming is Sette Cama. Om deze nederzetting te bereiken dienen we in de snel vallende duister een brede lagune over te steken. Halverwege de overtocht is de brandstof op en valt de motor dood. In onze krap bemeten African Queen wordt het op slag stiller. Ieder denkt aan de open monding naar de Atlantische Oceaan, de ebstroom en de naar het lijkt beperkte vaardigheden van de schipper. Dat valt mee. De man weet na een exercitie met de laatste druppels de motor weer aan de praat te krijgen, en ook komt er vanaf Sette Cama een noodexpeditie aantuffen. Het wordt weer laat die avond.
Mannetje Carmelite Sunbird Chalcomitra fuliginosa, Sette Cama, Gabon, januari 2006 (Adriaan Dijksen)
Goliath Heron Ardea goliath, Sette Cama, Gabon, januari 2006 (Adriaan Dijksen)
De ochtendexcursie rond het lodgekamp is goed voor Snowy-crowned Robin-chat, Loango Weaver, Rufous Palm-thrush en Banded Wattle-eye. Het is een reigerdag, met ook een Purperreiger. Langs de laguneoever een Wulp, Regenwulpen en Groenpootruiters. We zien die 28e zes Visarenden. De op het strand rustende sterns zijn exclusief Royals.
De namiddag en een deel van de avond wordt uitgetrokken voor een bootzoektocht naar Tiger-herons en Pel's Fishing Owls. Beide soorten blijven uit zicht. Een dichtbije Vermiculated Fishing Owl is de beloning voor het geploeter. Voor de 29e en 30e zijn lange voettochten door de zuidpunt van het Loango NP voorzien. Hier reikt het regenwoud tot aan het strand. Het is een grootse ervaring om vanuit de jungle direct het strand te betreden. De gids maant wederom bedacht te zijn op bosolifanten. Een paar maal waarschuwt hij ons om verstard pas op de plaats te maken of dirigeert hij een omweg. Later zien we niet veraf bosolifanten op grazige strandvlakten, op geringe afstand van zee.
Afrikaanse Olifanten langs het strand van de Atlantische Oceaan. Ik ervaar het tafereel als het toppunt van vrijheid. Toen er onlangs in de nationale pers het bericht te lezen was dat in Gabon alleen al in het Minkebe NP 50 tot 100 bosolifanten per dag worden gestroopt voor de fabricage van ivoren snuisterijen in Oost-Azië droeg dat niet bij aan verheven gevoelens jegens de mensheid.
In Atlantische Oceaan pootjebadende Forest Buffalo Syncerus caffer nanus, Luango NP, Gabon, januari 2006 (Adriaan Dijksen)
Peregrine Falcon Falco peregrinus calidus, Sette Cama, Gabon, januari 2006 (Adriaan Dijksen)
De groepen Red-capped Mangabeys, Putty-nosed Monkeys en Moustached Monkeys doen de waardering voor primaten aanzienlijk stijgen We zien in deze kustzone in totaal vier Wespendieven, waarvan eentje laag boven de mangroves. Trouwens, in dit zilte milieu plassen ook olifanten en buffels rond. Patrice is in zijn sas met een palearctische Slechtvalk, een soort die zelden Gabon bereikt. De vogel rust op de strandwal en is bezig met het oppeuzelen van een African Green Pigeon, een tafereel waarvan Adriaan een fijne actiefoto weet te maken. Andere roofvogels van onze Gambadagen zijn een African Crowned Eagle en een Ayre's Hawk Eagle.
African Crowned Eagle Stephanoaetus coronatus, Sette Cama, Gabon, januari 2006 (Adriaan Dijksen)
Putty-nosed Monkey Cercopithecus nictitans, Langoue Bai, Gabon, januari 2006 (Adriaan Dijksen)
Slechts kort en niet optimaal zien we tijdens de boottocht van de 29e nog een andere hoog genoteerde wenssoort: African Finfoot. In een van de kreken glijdt de vogel vanaf de oever het water in en blijft hij verder foetsie. De waarneming van de African River Martin is evenmin ideaal. 's Avonds zien we op behoorlijke afstand boven de mangroves een formatie vogels van tenminste spreeuwformaat groepsgewijs zwenkingen uitvoeren. Patrice biedt weer uitkomst door ze te benoemen. Maar dat gebeurt door 'het kunnen niet anders zijn dan African River Martins'. Ik prefereer premières overtuigender te zien!
Op de 31e loopt de Gabon-odyssee op een einde. Met Reichenbach's en Carmelite Sunbirds komt het aantal waargenomen soorten sunbirds op zestien. In Nederland was er eerder een oproep geweest om boven zee vissende Visarenden te melden Welnu, in Gabon doen ze dat grif, konden we vaststellen.
De trip leverde 305 soorten op met, zoals meestal, missers maar ook onverwachte treffers. De terugreis zal niet de luchtvaarthistorie zijn ingegaan als een toonbeeld van efficiency, logistieke knowhow en klantenservice, zowel in Libreville, Parijs als in Amsterdam, waar onze wegblijvende bagage pas op de band verschijnt na het advies nog maar eens goed in het vliegtuig rond te kijken. Voor mij was en is Gabon in de eerste plaats de reis van de gemiste Grey-necked Picathartes, een misser die ik nog niet van me heb afgezet.
Gerard Ouweneel
Literatuur
Davidson, I. 2006. Wildlife of Gabon. Rapport.
Raad, J. de 2006. Gabon, 13 januari 2006 t/m 1 februari 2006. Rapport
Sinclair, I. & P. Ryan 2004. Birds of Africa south of the Sahara. Struik. Kaapstad.
Tropisch regenwoud en regen zijn geen garanties voor goeie foto's. Het gaat hier echter wel om twee zware soorten: Dja River Scrub-warbler Bradypterus grandis in Langoue Bai (boven), en Vermiculated Fishing Owl Scotopelia bouvieri bij Mikongo Research Station (onder), Gabon, januari 2006 (Adriaan Dijksen)
Discussie
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.