Global Birding
Mantsjoerije, China: kraanvogels en de laatste (?) Jankowski's Buntings
14 juni 2010 · 20299 × bekeken
Eind 2009 hadden wij het plan opgevat om in het voorjaar van 2010 drie weken in China door te brengen met als belangrijkste reisdoelen Beidaihe en Happy Island. Omdat het nog steeds vrij lastig is om in China zelf een vogeltrip te organiseren werd Jesper Hornskov benaderd om de trip te organiseren. Tijdens het e-mailcontact met Jesper kwam de met de suggestie om mee te gaan met een zevendaagse trip naar Mantsjoerije die hij op dat moment aan het organiseren was. De aantrekkingskracht van deze afgelegen regio en de waarnemingen die Jesper tijdens eerdere trips in Mantsjoerije deed, maakten dat we niet lang hoefden na te denken om op het aanbod van Jesper in te gaan. Belangrijkste 'doelsoorten' tijdens deze trip naar Noordoost China zijn Siberian Crane Grus leucogeranus, alsmede andere soorten kraanvogels, en de uiterst zeldzame Jankowski's Bunting Emberiza jankowskii.
Op vrijdag 30 april reizen we van Amsterdam via Istanboel naar Beijing. De eerste drie dagen wordt in Beijing kennis gemaakt met de Chinese cultuur en worden de belangrijkste toeristische trekpleisters bezocht. Gevogeld wordt er natuurlijk ook, met als belangrijkste waarnemingen 20 + overtrekkende Oriental Honey Buzzards, Chinese Nuthatch en Chinese Grosbeak in de Botanical Gardens en 6 Falcated Ducks bij het Summer Palace. Op 4 mei staat 's ochtends eerst nog een trip naar een berggebied ten noorden van Beijing gepland waar we Ibisbill (4 volwassen en 3 pullen) op fraaie wijze waarnemen. Andere goede soorten zijn Long-billed Plover, Rosy Pipit, Russet Sparrow en Chinese Hill Warbler. 's Middags weer terug naar Beijing om op de nachttrein naar de stad Baicheng in Mantsjoerije te stappen. Van Baicheng gaat het per bus naar de stad Zhenlai, onze uitvalsbasis voor de eerste dagen.
In Mantsjoerije blijkt zoveel regen te zijn gevallen dat we eerst nog even de middenstand in Zhenlai een financiële injectie geven door 12 paar laarzen te kopen. Dat trekt nogal wat bekijks. Vervolgens de bus in om naar het Momoge-reservaat te rijden waar de afgelopen dagen mooie aantallen Siberian Cranes zijn gezien. Bij aankomst zijn de weeromstandigheden bepaald niet optimaal: kou, regen en vooral harde wind, kracht 6-7. Maar de eerste beelden van grote aantallen foeragerende Siberian Cranes maakt veel goed! Verspreidt over het hele reservaat worden die dag maar liefst 2400 Siberian Cranes waargenomen. Ook worden vier White-naped Cranes gezien. Tevreden keren we terug bij het hotel om na goede maaltijd (eten met stokjes gaat inmiddels al aardig) snel te gaan slapen. De volgende dag begint immers de zoektocht naar Jankowski's Bunting...
Wanneer we de volgende ochtend de steppe en akkers rond Tumuji inrijden zijn de weersomstandigheden nog steeds erg slecht, maar de kennismaking met de steppe begint goed. We zien verschillende Oriental Pratincoles en het wordt nog mooier als voor de bus ineens een adulte man Oriental Plover opvliegt! Deze soort hadden we hier niet direct verwacht, dus iedereen de bus uit en de steppe in om de vogel terug te vinden. Uiteindelijk laat de vogel zich op een afstand goed door de telescoop bekijken. Na dit goede begin rijden we door richting de plek waar Jesper in 2009 in het optimale habitat voor deze soort, steppegrasland met verspreidde struikjes van Siberian Apricot Prunus sibirica, een zingende Jankowski's Bunting heeft gezien. Hier worden we opgewacht door twee opzichters die toegang geven maar ons verbieden om foto's van het gebied te maken. Met de fototoestellen achtergelaten in de bus (lees: meegenomen in de rugzak) trekken we het gebied in. Onderweg worden Grote Trap, Mongolian lark, drie tegen de wind in roeiende White-throated Needletails gezien, en ontdekt Bram de enige Jufferkraanvogel van de reis. Af en toe zien we de twee opzichters die ons van een afstand in de gaten houden. Wanneer we aankomen bij de plek van de Jankowski's Bunting blijkt de mogelijke reden voor het fotoverbod: ongeveer 80% van het geschikte steppegrasland is onlangs gemaaid en de struikjes Siberian Apricot zijn met de grond gelijk gemaakt. Discussie tussen de gidsen en opzichters wijst uit dat afgelopen winter aan lokale boeren tegen betaling is toegestaan om het steppegrasland te maaien. Dit om het beheer van het reservaat te bekostigen. Wat een paradox: het reservaat is ingesteld om deze soorten te beschermen en de opzichters zijn toch op de hoogte van de kwetsbare situatie!? Voor ons westerlingen is het tamelijk onbegrijpelijk dat een beschermd gebied zo wordt beheerd, maar in dit land gelden toch hele andere regels. In het resterende habitat wordt vruchteloos gezocht. Op de terugweg worden nog wel verschillende Pallas's Sandgrouses gezien. Jesper spreekt ons moed in door te melden dat Chinese onderzoekers op een plek in Inner Mongolië recentelijk verschillende Jankowski's Buntings hebben ontdekt. Deze plek staat de komende dagen op het programma. 's Middags rijden we weer naar het kraanvogelreservaat waar tussen de Siberian Cranes een Sandhill Crane wordt ontdekt. Dit is pas de vijfde of zesde waarneming voor China en Mister Li, onze Chinese gids is bijzonder verheugd over de ontdekking. Zo verheugd dat hij dit 's avonds iets te uitbundig viert met
Foto 1: Gemaaid steppegrasland in het Tumuji-reservaat. Geen struikjes Siberian Apricot meer te zien (Bram ter Keurs).
Op de ochtend van 7 mei zijn we opnieuw in het Momoge-reservaat, waar we deze keer zelfs 2800 Siberian Cranes tellen. Naast Siberian, Sandhill en White-naped Cranes zien we nu ook Hooded Cranes. Daarnaast blijkt enige Nederlandse inbreng onontbeerlijk bij het determineren van een twintigtal Dwergganzen. Vermeldenswaardig zijn ook een mannetje Pied Harrier, Sharp-tailed Sandpipers en grote aantallen Amur Falcons. Ook kunnen we door het zonnige weer Baikal Teal en Falcated Duck nu eindelijk goed waarnemen. 's Middags stoppen we nog even bij wat rietlandjes net buiten Zhenlai en zien daar onder meer Kleinst Waterhoen en Baardman. Daarna wordt onze uitvalsbasis verlegd naar de stad Xianghai, circa 100 km ten zuidwesten van Baicheng.
Foto 2: Siberische kraanvogels Grus leucogeranus in het Momoge-reservaat. Een dag met goed weer en dus genieten van de kraanvogels (Bram ter Keurs).
Foto 3: Siberische Kraanvogel Grus leucogeranus (Bram ter Keurs).
Het verkassen naar Xianghai geeft ons de kans om 8 mei om 03.00 uur in de ochtend richting Horchin te vertrekken. In deze streek hebben Chinese onderzoekers in een vallei 40 zingende Jankowski's buntings gehoord en gezien. De verwachtingen zijn hooggespannen. De weg naar Horchin voert ca 200 km naar het noordwesten en is deels onverhard. Gelukkig houdt de chauffeur de voet aan het gas en komen we nergens vast te zitten. De gehele ochtend wordt besteed aan het uitkammen van de vallei. Het habitat is heuvelachtig en wijkt daarin af van de plekken die we tot nog toe hebben bezocht, maar er groeit wel Siberian Apricot. We zien onder andere een paar Sakervalken, een mannetje Siberian Accentor, een paar Upland Buzzards, Goudlijster, Bonte Tapuit, Oriental Honey-buzzard en Yellow-browed Bunting. Een grove telling levert 70 zingende Meadow Buntings op! Geen spoor van Jankowski's Bunting, maar wel een overvloed aan Meadow Buntings terwijl er geen twijfel over bestaat dat we de juiste vallei hebben gevonden: zijn we met opzet of per ongeluk op een dwaalspoor gezet? De reis naar Horchin en het zoeken hebben veel tijd in beslag genomen, maar bij terugkomst zien we nabij Xianghai bij een leuk meertje onder meer nog een Brown-headed Gull overvliegen samen met drie Kokmeeuwen.
De dag van 9 mei wordt in zijn geheel besteedt in het Xianghai-reservaat. Nieuwe soorten zijn Red-crowned Crane, Long-toed Stint, Asian Dowitcher, Japanese Sparrowhawk, Buff-bellied Pipit, Pechora Pipit, Siberian Rubythroat, Eastern Water Rail en Japanese Quail. 's Avonds wordt het reisschema aangepast en gaan we terug naar Zhenlai om het nog eens te proberen in Tumuji. Zouden de wegen in het reservaat nog te berijden zijn met onze bus!? Het heeft dagen geregend.
Niet helemaal gerust op een goede afloop rijden we 10 mei, onze laatste dag in Mantsjoerije, 's morgens opnieuw de steppes van Tumuji in. De twee opzichters, die moeten verhinderen dat we foto's nemen, zijn ook weer van de partij. Jesper heeft wat informatie bij elkaar gepuzzeld en een idee in welke richting we moeten zoeken. Dat betekent eerst een wandeling van 1,5 km over afgemaaid steppegrasland. Dan bereiken we een stuk steppe dat vooralsnog grotendeels ongemoeid is gelaten. De groep verspreidt zich. Na een half uur geroep en gefluit: het signaal waar we een week op hebben gewacht. Niet veel later staan we naar een zingend mannetje Jankowski's Bunting te kijken! Dit mannetje blijkt in het gezelschap van een vrouwtje; de 'bekende wereldpopulatie'-teller staat op 2. Na uitvoerige bestudering van deze vogels, onder het motto "die zie je niet elke dag", besluiten we in de omgeving op zoek te gaan en te zien of er meer vogels te vinden zijn. De teller komt op 7 vogels, 4 mannetjes en 3 vrouwtjes. Is de dichtheid hier wellicht hoog omdat vogels uit het omringende habitat op een kluitje zijn gedrongen?
Onze missie is op de laatste dag geslaagd. Terwijl een deel van de groep de twee opzichters in de gaten houdt, die bevinden zich steeds ergens aan de horizon, wordt door een andere deel van de gelegenheid gebruik gemaakt om enkele foto's van de vogels te maken. Verder in dit gebied nog 20 Grote Trappen, Mongolian Lark, Japanese Reed Bunting, Pallas's Reed Bunting en nog een Kleinst Waterhoen dat voor onze voeten opvliegt. Op de terugreis redden we nog een Goudlijster van een wisse dood en vernietigen we het illegaal opgezette mistnet waar de vogel in hing. Mistnet en een tiental reeds dode Bladkoningen, Wilgengors en Dwerggors gaan in rook op. Bij het rietlandje aan de rand van Zhenlai worden nog Blauwstaart, Lanceolated Warbler, Ashy Minivet en twee Draaihalzen gevonden. Niet veel later moeten we terug naar Baicheng om op de trein te stappen. De resterende anderhalve week van ons verblijf in China wordt doorgebracht op Happy Island en in Beidaihe.
Foto 4: Intact habitat in het Tumuji-reservaat (Bram ter Keurs).
Foto 5: Een mannetje Jankowski's Bunting Emberiza jankowskii zingend op gepaste afstand. De donkere buikvlek is diagnostisch (Bram ter Keurs).
Epiloog
Het voorbestaan van Jankowski's Bunting lijkt bijzonder precair, we hebben geen idee of en wanneer de resterende steppegraslanden in Tumuji gemaaid zullen worden. In ieder geval is bekend dat elders al populaties zijn verdwenen. Op Birdforum.net is recentelijk wel melding gemaakt van 12 Jankowski´s Buntings, maar die zijn mogelijk in hetzelfde gebied gezien dat wij hebben bezocht. Via de e-mail worden details, 'illegale' foto's en verslagen uitgewisseld. Jesper Hornskov (Beijing) plaatst een verslag op het forum van de Oriental Bird Club. Martin Hale (Hongkong) zal een artikel met zijn foto's publiceren in het juni-nummer van Birding Asia. Simon Wotton en Keith Blomerley (Engeland) werken bij de RSPB en hebben contact met Birdlife International. Naar aanleiding van onze veldwaarnemingen wijzigt Birdlife International de status van Jankowski's Bunting van "vulnerable" naar "endangered". Birdlife heeft contact met mensen in de omgeving van Tumuji, er zijn wellicht zelfs fondsen beschikbaar die de reservaatbeheerders moeten overtuigen dat het maaien van steppegrasland niet nodig is. Zou het tij nog te keren zijn?
Bram ter Keurs & Rik Beukers
Discussie
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.