DB Actueel Online
Op gezette tijden wil de website aandacht besteden aan actuele ornithologische fenomenen. De Nederlandse vogelaars worden (gelukkig maar) nog regelmatig verrast. Door een influx van een bepaalde soort of bepaalde soorten, door een uiterst zeldzame soort waarvan de meeste vogelaars nog niet eens de juiste Nederlandse naam weten, door onverwachte determinatieproblemen en dergelijke. De kracht van dit medium is dat er direct en interactief ingegaan kan worden op deze spannende gebeurtenissen in het veld. Wat is er precies aan de hand? Wat is hier al van bekend? Is er al eerder over geschreven in Dutch Birding? Hoe denkt men in het veld hierover?
Glanstroepiaal over Kamperhoek
18 april 2013 · 29142 × bekeken
Op 8 april 2013 bracht ik voor het eerst een bezoek aan de befaamde trektelpost Kamperhoek bij Swifterband in Flevoland. Voor veldwerk moest ik deze week meermalen naar Flevoland afreizen en ik meende dat een korte telling wel in te passen viel. Maar al snel na aankomst besefte ik dat het die dag niet meer van veldwerk zou komen. De ene na de andere groep Houtduiven Columba palumbus trok langs en ook talloze andere soorten vlogen in hoge aantallen voorbij. Daaronder waren de nodige Grote Lijsters Turdus viscivorus die op meer dan 400 m ten zuidoosten van de telpost evenwijdig met de hoogspanningsleiding het Ketelmeer overstaken. Het viel mij op hoe bedreven Mervyn Roos was om alle vogels die 'zijn telpost' passeerden op naam te brengen, zelfs op grote afstand en bij slecht licht.
Om 10:45 viel mijn oog op een forse zangvogel die in dezelfde baan vloog als de eerdere Grote Lijsters. Ik was gelijk gealarmeerd maar ook met stomheid geslagen. Ik greep naar mijn camera en mompelde zoiets als: "wat vliegt daar voor gekke grote lijster?" Ton Lakeman die naast mij zat pikte de vogel snel op en terwijl ik drie foto's maakte zagen we hem het Ketelmeer opvliegen en - naar het leek - naar de Noordoostpolder verdwijnen. MR kreeg nu de vogel in beeld en slaakte een luide kreet, zodat ook de overige tellers (Thijs Knol en Guido Berger) doorkregen dat er iets bijzonders vloog. Wonderbaarlijk genoeg was de vogel afgebogen en vloog hij recht onze kant op. MR kon zodoende een serie foto's maken, voordat de vogel alsnog - tegen de vrij krachtige oostenwind in - het Ketelmeer overstak. Het ging om een glanzend zwarte zangvogel met een opvallend gevormde lange staart. Hij leek op een troepiaal (grackle) Quiscalus maar de gedachte aan allerlei andere uitheemse soorten maakte het lastig om de determinatie ter plekke rond te krijgen. Veel tijd voor napraten was er bovendien niet; er moest weer geteld worden ...
Glanstroepiaal Quiscalus quiscula Common Grackle, Kamperhoek, Flevoland, 8 april 2013 (Roy Slaterus)
Glanstroepiaal Quiscalus quiscula Common Grackle, Kamperhoek, Flevoland, 8 april 2013 (Mervyn Roos)
Glanstroepiaal Quiscalus quiscula Common Grackle, Kamperhoek, Flevoland, 8 april 2013 (Mervyn Roos)
Glanstroepiaal Quiscalus quiscula Common Grackle, Kamperhoek, Flevoland, 8 april 2013 (Mervyn Roos)
Glanstroepiaal Quiscalus quiscula Common Grackle, Kamperhoek, Flevoland, 8 april 2013 (Mervyn Roos)
Glanstroepiaal Quiscalus quiscula Common Grackle, Kamperhoek, Flevoland, 8 april 2013 (Mervyn Roos)
Glanstroepiaal Quiscalus quiscula Common Grackle, Kamperhoek, Flevoland, 8 april 2013 (Mervyn Roos)
Glanstroepiaal Quiscalus quiscula Common Grackle, Kamperhoek, Flevoland, 8 april 2013 (Mervyn Roos)
Na bestudering van de gemaakte foto's werd duidelijk dat het inderdaad een troepiaal betrof. Het formaat (iets groter dan Grote Lijster), het lichte oog, de stevige snavel, de typische staart en de vleugelvorm pasten perfect op Glanstroepiaal Q quiscula (Common Grackle). Het contrast tussen de blauwpaars glanzende kop en hals en de bruinbronzen glans op het lichaam en de vleugeldekveren wees op de ondersoort Q q versicolor ("Bronzed Grackle"). Deze combinatie van kenmerken sloot bovendien de overige soorten grackles uit. Zo zijn Langstaarttroepiaal Q mexicanus en Bootstaarttroepiaal Q major groter en langgerekter met een nog langere staart. De verschillen met de kleinere Nicaraguaanse Q nicaraguensis, Antilliaanse Q niger en Caribische Troepiaal Q lugubris zijn subtieler maar deze missen onder meer de bruinbronzen glans op het lichaam en de vleugeldekveren.
Glanstroepiaal komt in grote delen van Noord-Amerika algemeen voor. Tijdens trektellingen in het oosten van Noord-Amerika is het vaak zelfs een van de algemeenste soorten. Langs de Amerikaanse oostkust trekt de soort noordwaarts tussen half februari en half april. De ondersoort Q q versicolor is een trekvogel die broedt in Canada (onder meer op Newfoundland) en in delen van de VS en overwintert tot in Texas, VS. Wat betreft verspreiding en trekgedrag lijkt hij op enkele andere zangvogelsoorten die als (waarschijnlijke) dwaalgast in Europa zijn vastgesteld, onder meer op Bruinkopkoevogel Molothrus ater. Ook wordt de soort in Noord-Amerika met enige regelmaat buiten het reguliere verspreidingsgebied waargenomen, onder andere op Bermuda (c 1000 km uit de kust).
Dat de vogel van Kamperhoek een wilde vogel betrof moet daarom als serieuze mogelijkheid worden beschouwd. In Europa is slechts één eerder geval bekend, namelijk van een vogel van eind maart tot c. 20 april 1970 bij Gevninge in Denemarken. Hoewel de vogel geen tekenen
van gevangenschap vertoonde is dit geval echter niet geaccepteerd voor
de nationale lijst.
Discussie
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.