DB Actueel Online

Op gezette tijden wil de website aandacht besteden aan actuele ornithologische fenomenen. De Nederlandse vogelaars worden (gelukkig maar) nog regelmatig verrast. Door een influx van een bepaalde soort of bepaalde soorten, door een uiterst zeldzame soort waarvan de meeste vogelaars nog niet eens de juiste Nederlandse naam weten, door onverwachte determinatieproblemen en dergelijke. De kracht van dit medium is dat er direct en interactief ingegaan kan worden op deze spannende gebeurtenissen in het veld. Wat is er precies aan de hand? Wat is hier al van bekend? Is er al eerder over geschreven in Dutch Birding? Hoe denkt men in het veld hierover?

Jaaroverzicht 2012

31 december 2012  ·  25284 × bekeken

Het was weer een spannend jaar waarin we veel mooie soorten mochten zien. Een extra spannend tintje werd eraan gegeven omdat er weer een ultieme poging werd gedaan het jaarrecord uit 2000 met 339 (of toch 338) soorten te verbreken. Na diverse net mislukte aanvallen deed Alwin Borhem dit jaar weer een ultieme poging. We zullen proberen de hoogtepunten hieronder in het kort samen te vatten; het waren er veel!

Noten vooraf:
*Via de gegeven (oranje) hyperlinks zijn verschillende achterliggende verhalen na te lezen.
*Veel van genoemde waarnemingen zijn nog niet beoordeeld of aanvaard door de CDNA, dus vermelding hier impliceert niet dat waarnemingen kloppen.


De Taigarietgans blijft tegenwoordig een zeldzame soort, ondanks dat de informatie over het herkennen ervan is toegenomen. De meeste meldingen kwamen uit Brabant (maximaal 49 van 8-12 februari bij Udenhout), een enkele uit het noorden en op 23 december verbleef er één in de Yerseke Moer ZL. Dwergganzen waren weer op de bekende plekken aanwezig, met een maximum van 116 vogels bij Camperduin. Verder verbleven hier en daar nog losse exemplaren elders in het land. Een Groenlandse Kolgans was op 29 januari aanwezig bij Ferwoude FR en een tweede exemplaar van 10-21 maart bij Tienhoven UT. Voorts werd op 29 december een vogel gevonden bij Weesp. Ross' Gans werd dit jaar maar één keer waargenomen, in de Brabantse Biesbosch, en deze werd maar kortstondig gezien. Alle overige meldingen (drie in Noord-Holland, één in Friesland) bleken uiteindelijk betrekking te hebben op ontsnapte exemplaren. Zwarte Rotgans en Witbuikrotgans waren vertegenwoordigd in kleine aantallen tussen de Rotganzen. Roodhalsganzen waren zoals gebruikelijk op meerdere plekken te vinden, met in beide winters weer een familie van twee adulten en vier juvenielen; eerst op Schiermonnikoog en later in de Delta.

Een vrouwtje Ringsnaveleend verbleef in januari en later in het voorjaar weer bij de Weerribben OV; een eerder waargenomen mannetje werd teruggevonden en kortstondig gezien bij de Krammerssluizen bij de Philipsdam ZL. Een vrouwtje Witkopeend was aan het begin van het jaar aanwezig op de Reeuwijkse Plassen. Later werd er weer eentje gezien, op de plasjes bij Chaam, en op Vogelplas Starrevaart, Leidschendam. Een man Brilzee-eend was van begin april tot halverwege mei weer te vinden op en rond de Mokbaai op Texel. In december werd een vrouwtje gevonden langs de Brouwersdam. De Buffelkopeend keerde weer getrouw terug op de Gaatkensplas in Barendrecht. In april verbleef nog een 2e kj bij de Krammerssluizen ZL. Een Amerikaanse Smient verbleef eind maart/begin april op de Punt van Reide, Termunten. Amerikaanse Wintertaling deed het beter met drie exemplaren. Die op de Hilversumse Bovenmeent NH verbleef daar het langst; verder zat er nog een in de Ezumakeeg FR en in het najaar een in de Keihoogte Inlaag bij Wissenkerke. Een man Blauwvleugeltaling verbleef in april bij Valkenswaard. Later volgden nog drie waarnemingen; op 4 mei in het Jaap Deensgat, Lauwersmeer GR, 9 mei bij Almere en op 13 mei in de Braakman, Zeeuws Vlaanderen.

Roodhalsganzen
Roodhalsgans Branta ruficollis Red-breasted Goose, Yerseke, 27 december 2012 (Max Berlijn)

Witkopeend
Witkopeend Oxyura leucocephala White-headed Duck, Reeuwijk, 6 januari 2012 (Pascal Wink)

De allerlaatste Korhoenders (2 hanen en 8 hennen) op de Sallandse Heuvelrug trokken veel bekijks in het voorjaar, mede doordat er later in het jaar vier hanen en een hen uit Zweden zouden worden bijgeplaatst, wat veel discussie opleverde. Helaas slaagde dit jaar geen enkel kuiken erin om volwassen te worden. De IJsduikers deden het weer goed dit jaar, met regelmatig meldingen van langstrekkende over zee, of exemplaren te zien op bekende plekken als bij de Brouwersdam ZL/ZH en het Veerse Meer ZL. Ook waren er weer enkele binnenlandwaarnemingen zoals op de Maasplassen in Limburg. De Vale Pijlstormvogel liet zich vanaf juni tot en met september in kleine aantallen langs de kust bekijken; enige uurtjes zeetrektellen waren hier dan wel voor nodig. Uitzonderlijk waren de waarnemingen in januari; eerst langs Lauwersoog, vervolgens bij Scheveningen en Katwijk en later weer bij Camperduin en de Eemshaven GR. Kuhls/Scopoli's Pijlstormvogels werden gemeld langs Egmond aan Zee op 14 september, Noordwijk/Katwijk op 15 september, opnieuw bij Katwijk op 21 september en langs de Hoornderslag Texel. Daarnaast werd in december een vermoedelijk met een schip aangevoerde Kuhls Pijlstormvogel levend opgeraapt en de volgende dag weer losgelaten op de Maasvlakte ZH. Stormvogeltjes werden dit jaar ook van verscheidene plekken gemeld, maar in zeer bescheiden aantal. Voor Zwarte Ibis was het een goed jaar; verspreid over het hele land werden exemplaren opgemerkt. Meest opvallend waren de vogels bij Kropswolde, waar ook baltsgedrag werd gezien, maar een broedgeval kon niet worden vastgesteld.

Zwarte Ibis
Zwarte Ibis Plegadis falcinellus Glossy Ibis, Almere, 12 mei 2012 (Karel Mauer)

De mensen die de Grijze Wouw nog op hun lijst moesten bijschrijven kregen dit jaar twee kansen, al waren die beperkt. De eerste was op 12-13 april nabij Ravenstein (Noord-Brabant) en de tweede op 19-20 mei bij Wageningen. Beide vogels vlogen halverwege de dag hoog weg om daarna niet meer te worden teruggevonden. Een uit een herintroductieprogramma in de Oostenrijkse Alpen afkomstige Lammergier bracht een kort bezoek aan ons land in mei en werd o.a. gezien in de AW-duinen NH, op Texel, Vlieland, Terschelling, het Lauwersmeer FR, Overijssel, de Veluwe en in Noord-Brabant. De eerste Vale Gier van het jaar werd waargenomen op 29 mei nabij Geldrop. In juni verbleef 1 vogel regelmatig in en rond de groeve van de St Pietersberg, Maastricht; een vogel die ook regelmatig in een Belgische groeve werd opgemerkt. Op 6 en 7 juli was een groepje van vier vogels aanwezig bij Tzummarum; later werden deze vogels verspreid over de drie noordelijke provincies gezien. Een andere twitchbare vogel was die op 31 juli bij Odiliapeel. Er kwamen hierna nog meerdere waarnemingen uit het gehele land, waarbij de laatste waarnemingen begin september werden gedaan van een in het Lauwersmeer verblijvende vogel.

Grijze Wouw
Grijze Wouw Elanus caeruleus Black-shouldered Kite, Keent, 12 april 2012 (Toy Janssen)

Vale Gier
Vale Gier Gyps fulvus Griffon Vulture, Tzummarum, 7 juli 2012 (Kees de Vries)

De Slangenarend was ook dit jaar goed vertegenwoordigd, met de eerste waarneming op 28 mei in de Engbertdijksvenen OV. Op 23 juni werden voor het eerst twee vogels boven het Dwingelderveld DR opgemerkt, deze zouden hier zeker t/m eind juli worden waargenomen. Hierna verschenen er nog langdurig verblijvende exemplaren op de Hoge Veluwe en het Fochteloërveen (hier was de laatste waarneming op 9 september). In het voorjaar trok de Steppekiekendief weer in kleine aantallen door, met de eerste op 8 april bij Keent. Opvallend was dat de eerste waarnemingen bijna allemaal betrekking hadden op (bijna) adulte mannen; met exemplaren in Groningen en de Brabantse Biesbosch. Later volgden ook regelmatig jonge en vrouwelijke exemplaren. Erg leuk was natuurlijk het jonge mannetje dat van circa 19 mei t/m 8 september overzomerde bij Buinerveen en waarvan het ruipatroon gedurende die tijd mooi kon worden gevolgd. Een jonge vogel was van 28 t/m 30 september nog twitchbaar bij Nuland; verder bleef het in het najaar bij enkele langstrekkende exemplaren. Een Dwergarend werd op 7 juni opgemerkt en gefotografeerd boven Uden, maar was helaas niet twitchbaar. Dit gold ook voor een Schreeuwarend die op 14 mei over kwam vliegen bij Hoog Buurlo en waarvan de gelukkige waarnemer mooie foto's kon maken. De al in 2011 ontdekte Giervalk werd nog tot 18 maart in Zeeuws Vlaanderen gezien, waarbij de vogel soms grote afstanden overbrugde. Mogelijk werd deze vogel op 12 april voorbijtrekkend gezien langs Camperduin.

Slangenarend
Slangenarend Circaetus gallicus Short-toed Snake Eagle, Fochteloërveen, DR/FR, 18 augustus 2012 (Garry Bakker)

Steppekiekendief
Steppekiekendief Circus macrourus Pallid Harrier, Buinen, 7 juli 2012 (Wietze Janse)

Giervalk
Giervalk Falco rusticolus Gyr Falcon, Terneuzen, 19 februari 2012 (Garry Bakker)

Een Kleine Trap verbleef op 15 januari in het Verdronken Land van Saeftinghe ZL; de volgende dag was de vogel België ingevlogen.
In De Onlanden, een nieuw natuurgebied nabij het Leekstermeer DR, verbleven recordaantallen Kleinst Waterhoentjes. In de nacht van 17-18 juni werden er maar liefst 20-25 gehoord! Wellicht aangespoord door deze aantallen gingen ook elders waarnemers 's nachts op zoek, met positieve resultaten in ZW-Drenthe (één roepende vogel), Overijssel (1), Gelderland (1), Flevoland (1), Noord-Holland (3-4 territoria op twee locaties waarbij minimaal één paar met jongen), Zuid-Holland (drie gebieden met steeds één roepende vogel) en in Noord-Brabant (paar met drie pullen). Van het Klein Waterhoen werden exemplaren vastgesteld bij Arnhem (mannetje), alsmede 2 mannetjes en 1 vrouwtje in De Wieden OV (Bron: Sovon nieuws 2012/4).

Kleine Trap
Kleine Trap Tetrax tetrax Little Bustard, Verdronken Land van Saeftinghe ZL, 15 januari 2012 (Alex Wieland)

Grielen werden in het voorjaar op meerdere plekken gemeld. Een Vorkstaartplevier bevond zich op 23 mei in het Wormer- en Jisperveld NH. Op 12 mei werd een Woestijnplevier gevonden op de Punt van Reide bij Termunten. De vogel zou hier t/m 20 mei verblijven. Op 20 juli werd nog een exemplaar kortstondig gezien in de Prunjepolder ZL. Op 17 mei werd de eerste Amerikaanse Goudplevier van het jaar ontdekt bij Hollum, Ameland. Op 20 juni zat een exemplaar op Texel en vanaf 17 juli t/m 18 augustus zat een vogel in de Schelphoek, Schouwen-Duivenland ZL. Een vierde vogel verbleef van 17 t/m 23 september op Wieringen NH. Op 19 mei vescheen de eerste Aziatische Goudplevier bij Grijpskerke ZL, die daar t/m 24 mei zou verblijven. Op 28 juni verbleef zowel een exemplaar bij Westkapelle als op Tiengemeten ZH. Op 3-4 juli verbleef een exemplaar te Mariendal bij Den Helder en op 17-18 en 23 augustus op Wieringen, in dezelfde groep als waarin de Amerikaanse Goudplevier zich bevond. Een Steppekievit was slechts weggelegd voor een beperkt aantal excursieleden en bevond zich in het zuidelijk deel van de Oostvaardersplassen op 22 juni.

Op 28 juli werd de enige Bonapartes Strandloper van het jaar gezien, in de Sophiapolder, Zeeuws Vlaanderen. De Bairds Strandloper deed het dit jaar beter met drie waarnemingen. Van 13 t/m 17 mei zat een adulte vogel in de Bolwerksweide bij Deventer, van 28 t/m 31 augustus bevond zich een juveniele vogel op het strand bij Meijendel, Wassenaar (die middels een op waarneming.nl geplaatste foto werd ontdekt) en op 29 september zat nog een juveniele vogel op een bollenveldje bij Groote Keeten. Gestreepte Strandlopers werden op veel plekken waargenomen; Breedbekstrandlopers zaten voornamelijk in het Waddengebied, met een enkele in Zeeland en in het voorjaar enkele vogels in het binnenland (bij Maasbree en Westervoort). Blonde Ruiters werden ook weer genoeg gevonden, met de eerste op 8 mei bij Blija, FR. Daarna volgden exemplaren op o.a. de Slikken van Flakkee ZH, Utopia op Texel, te Numansdorp, Ezumakeeg FR, Ouddorp, Schiermonnikoog, Terschelling, Westkapelle en een long stayer op de karrenvelden bij de Oesterdam, Tholen ZL.

Grote Grijze Snip was moeilijk dit jaar, met een korte waarneming op 16 maart in de Wanteskuup, Noord-Beveland ZL, op 16 september in de Ezumakeeg FR en van 10 t/m 21 november in de Bandpolder, Lauwersmeer FR. Er werden dit jaar vier Terekruiters opgemerkt en wel op 12 mei bij het Zuidlaardermeer GR, van 13 t/m 17 mei in de Breebaartpolder bij Termunten, op 18 mei in de Prunjepolder ZL, op 27/28 mei bij Kerkwerve, Schouwen-Duivenland en op 27 mei bij Markelo. De Grote Geelpootruiter hing aan het begin van het jaar op diverse plekken rond op Noord-Beveland, maar zat vooral in een kreek bij Colijnsplaat. De vogel werd voor het laatst gezien op 29 april in het Bokkengat bij Wissenkerke. Een Kleine Geelpootruiter was van 5-7 mei aanwezig bij Dijkmanshuizen, Texel en werd hier tijdens het Dutch Birding-voorjaarsweekend ontdekt. Een 2e vogel verbleef stilzwijgend bij Nieuwe Keverdijkse polder; Naarden NH. Ook dit jaar was er weer een Grote Franjepoot te vinden in Nederland en wel van 14-19 mei in de Ezumakeeg FR.

Bairds Strandloper
Bairds Strandloper Calidris bairdii Bairds Sandpiper, Meijendel, Wassenaar, 29 augustus 2012 (wietze Janse)

Woestijnplevier
Woestijnplevier Charadrius leschenaultii Greater Sand Plover, Punt van Reide GR, 12 mei 2012 (Jaap Denee)

Terek Ruiter
Terekruiter Xenus cinereus Terek Sandpiper, Breebaartpolder GR, 17 mei 2012 (Maurits Martens)

Het vroege najaar kenmerkte zich door een mooi influx van juveniele Kleinste Jagers; zeker zeetrekwaarnemers maakten leuke uurtjes. We hebben er lang op moeten wachten, maar eindelijk kwam er weer een Kleine Kokmeeuw in beeld. Eerst nog onbereikbaar, met een waarneming op de Razende Bol bij Texel op 3 mei, gevolgd door een korte waarneming op 4 mei in de nabijgelegen Mokbaai, Texel. Op 4 juni kwam het alsnog goed, toen de vogel op de noordpunt van Texel werd teruggevonden. Hier verbleef deze t/m 25 juni en liet zich meestal op het 'Renvogelveldje', nabij Camping de Robbenjager, of iets zuidelijker bij het gemaal zien. Omdat de vogel meestal op de Waddenzee foerageerde, was het voor velen beslist niet gemakkelijk de vogel bij te schrijven; sommige waarnemers moesten er heel wat uurtjes of zelfs meerdere dagen insteken.

Kleine Kokmeeuw
Kleine Kokmeeuw Chroicocephalus philadelphia Bonapartes Gull, De Cocksdorp Texel, 5 juni 2012 (Marc Plomp)

Ringsnavelmeeuw
Ringsnavelmeeuw Larus delawarensis Ring-billed Gull, Roosteren, 11 maart 2012 (Wietze Janse)

Het hele voorjaar hadden we nog een mooie nasleep van de in 2011 aangewaaide Grote en (vooral) Kleine Burgemeesters. Langs de gehele kust, maar ook in het binnenland werden nog veel vogels gezien, letterlijk in alle kleden. Sommige vogels bleven tot ver in de zomer. Enkele exemplaren hielden de gemoederen bezig omdat vermoed werd dat het om Kumliens Meeuw kon gaan; de beste papieren lijkt een 2e winter vogel te hebben die op 14 januari langs Wierum vloog.
Op 23 februari werd een Ringsnavelmeeuw ontdekt bij Maasbracht; later werd de vogel zuidelijker (en meestal in België) teruggevonden, bij Roosteren en verbleef hier t/m 12 maart. De vogel had een klein rood ringetje, waaruit bleek dat dit dezelfde vogel is die zo nu en dan ook in Polen wordt gezien. Een gekleurringde Baltische Mantelmeeuw werd op 2 mei gefotografeerd op Texel en in het najaar, op 12 september en 4 oktober, zaten nog twee gekleurringde exemplaren bij Westkapelle. Op laatstgenoemde plaats werd bovendien een reeks ongeringde exemplaren van vermoedelijk dit taxon gemeld, met een niet eerder gezien maximum van zes op een dag. Zeer bijzonder was de waarneming van een Bonte Stern op 31 augustus boven de Maasmond bij de Maasvlakte; helaas kon deze nieuwe soort voor Nederland na de melding niet meer worden teruggevonden, maar gelukkig wist de waarnemer overtuigende foto's te maken.

Kleine Burgemeester
Kleine Burgemeester Larus glaucoides Iceland Gull, Hoek van Holland, 14 januari 2012 (Garry Bakker)

Bonte Stern
Bonte Stern Onychoprion fuscatus Sooty Tern, Maasmond, Rotterdam, 31 augustus 2012 (Ben van den Broek)

Een mogelijke Amerikaanse Zwarte Stern in zomerkleed werd op 20-21 mei gemeld bij Kockengen UT, maar de vogel liet zich lastig fotograferen zodat de determinatie lastig rond te krijgen zal zijn. Eén van de hoogtepunten van 2012 was ongetwijfeld de vestiging van 26 paren Witwangsterns in de Kropswolderbuitenpolder nabij het Zuidlaardermeer GR, die in totaal circa 60 jongen grootbrachten. Eerdere broedgevallen zijn alleen bekend uit 1938 (9), 1945 (9), 1958 (15), 1965 (7), 1997 (nest met uitgevlogen jong Noordelijke Randmeren) en 1999 (jongen vermoedelijk door Snoek op nest gepredeerd, Soerendonkse Goor NB) (Bron: Sovon nieuws 2012/4).

Een droomsoort die Nederland al lang niet meer had aangedaan was de Kortbekzeekoet. Deze soort werd op 28 juli voor de havenmonding van Lauwersoog gefotografeerd en tot veler blijdschap de volgende morgen enkele kilometers oostelijker langs de waddendijk teruggevonden. Hier verdween hij laat in de middag weer uit beeld. Groot was de vreugde (voor vakantiegangers en laatkomers) toen hij op 11 augustus weer bij Den Helder werd teruggevonden. Hier verbleef hij t/m 13 augustus om daar een waardig zeemansgraf te vinden; de vogel stierf voor de ogen van de aanwezige waarnemers en dreef vervolgens uit beeld.
Een Zwarte Zeekoet was het gehele jaar aanwezig langs de oostkust van Texel, eerst voornamelijk in het zuiden, maar in het najaar ook in het noordelijke gedeelte. Daarnaast waren er enkele waarnemingen van langstrekkende exemplaren langs de kust.

Kortbekzeekoet
Kortbekzeekoet Uria lomvia Thick-billed Murre, Den Helder, 13 augustus 2012 (Hans Brinks)

Ruigpootuilen werden in Drenthe en op de Veluwe roepend gehoord; broedgevallen konden voor zover bekend niet worden vastgesteld. Een verzwakt exemplaar werd op 3 oktober gevonden bij Arnhem. Een Dwerguil werd op 3 augustus gefotografeerd op de pier bij Holwerd; een onverwachte waarneming op een wel heel onverwachte plek. Alpengierzwaluwen werd op diverse plekken in het voorjaar langstrekkend gezien; het betrof echter steeds korte éénmanswaarnemingen en geen twitchbare gevallen. Bijeneters werden in het voorjaar met enige regelmaat overtrekkend gemeld. Opnieuw broedde de soort in ons land (2 succesvolle broedgevallen in Overijssel). Deze aansprekende soort broedde deze eeuw in 9 van de 13 jaren in ons land. In de 20e eeuw werd slechts driemaal gebroed (1964, 1965 en 1983 (Bron: Sovon nieuws 2012/4). De Hop werd in het voor- en najaar regelmatig langstrekkend waargenomen. Leuk is ook een aantal winterwaarnemingen. Een paartje bracht 2-3 jongen groot in Noord-Limburg, het eerste geslaagde broed-geval sinds 1995 (toen in Noord-Brabant) (Bron: Sovon nieuws 2012/4).

Dwerguil
Dwerguil Glaucidium passerinum Eurasian Pygmy Owl, Holwerd, 3 augustus 2012 (Ruurd-Jelle van der Leij)

De enige Kleine Klapekster van het jaar zat op 14 mei middenin Amsterdam; de vogel was de volgende dag weer verdwenen. Een andere soort waarop we lang hadden gewacht voor een herkansing was de Steppeklapekster, totdat op 27 oktober bij Den Hoorn op Texel een vogel werd gevonden. Deze werd eerst gemeld als mogelijke Kleine klapekster, maar de determinatie kon de volgende ochtend snel worden bijgesteld. De vogel verbleef tot 9 november en ving alle (woel-, spits-)muizen uit het gebied weg en ging zelfs met Veldleeuweriken aan de haal. De Roodkopklauwier was dit (voor)jaar ook geen zeldzame gast met de eerste op 1 mei op Wieringen NH; deze verbleef hier tot 10 mei en werd door veel Texelgangers op de heen- of terugweg meegepikt. Verdere waarnemingen van deze soort waren bij Westkapelle, bij Reuver, op de Maasvlakte ZH, in de Bantpolder FR, bij Valkenburg LI, bij Deventer en bij Bunschoten.

Steppeklapekster
Steppeklapekster Lanius lahtora pallidirostris Steppe Grey Shrike, Den Hoorn Texel, 30 oktober 2012 (Cock Reijnders)

Een kleine populatie Huiskraaien weet zich in een klein plaatsje aan de kust nog steeds te ontrekken aan de huidige machthebbers. Leuk feit is dat er sinds begin mei een adulte vogel wordt gezien die veel lichter is dan de rest. Dit lijkt te duiden op een nieuwe aankomst en dan van de westelijke ondersoort zugmayeri. Notenkrakers werden gemeld op 8 september bij Wageningen en over de trektelpost Lemelerberg bij Ommen.

Huiskraaien
Huiskraaien Corvus splendens House Crows, Hoek van Holland, 26 oktober 2012 (Chris van Rijswijk)

Overvliegende Kortteenleeuweriken werden gemeld op 20 mei over trektelpost de Noordkaap GR (2 exemplaren) en op 26 mei over de Eemshaven GR. Het was een mooi jaar voor de Roodstuitzwaluw en vooral het eiland Texel pikte hier een graantje van mee. De eerste werd op 29 april gemeld langs Breskens en op 30 april volgden 2-3 vogels, o.a. boven Meijendel, Wassenaar. Op 3 mei verscheen de eerste op Texel bij de Cocksdorp en t/m 19 mei zouden meerdere exemplaren op diverse plekken op eiland worden gezien. Er werden er dit voorjaar ten minste 18 in Nederland gemeld. Ook in het najaar werden vier vogels gemeld; tweemaal op Texel, waaronder tijdens het Dutch Birding-weekend, en trekkers langs Ouddorp en Uithuizen. Een Baardgrasmus was op 5-6 mei aanwezig op een volkstuinencomplex in Den Helder en liet zich mooi bekijken. Kortere waarnemingen betroffen een vrouwtje op Texel tijdens een 'bird fair' bij de Camping de Robbenjager op 6 mei, op 17 mei een adulte man op Schiermonnikoog en op 31 mei een exemplaar op Griend. Sperwergrasmussen waren in het najaar langs de gehele kust met opvallend hoge aantallen vertegenwoordigd. Zo werden bijvoorbeeld op 8 september alleen al meer dan tien exemplaren gezien op de noordpunt van Texel. Een Siberische Braamsluiper werd op 17 en 20 oktober gevangen op het ringstation in de Kennemerduinen NH.

Op 12 juni werd de eerste Grauwe Fitis zingend opgemerkt bij Heiloo, later gevolgd door exemplaren op 12-13 juni op Rottumeroog en van 26 -30 juni een zingende in de Schoorlse Duinen NH. Van 14-17 januari was een Pallas' Boszanger te vinden in de duinen van Oranjezon, Vrouwenpolder ZL en op 5 februari zat een exemplaar in de AW-duinen NH. Vanaf 24 maart was een zingend exemplaar aanwezig bij Hilversum; deze werd hier t/m 14 april gezien. De waarnemingen in het najaar waren zeer spaarzaam en voornamelijk afkomstig van de waddeneilanden of elders langs de kust. Bladkoningen deden het erg goed in het najaar en Humes' Bladkoning was in het begin van het jaar gemakkelijk met een exemplaar in Schiedam, een tweede in Katwijk, een derde in Katwijk a/d Rijn en een vierde in Nederhorst den Berg, met de laatste waarneming op 22 april. In het najaar was er een ringvangst in de Eemshaven en werd op 21 december weer een (of de) vogel teruggevonden in Katwijk, op dezelfde plek alswaar de vorige overwinterde. Op 22 december werd een vogel gevonden in een tuin in Groningen en op 26 december werd er een in Den Haag ontdekt.

Humes Bladkoning
Humes Bladkoning Phylloscopus humei Humes' Leaf warbler, Groningen, 23 december 2012 (Ipe Weeber)

Bergfluiter
Bergfluiter Phylloscopus bonelli Western Bonelli's Warbler, Nationaal Park Veluwezoom, GL, 17 juni 2012 (Garry Bakker)

Op 18 oktober werd de eerste Raddes Boszanger gevangen op de ringbaan van Castricum. Op 20 oktober werd een ongekend aantal van vier verschillende exemplaren gevonden op Vlieland tijdens een Deception Tours-weekend. Op diezelfde dag waren er ook nog vangsten in het Zwanenwater NH en te Castricum! Ten slotte was er ook nog een vangst op 23 oktober op de ringbaan in de Kennemerduinen NH. Een Bruine Boszanger werd op 27 en 28 oktober gevangen bij Castricum en op 8 december werd een vogel ontdekt bij Koedijk, die hier t/m 20 december verbleef. Op 2 mei werd de eerste zingende Bergfluiter gehoord bij Westervoort. Op 21-22 mei werd een zingend exemplaar gemeld op de Kalmthoutse Heide, pal op de grens van Nederland en Belgie. In Nationaal Park Veluwezoom was vanaf 10 juni t/m 9 juli een zingend mannetje aanwezig. Op 30 juni vloog de vogel continu met voer (langpootmuggen, nachtvlinders, rupsen) naar een nest en later werden er tenminste twee jongen gezien. Ondanks langdurig observeren bleef onduidelijk of de partner eveneens een Bergfluiter betrof (Bron: Sovon nieuws 2012/4).

Van 20-30 april was een mogelijke (want niet typisch) zingende Iberische Tjiftjaf aanwezig in Harderwijk en van 21-27 april had Drachten een 'klassiek' exemplaar te pakken. Overige waarnemingen waren kortstondig. Op 21 mei werd de eerste Krekelzanger gevonden in recreatiegebied Poldervaart bij Schiedam; de vogel verbleef hier t/m 24 mei. Korte waarnemingen waren er bij Peize en bij Zoutkamp, Lauwersmeer GR. Vanaf 28 mei t/m 14 juni verbleef een exemplaar zingend in Amsterdam op de Joodse Begraafplaats. Van 30 mei t/m 9 juni zat een vogel bij Schoonloo en vanaf 21 juni t/m 2 juli bevond zich een zingende bij Haren. In het najaar was er nog een waarneming op de noordpunt van Texel.

Krekelzanger
Krekelzanger Locustella fluviatilis River Warbler, Schiedam, 23 mei 2012 (Wietze Janse)

De eerste zingende Orpheusspotvogel was kortstondig twitchbaar op 10 mei in de Broekpolder bij Vlaardingen. Er volgden er in de maanden mei, juni en juli meerdere, met de hoofdmoot in Brabant en Limburg. Een adulte Struikrietzanger werd op 11 augustus geringd in Meijendel, Wassenaar. Een tweede exemplaar werd op 21 oktober geringd bij Castricum. Een Veldrietzanger werd geringd op 4 september in de AW- duinen NH. Op 27 juli werd de eerste Waterrietzanger van het najaar gemeld op Lentevreugd, Wassenaar. Dit zou een goede plek blijken om de soort te zien dit jaar. Tot in september werd de soort gemeld van meerdere plekken in de kustprovincies. Na twee strengere winters blijkt de Graszanger toch weer een zeldzame soort geworden in Nederland. Ze werden alleen vanuit Zeeuws-Vlaanderen gemeld, behoudens een losse melding uit Oostendam ZH.

Struikrietzanger
Struikrietzanger Acrocephalus dumetorum Blyth's Reed Warbler, Meijendel, Wassenaar, 11 augustus 2012 (Vincent van der Spek/VRS Meijendel)

In het begin van het jaar was de Pestvogel een zeldzame verschijning. Echter, in oktober kwam een grote invasie op gang, met groepen van enkele tientallen of zelfs meer dan 100 exemplaren op talloze plekken in het land. De grote groepen verdwenen weer snel, met nog een kleine opleving in november, hoewel er tot het eind van het jaar kleine groepjes gezien blijven worden. Half januari was er weer een melding van een Rotskruiper uit de ENCI-groeve, Maastricht, maar zoekacties hierna waren tevergeefs. De Roze Spreeuw was ook dit jaar met enkele exemplaren vertegenwoordigd; de eerste adulte zat op 27 april in Aagtekerke. In mei en juni waren nog enkele adulte exemplaren verspreid over het land en vaak maar kortstondig aanwezig. Op 13 augustus werd de eerste juveniele vogel gezien in de Groene Jonker bij Zevenhoven; de laatste werd op 14 november gezien in Bussum. Een Waterspreeuw (nominaat) werd op 10 februari gevonden bij Hengelo en verbleef daar t/m 11 maart. In november werden exemplaren gevonden langs het Eemskanaal GR, bij Huizen NH, te Onstein, en ten slotte in december bij Berkelland. Waarnemingen van de Roodbuikwaterspreeuw beperkten zich dit jaar tot enkele in Limburg.

Een zingende Noordse Nachtegaal werd op 14 mei gemeld bij de Westerplas op Schiermonnikoog en in het najaar was er een vangst op de ringbaan bij Castricum. Een adulte man Zwartkeellijster werd op 11 november trekkend gezien langs de Puinhoop te Katwijk. De vogel leek in te vallen in de begroeiing, maar zoekacties bleken helaas tevergeefs. Een zingende tweede kalenderjaar man Kleine Vliegenvanger was dit voorjaar aanwezig bij Crailoo, Huizen NH. Op 15 juni zat een zingend exemplaar bij Nunspeet en op 29 juni werd nog een zingende opgemerkt bij Naarden. In het najaar barstte het echter los, met in september meerdere exemplaren op Texel, Vlieland en diverse andere plaatsen langs de kust.

Kleine Vliegenvanger
Kleine Vliegenvanger Ficedula parva Red-breasted Flycatcher, Texel, 15 oktober 2012 (Michel Veldt)

Alpenheggenmus
Alpenheggenmus Prunella collaris Alpine Accentor, Jan Ayeslag Texel, 21 mei 2012 (Marc Plomp)

Een Alpenheggenmus werd dood gevonden in Den Haag en aan NCB Naturalis geschonken. Een levend exemplaar was kortstondig aanwezig bij de Jan Ayeslag, Texel, op 21 mei. Erg leuk waren de twee 'Oosterse' Zwarte Roodstaarten; de eerste werd op 8 november ontdekt bij Rolde. Deze vogel verbleef hier t/m 11 november. De tweede vogel werd ontdekt op 10 november bij Paesens en deze vogel werd hier gezien t/m 12 november. Een mannetje 'blonte' tapuit werd op 21 mei gefotografeerd bij de Mokbaai, Texel en achteraf gedetermineerd als mogelijke hybride. Een Woestijntapuit werd op 29 maart gemeld op de Boschplaat, Terschelling.

De Aziatische Roodborsttapuit had dit jaar ook wat in de melk te brokkelen. Op 13 oktober werd een 'echte' maurus gezien op Texel, op de Lange Dam, en deze vogel werd hier ook nog op 15 oktober gezien. Op 25 oktober zat een tweede exemplaar in 'de Tuintjes', eveneens op Texel. Op 6 oktober werd een vogel van de ondersoort variegatus, beter bekend als Kaspische Roodborsttapuit, ontdekt op Vlieland. Deze vogel verbleef hier t/m 20 oktober, betrof een nieuw taxon voor Nederland en trok uiteindelijk veel bekijks. Daarnaast werd er nog een 'Aziatische Roodborsttapuit' op de noordpunt van Texel ontdekt op 8 oktober. Deze vogel verbleef hier t/m 23 oktober. De volgende dag, 24 oktober, werd dezelfde vogel (wat bleek na uitvoerige vergelijking van foto's achteraf) gevangen in Portland, Engeland. Daar kon deze vogel middels DNA-onderzoek gedetermineerd worden als Stejnegers Roodborsttapuit, een recent erkende soort en de eerste gedocumenteerde voor Europa. Het laatste woord over de status en herkenning van de genoemde 'oostelijke' roodborsttapuiten is echter nog niet gezegd.

Stejnegers Roodborsttapuit
Stejnegers Roodborsttapuit Saxicola stejnegeri Stejneger's Stonechat, De Cocksdorp, Texel, 10 oktober 2012 (Jos van den Berg)

Kaspische Roodborsttapuit
Kaspische Roodborsttapuit Saxicola maurus variegatus Caspian Stonechat, Vlieland, 6 oktober 2012 (Laurens Steijn)

Op 30 april werd een vrouwtje Citroenkwikstaart ontdekt bij Gendringen; er bleken er zelf twee te zitten. Op 1 mei werd hier nog één vogel gezien. Dit jaar was het beste ooit voor de Siberische Boompieper; een aantal van 33 is ongekend hoog! Vlieland deed het erg goed met losse exemplaren op zeven verschillende dagen en een groep van maximaal vier bijeen, die zich langer aan het grote publiek lieten bekijken. Op Texel en bij Noordwijk waren ook nog vogels ter plaatse die zich mooi lieten bekijken. Daarnaast werden vele overtrekkende of kortstondig aanwezige exemplaren waargenomen, waarvan een deel door middel van geluidsopname kon worden vastgelegd. De laatste vier verbleven van 31 oktober t/m 4 november in het Robbenoordbos bij Den Oever. Een vogel die alleen roepend werd gehoord en alleen door de ontdekkers kort werd gezien, zorgde op 20 en 21 oktober voor commotie op het eiland Vlieland. Opnames van het geluid lijken erg veel op de roep van een Petsjorapieper, oftewel hiermee is een schone taak voor de CDNA weggelegd.

Twee Witbandkruisbekken bevonden zich van 25 april tot in juni bij West-Terschelling, vermoedelijk een paar. Een mannetje Zwartkopgors werd op 10 juni gemeld bij de Weversinlaag ZL; deze vogel was helaas niet twitchbaar. Bosgorzen werden driemaal in september en eenmaal in oktober gezien, allen op Vlieland. Op 25 september werd er een gezien in de Eemshaven GR en op 23 oktober was er een waarneming bij Huizen NH. Verder was het een mooi jaar voor de Dwerggors met maar liefst 28 meldingen in de kustprovincies, maar ook een opmerkelijke vangst op 18 september in het binnenland bij Ooij, vlakbij de Duitse grens in Gelderland.

Siberische Boompieper
Siberische Boompieper Anthus hodgsoni Olive-backed Pipit, De Koog Texel, 18 oktober 2012 (Eric Menkveld)

België
Voor België mag het ook het jaar van de inhalers worden genoemd, met enkele goede soorten die lang niet gezien waren. Hieronder een samenvatting.

Begin juni vloog een Dwergaalscholver over de Putten-West OV en bij Oudenaarde.
Grijze Wouw werd 2x waargenomen, waarvan eenmaal twitchbaar. Dwergarend werd meerdere keren gemeld, een exemplaar was twitchbaar bij het Zennegat/Walem AN (negende geval voor België en de derde twitchbare). De Giervalk van Zeeuws Vlaanderen stak af en toe de grens over. Kleine Trap, nadat hij in Nederland was gezien, werd ook net over de grens in België gezien en later nog een exemplaar in Jabbeke WV. Ook de Steppekievit was tweemaal langer aanwezig (in tegenstelling tot in Nederland dit jaar). Twee Vorkstaartplevieren vlogen over Getevallei Tienen-Noord - Bezinkingsputten Tienen [VB].
Onder de steltlopers stalen ook een Terekruiter en een Blonde Ruiter de show, beide goede soorten voor België. Tussen de Grote en Kleine Burgemeesters werd een mooie Kumliens Meeuw gevonden, deze was lang aanwezig en goed twitchbaar. De Ringsnavelmeeuw die af en toe in Nederland werd gezien, verbleef meestentijds net aan de Belgische kant van de grens. Een Kleine Klapekster was een dag aanwezig bij het Turnshouts Venengebied AN. Een Aziatische Roodborsttapuit was aanwezig bij Heist WV. Een mooie inhaler was de Alpenheggenmus die begin mei verbleef in Zeebrugge WV. Een andere inhaler was de Siberische Boompieper die o.a. bij de Maten WL en Gasthuisbossen WV twitchbaar was. Meerdere Bruine Boszangers werden gemeld in het najaar en de Bergfluiter op de Kalmthoutse heide (grens België en Nederland) was ook voor velen weer een mooi inhaler. Een Grijze Gors verbleef kortstondig in Luxemburg. De Bruinkeelortolaan bij de Puttenplas OV leverde veel discussie op over de juiste identiteit, maar is indien aanvaard een mooie soort.

Ranglijsten en jaarlijsten
In de Nederlandse ranking zorgden de volgende soorten voor de grootste verschillen in de top 10: Kleine Kokmeeuw, Kortbekzeekoet en Steppeklapekster. Veel oude rotten hadden één of meer soorten van dit rijtje al op hun lijst, maar toch waren er voor meerdere mensen in de top 10 enkele welkome inhalers bij! De Kortbekzeekoet, nog niet op de lijst van Aart Vink, zorgde dat hij op punten op de 1e plaats van Nederland terecht kwam.
De huidige top 10 ziet er als volgt uit:

1. Aart Vink
2. Gerard Steinhaus
3. Nick van der Ham
4. Cock Reijnders
5. Klaas Eigenhuis
6. Jan van der Laan
7. Dick Groenendijk
8. Hans ter Haar († 2011)
9. Enno Ebels
10. Ted Hoogendoorn
461
461
461
460
459
459
459
458
458
457

De gehele ranking is hier te vinden.

Zoals eerder vermeld deed Alwin Borhem nogmaals een ultieme poging om het jaarrecord te verbeteren. In het voorjaar leek alles zeer voorspoedig te verlopen; soorten missen deed Alwin bijna niet. De Ringsnavelmeeuw in Limburg wilde niet lukken, voor de Ross' Gans in de Brabantse Biesbosch was hij net te laat. Hoewel het najaar goed was lieten ook veel soorten (zoals de tapuiten) het afweten. In november/december werd het derhalve nog spannend. De Stejnegers Roodborsttapuit was achteraf een mooi armchair-tick erbij, en zo wist hij voor het einde van het jaar (als alle soorten als zodanig aanvaard worden) op 341 soorten te eindigen. Hiermee verbetert hij het oude jaarrecord uit 2000 van Jan Wierda met drie soorten. Het oude record van 339 soorten zal bovendien waarschijnlijk worden bijgesteld naar 338, nu achteraf is vastgesteld dat de Jufferkraan van Buurse toch een wingclip had en daarmee hoogst waarschijnlijk als ontsnapt moet worden beschouwd.

Andere toppers onder de jaarlijsters (onder voorbehoud) dit jaar waren o.a. Pieter Doorn (336), Maartje Doorn (335), Gerjon Gelling (331), Herman van den Brand (324), Toy Janssen (322) en Luuk Punt (313), maar nog veel meer vogelaars wisten dit jaar boven de 300 soorten uit te komen, een respectabel aantal voor een jaarlijst.

In 2012 werden 365 soorten in Nederland vastgesteld, een mooi jaar dus. Hiervan waren precies 341 soorten twitchbaar; 24 soorten moest je of zelf afdwingen of waren alleen weggelegd voor enkele gelukkigen.

Steppeklapekster twitch
Waarnemers bij de Steppeklapekster, Texel, november 2012 (Lazar Brinkhuizen)

Vogelevenementen
Er werd weer heel wat georganiseerd dit jaar op vogelgebied; hier een greep uit de evenementen waarbij veel begunstigers van Dutch Birding betrokken waren. Het jaar begon natuurlijk met de Dutch Birding-vogeldag in Lunteren, een gezellige dag met veel lezingen, standjes, elkaar ontmoeten en bijpraten. De Belgische Vogeldag doet daar tegenwoordig beslist niet meer voor onder en werd zoals voorgaande jaren in Antwerpen georganiseerd. In het voorjaar is er altijd weer de TOH (Top of Holland)-dag, georganiseerd vanuit www.lauwersmeer.com, een dag waar tegenwoordig veel vogelaars op afkomen voor een dag gezellig voorjaarsvogelen met elkaar. Het voorjaar behelsde ook nog een succesvol Dutch Birding vogelweekend. In het najaar was er eerst de Dutch Bird Fair, daarna volgde het bekende vogelweekend van Dutch Birding alsmede de drie weekenden van Deceptions Tours op Vlieland. Het jaar werd zoals gewoonlijk afgesloten in november met de Sovon-dag.

2013
Dutch Birding wenst u allen een mooi en vogelrijk 2013 toe!

Wietze Janse

Oosterse Zwarte Roodstaart
Oosterse Zwarte Roodstaart Phoenicurus ochruros phoenicuroides Eastern Black Redstart, Rolde, 10 november 2012 (Wietze Janse)

Pestvogel
Pestvogel Bombycilla garrulus Bohemian Waxwing, Barendrecht, 11 november 2012 (Wietze Janse)

Discussie

Alex van der Giessen  ·  29 december 2012  18:39, gewijzigd 29 december 2012  18:41

Weer erg leuk om te lezen Wietze!!!! ...en iedereen een gezond en fijn 2013, met veel mooie soortjes...

Max Berlijn  ·  29 december 2012  22:04

Leuk Wietze alleen klopt die ranking niet, er worden "super soorten" meegeteld.

Wietze Janse  ·  29 december 2012  22:16

Klopt Max, dat is al enige tijd de regel. Discussie kan hierover met Leo H.

Ben Gaxiola  ·  29 december 2012  22:29

Als het klopt dat precies 341 soorten twitchbaar waren geeft dat aan Alwins record extra glans.

Wietze Janse  ·  29 december 2012  22:42

Klopt Ben, maar hij heeft wel twitchbare gemist (zoals Ringsnavelmeeuw) en niet twitchbare afgedwongen (zoals Papegaaiduiker)

August van Rijn  ·  30 december 2012  00:23

Ik mis in het overzicht de Buffelkopeend van Zeeland. Maar voor de rest erg leuk om te lezen

Max Berlijn  ·  30 december 2012  13:11, gewijzigd 30 december 2012  13:13

Wietze, klopt niet hoor. Gerard Steinhaus is al 30+ jaar de persoon die voor de top 25 de zaak bijhoudt daarin worden geen supersoorten geteld (persoonlijk zou je van mij Kuhls/Scopoli mogen tellen trouwens, die donsstormvogel kunnen er vijf zijn dus dat ligt even anders). Gerard publiceert deze lijst onder de top 25ers (genaamd Lili), Leo zou zijn ranking dus moeten aanpassen daaraan want dat is voor de top 25 de enige echte lijst. Inderdaad die Buko, een van de soorten van 2012 voor mij..:-)

Gerben Mensink  ·  30 december 2012  18:54

Leuk overzicht Wietze. ....... en allemaal de beste wensen voor 2013

Gerben Mensink  ·  30 december 2012  18:55

Max, de ranking op de DB-Alerts klopt dus niet? Lekker ingewikkeld maken jullie het dan......

Wietze Janse  ·  30 december 2012  19:25

De ranking op DB-Alerts klopt wel, je hebt daar een progressieve lijst (met supersoorten) en een conservatieve lijst (zonder deze). Enig verschil is welke je leidend maakt. Men mag dat zelf uitmaken ....

Guus van Duin  ·  30 december 2012  21:03

heerlijk overzicht, Wietze, maar om nou te zeggen dat die kleine klap midden in Amsterdam zat ..? nee, gewoon helemaal aan de oostelijke buitenkant van de stad, vlakbij de Vijfhoek in feite. en wie zat er weer cultureel en culinair te doen in Parijs ...?!

Wietze Janse  ·  30 december 2012  23:21

Dat is dichterlijke vrijheid, Guus, dat begrip moet jij toch kennen ;-)

Rene Alma  ·  2 januari 2013  13:59

Ik heb dit jaar een recordpoging gedaan voor Flevoland en ben gekomen tot 247 jaarsoorten. Nu vroeg ik mij af wat de records zijn in de andere provincies. Roept u maar........

Toy Janssen  ·  2 januari 2013  15:58

Hi Wietze, mijn eindtotaal is op 322 uitgekomen en niet 332 zoals vermeld. Zal wel een type foutje zijn.

Wietze Janse  ·  2 januari 2013  16:02

Aangepast, maar ik had jou wel op 332 ingeschat ;-)

Max Berlijn  ·  2 januari 2013  18:57

In Limburg is het 2011 record van Willem Vergoossen met 1 verslagen (de IJsduiker was de kers op de taart) door Albert/bird Kleibeuker.

Ben Gaxiola  ·  3 januari 2013  10:39

Hoeveel soorten zag Albert, Max?

Nick van der Ham  ·  3 januari 2013  16:38

Ranking klopt sowieso niet omdat in de top tien maar liefst 3 mensen (Aart, Cock en Dick), om mij onduidelijke redenen, hun klapper de SiRoBoTa niet hebben ingevoerd......

Max Berlijn  ·  3 januari 2013  18:39, gewijzigd 3 januari 2013  18:52

Er is momenteel een levendige discussie over de hierboven genoemde verandering van de in 1995 gepubliceerde telregels; het tellen van supersoorten, gevoerd tussen o.a. voormalige CAC leden (de telcommissie van eind jaren 90) en een aantal "jonge honden" van DB. Hierover zal in 2013 vast verder gepraat gaan worden. De gepubliceerde telregels uit 95 (ik heb hiervan een pdf maar kan die volgens mij niet uploaden) zouden, indien we (sommige?) supersoorten gaan tellen, officieel aangepast moeten worden. Het tellen van supersoorten zou uniek zijn (ik ken geen land of persoonlijke lijst waarop dat gebeurt) en brengt ook heel wat nieuwe problemen met zich mee (ook voor de beslissingen bij sommige gevallen beoordeeld door het CDNA) waarover nagedacht moet worden, wordt vervolgd...

Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.

Feedback?