Wat ik mij afvraag (en ook de reden dat ik tegen beter weten in toch ben gaan zoeken) is hoe groot zo'n Dwerglijster nu over komt in het veld?
Overigens zou het indien de Sporenkievit aanvaard wordt de tweede nieuwe voor NL zijn dit jaar ;)
Op gezette tijden wil de website aandacht besteden aan actuele ornithologische fenomenen. De Nederlandse vogelaars worden (gelukkig maar) nog regelmatig verrast. Door een influx van een bepaalde soort of bepaalde soorten, door een uiterst zeldzame soort waarvan de meeste vogelaars nog niet eens de juiste Nederlandse naam weten, door onverwachte determinatieproblemen en dergelijke. De kracht van dit medium is dat er direct en interactief ingegaan kan worden op deze spannende gebeurtenissen in het veld. Wat is er precies aan de hand? Wat is hier al van bekend? Is er al eerder over geschreven in Dutch Birding? Hoe denkt men in het veld hierover?
23 november 2018 · Vincent van der Spek · 6593 × bekeken
Al zeker 15 jaar onderhoud ik een goed contact met vogelasiel De Wulp, Den Haag. Sinds 2010 ben ik er ook actief als ringer. In de appgroep Vogels ringen Wulp, met Sharon Lexmond en Lizzy Looijestijn (asielmedewerkers), Rinse van der Vliet en ikzelf (als ringers) als leden, verschijnen met enige regelmaat determinatievragen, met name over lastigere (zang)vogels zoals karekieten en boszangers. Op 5 november verschenen rond 12:00 twee plaatjes zonder tekst: een gebruikelijke manier om te vragen welke soort er op de foto staat. Ondanks dat er een verfomfaaid, nat beestje tevoorschijn kwam, moest ik naar adem happen: dit was een Amerikaanse dwerglijstersoort! De impact die dat had zal menig vogelaar zich goed voor kunnen stellen. De grijze flanken suggereerden een Grijswangdwerglijster Catharus minimus, die als vrij regelmatige dwaalgast in Europa natuurlijk ook het meest voor de hand lag. Een foto van een droge vogel was evenwel geen overbodige luxe, al had ik op mijn werk sowieso geen boeken om een (theoretische) Bicknell's Thrush Catharus bicknelli uit te sluiten. Ik kapte – de uitleg zorgde voor geamuseerde blikken – een gesprek met een collega af en belde Lizzy, die vervolgens niet op nam. Het appje dat ik daarna stuurde klinkt, als ik het nu teruglees, bijna wanhopig:
Screenshot uit WhatsAppgroep ‘Vogels ringen Wulp’ met de eerste foto’s van de vogel, 5 november 2018.
Liz belde gelukkig snel terug. Ik legde uit hoe heftig dit was en maakte de afspraak om die dag nog langs te komen. Rond half drie kreeg ik een foto van een opgedroogde vogel. Grijswang (of in theorie: Bicknell’s) durfde ik zonder boeken nu ook wel aan!
Grijswangdwerglijster Catharus minimus, Vogelasiel De Wulp, Den Haag, 5 november 2018 (Lizzy Looijestijn / Vogelasiel De Wulp)
Ik rondde mijn meest urgente werk – het was precies nu razend druk – in enkele uren af, en was rond 16:30 in het asiel. De vogel - een eerste kalenderjaar - bleek verzwakt geraapt in "de duinen bij Monster" (geen exactere duiding) en was aan het einde van de ochtend binnengebracht door een onbekende vinder. Het beest bleek uitgemergeld, met een behoorlijk ingeteerde borstspier en een gewicht van slechts 24.7 gram (dat is extreem licht voor de soort: het gemiddelde is 33 gram). De medewerkers en vrijwilligers van het asiel verrichtten vervolgens geweldig werk. De vogel kwam goed aan en werd steeds feller, maar het was duidelijk dat deze hersteltijd nodig had. Vliegen ging aanvankelijk bijvoorbeeld nog moeizaam. Omdat dit een nieuwe soort voor Nederland was, leek het mij en Rinse – die precies nu met vakantie was; kun je je zijn shock voorstellen? – het beste om hier voorlopig geen ruchtbaarheid aan te geven om zo het asiel te ontzien. Ik deed alles in stappen: ringen, basale metingen, enkele bewijsfoto’s, geluidsopnamen, uitgebreidere metingen en een uitgebreidere fotosessie verdeelde ik over drie bezoeken. Bij alle sessies nam ik ook de vet- en borstspierscore en het gewicht op, als indicatie van de conditie. Daarmee waren alle “extra’s” afgerond voor de dag van het loslaten, zodat dit proces zo snel mogelijk kon verlopen. Vliegen ging steeds beter. Intussen was het razend moeilijk om mijn mond te houden tegen vogelvrienden (zeker tijdens een avondje bier drinken), maar gaandeweg kon ik het zenden van geheime knipogen niet laten (“jongens, hebben jullie het druk deze week of hebben jullie evt. nog tijd om iets met vogels te doen?” Of: “Ik weet gewoon zeker dat er dit najaar nog wat gaat komen”.)
Grijswangdwerglijster Catharus minimus, Vogelasiel De Wulp, Den Haag, 5 november 2018 (Vincent van der Spek / Vogelasiel De Wulp)
Uiteindelijk kwam het bericht door dat de vogel de 20e los kon. Na de prachtontdekking van de Kuhls Pijlstormvogel Calonectris borealis (en nog een paar goede soorten) gaat de lucky bird award dit najaar daarmee (dikverdiend) naar de chef van het Haagse vogelen: Rinse van der Vliet. Hij was net de 19e teruggekomen van vakantie en kon de vogel daarmee precies meepikken. Gelukkig maar, dat scheelt mij jarenlange scheve blikken. Ik nodigde voor de 20e enkele vaste vogelvrienden uit. Bij loslaten was het gewicht toegenomen tot 38.5 gram, met maximale vetscore (krap aan 5). Omdat de exacte vindplek onbekend bleef, kon de vogel daar ook niet vrijgelaten worden. Hoogstwaarschijnlijk is dit rond de zeereep naast Solleveld geweest. De Seebohms Tapuit in 2017 toonde aan dat dit bepaald geen ideale plek is voor een eventuele twitch (grotendeels afgesloten voor publiek). Bovendien is Grijswangdwerglijster een bosvogel. Het leek me voor de vogel zelf, eventuele twitchers en de terreinbeheerder dan ook beter een andere plek in de buurt te kiezen. Het werd Ockenburg, Den Haag, tegen Solleveld aan, met ruime parkeergelegenheid op de koop toe. Dit via diverse kanalen gemeld, maar de vogel – die bij loslaten eenmaal riep – kon ondanks zoeken direct al niet meer worden teruggevonden. Zelf bracht ik die dag een grote hoeveelheid tijd door met het lezen van en reageren op berichtjes op mijn telefoon. De animo van vogelaars de volgende dag bleek tamelijk beperkt: wellicht was afreizen voor twitchers een te grote horde omdat de vogel een dag eerder niet in het veld werd teruggevonden en omdat deze volgens de regeltjes van het lijstspel niet telbaar was.
Na Vale Gierzwaluw Apus pallidus en de vermelde Kuhls Pijlstormvogel was dit al de derde nieuwe soort van het jaar voor Den Haag en de omliggende gemeenten. Die lijst telt nu c 372 soorten. Mits aanvaard is dit de tot nu toe enige nieuwe soort voor Nederland in 2018. Ondanks dat er in Europa meer dan 100 gevallen zijn (met > 60 in Groot-Brittannië), betreft het zelfs een nieuwe soort voor de Benelux. Duitsland heeft maar één geval (Helgoland) en in Frankrijk stamt geen van de zeven gevallen uit het noorden van het land: de soort is, zoals alle Amerikaanse zangvogels, dus écht heel zeldzaam in ons deel van NW Europa.
In het te verschijnen gevalsartikel in DB wordt uitgebreider stilgestaan bij de determinatie, de leeftijdsbepaling, biometrie en het exacte aantal gevallen per land en fenologie in Europa.
Dank aan Marcel Haas, die het aantal gevallen in Europa met mij deelde, maar vooral dank aan Lizzy Looijestijn en Sharon Lexmond van De Wulp voor de gastvrijheid en de regelmatige updates.
Vincent van der Spek
Grijswangdwerglijster Catharus minimus, Vogelasiel De Wulp, Den Haag, 15 november 2018 (Vincent van der Spek/ Vogelasiel De Wulp)
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.