DB Actueel Online

Op gezette tijden wil de website aandacht besteden aan actuele ornithologische fenomenen. De Nederlandse vogelaars worden (gelukkig maar) nog regelmatig verrast. Door een influx van een bepaalde soort of bepaalde soorten, door een uiterst zeldzame soort waarvan de meeste vogelaars nog niet eens de juiste Nederlandse naam weten, door onverwachte determinatieproblemen en dergelijke. De kracht van dit medium is dat er direct en interactief ingegaan kan worden op deze spannende gebeurtenissen in het veld. Wat is er precies aan de hand? Wat is hier al van bekend? Is er al eerder over geschreven in Dutch Birding? Hoe denkt men in het veld hierover?

Nationale Tuinvogeltelling: dwaalgasten in de tuin

7 januari 2017  ·  Remco Hofland  ·  40775 × bekeken

Hier volgt een beschrijving plus foto van enkele mogelijke dwaalgasten in uw tuin. Let wel: het zijn (in sommige gevallen zeer zeldzame) dwaalgasten, dus waarschijnlijk zitten ze níet in uw tuin. Maar allemaal zijn ze ooit in Europa in een tuin waargenomen, dus het kán wel! Onderaan deze pagina staat een contactadres als u een van deze, of mogelijk een andere dwaalgast in uw tuin heeft. Belangrijk: probeer altijd een foto te maken, zelfs een slechte met een mobiele telefoon geeft vaak aan een kenner afdoende aanwijzingen om een zeldzame (onder)soort te determineren!

Siberische Braamsluiper Sylvia althaea blythi (foto: Jaap Denee)

De laatste jaren verschijnt deze vogel bijna iedere winter wel ergens in een tuin in Nederland. Het betreft hier de oostelijke tegenhanger van ‘onze’ eigen Braamsluiper Sylvia curruca, die naar het zuid(oost)en wegtrekt. Braamsluipers zijn kleine beweeglijke zangvogeltjes die zich in Nederland graag met name in de duinstreek, maar eigenlijk wel in elk soort struweel ophouden. Ze voeden zich met insekten en rupsen, voedsel dat in de winter niet voorradig is. Een vetbol doet dan wonderen!

Deze soort is te herkennen aan het op het eerste gezicht nietszeggende, grijsbruine verenkleed. Bij nadere blik heeft de soort een spits snaveltje, vrij veel wit in de buitenste staartpennen, opvallend lichte onderdelen en een wit keeltje. Een goede foto, zoals bovenstaande, verraadt ook een licht oog. Ook de beweeglijkheid van dit vogeltje is vaak opvallend; hij is bovendien slanker en kleiner dan een Huismus Passer domesticus of Koolmees Parus major.

Roze Spreeuw Pastor roseus (foto: Jaap Denee)

Roze is alleen een volwassen Roze Spreeuw, gecombineerd met glanzend zwart en een fraaie kuif. In het najaar en de winter worden eigenlijk alleen jonge Roze Spreeuwen gevonden. Onze eigen Spreeuw Sturnus vulgaris is ’s winters zwart met opvallend veel lichte spikkels, maar jonge Roze Spreeuwen blijven lang dofbruin-beige. Goede kenmerken zijn verder de opvallend gele snavelbasis en de lichtbeige onderdelen. Naarmate de vogel ouder wordt, worden de vleugels steeds donkerder, dat is op bovenstaande foto al goed te zien.

De Roze Spreeuw broedt in Centraal-Azië, soms tot in Oost-Turkije, en overwintert in India. Volwassen vogels worden met name in het late voorjaar wel ‘ns in Nederland gezien, maar zijn vaak weer snel weg. De Roze Spreeuw is dan ook bij ons het meest in bovenstaand onvolwassen kleed te bewonderen – en kan dan erg tam zijn (zie HIER)!

Pallas’ Boszanger Phylloscopus proregulus (foto: Eric Menkveld)

Dit uiterst fraaie vogeltje is piepklein en erg beweeglijk, maar gelukkig zijn zowel het gedrag als de kleuren erg opvallend. Deze soort, afkomstig uit Siberië, wordt in Nederland geregeld gevonden in het najaar, en ook overwintering komt relatief vaak voor – ook in tuinen en parken.

De Pallas’ Boszanger is een loofzanger, net als bijvoorbeeld onze Tjiftjaf Phylloscopus collybita, maar is nóg kleiner. Waar de Tjiftjaf groenig grijsbruin is, is de Pallas’ Boszanger opvallend groengeel, met nogal wat franje: maar liefst twee goudgele vleugelstrepen, wenkbrauwstrepen en een middenkruinstreep, een opvallende goudgele stuit en lichte toppen aan de tertials (dit zijn op de foto hierboven de vleugelveren die over de gele stuit vallen). Ook het gedrag is opvallend: wanneer de vogel foerageert op bladluizen, vaak in braamstruweel of esdoorns, staat hij geregeld te ‘bidden‘ waarbij de gele stuit opvalt.

Oosterse Zwarte Roodstaart Phoenicurus ochruros phoenicuroides (foto: Arie Ouwerkerk)

De aanhoudende oostelijke stroming in het najaar van 2016 zorgde voor een influx van oostelijke soorten, en deze Oosterse Zwarte Roodstaart is deze winter als gevolg daarvan op diverse plekken in West-Europa gevonden: laatstelijk nog één in een tuin in Alphen aan den Rijn (Zuid-Holland) op 24 december 2016. Ook dit is een insekteneter die zijn heil wellicht zoekt op uw vetbol deze winter.

Met zijn opvallende zwart-oranje kleurverdeling lijkt de Oosterse Zwarte Roodstaart nogal op onze Gekraagde Roodstaart Phoenicurus phoenicurus, die theoretisch ook zou kunnen overwinteren in Nederland (maar nu gewoon in Afrika hoort te zitten). Een goede foto is daarom noodzakelijk om uitsluitsel te geven over welke van de twee het betreft. Alle roodstaarten zijn in ieder geval goed te herkennen aan het trillen met de rode staart.

Oosterse Tortel Streptopelia orientalis (foto: Jaap Denee)

Met enige regelmaat verschijnt op een Westeuropese voedertafel ’s winters een Oosterse Tortel; laatstelijk nog in Vlaardingen (Zuid-Holland) in de winter van 2014-2015. Ook onze ‘eigen’ Zomertortel Streptopelia turtur kan overwinteren, en de twee zijn niet eenvoudig uit elkaar te houden. Beiden zijn echter eenvoudig te onderscheiden van onze ‘gewone’ Turkse Tortel Streptopelia decaocto, onder meer door de serie zwarte streepjes in de nek (één enkele zwarte lijn bij Turkse Tortel) en de tekening op de vleugels: donkere veren met brede bruinrode zomen (effen grijs bij Turkse Tortel).

Baltimoretroepiaal Icterus galbula (foto: Jaap Denee)

Als je deze vogel in je tuin ziet, weet je meteen dat je iets bijzonders hebt! Niet alleen de kleuren zijn opvallend, heel anders dan doorsnee Nederlandse tuinvogels; ook de (snavel)vorm. Troepialen komen alleen voor in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika, waar het algemene stads- en tuinvogels kunnen zijn. Beide seksen hebben opvallende (vaak oranje of rode) kleuren; zo ook deze Baltimoretroepiaal.

In 2009-2010 overwinterde een exemplaar in Alkmaar (Noord-Holland). De Baltimoretroepiaal is iets kleiner dan een Merel Turdus merula, en heeft een spitsere snavel, is ranker, heeft een langere staart en een overwegend oranje verenkleed met opvallende witte vleugelstrepen. Ook het gedrag is anders dan dat van lijsters: op de grond zit hij (bijna) nooit, en in een boom of struik zit hij meer rechtop.

Bergheggenmus Prunella montanella (foto: Silas Olofson)

Deze soort betrof de grootste verrassing van de oostelijke stroming in het najaar van 2016: waar het normaliter een uiterst zeldzame verschijning is in Noord-Europa, werden nu zo’n 230 verschillende exemplaren gevonden. Daaronder bevonden zich de eerste (tien) voor Groot-Brittannië, en de eerste (en totnogtoe enige) van Nederland (Maasvlakte, 21 oktober 2016). Tenminste één exemplaar overwintert nu in Scandinavië, en de verwachting (of hoop) is dat er zich nog ergens eentje ophoudt in Nederland. Die hoop is er voornamelijk bij alle vogelaars die op 21 oktober 2016 in het buitenland of op een Waddeneiland zaten, of anderszins niet in staat waren dit leuke vogeltje te gaan bekijken. Het is namelijk een soort die in subarctisch Siberië broedt: de meest toegankelijke (maar erg koude) plek om de soort ’s winters te zien is in Beijing, China!

Herkenning is relatief eenvoudig: qua grootte en vorm, zelfs roep, lijkt de Bergheggenmus erg op onze eigen Heggenmus Prunella modularis, maar hij is iets kleiner. Verder is onze Heggenmus grijsblauw op de onderdelen en wenkbrauwstreep, delen waar de Bergheggenmus opvallend oranje is.

Bruine Lijster Turdus eunomus (foto: Jens Thalund)

Nog een soort die dit najaar diverse keren opdook in West-Europa, waaronder de eerste in Nederland sinds 1955 (in een Groningse tuin op 8 en 9 november 2016). In Engeland overwintert nu een exemplaar, en aangezien er in Nederland grotere aantallen lijsters overwinteren, is de verwachting dat zich ook hier nog een Bruine, of andere zeer zeldzame ‘siberische’ lijster ophoudt.

Herkenning van de soort is niet eenvoudig. In feite betreft het een bruinere versie van de bij ons bekende Koperwiek Turdus iliacus. Waar de Koperwiek, een lijster kleiner dan de Merel, opvalt door de lichte wenkbrauwstreep, bruine lengte-vlekking op de onderdelen en een variabele roodbruine vlek op de flanken, is de Bruine Lijster subtieler gekleurd. Een mannetje, zoals de vogel hierboven (uit Zuid-Korea), is te herkennen aan de roodbruine vlek op de vleugels en de zwarte vlekking op borst en flanken (kan nog opvallender dan bij dit exemplaar). Bij vrouwtjes en eerste-winter vogels (zie HIER voor de vogel in Groningen) is dit allemaal wat diffuser, maar de roodbruine flankvlek en bruine lengte-vlekking van de Koperwiek is in elk geval afwezig. Bij twijfel: maak een foto en stuur die ons, dan geven wij uitsluitsel.

Goudlijster Zoothera aurea (foto: Jens Thalund)

Twijfel aan de determinatie zal bij deze zeldzame ‘siberische’ lijster niet snel voorkomen: het is een bakbeest (opvallend veel groter dan Merel) en, mits goed gezien, de gouden kleur in de bovendelen springt eruit. De donkere vlekken op de onderdelen hebben wel wat weg van die van onze Grote Lijster Turdus viscivorus, maar de Goudlijster is nóg groter, en de Grote Lijster is effen bruingrijs op de bovendelen.

De meeste Nederlandse gevallen van Goudlijster betreffen helaas raamslachtoffers, maar in de ons omringende landen verschijnt hij ook wel ‘ns in de tuin, met een voorliefde voor (opengesneden) appels. Verder heeft deze lijster een sterke voorkeur voor foerageren op de grond, en schuwt hij een lekkere regenworm niet.

Blauwstaart Tarsiger cyanurus (foto: Peter Soer)

Toen in januari 2007, na 22 jaar, eindelijk weer ‘ns een bezoekbare Blauwstaart werd gevonden in Nederland, was het genieten geblazen! En hoewel de laatste jaren de soort met enige regelmaat opduikt in Nederland, blijft het dat. Ook tijdens het najaar van 2016 doken in West-Europa veel Blauwstaarten op, waaronder een niet-bezoekbaar exemplaar in een tuin in Edam (Noord-Holland).

Dit prachtige vogeltje is eenvoudig te herkennen aan de combinatie van oranje flanken, witte keel, licht oogringetje en lichtblauwe bovenstaart (zoals te zien op bovenstaande foto uit Berkheide, Wassenaar (Zuid-Holland) van 6 december 2016). De vogel is erg rank, en een stuk kleiner dan bijvoorbeeld de Huismus. Mocht u deze soort zoeken in uw tuin, verwacht hem dan niet op een voedertafel: hij eet louter kleine insecten en zal zich voornamelijk ophouden onderin bomen en struiken, af en toe op de grond.

Roodkeelnachtegaal Calliope calliope (foto: Jaap Denee)

Toen de vogel hierboven in januari 2016, daags vóór de Tuinvogeltelling, werd ontdekt in een tuin in Noord-Holland ging er een golf van ongeloof door de Nederlandse vogelaarswereld. Dit was toch wel een van de minst vermoede nieuwe soorten voor de Nederlandse lijst, en wát een beauty! Algemeen als broedvogel in Siberië, en als wintergast in o.a. Noord-India en grote delen van Zuid-Oost-Azië – maar bijzonder zeldzaam in West-Europa. Die zeldzaamheid is deels terug te voeren op zijn teruggetrokken leefwijze. Hij bleef drie maanden, en begon aan het eind van z’n verblijf zelfs te zingen!

Hoewel het niet waarschijnlijk is dat deze soort ooit weer in een Nederlandse tuin wordt gevonden, komt hij in z’n gebruikelijke overwinteringsgebieden dicht bij de mens voor. Hij leeft van insekten, en die zijn eenvoudig te vinden nabij bijvoorbeeld afwateringskanaaltjes en onder struikgewas nabij bewoning. Ook vond er in het najaar van 2016 een sterke aanvoer van oostelijke soorten plaats, wat al resulteerde in veel vondsten van Bergheggenmussen, Witkopgorzen, Oosterse Zwarte Roodstaarten en Blauwstaarten.

Zoals uit de foto blijkt is de vogel iets forser dan een Roodborst Erithacus rubecula en overwegend bruinbeige van kleur. De opvallend lange, lichte poten en de witte wenkbrauw- en snorstreep zijn kenmerken die zowel het vrouwtje als het mannetje vertonen. Een man, zoals de vogel van Noord-Holland, heeft daarnaast ook een opvallende robijnrode keel – vandaar z’n Engelse naam: Rubythroat.

Grijze Junco Junco hyemalis (foto: Jaap Denee)

In de Verenigde Staten, waar deze soort vandaan komt, staat de Grijze Junco bovenaan de top-10 van voedertafelsoorten. Ook in Europa duikt deze soort dan ook geregeld op in een tuin, zoals het exemplaar hierboven, in de wijk Beijum in Groningen, in februari - april 2015. Dit is (niet?) toevallig dezelfde woonwijk waar ook de zeldzame Haakbek Pinicola enucleator en de Bruine Lijster van november 2016 zijn gevonden! Ligt uw tuin dus in de wijk Beijum in Groningen? Extra opletten!

Determinatie van deze kleine zaadeter zal voor weinig problemen zorgen: de soort is geheel leigrijs, op de lichte buik en onderstaart na, en de opvallende lichtroze snavel. Bovendien toont hij bij het opvliegen erg veel wit in de staartzijden. Sommige, zuidelijker in Noord-Amerika voorkomende ondersoorten hebben daarnaast zalmroze flanken.

Witkeelgors Zonotrichia albicollis (foto: Alwin Borhem)

Reeds vier keer eerder is deze soort in Nederland waargenomen, met in totaal meer dan 25 gevallen in Noordwest-Europa. Het betreft hier een in Noord-Amerika algemene gorzensoort, die daar geregeld in tuinen zit. Ook diverse van de Europese gevallen betroffen vogels in steden.

Determinatie is eenvoudig: op het eerste gezicht een mus, maar bij nadere inspectie één met een opvallend witte keel en wenkbrauw, die bovendien vlak voor de snavel een gele vlek heeft. De vogel gedraagt zich ook als een mus, zit vaak op de grond, en zal bij verstrekt voer altijd voor zaad gaan.

Indigogors Passerina cyanea (foto: Arnold Meijer)

Wat voor de Witkeelgors geldt, geldt ook voor de Indigogors: afkomstig uit Noord-Amerika (hoewel zeldzamer dan de Witkeelgors) en op het eerste gezicht vrij onopvallend. Vrouwtjes zijn bijna helemaal bruin (met een blauwige bovenstaart), maar bij mannetjes, zoals bovenstaand exemplaar in een tuin in Amsterdam in 1989, neemt het blauw gauw de overhand.

In tegenstelling tot de soorten hiervóór, zijn de volgende drie soorten nieuw voor Nederland. Het zijn wel allemaal soorten die in (een) omringende land(en) als dwaalgast zijn ontdekt, en ook zijn ze allemaal in tuinen gezien. Ook deze soorten kúnnen dus nu in uw tuin zitten! En ze zijn niet al te moeilijk te herkennen …

Roodborstkardinaal Pheucticus ludovicianus (foto: Gerbrand Michielsen)

Wellicht wat onopvallende kleuren – maar een vrij grote dikke vogel (formaat Appelvink) met een enorme snavel en een duidelijke witte vleugel- en wenkbrauwstreep zorgen ervoor dat een onvolwassen Roodborstkardinaal goed in het oog springt! Deze Noordamerikaanse trekvogel is al meerdere keren gevonden in Europa, waaronder in Noorwegen en Denemarken (allebei op voedertafels …). Er één in Nederland vinden is dus slechts een kwestie van tijd, lijkt het. Ook in zijn gebruikelijke areaal (Canada en de Verenigde staten) houdt hij zich regelmatig op op voedertafels – waar hij zich voedt met zaden, zoveel maakt zijn dikke zaadetersnavel wel duidelijk.

Bijna altijd komen in Europa onvolwassen vogels terecht, zoals ook op de Azoren waar bovenstaande foto (in het voorjaar) genomen is.

Azuurmees Cyanistes cyanus (foto: Ronny Svensson)

Onwaarschijnlijk als de Azuurmees is als nieuwe soort voor Nederland, is het wel een soort die zich de afgelopen vanuit het oosten lijkt uit te breiden naar het westen, met diverse winterse waarnemingen van de soort in Zuid-Scandinavië als gevolg.

Determinatie mag geen probleem opleveren. Iedere deelnemer aan de tuinvogeltelling kent de Pimpelmees Cyanistes caeruleus, en bij de Azuurmees is het allemaal wat witter en groter. Een echte Azuurmees is groter dan een Pimpelmees, en spierwit op bovenkop, onderdelen en het bovenste deel van de vleugel. Bovendien heeft de Azuurmees een langere staart, met duidelijke witte randen. Hij zou geen spoor van groen of geel moeten vertonen. Heeft hij wel (licht)geel, bijvoorbeeld op de borst, dan zou het om een zogenaamde ‘Pleske’s Mees’ kunnen gaan, een hybride tussen Azuurmees en Pimpelmees. Deze hybrides zijn waarschijnlijk afkomstig uit de zone waar de soorten elkaar tegenkomen, oostelijk van ons.

Geelvleugelzanger Vermivora chrysoptera (foto: Garry Bakker)

Deze bijzondere soort is een Amerikaanse zanger, een zangvogelfamilie die gekenmerkt wordt door de fraaie combinatie van kleuren. Dat geldt wellicht wat minder voor de twee soorten Amerikaanse zangers die ooit in Nederland opdoken (Mirtezanger Setophaga coronata in de tuinen van het dorpje Oost-Vlieland in 1996 en Noordse Waterlijster Parkesia novaboracensis in een eendekooi, ook op Vlieland, in 2010) maar zeker wel voor deze Geelvleugelzanger (aanwezig in een Engels dorpje in januari-april 1989). Deze soort overwintert normaliter in Costa Rica, waar bovenstaande foto is gemaakt.

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het vinden van déze soort in uw tuin uiterst onwaarschijnlijk is maar aan de andere kant is het een ongewoon milde winter, net als in 1989, en hadden we ook nooit gedacht een Roodkeelnachtegaal in een Nederlandse wintertuin aan te treffen …

Heeft u tijdens de Nationale Tuinvogeltelling één van deze vogels in uw tuin of vermoedt u dat? Of vermoedt u een andere zeldzaamheid in uw tuin? Maak een foto en stuur deze met een beschrijving van uw waarneming naar info@vogelbescherming.nl, of zet een foto op de Facebook-pagina van Vogelbescherming Nederland:  https://www.facebook.com/vogelbeschermingnederland.

Dutch Birding zet zich in om het voorkomen van dwaalgasten in Nederland goed te documenteren. Ook daarom is een foto van uw zeldzaamheid belangrijk. In overleg met Vogelbescherming Nederland en natuurlijk u gaat het bestuur van Dutch Birding bij een zeldzaamheid in uw tuin na of, en zo ja hoe, een soort te bezoeken is zodat we er met z’n allen van kunnen genieten!

Discussie

Wim Wiegant  ·  7 januari 2017  02:36, gewijzigd 8 januari 2017  10:10

Met alle respect  (meestal, en zeker in dit geval, een aankondiging van het tegendeel):  wat een bijzonder slecht verhaal....!

Om het iets toe te lichten: laat de vogelvriend nou lekker kijken, dan maken wij -de zelfbenoemde kenners- er ons later wel druk over....!

Tom Damm  ·  7 januari 2017  12:14

In mijn beleving een prima (beeld)verhaal om die 'vogelvrienden' attent te maken op deze ongewone soorten en om mogelijk meer gevallen boven water te krijgen.

Vincent Hart  ·  7 januari 2017  12:59

Wees dan een vent, Wim, en haal de allemaal op de door Remco beschreven manier door vogelvrienden ontdekte Roodkeelnachtegaal, Baltimoretroepiaal en Oosterse Tortel van je lijst. Proost!

Max Berlijn  ·  7 januari 2017  13:29, gewijzigd 8 januari 2017  13:06

Ach, het kan geen kwaad mensen te attenderen op de mogelijkheden van zeldzaamheden in de tuin, echter moet dit stuk dan ook juist op plekken te lezen zijn waar mensen die dit nog niet weten hun informatie vandaan halen en mogelijk ook in de landelijke media/FB??

Remco Hofland  ·  7 januari 2017  13:44

Je doelt op het nut van dit stuk op deze plek, Max? De webpagina is online gezet daags voor het versturen van een nieuwsbrief aan circa 35.000 deelnemers van de jaarlijkse Nationale Tuinvogeltelling van Vogelbescherming Nederland, welke nieuwsbrief direct naar dit artikel doorlinkt.

De redenen voor Dutch Birding om op deze bescheiden wijze bij te dragen aan deze, door duizenden geïnteresseerde 'leken' ieder jaar beoefende hobby (al dan niet met hun kinderen noteren welke vogels hun tuin aandoen), zijn wat mij betreft

1. Een ludiek inzicht geven in mogelijke zeldzame tuinsoorten. Zoals jullie meteen zien, zijn sommige soorten (stukken) waarschijnlijker dan anderen - maar niets is uitgesloten, zoals de Roodkeelnachtegaal van 2016 en de Geelvleugelzanger van 1989 aantonen.

2. De Nederlandse Avifauna aanvullen en updaten met gevallen die op andere wijze lastig boven tafel komen; tuinen zijn immers privé.

3. Zo mogelijk, en (natuurlijk) altijd in samenspraak met bewoners, in voorkomende gevallen zoeken naar mogelijkheden om een zeldzame dwaalgast in woonwijken en eventueel tuinen met z'n allen te kunnen bekijken.

4. Verbreding van de media-aandacht voor (alle facetten van) onze mooie hobby: vogels kijken, in every shape & form. Voor Vogelbescherming Nederland én voor Dutch Birding.

Wat mij betreft in die volgorde. Deze reactie is op persoonlijke titel.

Remco Hofland

Voorzitter Dutch Birding

Arnoud B van den Berg  ·  7 januari 2017  14:11

Remco’s boodschap is ook dat, in de wintermaanden, verdwaalde zangvogels uit Amerika of Azië eerder in tuinen en tuintjes dan in natuurgebieden zijn te verwachten. In de VS (AZ, CA) worden tuinen met voederplaatsen stelselmatig afgezocht en dat zouden we hier ook kunnen proberen.

Arnold Meijer  ·  7 januari 2017  14:52, gewijzigd 7 januari 2017  14:55

Hartstikke leuk stukkie toch? Wanneer is de tuinvogeltelling?

Max Berlijn  ·  7 januari 2017  16:11, gewijzigd 7 januari 2017  16:14

28/29-01, prima Remco daar doelde ik op, ik heb als teller (nog) geen nieuwsbrief gezien met een link naar dit artikel maar dat zal dan wel volgen.

Gijsbert van der Bent  ·  7 januari 2017  16:14, gewijzigd 7 januari 2017  16:15

Kreeg vanochtend inderdaad een nieuwsbrief van Vogelbescherming over de tuinvogeltelling van 28-29 januari, met directe link. Oplage 35.000? Ik ben heel benieuwd wat dat gaat opleveren. En ook wat de verhouding goede melding/vals alarm is... ;-)

Gijsbert van der Bent  ·  7 januari 2017  16:23

Overigens ga ik voor de Zwartkeelheggenmus in de tuin. Lastig parkeren in onze wijk, maar de koffie zal klaar staan (voor een zacht prijsje...).

Ronald Messemaker  ·  7 januari 2017  16:34

Doe al enige jaren mee met de jaarrondtuintelling (mooi woord voor scrabble) en ik moet zeggen dat ik daardoor meer inzicht heb gekregen van de vogels in onze tuin. Helaas zaten daar nog geen klappers tussen..

De eerste reactie op dit stukje komt bij mij een beetje "toetsenbordrukkerig" over.  Je kunt beter je grief spuien op het pas verschenen stuk over twitchers in de Volkskrant, dat is pas een K.T verhaal....

Ronald Messemaker  ·  7 januari 2017  16:35

En........

Beste wensen allemaal en maak er een mooi vogelrijk jaar van....

Ronald Messemaker  ·  7 januari 2017  16:39

Het desbetreffende stukje uit de Volkskrant http://www.vogeldagboek.nl/sites/vogeldagboek.nl/files/image/2017/0/Kaalkop_Geelen.jpg

Vincent Hart  ·  7 januari 2017  16:54

Ronald Messemaker  ·  7 januari 2017  17:03

@Vincent  Ja, die zocht ik eigenlijk, top!

Max Berlijn  ·  7 januari 2017  17:45, gewijzigd 7 januari 2017  18:36

Tja die reactie van Geelen is wel een reactie waar ik bij het vertellen van reis en twitchverhalen soms mee te maken krijg. Ik red me er maar mee uit door het toe te geven (net als Arjan doet) en dat het (neven)doel de middelen heiligd. Twichen zorgt voor meer mensen die van natuurbeleving houden, waardoor "natuur" in en meer "sexy" is geworden wat bescherming bevorderd , de meeste getwitchte vogels hebben totaal geen last van hun bewonderaars (al willen sommige participanten op het forum van waarin.nl ons anders doen geloven). Daarnaast zorgt de gemiddelde zonaanbidder, die daarvoor een vliegtuig pakt, niet voor 20.000 euro beschermingsgeld...

En mannetje Geelen en zijn krantje scoren natuurlijk geen lezerstjes door een mening te verkondigen die de meeste hebben ("goh gaaf wat die Dwarshuis doet").

Ronald Messemaker  ·  7 januari 2017  17:55

Of lekker naar de dierentuin soortjes scoren (waterspreeuw in nijlpaardverblijf Emmer dierentuin is al een feit) :)

Jelle Scharringa  ·  7 januari 2017  18:57

Golden-winged warbler in de tuin? Ik kan niet wachten...

Steven Wytema  ·  8 januari 2017  00:21

De eerste tuinvogelteller is er vroeg bij:

http://waarneming.nl/waarneming/view/133466351

Ruud Schenk  ·  8 januari 2017  12:09

Een heerlijke en inspirerende reactie van Remco!

vogeltjes kijken (dus ook tellen in tuinen) als geweldig vermaak!

... En dan komt er zo af en toe een knaller uit de hoge hoed!!!

En dus ook de nadruk op zijn volgorde...

Lennart Verheuvel  ·  9 januari 2017  05:59

Prachtig! Zo slepen we die laatste bergheggenmus en bruine lijster er wel uit! Het gaat denk ik sowieso knallers opleveren als er een voor de leek goed toegankelijk platform is waar ze hun bijzondere vogels in de tuin kunnen melden, laat ze vooral ook weten dat ze de bijzondere dingen ook het hele jaar door kunnen melden!

Gijs Woldhek  ·  9 januari 2017  20:47

@Max, ik heb uit de reisverslagen die ik van je gelezen heb nog niet kunnen opmaken dat het twichen voor jou het nevendoel had van een bredere bewustwording bij het publiek. kreeg alleen maar de indruk dat je bezig was lijstjes af te werken maar als dat niet zo is, hoor ik het graag.

Diedert Koppenol  ·  9 januari 2017  22:12, gewijzigd 9 januari 2017  22:12

Geeft hij geen geld uit aan lokale gidsen dan? Eet en slaapt hij niet daar? Stimuleert hij daarmee niet het ecotoerisme, waar ook Arjan veel lof voor heeft? Hier een mooi artikel waarin Arjan dat goed uitlegt.

"Travelling so much is of course bad for the environment, but my biggest message is the importance of ecotourism for these birds."
- Arjan Dwarshuis

Max Berlijn  ·  10 januari 2017  13:22, gewijzigd 10 januari 2017  15:15

Ha Gijs, klopt (hoewel "lijstjes afwerken" niet de lading denkt), ik heb het dan ook over Arjan betreffende dat "nevendoel". Ik ben gewoon een ordinaire Holarctic twitcher die hooguit wat lokale gidsen en horeca spekt met wat inkomsten en reclame op deze site. Ik doneer voor elke lifer een bedrag aan https://lightfortheworld.nl (voorheen voornamelijk bekend voor hulp aan mensen met staar en andere oogproblemen in ontwikkelingslanden), lijkt/leek mij toepasselijk, en heb in 2011/2014 een inzameling gehouden voor gids Dalveer uit India voor een nieuwe kijker (zie stuk https://www.dutchbirding.nl/globalbirding/641/tragopan_hunters#641 ), helaas is zijn nieuwe kijker na een jaar weer gesneuveld... Zo koopt iedereen zijn schuldgevoel (een beetje) af....

Gijs Woldhek  ·  12 januari 2017  14:44

Hoi Max, bedankt voor je uitgebreide reactie. Mijn vraag of je interesse verder ging als lijstjes afwerken, was een vraag zonder vooroordeel. Ik begrijp heel goed dat als je een passie hebt, iedereen er wat mee doet (bijv. motorcrossen door de bossen van Drenthe) Dus, ja, als het bijdraagt aan eco toerisme, win win. Groet Gijs

Arnoud B van den Berg  ·  29 januari 2017  14:36

...in welke tuin moeten we zijn...?

Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.

Feedback?