Teamleden: Folkert Jan Hoogstra, Willem Bosma, Theo van Veenendaal, Gijs Baller en Jeroen Breidenbach.

Aantal soorten: 201 (waarvan 4* alleen door een meerderheid van het team en niet door iedereen) exclusief 3 C-categorie soorten (Fazant, Nijlgans en Halsbandparkiet).

Aantal km: 950 km, waarvan 15 km per fiets.

Weer: 's nachts vrij helder (halve maan) en nagenoeg windstil. Beginnend met 14 graden en dalend tot 5 graden. Overdag zonnig met vanaf de middag een steeds verder aantrekkende wind uit het noorden ('s avonds 6 a 7 Bf) met daarbij een middagtemperatuur van rond de 20 graden.

De voorbereiding
Na de ervaringen van vorig jaar hadden we goede hoop dat het record opnieuw te breken was. Vorig jaar hadden we rond 21:00 onze laatste soort. Met een andere route zouden we die 3 uur kunnen gebruiken voor extra targets. Ons geheime plan zou zijn om in navolging van het team van Roelof, Bert, Jan en Leo 's nachts in de Delta te beginnen om daar soorten als Strandplevier en Cetti's te pakken en vervolgens Buffelkopeend en Woudaap bij Rotterdam te doen. Hierna wilden we dan bij Utrecht Nachtzwaluw en Houtsnip doen om vervolgens Kwartel te pakken bij Wageningen. De Veluwezoom zou met zeldzame broedvogels als Middelste bonte specht, Korsnavelboomkruiper en Draaihals voor een boost moeten zorgen waarna we over zee zouden gaan kijken en de Top Of Holland (de drie noordelijke provincies: afgekort TOH) zouden uitkammen. De laatste 2 uren van de dag zouden we dan moerasvogels gaan zoeken in de Wieden/Weerribben. Het uiteindelijke plan is echter anders geworden.

In juni 2015 werd al gestart met de voorbereiding. Er werden twee nieuwe zaklampen aangeschaft. Deze werden in het veld getest en uiteindelijk werd één van beiden gekozen. Een kostbare, maar zeer waardevolle aanschaf. Ook kwam ik erachter dat wij elk jaar op de verkeerde plek de Grauwe klauwier van het Fochteloërveen zochten, dus werd daar ook tijd in gestoken. Vervolgens werd het een tijdje stil in de voorbereiding, maar in november werd een vogelweekend met vrienden in de Delta gepland. Zo konden we alvast de plekken bezoeken die we op het oog hadden om te kijken hoe de situatie er daar uit zou zien. We waren redelijk positief gestemd en er werden steeds meer soorten aan de nachtroute toegevoegd zoals Kuifaalscholver, Zwartkopmeeuw, sterns en Paarse strandloper. Vervolgens moesten we wachten tot het voorjaar zou worden, met ondertussen wat leuke afleiding in de vorm van een Roodkeelnachtegaal en Amerikaanse Tafeleend alsook nog wat spanning over een Maskerklauwier.

In maart was het zover. De eerste stap is altijd het bezoeken van plekken die we in de winter via waarneming.nl hadden gevonden. Timen hoe lang het lopen is, waar je wel en niet mag komen met de auto etc. etc. Ook werd begonnen met het zoeken naar Kortsnavelboomkruiper en spechten op de Veluwezoom. Spechten in overvloed, maar van Kortsnavelboomkruiper ontbrak ieder spoor. De verrassing was groot toen er een melding kwam van Kortsnavelboomkruiper op het Dwingelderveld. De vogel zong en ook de foto's leken op dit taxon te wijzen (een Taigaboomkruiper zou immers weer naar het noorden trekken en voor ons dus niet interessant zijn). De teleurstelling was groot toen bleek dat de vogel na verloop van tijd onvindbaar werd. Ook kwam een melding van Middelste bonte specht vlakbij het Dwingelderveld. Deze bleek wel een blijver. De Zeearend van het Lauwersmeer zat weer op het nest en via waarneming.nl werd ontdekt dat de TOH inmiddels een goede kolonie Grote zilverreigers bezit. Inmiddels broeden er ook Kleine zilverreigers op het vasteland van de TOH en omdat er sinds enkele jaren ook weer Draaihalzen broeden in de boswachterijen van Drenthe leken Flevoland en de Veluwe totaal overbodig.  Toch werden beide routes goed voorbereid en vonden we vele nesten. Ondanks alle moeite lukte het ons niet om een goede Kortsnavelboomkruiper te vinden op de Veluwezoom en alle uren die ik besteedde in het bos op zoek naar nesten van spechten leverde behalve drie nesten van Zwarte specht niks op. Wat is dat toch ontzettend lastig zeg. Je weet waar de vogels foerageren, waar ze roffelen en soms vind je zelfs oude nesten of verse uitgehakte holletjes. Ondanks het bijvoorbeeld op meerdere dagen urenlang volgen van een Kleine bonte specht levert dit niets op. Soms had ik de vogel meer dan een uur in beeld terwijl deze aan het foerageren, poetsen en roffelen was, maar dan vloog de vogel net weer naar het andere deel van het perceel tussen wat bomen door en was je deze weer kwijt. Zelfs met vier man tegelijk de vogel volgen blijkt niet voldoende te zijn om deze in het vizier te kunnen houden totdat hij de nestholte verraadt.

Wel vonden we een territoriale Draaihals op de Veluwezoom, vonden we zingende Sijzen en Kruisbekken, een zingende Keep drie dagen lang op exact dezelfde plek, twee Haviknesten, een Sperwernest, Ransuilnest, Ravennest, Kleine zilverreigernest, zeven IJsvogelnesten, een nest Grote gele kwikstaart, twee Staartmeesnesten, veel nesten van algemenere soorten zoals: Gekraagde roodstaart, Bonte vliegenvangers, Boomklevers etc. etc. en zelfs het nest van een Patrijs.

Het was inmiddels mei en nog steeds werd er geen territoriale Draaihals gevonden in de TOH. Zowel het hele Dwingelderveld als het Drents Friese Woud worden uitgekamd, maar niks. Ook bleven de meldingen van Morinelplevier en Goudplevier bij Anjum na begin mei uit, werden er nog steeds geen Flamingo's gezien op het Veluwemeer, leek de Witoogeend van het Dwingelderveld na maanden zijn plek te hebben verlaten, was de Buffelkopeend van Barendrecht dit jaar wel erg vroeg weg en was de Toendrarietgans van het Zuidlaardermeer niet meer aanwezig op de plek van de voorgaande twee jaren. Kwartel is laat en van Kwartelkoning bleven de meldingen ook uit. Dit ging niet helemaal zoals wij het in theorie bedacht hadden. Wel werden er zeer vroeg in het jaar zowel een Klein- als een Kleinst waterhoen gevonden en bleek het vermoeden juist dat het Wapserveen een goede plek voor Kwartel is, als je er maar op de juiste tijd van de dag bent. Tijdens een voorbereiding voor die Kwartel zag ik de Wilde zwanen helaas weer beide zwemmen op één van de plasjes in plaats van bij het nest. Weer geen jongen groot geworden dit jaar ben ik bang. Het gebied was ook redelijk droog dus wellicht vallen de jongen telkens ten prooi aan een Vos? Feit is wel dat als het nest verlaten wordt de zwanen gaan zwerven en vervolgens de zomer doorbrengen te Diependal. We moesten nog twee dagen wachten en hopen dat ze nog even zouden blijven. Voor Grote karekiet waren de vooruitzichten echter veel beter. In de Delta werden er een aantal gevonden zodat we backups zouden hebben. Tevens bleek de vogel van Strijensas tijdens een voorbereidingsronde ook 's nachts af en toe een strofe te doen. Hetzelfde gold voor de vogels van de Zwartemeerdijk. Vorig jaar hielden deze 's nachts de kaken stijf op elkaar, maar dit jaar lukte het in een voorbereiding gelukkig wel. Wellicht vanwege het betere weer in deze periode ten opzichte van 2015? Tijdens een voorbereiding in de Delta bleek dat de soorten overdag allemaal vrij makkelijk waren, maar dat dit 's nachts toch wel een probleem zou kunnen worden. De knoop wordt doorgehakt: we beginnen in het noorden en sluiten af in het zuiden.

De grote dag
Al vanaf vorig jaar hadden we 14 mei als streefdatum voor de grote dag. Dit jaar zouden we echter proberen flexibeler te zijn zodat we ook eerder of later konden gaan, mocht dat gezien de weersvoorspellingen beter zijn. Nadat we elke dag de weersvoorspellingen bespraken en van mening waren dat zaterdag best moest kunnen en dat de wind uit NW richting zelfs goed kon zijn voor de zeetrek, belde woensdagavond toch een bezorgde Jeroen mij op. Het slechte weer leek eerder te komen dan verwacht en hij dacht dat vrijdag beter zou zijn. Theo kon een afspraak van donderdagavond afzeggen, Willem kon vrij krijgen van zijn werk, Gijs kon ondanks zijn afstudeerproject ook en ikzelf had vakantie dus het plan werd omgegooid en we besloten vrijdag de 13e te gaan.

Die ochtend ondernam ik nog een voorbereidingsronde in het Lauwersmeer. Vervolgens haalde ik Jeroen van station Groningen, checkten we nog even de Slechtvalk die heeft besloten te broeden in de kast die hangt aan de apenrots (bijnaam voor het gebouw van de Gasunie), reden naar huis, printten de checklist, deden alvast wat spul in de auto en doken het bed in zodat we uiterst fit aan de Big Day zouden kunnen beginnen.

Half zeven klimmen we er weer uit, eten nog een vette hap in de snackbar (ook een traditie aangezien een vette hap je in de nacht veel langer verzadigd houdt, zodat je beter in je eetritme kunt blijven) en gaan richting Zwolle. Recent zijn hier nog Casarca's gemeld en we willen kijken of deze er nog zitten zodat we er 's nachts langs kunnen gaan. Er blijken maar liefst vier Casarca's evenals zes Kolganzen te zitten. Een stuk meer dan laatst gemeld. Een goed begin dus. De andere jongens staan al klaar op het station en vervolgens gaan we Kwartelkoning zoeken in de uiterwaarden. Overal waar we komen blijken de uiterwaarden plat gebulldozerd te zijn vanwege werkzaamheden. Geen Kwartelkoning voor ons dus. We gaan nog even tanken en komen iets voor half twaalf aan bij Heerde. Hier parkeren we voor de slagbomen en lopen door het bos naar een plas waar Brilduikers zitten. We horen hier ook andere mensen en zien dat er een volleybalnet is gespannen op het strandje. Tevens enkele tenten hier. Hetzelfde volleybaltoernooi als vorig jaar zal wel weer gaande zijn. Er is nog een stelletje aan het zwemmen (skinny dippen wellicht?), maar op de plek waar wij moeten staan is het rustig. Het is nog lekker warm en we kunnen zonder jas aan gaan wachten.

Om kwart voor twaalf worden de Brilduikers opgezocht en snel gevonden. Zaklamp weer uit en wachten. vijf voor twaalf roept een Dodaars een paar keer. Twee minuten voor twaalf worden de Brilduikers weer opgezocht en in de scoop gehouden tot middernacht. Brilduiker is binnen evenals een roepende Wilde eend en Meerkoet. Dodaars blijft stil.

Heerde

1. Brilduiker - 00:01
2. Wilde eend - 00:01
3. Meerkoet - 00:02

Vervolgens rennen we door het bos, hebben nog even wat problemen met de kofferbak, schieten de auto in en rijden naar Zwolle. Onderweg zien we een Ooievaar op zijn nestpaal staan. Eerder die avond kwamen we voor de Vreugderijkerwaard een open brug tegen. Het bleek dat ze de brug aan het testen waren en van een medewerker aldaar horen we dat ze daar tot zeker half vijf 's nachts mee bezig zullen zijn. We weten dus dat we een klein stukje om moeten rijden. Aangekomen bij de plas horen we direct een aantal soorten roepen of zingen. De Casarca's zitten niet op de plek van eerder die avond, maar worden snel door Jeroen gevonden. We vinden twee van de vier vogels en tevens één Kolgans. Een zeer welkome soort hier is een roepende Zwarte ruiter, al zullen we deze later nog op meerdere plekken tegen komen.

Vreugderijkerwaard

4. Ooievaar - 00:23
5. Blauwe reiger - 00:25
6. Snor - 00:25
7. Grutto - 00:25
8. Grauwe gans - 00:26
9. Knobbelzwaan 00:26
10. Grote canadese gans - 00:26
11. Wulp - 00:26
12. Bergeend - 00:26
13. Kievit - 00:27
14. Waterral - 00:27
15. Kleine plevier - 00:27
16. Groenpootruiter - 00:27
17. Casarca - 00:28
18. Kolgans - 00:29
19. Tureluur - 00:30
20. Krakeend - 00:30
21. Zwarte ruiter - 00:30

De volgende stop is de Zwartemeerdijk. Bij de dijk duurt het maar even of we horen een Grote karekiet. Ook horen vier man een mannetje Bosuil roepen (later nog één bij Appelscha en Dwingelo door het hele team). Roerdompen die hier zitten horen we niet.

Zwartemeerdijk

22. Sprinkhaanzanger - 01:00
23. Grote karkiet - 01:02
24. Kleine karekiet - 01:03
25. Scholekster - 01:05
26. Bosuil - 01:08

Op naar de schuur van Natuurmonumenten waar een Kerkuil huist. Als we aankomen horen we echter niets. We wachten bij het hol, maar niets. Geen geroep van jongen uit het hol en geen langsvliegende vogel zoals hier vaak het geval is. We verspillen hier onze tijdvoorsprong en als we weer precies op schema zitten besluiten we de dip te accepteren en verder te gaan.

Wieden - Ronduite

27. Rietzanger - 01:40

Beulakerpolder leverde dit jaar in de voorbereiding net zo weinig op als vorig jaar dus slaan we dat gebied weer over en binnen no-time staan we bij de Auken. Omdat de wind zacht is en ook nog eens uit de juiste richting komt gaan we luisteren langs de weg en niet vanuit de hut. Jeroen hoort iets roepen aan de andere kant van de weg, maar weet niet wat het is. We luisteren even, maar horen het niet nog eens. Ik roep iedereen weer snel tot de orde, zodat we weer gaan luisteren aan de plas. Het duurt maar even en horen bijna tegelijk een jonge Lepelaar, Roerdomp, Purperreiger en Waterhoen.

Wieden - de Auken

28. Lepelaar - 01:57
29. Roerdomp - 01:57
30. Purperreiger - 01:57
31. Waterhoen - 01:57

Nu richting Wetering Oost. Hier aangekomen horen Willem en ik direct het Klein waterhoen. De anderen pikken deze niet op tijd op. Het geluid van het hoentje is lastig te filteren tussen de ontelbare kikkers die er zitten te kwaken. Iets later pikken Jeroen en Gijs de roep ook op, maar lukt het Theo maar niet het juiste geluid te filteren. Theo vertelt ons dat zijn gehoor inderdaad niet helemaal 100% is en dat hij met één oor niet goed hoort. Intussen ben ik een stukje gaan lopen om te horen of de vogel van een andere plek beter te horen is. Dit is niet het geval, maar er zingt een Nachtegaal die we later uit een rijdende auto meepakken. Een Bosrietzanger die hier volgens Jelle Aalders ook ergens zou moeten zitten, wordt niet gehoord. Er wordt omwille van de tijd ook niet gericht naar gezocht.

Weerribben - Wetering oost

32. Koekoek - 02:11
33. Kokmeeuw - 02:11
34. Klein waterhoen* - 02:21
35. Nachtegaal - 02:26

Een lange rit naar Friesland om het andere hoentje te zoeken volgt. Ondanks dat het kleinste hoentje wellicht ergens in de Wieden of Weerribben zou moeten zitten, konden we deze niet vinden tijdens één van onze voorbereidingen. Omdat we verder geen targets meer hebben die nacht en het precies in de tijdplanning past, gaan we toch nagenoeg anderhalf uur aan één soort spenderen. Vlak voor de plek zijn er wegopbrekingen, maar vinden we snel de juiste plek. Hier ontstaat hetzelfde probleem als bij het Klein waterhoen. Jeroen, Willem en ik horen de vogel direct. Gijs bij de tweede keer,  maar Theo heeft er vijf keer voor nodig. Doordat Theo iets meer tijd nodig heeft horen we wel een Porseleinhoen dat vanaf dan begint te roepen. Een meevaller, al hadden we deze nog elders ingepland. Teruglopend naar de auto hoort een enkeling nog een tweede Kleinst waterhoen.

Eastmar - de Putten

36. Kleinst waterhoen - 03:17
37. Porseleinhoen - 03:20

De nachtsessie is voorbij. De dagvogels gaan zo wakker worden dus haasten we ons naar de hei. Heidevogels zijn namelijk de eerste soorten die wakker worden. Onderweg weer een wegopbreking. Het is niet echt duidelijk of je nu wel of niet door kunt rijden, maar bij gebrek aan een omleiding rijden we gewoon door. Wonder boven wonder lukt dit en komen we om vier uur aan bij de hei. De bosrand rondom het Aekingerzand is flink uitgedund om het stuifzand meer te kunnen laten stuiven. Hierdoor is het wel makkelijk soorten scoren vanuit een rijdende auto. Enigszins onverwacht op deze plek is een zingende Blauwborst in een stukje riet bij een plasje.

Aekingerzand

38. Gekraagde roodstaart - 03:59
39. Nachtzwaluw - 03:59
40. Boomleeuwerik - 03:59
41. Blauwborst - 04:02

Bij de boerderij waar een Steenuil huist stoppen we even en de vogel zit al te roepen. Dat ging makkelijk. Snel door naar de Ganzenpoel voor Houtsnip. We wachten bijna een half uur aan de bosrand. De moed zakt ons in de schoenen. Al halen we 200 soorten, Houtsnip moet gewoon op de lijst. Liever een kenmerkende broedvogel dan één of andere dwaalgast op de lijst. Toch kunnen we echt niet langer blijven. Als we teruglopen naar de auto horen we een Regenwulp wakker worden die zeer waarschijnlijk de nacht heeft doorgebracht in de Ganzenpoel. Vlak voor de auto ineens een opgewekte Jeroen. Hij hoort de Houtsnip. En verrek, een eind verderop inderdaad een baltsende vogel. Dit jaar echter niet zo mooi als voorgaande jaren waarbij we de vogel bijna altijd boven onze hoofden hadden en ook het geknor konden horen. We moeten het dit jaar met "gezip" doen. Wel worden we vergezeld van een langdurig roepende Bosuil zodat die nu ook voor Theo binnen is.

Wateren - Ganzenpoel

42. Steenuil - 4:04
43. Roodborsttapuit - 04:09
44. Roodborst - 04:27
45. Merel - 04:32
46. Regenwulp - 04:34
47. Houtsnip - 04:36

Nu snel naar het Wapserveen om op tijd te zijn voor Kwartel. Onderweg met een raam open worden wat soorten binnen getikt.

Tussen Wateren en Wapserveen

48. Zwartkop - 04:43
49. Geelgors - 04:43
50. Veldleeuwerik - 04:44
51. Zanglijster - 04:52
52. Winterkoning - 04:53
53. Tjiftjaf - 04:54

Ook bij het Wapserveen zijn ze met de weg bezig. De brug wordt er vernieuwd. We parkeren voor de brug en rennen over de fietsbrug het Wapserveen in. Op Gijs na, die achteraan loopt horen we een Wilde zwaan roepen. Yes, ze zitten er nog! We kunnen ze vanaf hier niet zien dus zullen ze vast in de naastgelegen sloot zwemmen. We wachten op Kwartel, maar net als bij de Houtsnip blijft het angstvallig stil. Zijn we te laat? Tijdens een voorbereiding riepen ze ook maar heel kort, maar toch tot in ieder geval vijf uur af en toe een strofe. Op een gegeven moment zien we twee grote vogels opvliegen. Het blijken een Ooievaar en een Kraanvogel! De Ooievaar vliegt naar zijn nestpaal terwijl de Kraanvogel na een rondje weer in het gebied gaat zitten. Een paar dagen terug had ik hier ook al een roepende Kraanvogel, maar dan een stuk verderop. Het gebied lijkt me echter veel te klein om als broedgebied voor de soort te kunnen dienen. Als we weer teruglopen naar de auto dan ineens toch het "kwik-me-dit" van de Kwartel. Yes! Weer wordt wachten beloond. Voordat we ons haasten naar Dwingelo kijken we nog even in de sloot, maar zien de zwaan helaas niet, waardoor Gijs deze niet zal waarnemen.

Wapserveen

54. Rietgors - 04:55
55. Wilde zwaan* - 04:55
56. Watersnip - 04:55
57. Graspieper - 04:58
58. Kraanvogel - 05:08
59. Kwartel - 05:08
60. Grasmus - 05:08

Onderweg naar Dwingelo weer met het raam open:

Tussen Wapserveen en Dwingelo

61. Zwarte kraai - 05:12
62. Spreeuw - 05:13
63. Koolmees - 05:14
64. Pimpelmees - 05:14
65. Huismus - 05:14
66. Buizerd - 05:18
67. Vink - 05:20
68. Groenling - 05:23
69. Kauw - 05:25
70. Boomkruiper - 05:31
71. Grote bonte specht - 05:32

Op het Dwingelderveld ons tweede geheime wapen:

De dag ervoor hadden we vier fietsen klaargezet om de bosvogels effectief te kunnen binnen harken. De gevonden nesten of territoria lagen nogal uit elkaar en lopend zou het ons drie uur hebben gekost, wat teveel zou zijn. Door het Dwingelderveld liep vroeger een autoweg. Deze is enkele jaren geleden afgesloten en doet nu dienst als fietspad. Hierdoor is het nu niet meer mogelijk om snel met de auto alle plekken bij langs te gaan. Toch zijn we erg blij met deze verandering. Er is nu veel meer rust in het gebied. Dat de vogels dit erg kunnen waarderen blijkt wel als vlak langs het fietspad twee Kraanvogels lopen te foerageren. We kunnen ze prachtig bekijken terwijl ze hier ontspannen mee door gaan. De eerste stop is een plas water waar de afgelopen dagen een Kuifduiker zat. Deze is helaas onvindbaar (later zullen we horen dat de vogel op een plas buiten het Dwingelderveld heeft gezeten net toen we hem nodig hadden). Wel merk ik een Tapuit op die over het pad vliegt en op een paaltje gaat zitten. Opvallend veel tapuiten nog overal dit jaar. We kunnen onze backup, het Aekingerzand, nu skippen.

Dwingelderveld

72. Matkop - 05:34
73. Fitis - 05:35
74. Goudhaan - 05:36
75. Tuinfluiter - 05:37
76. Grote lijster - 05:38
77. Boompieper - 05:40
78. Houtduif - 05:43
79. Putter - 05:44
80. Witte kwikstaart - 05:47
81. Tapuit - 05:48
82. Kuifeend - 05:51
83. Kneu - 05:53
84. Tafeleend - 05:54
85. Appelvink - 05:54
86. Braamsluiper - 05:56
87. Slobeend - 06:00
88. Fluiter - 06:03
89. Wielewaal - 06:03

Snel doorfietsen naar het Holtveen om Dodaars en Geoorde fuut te zoeken. Er vliegt iets over. Kijker er op: Zomertortel! We hadden voor deze soort wel een plek in het Fochteloërveen, maar dit scheelt minimaal tien minuten. We gaan verder naar het Holtveenslenk, maar niet voordat Theo een Raaf ontdekt in één van de dode bomen aldaar. Verderop zit er nog één te roepen. Van Mathias Koster weten we dat de Grauwe klauwieren alweer bij de slenk zitten en het duurt maar even of ik zie het paartje vliegen waarvan het vrouwtje op een meter of tien voor ons in de top van een struikje gaat zitten. Fantastisch, wat een mooie waarneming! Roodhalsfuut wordt ook snel gevonden. Nog even de scoop op de Oeverzwaluwkolonie zodat iedereen deze heeft. Check!

Dwingelderveld - Holtveen en Holtveenslenk

90. Geoorde fuut - 06:05
91. Zomertortel - 06:05
92. Dodaars - 06:05
93. Raaf - 06:07
94. Oeverzwaluw - 06:08
95. Torenvalk - 06:09
96. Grauwe klauwier - 06:10
97. Fuut - 06:10
98. Roodhalsfuut - 06:11

Iets verderop zit een perceel met de Kleine bonte specht welke ik in de voorbereiding uren heb gevolgd. Het duurt maar even of een gil van Jeroen. Hij hoort het mannetje kekkeren. We rennen naar Jeroen toe terwijl we proberen niet te struikelen en de specht roept nog een keer. Check, ook binnen. We kunnen ons geluk niet op en dansen naar de fietsen. Voor ons de eerste keer dat een vooraf ingeplande Kleine bonte specht ook daadwerkelijk lukt!

Vanaf de plek waar we de fietsen hebben neergezet een halve minuut het Holtveen checken voor Boomvalk. Bam! direct een valk in beeld. Ja hoor, een Boomvalk. Echter verdwijnt de vogel te snel achter een grote eik en komt niet meer tevoorschijn. Drie uit vijf zien de vogel en deze kan op de lijst. Gelukkig zien we later op de dag allemaal nog één. Ook horen we hier weer een Kwartel. Het geluid lijkt zich te verplaatsen wat impliceert dat het een overvliegende vogel betreft.

Dwingelderveld

99. Kleine bonte specht - 06:21
100. Boerenzwaluw - 06:24
101. Boomvalk - 06:25

Nu naar een plek met veel Jeneverbessen alwaar in de voorbereiding een Goudvink aan het zingen was.  Met een overvliegende Grote zilverreiger krijgt Jeroen gelijk dat we voor die soort eigenlijk geen stakeout nodig hebben. We staan nog geen tien seconden bij de Jeneverbessen en scoren inderdaad een Goudvink en tevens een Zwarte mees. Als we Willem vragen wat de stand is blijkt dat we de 100 soorten al gepasseerd zijn en dat zelfs een half uur eerder dan vorig jaar!

Dwingelderveld

102. Grauwe vliegenvanger - 06:29
103. Bonte vliegenvanger - 06:30
104. Grote zilverreiger - 06:31
105. Zwarte mees - 06:32
106. Goudvink - 06:32

Een stukje verderop denk ik iets van een Kuifmees te horen. Jeroen die op dat moment net even scherper is, corrigeert mij. Het is een zingende Kruisbek! Een erg goede soort! Het begint er echter wel steeds meer op te lijken dat de soort in de grotere boswachterijen van Drenthe een garantie is. In nagenoeg elke voorbereidingsronde had ik er wel één.

Dwingelderveld

107. Kruisbek - 06:34
108. Gaai - 06:38

Snel de doorgaande weg over en het noordelijke deel uitkammen. Waar het zuidelijkoostelijke deel van het gebied vooral bestaat uit loofbomen zoals Eik, Beuk en Berk met hier en daar een naaldbosje bestaat het noordelijke deel voor een zeer groot deel uit naaldbomen van verschillende soorten zoals: Fijnspar, Douglasspar, Grove den en Europese lork (Lariks). Dit levert weer net andere soorten op.  We zijn een stukje onderweg als ik denk een Havik in een boom te zien. Ik ga vol in de remmen, waardoor Theo achterop mij knalt. Gelukkig geen schade, maar de vogel blijkt een Buizerd die uit de boom vliegt. De Buizerd wordt echter vervangen door een veel betere soort: Een Zwarte specht plakt tegen de achterkant van de boom en laat af en toe zijn kop zien. Nu hoeven we niet naar het nest wat weer wat tijd scheelt. Jeroen denkt dan een zingende Barmsijs te horen, maar we horen de vogel niet nog een keer. Wel een Boomklever. Ver voordat we bij het Staartmeesnest aankomen is de soort al binnen en ook zingt er een Glanskop en een Vuurgoudhaan. We zijn scherp op Sijs die ik elke keer in dit gebied hoorde tijdens de voorbereidingen. Het duurt maar even en twee Sijzen vliegen roepend over. Nu nog Kuifmees en Groene specht.

Dwingelderveld

109. Zwarte specht - 06:40
110. Staartmees - 06:47
111. Glanskop - 06:48
112. Boomklever - 06:51
113. Sijs - 06:53
114. Vuurgoudhaan - 06:54

Als we bijna het noordelijke deel weer uit fietsen maken we nog even een stop voor Kuifmees die daar altijd wel zit. Tijdens het wachten ineens weer het "kuup kuup" van een Kruisbek. Een jonge vogel gaat voor ons in een spar zitten foerageren. Terwijl we de kijker er op hebben, horen we een Kuifmees zingen en kunnen we weer door.

Dwingelderveld

115. Kuifmees - 07:03

Nu is het nog een aardig stukje fietsen naar de auto en eigenlijk hoeven we nog maar één soort. We krijgen er echter nog een kekkende Havik bij. Jeroen die bij Willem achterop zit begint inmiddels aardig last te krijgen van de afdruk van de bagagedrager, welke inmiddels goed in zijn achterwerk staat gedrukt, dat we even wisselen. Aangekomen bij de plek van een Groene specht checken we nog even de omgeving van een Holenduivennest. Je kunt de makkelijke soorten maar beter alvast hebben als je er toch een nest van hebt. Vervolgens komt er een specht aanvliegen en plakt tegen één van de Beuken aan die aan de rand van het gebied staat. Groene specht!! De vogel vliegt direct door en alleen Gijs, Theo en ik nemen deze waar. Snel fietsen we verder en horen een Groene specht zijn lach ten gehore brengen. Nu binnen voor alle teamleden. Verderop nog een Groene specht die van het pad op vliegt. Zo, dat is ook wel eens lastiger gegaan. We hopen stiekem toch op een Draaihals, maar zien of horen niks.

Dwingelderveld

116. Havik - 07:06
117. Holenduif - 07:15
118. Groene specht - 07:14

Doorfietsen naar de Schaapskooi voor een eventuele Heggenmus en Zwarte roodstaart. Deze soorten zien of horen we hier niet. Vorig jaar had ik hier al een nestkast van Kerkuil gevonden en ook al eens aan Jeroen laten zien. Jeroen besluit deze in zijn uppie even te checken en ziet de Kerkuil direct de kast invliegen. Jeroen voelt zich schuldig dat hij alleen is gaan kijken en niet even op de rest gewacht heeft. Schuldgevoelens helpen echter niets. We weten dat de uil minder dan 3 meter van ons verwijderd is, maar we zullen de vogel toch echt zelf moeten waarnemen voordat we deze mogen tellen. De verwachting is dat de Kerkuil zich niet meer laat zien of horen dus we gaan gewoon verder richting het Ransuilnest. Even weet ik de boom niet meer te vinden, maar al snel hebben we een adulte Ransuil op nest in beeld.

Dwingelderveld

119. Ransuil - 07:38


De fietsen worden weer neergezet en we springen de auto in om richting de Middelste bonte spechten te gaan. Toen de vogels daar net gevonden waren, had ik de grootste moeite ze te vinden en enkele keren werd de soort er zelfs gedipt. Eind april/begin mei toch maar eens kijken of ik een nest zou kunnen vinden. Dit lukte niet, maar telkens als ik aankwam zat de specht een paar keer te zingen in exact hetzelfde perceel. Geen nestholte te vinden in één van die bomen daar dus we zullen geluk moeten hebben. Richting de plek lopend horen we nog niks, maar op de plek zelf klinkt een aarzelend gegaai. Dit klinkt wel goed, maar er zit ook een Zanglijster en Spreeuwen dus helemaal zeker zijn we niet. Jeroen loopt even om en krijgt de specht in beeld. Wij staan nog aan de andere kant en horen weer gegaai. Jeroen kan bevestigen dat dit inderdaad van de Mibo komt. Ook weer lekker makkelijk zo! Er zingt nog een Heggenmus dus zijn we binnen no time weer op pad.

Westeinde

120. Huiszwaluw - 07:48
121. Heggenmus - 07:58
122. Middelste bonte specht - 07:59

Er wordt koers gezet richting het Fochteloërveen. Maar dan, het noodlot slaat toe. We horen een tik en vervolgens veel gekras en gebrom. De uitlaat is doormidden gebroken en sleept over de grond.


Ik zak letterlijk door mijn benen van wanhoop als ik één, twee, drie geen mogelijkheid kan bedenken dit snel te fixen. In al ons egoïsme wordt in het wilde weg rond gebeld naar iemand die ons kan voorzien van vervangend vervoer. Zo wordt ook mijn vader uit zijn slaap gebeld en godzijdank kan hij een auto aan ons afstaan voor de rest van de dag. Dit gaat wel dusdanig veel tijd kosten dat we besluiten om het gehele Zuidlaardermeer te skippen. Hierdoor gaan we hoogstwaarschijnlijk Steltkluut missen. Ook zou dit ons mogelijk Witvleugel- en Witwangstern gaan kosten, maar in Leeuwarden werden deze soorten ook af en toe gezien op één van de plassen en die moesten we dan maar proberen. De Toendrarietgans die er de afgelopen jaren aan het overzomeren was, kon ik tijdens een voorbereiding niet vinden en voor Slechtvalk hebben we naast de plek in Groningen nog twee locaties. Van de 207 targets hebben we er op dat moment zes gedipt (Kwartelkoning, Kerkuil, Bosrietzanger, Kuifduiker, Kleine Barmsijs en Keep). Hiervan zouden Kerkuil en Bosrietzanger zeker nog moeten kunnen. Ook al zouden we de Zuidlaardermeerspecialiteiten missen, dan nog zaten we ruim op schema voor een record. Voordat we de auto gaan ophalen, moeten we nog wel het Fochteloërveen doen, dus wordt met veel gebrom en gekras koers gezet naar dit prachtige gebied. Onderweg vinden we een overvliegende Sperwer. We horen bij één van de boerderijen dit jaar geen Spotvogel, maar nu vinden we er wel Ringmussen. Naar Grauwe klauwier hoeft niet meer gezocht te worden dus installeren we ons bij het bankje van de Natuurmonumentenschuur en turen het veen af. Theo en ik vinden vrij snel elk een Roodpootvalk. Gijs en Willem lukt het om 1 van beide vogels op te pikken, maar Jeroen ziet nog niets, wat weer typisch is voor het verloop van de gehele dag, waarbij het lastig blijkt te zijn dat het hele team een soort direct waarneemt.


We zoeken vervolgens eerst naar een Paapje, maar zien hier alleen Rietgorzen en nog twee Kraanvogels (wordt steeds makkelijker die soort). Zeer vervelend, want in de voorbereiding zaten hier altijd Paapjes. Dan toch maar een sprintje het fietspad op en ja, twee Paapjes in een struik. Bingo! snel weer naar de auto. Op de Weperpolder zien we een aantal fotografen staan en dit kan natuurlijk maar één ding betekenen: daar jagen de Roodpootvalken. Voorspelling correct, want ze vliegen hier mooi dicht bij de auto. Iedereen heeft de soort dus verder naar het eerder gevonden nest van de Grote gele kwikstaart. Tot twee dagen voor de Big Day zaten de jongen in het nest. Ze groeiden als kool dus het wordt spannend. Inderdaad, de jongen zijn volgroeid en uitgevlogen. Niet getreurd, want direct zien we het mannetje op de rand van de sluis staan.  Op naar Leek om van auto te wisselen.

Fochteloërveen

123. Turkse tortel - 08:29
124. Sperwer - 08:31
125. Kleine mantelmeeuw - 08:32
126. Bruine kiekendief - 08:36
127. Ringmus - 08:38
128. Roodpootvalk - 08:43
129. Paapje - 08:55
130. Aalscholver - 08:55
131. Grote gele kwikstaart - 09:01

Onderweg veel mensen die met handgebaren proberen duidelijk te maken dat er iets mis is met onze auto. Alsof we ons van geen kwaad bewust zijn rijden we stug door. Aangekomen in Leek komt mijn vader al met sleutels naar buiten. Hij hoorde ons natuurlijk van ver al aankomen. We tikken nog even een roepende Gierzwaluw binnen en zetten de spullen over. De kofferbak van de Fiat Panda is echter de helft kleiner dan van mijn Skoda Felicia (en dat is al niet zo'n grote auto) dus moeten er wat spullen achtergelaten worden. Willem besluit om dan maar snel een korte broek aan te trekken en dan kunnen we weer op weg. Shit, Willem heeft zijn verrekijker laten liggen. Snel weer terug, pakken en wegwezen.

Leek

132. Gierzwaluw - 09:31

De plek van de autowissel ligt midden tussen Fochtelo en het Lauwersmeer, wat goed uitkomt. In het Lauwersmeer gaan we eerst de velden bij de proefboerderij scannen op Grauwe kiekendief en hopelijk wat andere rovers. Hier helaas weinig rovers dus snel weer terug. Op de dijk aangekomen ziet Willem een aantal rovers vliegen. Toch maar even checken. Het blijken allemaal Buizerds op thermiek. Dan een kreet van Willem: Grauwe kiekendief mannetje! Waar? Waar? Eeeh, ja daar! wijzend op een veld. Niet echt de beste locatiebeschrijving, maar we begrijpen Willem zijn stress ook wel een beetje. Gelukkig vliegen de vogels dichtbij en betreft het zelfs een paartje.

Lauwersmeer - Proefboerderij

133. Roek - 09:42
134. Ekster - 09:53
135. Grauwe kiekendief - 10:11

Bij Zoutkamp staat de brug open. We springen uit de auto, rennen de dijk op en beginnen als een gek om ons heen te scannen. Theo ziet twee Kleine strandlopers en Willem wat Visdieven, maar verder komen we niet. De Brug zakt weer dus kunnen we verder. Net voordat we aankomen bij het Jaap Deensgat kunnen we eindelijk onze eerste Gele kwikstaart opschrijven. Onderweg hadden we er al veel gehoord, maar van niet één de kop gezien en konden we er tot dan toe niets mee. We rennen vervolgens naar de uitkijkheuvel bij het Roodkeelplasje, alwaar ik ga zoeken naar een Slechtvalk die de dag ervoor nog ter plaatse was. Theo kijkt achter ons en vindt wat goede eenden. Slechtvalk wordt niet gevonden. De zoveelste Roerdomp van de dag zit midden op de dag te hoempen. Jeroen ziet vervolgens een rover vliegen, maar als hij de scoop er op wil zetten vliegt een loeiharde soort door zijn beeld: twee Goudplevieren! Die waren in de voorbereiding echt nergens meer te vinden. Snel wordt de scoop iets naar links gezet en overgegeven. Dit herhalen we en iedereen pikt de twee vogels op. Fantastisch! Hier begin ik eindelijk in te zien dat Jeroen wellicht gelijk heeft dat ik mij niet zo'n zorgen hoef te maken over soorten die ik zelf in de voorbereiding niet kon vinden. We zijn nu immers met een team en niet alleen. Waar de rover is gebleven zal een raadsel blijven. Inmiddels heeft iedereen op mijzelf na een goed roepende Baardman gehoord. Mijn oren zaten denk ik even dicht, want ik hoorde helemaal niets. Het duurt een paar spannende momenten, maar dan horen we er nog één. We willen terug naar de auto, maar Jeroen knalt nog even verder en pikt in vlucht een tweede kalenderjaar meeuw op die dusdanig spannend is (nauwelijks venster in de handpennen, mooie witte staart met taps lopende zwarte tekening) dat hij deze in beeld houdt tot deze landt. De vogel gaat op de plaat voor de hut zitten en we rennen als een malle de hut in alwaar de vogel kan worden afgemaakt als tweede kalenderjaar Geelpootmeeuw.

Lauwersmeer - Jaap Deensgat

136. Visdief - 10:17
137. Kleine strandloper - 10:17
138. Brandgans - 10:20
139. Gele kwikstaart - 10:22
140. Oeverloper - 10:30
141. Wintertaling - 10:31
142. Zomertaling - 10:31
143. Smient - 10:31
144. Kluut - 10:32
145. Goudplevier - 10:32
146. Baardman - 10:36
147. Grote mantelmeeuw - 10:38
148. Geelpootmeeuw - 10:44

Bij de Vlinderbalg wordt even gestopt voor Zwarte Stern.

Lauwersmeer - Vlinderbalg

149. Zwarte stern - 10:52

Door naar de Haven voor Zwarte roodstaart. Zelfs deze rakker hadden we voorbereid, maar nu kunnen we hem niet vinden. Ik zet de overige teamleden af, zodat zij kunnen zoeken naar meeuwen, sterns, Steenloper en Paarse strandloper. Ik loop een rondje voor de roodstaart, maar vind niks. Ons derde geheime wapen: een brood. Helpt ons echter niet aan spannende meeuwen en alleen Theo ziet een Steenloper. We rijden een stukje verder, maar ook daar geen roodstaart. Dan naar de veerhaven. Ook hier niets. Jeroen en Gijs beginnen waarneming.nl te checken of er bijvoorbeeld ook één in Den Oever zit of op onze Patrijzenplek. Ik weiger op te geven en rijd naar de tennisbaan. Ook hier niks. Sjonge jonge, ga je zo lekker en dan doet zo'n basissoort weer zo moeilijk. Maar dan: ineens de zang van de roodstaart. Jeroen hoort het niet. Even stoppen en ja hij zingt nog een keer. We zien de vogel nu ook op de rand van een gebouwtje zitten en kunnen verder. Gelukkig hadden we wat voorsprong op het tijdschema. Ondertussen vliegt er ook nog een groepje Steenlopers voor de auto langs.

Lauwersmeer - Haven

150. Zilvermeeuw - 10:59
151. Zwarte roodstaart - 11:13
152. Steenloper - 11:15

De volgende twee targets zijn een tweede kalenderjaar Pontische meeuw op de dam voor het Egbert Schuldinkeiland die ik daar gisteren vond en een Kleine zilverreiger op het nest aldaar. De meeuw zit op nagenoeg dezelfde steen en ook is het nest van de reiger niet te missen. Dat gaat weer lekker!

Lauwersmeer - Egbert Schuldinkeiland

153. Pontische meeuw - 11:18
154. Kleine zilverreiger - 11:20
155. Rotgans - 11:23

De Bantpolder wordt overgeslagen. Even wordt getwijfeld over Paesens Buitendijks, omdat ik daar gister een man Smelleken ter plaatse had. Tijd verliezen aan het gokken op een soort die niet op de targetlijst staat, is niet slim. We rijden dus direct door naar Ezumakeeg Zuid en tikken daar vrij snel twee strandlopers en een ruiter weg. Willem is ondertussen alweer flink rovers aan het zoeken. Ineens hoor ik achter mij: "valkje!" Scoop er op en yes! vrouwkleed Smelleken over de dijk achter ons vliegend naar het noorden. Jeroen heeft deze ook direct in zijn scoopbeeld, waardoor Theo snel in mijn scoop kan kijken en Gijs in de scoop van Jeroen. Sinds het begin van onze Big Days is Willem onze roverman en eindelijk maakt hij het weer eens helemaal waar. Iets later kunnen we nog een valk aan het totaal toevoegen. Een hele club stelten en eenden gaat de lucht in en Jeroen pikt er direct een jagende Slechtvalk uit. Alle valken zijn binnen! Weer iets later (als het vinden van een Pijlstaart nog steeds niet is gelukt) zien Jeroen en ik een ruiter lopen met wel hele gele poten. De vogel zou vanuit de hut beter te zien moeten zijn dus zetten we het weer op een lopen. Wat fotografen geven ons de ruimte in de hut, maar de teleurstelling druipt van de gezichten af als we niets anders dan Tureluurs en Groenpootruiters kunnen vinden. Hmm... dat zag er van de weg af toch veel spannender uit. Als we weer de hut uit lopen zien we de Rouwkwikstaart? lopen. Voor de zekerheid kijkt iedereen er even naar, maar durven we deze nog niet te tellen. Er is nogal wat onenigheid over de determinatie. Enkele vogelaars melden deze als Rouwkwikstaart, maar door andere vogelaars wordt deze weer bestempeld als hybride. Wat het ook is, je kunt hem maar beter hebben.

Lauwersmeer - Ezumakeeg Zuid

156. Bosruiter - 11:31
157. Bontbekplevier - 11:31
158. Temmincks strandloper - 11:31
159. Kemphaan - 11:34
160. Smelleken - 11:36
161. Slechtvalk - 11:39
162. Stormmeeuw - 11:40
163. Krombekstrandloper - 11:46

Godzijdank hebben we hier geen Pijlstaart gezien. Gister zaten er nog vele, maar er is duidelijk wegtrek geweest van een aantal soorten. Als we Pijlstaart hadden gezien waren we niet meer naar Keeg Noord gegaan en nu dus wel. Bij Keeg Noord meld ik dat ik weer twee Zwarte sterns zie. Vogelaars die naast ons zitten vertellen dat het er wel 200 zijn. Oeh, dat is spannend. Jeroen begint ze af te zoeken en ik check voor Pijlstaart. Een mannetje van deze soort zit te slapen op exact hetzelfde punt als gister. Weer lekker makkelijk. Jeroen vindt dan drie Dwergmeeuwen: twee tweede kalenderjaar vogels en een adult. We zoeken de Zwarte sterns nog af naar de zeldzamere varianten, maar vinden deze niet. Jeroen vindt dan nog een Bonte strandloper. Bijna besteden we hier te weinig aandacht aan, maar kijken toch allemaal even. Het zal de enige van de dag blijken.

Lauwersmeer - Ezumakeeg Noord

164. Dwergmeeuw - 11:58
165. Pijlstaart - 12:00
166. Bonte strandloper - 12:00

Op naar de Pomp. Na jaren is de Zeearend hier weer eens lekker makkelijk. Als we naar de plek lopen hoor ik een IJsvogel en breng dat met een luide kreet over aan de teamleden. De vogel roept weer en Willem en Jeroen die bij mij lopen horen de vogel ook. Gijs en Theo lopen voorop en horen niks. Balen, weer een soort die we niet met z'n allen hebben. Wel is dit de laatste soort waarvoor we een backup hadden in Leeuwarden (Sperwer, Havik, Casarca, Slechtvalk en IJsvogel) en kunnen die plek nu helemaal skippen. Iets verderop is Bosrietzanger niet te missen. Zeearend zit mooi zichtbaar op het nest. Via waarneming.nl weten we dat hier een Blauwe kiekendief zou moeten jagen. Ik geloof er beduidend minder in dan Jeroen en Theo en na een korte scan geloof ik het wel en loop ik weer terug naar de auto. Jeroen en Theo blijven nog even scannen, maar vinden geen Blauwe Kiekendief. We zien dan dat de mensen op de uitkijkbult ineens allemaal achter zich kijken. Er blijkt een Boomvalk te vliegen. Ik zie vervolgens een vogel door het riet klauteren en wil deze even door de verrekijker bekijken. Als ik door de verrekijker kijk heb ik een dikke vlek in beeld. "Huh, wat is dit nu weer?" Wat blijkt: mijn oculair is ondergescheten door een overvliegende vogel. Wonder boven wonder ben ik zelf nog helemaal schoon terwijl de kijker toch direct tegen mij aan hangt. Ondanks het geluk dat we die dag hebben met de soorten, blijkt toch dat vrijdag de 13e wel degelijk ongeluk kan brengen. Een flesje water wordt opgeofferd om mijn kijker weer schoon te krijgen en de katoenen tas waar Gijs zijn etenswaren voor die dag in heeft zitten wordt gebruikt als droogdoek. Onze tweede Slechtvalk van de dag is op dat moment boven onze hoofden aan het knokken met een Torenvalk.

Lauwersmeer - de Pomp

167. IJsvogel* - 12:20
168. Bosrietzanger - 12:22
169. Zeearend - 12:24

Theo stapt vervolgens achter het stuur. We weten van Merel Zweemer dat er op de plassen bij Leeuwarden geen moerassterns meer te bekennen zijn. Jaap Westra had dit 's morgens ook al voor ons gecheckt (met het oog op Dwergmeeuw). We rijden direct door richting de kop van de Afsluitdijk. Theo vindt onderweg vanachter het stuur een kiekendief die over de weilanden onze kant op komt vliegen. Kijker er op: vrouwtje Blauwe kiekendief! Goede bonus zeg. Deze kunnen we samen met het Smelleken mooi wegstrepen tegen de gemiste moerassterns.

Tussen Leeuwarden en de Afsluitdijk

170. Blauwe kiekendief - 13:33

Bij Cornwerd zien we vanuit de auto al meerdere Krooneenden. En dat terwijl ze een week eerder allemaal foetsie waren. We zien ook dat er door het lage water aldaar een aanzienlijke plaat ligt waar veel meeuwen op staan. Een betere kans op Reuzenstern gaan we niet krijgen dus een snelle check volgt. Helaas, niks te zien. Bij het Kornwerderzand kijken we nog even of de eerder door mij gevonden man Topper nog aanwezig is. Het water blijkt op wat futen en meerkoeten na helaas leeg. We dubben nog even over de wadkant, maar hebben voor alle eenden die we daar verwachten nog andere goede plekken. We lopen iets achter op het tijdsschema dus gaan we door. Hier nog wel onze tweede Pontische meeuw van de dag voor de auto langs vliegend.

Kop van de Afsluitdijk

171. Krooneend - 13:51

Van Bob Woets weten we dat er geen Toppers meer in de Dijkwielen zitten, maar dat er nog wel eens wat verloop kan zijn. Ook meldt hij ons dat er die ochtend een Smelleken, Blauwe kiekendief en Visarend aanwezig waren en dat de enorme groep Noordse kwikstaarten met enkele Engelse ook nog aanwezig is. Bob kon die ochtend de Kuifduiker echter niet meer vinden. We hebben tevens een goede locatie doorgekregen waar we het beste het wad kunnen scannen. Ik zet de jongens af bij het laatste plasje van de Dijkgatsweide en ga snel kijken of er toch nog een Topper in de Dijkwielen zit. De Dijkwielen blijken op een Wilde eend na leeg te zijn dus ren ik snel de dijk op om het IJsselmeer te bekijken. Hier erg veel wind en golven, maar geen Topper. Snel weer terug in de hoop dat de anderen meer geluk hebben. Als ik terug ben hebben de andere teamleden nog geen kwikstaarten kunnen vinden, maar denkt Jeroen een vrij zekere Gestreepte strandloper te hebben gevonden. Als ik door zijn scoop kijk is de vogel nergens meer te bekennen. Er lopen alleen nog wat Bontbekplevieren. Er stopt een auto naast ons. Het is Otto de Vries. Hij sommeert ons de auto van het fietspad te halen (leek ons juist veiliger dan op de weg, maar er blijken ongelukken met fietsers gebeurd te zijn, aldus Otto). Otto heeft ook nog goed nieuws en dat is dat de kwikstaarten nog een veld verder naar het zuiden zitten, namelijk in het modderveld. Hier duurt het even, maar iedereen krijgt de beide soorten in beeld. Visarend wordt niet waargenomen. Niet vliegend en ook niet rustend in de mast. We doen nog een snelle check in de Zuiderhaven waar de Kuifduiker inderdaad niet wordt gevonden. Dat de vogel er wel zit blijkt later, omdat Otto deze later alsnog terugvindt.

Den Oever - Dijkgatsweide

172. Noordse kwikstaart - 14:35
173. Engelse kwikstaart - 14:42

Vervolgens checken we de Waddenhaven op Toppers. Vorig jaar zaten ze hier immers ook nog. Nu zit er helaas niets. Dip accepteren en door richting het Schor voor wat steltlopers. We zijn net op tijd, want er is een man zijn hond aan het uitlaten op de hoogwatervluchtplaats en hier zijn de steltlopers niet van gediend. In recordtempo tikken we de steltlopers binnen en dan vliegt de hele boel op. Zo zonde dat iemand niet kan begrijpen dat een hond voor zoveel verstoring kan zorgen. Er is zat ruimte om je hond uit te laten, maar blijkbaar moet dat per sé op die plek. We zitten helaas veel te ver om de man te kunnen aanspreken en moeten weer door.

Den Oever - Schor

174. Rosse grutto - 14:59
175. Zilverplevier - 14:59
176. Drieteenstrandloper - 14:59
177. Kanoet - 15:01

Het stuur wordt door mij weer overgenomen en we spoeden ons naar een plek verderop waar door Leon Kelder een aantal maal een groep Rotganzen met daartussen twee Witbuikrotganzen is gemeld. Vorig jaar hadden we goede hulp van Bob die toen Witbuik- en Zwarte Rotgans voor ons opgezocht had. Dit jaar moeten we het echter zelf opknappen. Als we aan komen rijden zien we nog niets, maar precies op de stip van waarneming.nl loopt een groep rotganzen en met een beschrijving als "links van dat bosje voor die inham in het kruid" pikt iedereen één of beide Witbuiken op.

Den Oever - Broekpolder

178. Witbuikrotgans - 15:13

Nu koersen we naar Callantsoog. Onderweg wordt de locatie van een eerder gemelde Spotvogel weer via waarneming.nl opgezocht. Voordat we bij die plek zijn zie ik een mooi bosje voor de soort. Ik verzoek Theo, die naast mij zit, zijn raam open te doen en we horen direct het gepiep van een badeendje. Dat kan maar één ding betekenen. Even in de achteruit en Spotvogel is binnen! In Callantsoog is een Grauwe franjepoot al lekker aan het rondtollen in het water. Aan de andere kant van het gebied zoeken we vanaf de parkeerplek voor de zekerheid nog een goede Rouwkwikstaart op, die ik dit keer beduidend sneller vind dan in één van onze voorbereidingen. Vorig jaar dipten we de soort hier zelfs op de Big Day.

Callantsoog - Nollen van Abbestede

179. Spotvogel - 15:39
180. Grauwe franjepoot - 15:45
181. Rouwkwikstaart - 15:53

Van Nick van der Ham weten we dat we bij Egmond iets meer kans hebben op Zwarte zee-eend dan bij Camperduin. Egmond gaat toch teveel tijd kosten en we willen ook nog graag even de Putten checken. Bij Camperduin stuiven we dus de trap op en installeren ons voor de zeetrek. Direct roept Theo: Ik zie iets zwarts. Gijs merkt heel droog op dat het een eend betreft. Ik kan mijn lachen bijna niet inhouden en zie inderdaad mooi dichtbij een Zwarte zee-eend mijn scoopbeeld passeren. Ik zet de scoop iets vooruit, laat Willem kijken en iedereen heeft de soort. Vervolgens vindt Jeroen tot tweemaal toe een Jan-van-gent. Eerst een adult en daarna een onvolwassen vogel, maar wij krijgen niets in beeld. We hebben mazzel met een zeilboot die voor de kust drijft, want ineens vliegt er met een noodgang een Kleine jager door mijn beeld naar zuid. Iedereen zeilboot in het vizier? .....NU langs zeilboot... We denken dat iedereen de soort heeft, maar Gijs ziet niets. Gelukkig is de onvolwassen Jan-van-gent even later niet te missen. De vogel doet alsof hij naar het noorden vliegt, maar drijft door de enorme windkracht langzaam naar zuid. De vogel vliegt ook nog eens erg dichtbij en is met het blote oog goed te zien. Kleine jager ruilen we in voor de Roodkeelduiker op onze targetlijst en we haasten ons weer de dijk af. De Putten worden nog even onder handen genomen, maar dit levert niets nieuws op. Over zee zien we behalve de gemelde soorten nog een groepje Rosse grutto's, wat Visdieven, enkele Grote sterns, wat meeuwen, een paar Aalscholvers en een groep Regenwulpen. Een enkeling ziet nog een extra Zwarte zee-eend.

Camperduin - zeetrek

182. Grote stern - 16:17
183. Zwarte zee-eend - 16:24
184. Kleine jager* - 16:36
185. Jan-van-gent - 16:38

Theo stapt weer achter het stuur voor een lange rit naar de Randstad. Onze eerste target is een Europese kanarie bij Wassenaar. We belanden echter vrij vroeg al in een behoorlijke file. Ja, dit was een verwacht risico door de dag te verschuiven van zaterdag naar vrijdag. We houden de tijdplanning strak in de gaten en besluiten dat we de kanarie moeten laten schieten. Met de Iberische tjiftjaf van Den Haag kunnen we wel precies op schema blijven rijden. Den Haag kunnen we sneller door dan in onze voorbereiding en vrij snel staan we in het perceel waar de vogel zou moeten zitten. Hier is het stil. Nou ja, stil... Een enorm gesuis van de harde wind is wat we horen. Ik besluit wat water te gaan lozen en meen ineens een Buidelmees te horen. Theo hoort het ook en de rest komt naar ons toe gerend. Ondanks wat riet en bosjes ziet de plek er niet goed uit voor de soort. Wellicht vervormt de wind een roepend Merelvrouwtje dusdanig dat het op een Buidelmees begint te lijken dat we er niet teveel aandacht aan besteden. We verspreiden ons over het perceel en Jeroen denkt iets gehoord te hebben. Vervolgens blijft het stil. We moeten weg. Als we op het bruggetje staan draaien we ons nog één keer om. Jeroen hoort de Iberische tjiftjaf. Wij horen alleen vanaf de andere kant van de sloot een gewone Tjiftjaf een wat apart riedeltje doen, maar dan luid en duidelijk uit het bekende perceel toch de zang van de Iberische tjiftjaf. Weer wordt ons wachten en niet opgeven beloond. Ons eigen aantal van vorig jaar is verbroken!

Den Haag - Loosduinen

186. Iberische tjiftjaf - 19:06

Nu naar de plek voor Patrijs. Tijdens een voorbereiding werd zelfs een nest van de soort gevonden. Dan zou het toch moeten lukken. En ja hoor: we hoeven niet eens af te remmen, want nagenoeg op dezelfde plek foerageren open en bloot twee Patrijzen. Zo makkelijk is die soort ook nog nooit geweest.

Den Hoorn

187. Patrijs - 19:22

Op de volgende stop kunnen we weer twee soorten scoren. We stoppen bij Slag Baardmannetje (hint) en vrijwel meteen roepen we in koor: "Cetti's!" Even later zijn ook de twee Zeekoeten mooi in beeld die rustig dobberen op het golvende meer.

Oostvoornse meer

188. Cetti's zanger - 19:55
189. Zeekoet - 19:58

Nu naar Ouddorp, alwaar op een mooi eilandje voor de dijk een dusdanig aantal makkelijke soorten zit dat we het record daar zullen gaan verbreken. Eerst tikken we nog allemaal Zwartkopmeeuw binnen (drie man hadden al een vogel op een akker een stukje eerder) en binnen dezelfde minuut hebben we een Noordse stern in beeld. Het record is binnen! Er volgt een vreugdekreet, gevolgd door de melding dat ik meerdere Dwergsterns zie foerageren. Op advies van Garry Bakker zitten we helemaal aan de oostkant van het eiland en daar moeten we nog Strandplevier. We proberen het toch vanaf hier en rijden niet naar de westkant. Het kost een minuut, maar dan hebben we meerdere Strandplevieren in beeld. Het record is verbroken, maar als we op deze voet doorgaan kunnen we zelfs de 200 gaan halen. We zien nog hoe de volgende Pontische meeuw van de dag een bad neemt en vliegen de dijk weer af de auto in.

Ouddorp - Markenje

190. Zwartkopmeeuw - 20:26
191. Noordse stern - 20:29
192. Dwergstern - 20:31
193. Strandplevier - 20:34

Op de Brouwersdam is een flinke zandstorm gaande en zijn zelfs bulldozers bezig de weg vrij te houden. Gelukkig hebben we hier op de plek waar onze Paarse strandlopers zouden moeten zitten geen last van. Veel dank aan Wietze Janse die ons van informatie heeft voorzien omtrent de whereabouts van Paarse strandloper bij hoog en laag water. We rijden rustig langs de kant, maken nog een noodstop voor een steen en zien vervolgens een auto voor ons rijden die hetzelfde lijkt te doen. Die auto stopt, een man stapt uit en jaagt daarmee een hele groep scholeksters en twee Paarse strandlopers(!) van de dijk. De vogels komen gelukkig onze kant op en we kunnen de strandlopers mooi bekijken als ze langsvliegen. Tegelijk zijn we eigenlijk een beetje boos dat die zeevissers (want dat blijken het te zijn) precies moesten stoppen op de rustplek van deze vogels. Zien dat soort mensen die vogels niet of boeit het ze gewoon niet? In ieder geval zijn we blij dat we net op tijd waren. Verrassend genoeg zien we hier geen enkele Steenloper. Als we nog een paar zandduinen hebben getrotseerd, zijn we weer op weg.

Brouwersdam

194. Paarse strandloper - 20:52

Bij Westerschouwen zit al een behoorlijke tijd een Grote zee-eend eenzaam te zijn. In ieder geval is de soort er makkelijk en van Mathias Koster weten we dat er ook een Zwarte rotgans vlakbij zit. We willen eerst de zee-eend gaan doen, maar vrij dicht langs de weg zien we een groep rotganzen in wel erg hoog gras zitten. Omdat ze echter zo dichtbij zitten scannen we vanuit de auto met onze kijker alle nekken af en vinden een goede kandidaat Zwarte rotgans. Een camper stopt achter ons. Hier zijn de rotganzen niet van gediend en de groep gaat helaas de lucht in. Wel kunnen we vaststellen dat het inderdaad de Zwarte rotgans betreft. Dan de dijk op. Eerst denken we de eend te zien liggen op de kant, maar dit blijkt een steen. Een stuk verderop proberen we het weer en zien met het grootste gemak van de wereld de eend zwemmen.

Westerschouwen

195. Zwarte rotgans - 21:07
196. Grote zee-eend - 21:14

Volgende stop is Neeltje Jans, alwaar we de magische grens van 200 soorten kunnen breken. In dat geval moeten wel alle targets meewerken en we weten dat er daarvan één zeer lastig kan zijn. Eerst checken we de plek voor Kuifaalscholver en Jeroen ziet direct een tweede kalenderjaar vogel staan. Ook veel Eiders hier, maar een Middelste zaagbek kunnen we nog niet vinden. Dan naar de Vluchthaven. Het is inmiddels extreem hard gaan waaien en zo goed als we kunnen zoeken we naar de Zwarte zeekoet die helaas net als in een voorbereiding niet aanwezig is. Ook hier geen Middelste zaagbek. Een week ervoor zwom er hier nog een paartje en lag het mannetje regelmatig op de kant te rusten. Wel weer twee Geelpootmeeuwen hier. Jeroen stelt voor om buitendijks te kijken, maar door onze voorbereiding weten we al dat de Zwarte zeekoet daar ook niet gevonden zal worden. Onderweg hadden we nog een groep rustende Eiders gezien en gaan daar tussen kijken of we een Middelste zaagbek kunnen vinden. Dit lukt niet en we rijden naar de Roggeplaat. Hier vinden we dan eindelijk een mannetje Middelste zaagbek slapend naast enkele Eiders.

Neeltje Jans

197. Eider - 21:21
198. Kuifaalscholver - 21:22
199. Middelste zaagbek - 21:47

We zetten koers naar Rotterdam alwaar nog drie targets te doen moeten zijn. Eerst hebben we contact met zowel Herman van den Brandt als Garry Bakker over een Kerkuil en krijgen een locatie door. Ondertussen heeft Gijs een andere Kerkuillocatie opgesnort waarbij we via een stream op onze telefoons precies kunnen zien wat er gaande is in die kast. Bij die Kerkuil zou ook een Woudaap moeten zitten. Deze plek is echter te ver rijden en dus proberen we de beide soorten op de eerder vastgestelde plek. Voordat we aankomen blijkt Jeroen zijn raam al open te hebben gezet en hoort hij de uil. We stappen uit, maar horen niks. Even verder rijden tot een bruggetje. Ik wordt gebeld door Herman. Op dat moment is de rest al uitgestapt en hoort soort nummer 200: Kerkuil. Ik hang op, stap uit en de vogel roept nog een keer. We staan te stampen, te juichen en te dansen op de weg. Wie had dit 24 uur eerder durven dromen? Omdat Grote Canadese gans wellicht ooit van de lijst gaat willen we er in ieder geval nog één soort bij hebben. Wederom van Garry Bakker (wat een held) horen we aan het begin van onze Big Day dat hij zowel een roepende Woudaap als een roepende Kwak heeft gevonden. We proberen eerst de Woudaap. Het waait erg hard, maar boven alle verwachtingen zit de aap gewoon te roepen. Het is wat lastig te horen, maar als we in de luwte gaan staan horen we de soort allemaal. Ook hier weer een Roerdomp (misschien wel de tiende van de dag). Dan aan de overkant van de weg kijken of we in het schijnsel van de maan of op roep nog Steltkluten kunnen vinden. Als we de dijk oplopen, merken we dat dit veel onrust veroorzaakt onder de aanwezig slapende meeuwen en ganzen. Ai, daar hadden we niet op gerekend. Snel de dijk weer af. Steltkluut moeten we dan maar laten schieten.

Rotterdam

200. Kerkuil - 23:08
201. Woudaap - 23:45

Het is nu vier voor twaalf en we zijn klaar. We besluiten om diezelfde nacht nog ons aantal bekend te maken. Zoals verwacht was de verbazing groot en wilden mensen direct weten wat die 20+ aan bonussoorten wel niet waren. Om nog niets van onze route prijs te geven besloten we dit nog even voor onszelf te houden.

Bijschrijfsoorten en gemiste soorten
De "bijschrijfsoorten" in onze route waren: Pontische meeuw, Geelpootmeeuw, Engelse kwikstaart, Blauwe kiekendief, Smelleken en Kleine jager. Verder zijn Grauwe franjepoot, Roodpootvalk en Iberische tjiftjaf niet elk jaar aanwezig en moet je ook mazzel hebben met een Zwarte zee-eend en een Jan-van-gent. Daarvoor kan natuurlijk wel een dag met goede wind uitgezocht worden.

Onze uiteindelijk diplijst bestond uit de volgende soorten: Kwartelkoning (hadden we toch wel verwacht te vinden in de uiterwaarden van Zwolle), Kuifduiker (de Dwingelderveld-vogel zat die dag net op een andere plas en de Den Oever-vogel zat wellicht net in het riet), Kleine Barmsijs (in de voorbereidingen zingende vogels gevonden), Keep (vorig jaar in juli nog zingend op het Dwingelderveld en ook dit jaar nog tot laat in april een vogel roepend aanwezig), Witwangstern, Witvleugelstern en Steltkluut hadden we natuurlijk gewoon gehad als we geen autopech hadden, Topper (tja, toch wellicht de wadkant van het Kornwerderzand moeten doen), Roodkeelduiker (Is een mazzelsoort, maar in ons eerste jaar hebben we ervaren dat we vergaten te zoeken naar een bepaalde soort doordat we erg vermoeid waren. Als een soort op de targetlijst staat voorkom je dat probleem), Zwarte Zeekoet (was een risicofactor. De vogel werd onregelmatig gezien in de vluchthaven. Als die daar niet zat was het onbekend waar de vogel verbleef), Kwak (zat in Middelburg, maar op Neeltje Jans verloren we teveel tijd aan Middelste zaagbek) en IJsduiker (had wellicht met de zaklamp gekund in de Reeuwijkse plassen als we Kerkuil niet hadden hoeven te doen).

Vervolgens zijn er dan nog enkele soorten die we tot een week ervoor nog wel op de targetlijst hadden, omdat ze er de laatste paar jaren ook wel zaten. Dit waren: Morinelplevier, Flamingo, Draaihals en Buffelkopeend. Ook wisten we dat er ergens in de Lauwersmeer nog Buidelmezen zouden moeten broeden, maar konden we die zelf niet vinden en wordt de locatie uiteraard goed geheim gehouden. Verder had ik tijdens de voorbereiding een territoriale Wespendief gevonden, maar hier zouden we te vroeg op de dag zijn langsgekomen en tevens bleef de Slangenarend helaas niet plakken (of wellicht zit hij er gewoon nog, maar is het een sneaky bastard).

Epiloog
En nu dan? We hebben voor ons gevoel nu de ultieme route ontrafeld. Niets is echter zo veranderlijk als vogels. Dit jaar was het Zuidlaardermeer bijvoorbeeld beduidend slechter voor vogels, omdat de beheerder een groot stuk heeft drooggelegd ten behoeve van de flora. Hierdoor is eigenlijk het hele broedgebied van de Witvleugelstern verpest en zou het goed kunnen zijn dat ze in de toekomst wellicht een ander gebied gaan uitzoeken (Biesbosch wellicht?) of natuurlijk weer weg zullen blijven. Hoe zal het de Draaihals vergaan? Is dit jaar weer een teken van afname in de boswachterijen van de TOH, of waren ze gewoon erg stil en blijken ze er toch te zitten? En de Kortsnavelboomkruiper dan? Even leek het er op dat ze de Drentse bossen hadden gevonden, maar die hoop bleek vergeefs. Ook de Veluwezoom was nog niet zo verzadigd als gehoopt. Gaan ze verder oprukken of niet? Ook de Oehoe kan wellicht dienen als een soort voor de Big Day. De Visarend is net zo'n soort. Als het broedgeval in de Biesbosch slaagt, kunnen we ze dan in de toekomst wellicht toch in andere gebieden gaan verwachten zoals de Oostvaardersplassen, het Lauwersmeer of toch wellicht het Zuidlaardermeer. En dan nog Steppekiekendief, Blauwe Kiekendief en Velduil? Dit jaar hadden we daarnaast de gelegenheid om de eerste Zwartkoprietzanger te mogen ontvangen in ons land. Wellicht rukt deze soort wel op. Uit hetzelfde gebied komt ook de Graszanger. Deze soort lijkt nu afwezig, maar de laatste winters zijn zacht dus wie weet komt hij terug.

Hoe lang zullen we aan de andere kant nog kunnen genieten van het gekras van de Grote Karekiet, het ijle roepje van de Buidelmees of het gekoer van de Zomertortel? Blijven de Witwangsterns nog wel nu het beheer van het Zuidlaardermeergebied zoveel minder goed is voor de broedvogels? (inmiddels lijkt het erop dat de soort inderdaad een ander gebied heeft uitgekozen om te broeden). De rallen zijn ook een onzekere factor. Als het gedaan is met de aanleg van nieuwe plas/dras gebieden en de pionierssituatie van deze gebieden verdwijnt, zijn we deze wellicht ook weer kwijt. En misschien het gekste idee van allemaal: wat als er in de toekomst ook in andere gebieden weer Korhoenders worden uitgezet en er worden jongen groot gebracht? In theorie zou je die dan ook kunnen tellen. Wie weet zitten er in de toekomst wel weer Ruigpootuilen of Dwerguilen die je mee kan pakken in je nachtroute. Er kan dus nog zoveel veranderen in de komende jaren dat de lijst aan targetsoorten er wellicht nog heel anders uit kan komen te zien. Voor nu weten we het nog niet. Gaan we volgend jaar weer? Ongetwijfeld. Of we ook landelijk gaan is de vraag. Het TOH-record zouden we toch ook wel graag willen hebben.

Op basis van deze lijst kan wellicht een verkeerde conclusie worden getrokken. Als je immers elk jaar meer en meer verschillende soorten in Nederland kunt zien en er bijna elk jaar wel bericht is over een nieuwe broedvogel, zou je haast denken dat het goed gaat met de natuur in Nederland. Niets is echter minder waar. Door het toenemende aantal vogelaars worden er in een steeds sneller tempo bijzondere vogels en dwaalgasten gevonden (die laatste zaten er vroeger natuurlijk ook al, alleen werden er toen minder gevonden). Veel algemene broedvogels kunnen zich ondanks inzet van verschillende werkgroepen nauwelijks in stand houden en gaan dus achteruit. Omdat dit veelal nog erg algemene soorten betreffen, of juist soorten die vrij oud kunnen worden zoals bijvoorbeeld de steltlopers uit het waddengebied, of de weidevogels, lijkt het allemaal nog niet zo erg. Als het beheer van bijvoorbeeld de landbouwgebieden niet wordt aangepast, het stikstofprobleem niet wordt opgelost, de jacht in het Middellandse-Zeegebied onverminderd doorgaat en natuurgebieden alleen maar meer versnipperd raken in plaats van samengevoegd worden, houd ik mijn hart vast voor de toekomst.

Dankwoord
In het verslag zelf hebben wij al enkele namen genoemd, maar we willen toch een volledige lijst toevoegen van mensen waaraan wij tijdens de voorbereiding en de dag zelf veel aan hebben gehad. In alfabetische volgorde:

Jelle Aalders, Garry Bakker, Jacob Bosma (Fr), Herman van den Brand, Iris Brouwer, Pieter Doorn, Nick van der Ham, Wietze Janse, Mathias Koster, Gerrit Krottje, Durk Lautenbach, Kees van Rij, Lenneart Steen, Otto de Vries, David uit de Weerd, Jaap Westra, Bob Woets en Merel Zweemer.

Verder hebben we dit record ook zeer te danken aan de concurrentie die ons de afgelopen jaren is geboden door het team van Alwin van Lubeck, André-Willem Faber, Dušan Brinkhuizen, Lazar Brinkhuizen en Pieter van Veelen. Wat begon als het bijhouden van een daglijstje tijdens de TOH-vogeldag is uitgegroeid tot een serieuze competitie waarbij we elkaar telkens proberen te overtreffen. Door deze leuke en soms ook minder leuke (als je hoort dat je weer verslagen bent) strijd waren we extra gefocust om alles er uit te persen en tot in de puntjes voor te bereiden. Jaren van ervaring op doen, dagelijks waarneming.nl afspeuren (hulde aan de oprichters en grote dank aan iedereen die er zijn waarnemingen op invoert) en in combinatie met Google Maps en Excel een zo goed mogelijke route opstellen, hebben ons dit record opgeleverd. Ik kan in ieder geval voor mijzelf, maar waarschijnlijk voor het hele team spreken als ik zeg dat we door deze competitie betere vogelaars zijn geworden. In de afgelopen jaren is onze kennis over het verblijf en verschijnen van vogels erg toegenomen. Weten we een stuk meer over de broedbiologie van veel schaarse soorten en hebben we ons erg verbeterd in onze geluidenkennis. Zoals Bert de Bruin als reactie zei op het record van vorig jaar: er zit nog meer in het vat. Gezien de autopech, de file, het niet aanwezig zijn van enkele soorten die er andere jaren wel zitten en het dippen van een aantal soorten dat jaarlijks wel aanwezig is, is het geen kwestie van of, maar van wanneer dit record weer verbroken gaat worden. Voor nu zijn we in ieder geval zeer trots dat wij als eerste de magische grens van 200 soorten zijn gepasseerd.

Folkert Jan Hoogstra

Aantalsverloop van de laatste pogingen van ons en het concurerende team:

Vergelijking in het aantal nieuwe soorten per uur tussen 2015 en 2016 van ons team:

Omdat ik houd van vergelijkingen hierbij nog een overzicht tussen de verschillen met het record van 2003 en 2015.

In 2003 wel en wij niet:

1. Kuifleeuwerik
2. Kleine Rietgans
3. Roodkeelduiker
4. Topper
5. Grote Zaagbek
6. Steltkluut
7. Witvleugelstern
8. Ortolaan
9. Buidelmees
10. Wespendief
11. Flamingo

In 2003 niet en wij wel:

1. Casarca
2. Klein waterhoen
3. Kleinst waterhoen
4. Porseleinhoen
5. Wilde zwaan
6. Kruisbek
7. Sijs
8. Groene specht
9. Middelste bonte specht
10. Roodpootvalk
11. Grauwe kiekendief
12. Geelpootmeeuw
13. Pontische meeuw
14. Smelleken
15. Zeearend
16. Engelse kwikstaart
17. Witbuikrotgans
18. Iberische tjiftjaf
19. Cetti's zanger
20. Zeekoet
21. Dwergstern
22. Paarse Strandloper
23. Zwarte rotgans
24. Kuifaalscholver
25. Woudaap

in 2015 wel en wij niet:

1. Kwartelkoning
2. Draaihals
3. Witwangstern
4. Witvleugelstern
5. Toendrarietgans
6. Steltkluut
7. Amerikaanse Goudplevier
8. Visarend
9. Topper
10. Morinelplevier
11. Roze Pelikaan

in 2015 niet en wij wel:

1. Klein waterhoen
2. Porseleinhoen
3. Wilde zwaan
4. Boomvalk
5. Sijs
6. Roodpootvalk
7. Bosruiter
8. Dwergmeeuw
9. Smelleken
10. Engelse kwikstaart
11. Grauwe franjepoot
12. Rouwkwikstaart
13. Zwarte zee-eend
14. Jan-van-gent
15. Kleine jager
16. Zeekoet
17. Strandplevier
18. Paarse strandloper
19. Zwarte rotgans
20. Grote zee-eend
21. Kuifaalscholver
22. Middelste Zaagbek

Disclaimer: Alle vogelfoto's in dit verslag zijn gemaakt van grote afstand middels een telefoon door een telescoop om de vogels niet te verstoren.