Atlantic vs. Pacific: twee Odysseys, één blog
Fotoblog Atlantic en Pacific: PO8 – Chuuk
23 oktober 2011 · Remco Hofland · 8499 × bekeken
De tekst van de blog van Pieter van der Luit over Chuuk (Truk), 9 mei 2011, vind je hier.
De gele cirkel geeft de opening in het rif aan waar we doorheen zullen varen. De Federated State of Micronesia bestaat uit vier verschillende groepen atollen, te weten (van west naar oost) Yap, Chuuk, Pohnpei en Kosrae. Elk 'land' bestaat uit een beschermend rif waarbinnen diverse eilandjes (atollen) liggen. Het gehucht waar we aanleggen, Weno, is de grootste stad van Micronesië.
Na vijf dagen onafgebroken varen, eindelijk weer land in zicht. Op de voorgrond het rif waarbinnen de eilandjes, die samen Chuuk vormen, liggen.
Blik op de grootste 'stad' van Micronesië, Weno, vlak voor het aanleggen bij Chuuk. Weno is ongeveer zo groot als Aarlanderveen. Tijdens de douaneformaliteiten, die tot donker in beslag namen, zagen we vanaf het schip al de nodige endemen, zoals Caroline Islands Swiftlet Aerodramus inquietus, Micronesian Starling Aplonis opaca, Crimson-crowned Fruit-Dove Ptilinopus porphyraceus en Chuuk Flying Fox Pteropus insularis en voorts over het dorp vliegende Rufous Night-Heron Nycticorax caledonicus en Yellow Bittern Ixobrychus sinensis en, naast het schip, Pacific Reef-Heron Egretta sacra en de eerste Lachmeeuw Larus atricilla voor de Federated States of Micronesia.

De avond tevoren werd ons de keus gegeven tussen de zware, steile en gladde klim van het eilandje Tol South (met als speciale doelsoorten de zeer bedreigde Chuuk Monarch Metabolus rugensis en Faichuuk (Great Truk) White-eye Rukia ruki, minus Caroline Islands Ground-Dove Gallicolumba kubaryi en Blue-faced Parrotfinch Erythrura trichroa) en een bezoek aan Japanese Gun, boven Weno op Chuuk (met omgekeerde kansen). Uiteindelijk zagen de meeste bezoekers aan Tol South ook daar de Caroline Islands Ground-Dove en de Blue-faced Parrotfinch...
In tegenstelling tot de Black-headed Myzomela M. melanocephala van Guadalcanal en de Yellow-vented Myzomela M. eichhorni van Kolombangara, eindelijk weer eens een algemene myzomela! Op Tol South, in het schijnbaar enige overgebleven bosje natuurlijk habitat, zelfs een flock gezien van meer dan 35 bij elkaar.

Deze prachtige sterns vlogen ook boven de eilanden van Chuuk af en aan.


'Purple-capped' lijkt mij een toepasselijker naam, maar die is al vergeven... Onder een roepende man. Op Tol South hoorde je er tientallen, maar er één mooi vrij zien zitten was nogal een opgave.

De laatste in de serie van vier endemische Myiagra vliegenvangers op deze reis.
.jpg)
Op Tol South was 'ie wat lastiger, maar uiteindelijk zagen we 'm prachtig op de open top van het eilandje. Vroeger zat 'ie daar niet, maar toen stond er ook meer bos...
Heeft een veel dikkere snavel dan de andere Aplonis soorten die we deze reis zagen.
Links Adam Walleyn, de huisbioloog van de Spirit of Enderby waarmee we deze reis maakten, en tweede van links de Duitse scheepsarts Beate.
.jpg)
Ook wel Teardrop White-eye genoemd. Komt voor op bergtopjes op twee piepkleine eilandjes in Chuuk, in natuurlijk bos gevormd door een boom die de locals maar al te graag omleggen - en is dus critically endangered. Wij zagen er acht en lager dan verwacht (maar hoger waren dan ook de bomen verdwenen sinds het vorige bezoek).
.jpg)
Deze Tramea vloog boven onze hoofden heen en weer op de grassige open top van Tol South. Met deze en de Dubbelpuntwipstaart scoorden we een-derde van de libellen van Chuuk, want van de hele eilandengroep zijn maar zes soorten libellen bekend!
Herkenbaar aan de twee zwarte puntjes op het borststuk; deze soort komt ook veel in Australië voor.
In een tropische stortbui wachten bij een fruiting tree vol Crimson-crowned Fruit-Doves Ptilinopus porphyraceus, omdat een half uur eerder een Caroline Islands Ground-Dove Gallicolumba kubaryi is gezien.....en dan opeens vliegt 'ie weer in, wandelt rustig over een tak de boom in en verdwijnt na 30 seconden uit beeld, toppertje! Samen met enkelen die deze zeer gewilde soort misten op Tol South sprong ik na terugkomst op Chuuk in de taxi naar Japanese Gun om er, na dik een uur wachten in de blakerende zon, nog één schitterend langdurig te zien in de scoop - we haalden het vertrek van het schip om 14.30 uur maar nét!
Ehh, kruidje-roer-me-niet? Plus geinig sprinkhaantje.
Deze soort hield zich op op zee een paar kilometer van het rif: nooit erbinnen, nooit buiten de paar kilometer. Ze trekken niet, schijnbaar, en in de meeste eilandengroepen, honderden kilometers van elkaar gelegen, zitten aparte populaties (ik zag ze bij de noordwestelijke Solomons en bij Chuuk). Allemaal dezelfde soort?
Deed ons uitgeleide bij vertrek richting Japan.
Remco Hofland