Atlantic vs. Pacific: twee Odysseys, één blog
Atlantic: Dag 16 en 17
15 april 2011 · 8644 × bekeken
Dag 16: 11-04-2011 - "Gough"
Na vele jaren van lezen over de avifauna (en de muis) van Gough Island
in de hoop er ooit eens te zullen komen zou het vandaag eindelijk gaan
gebeuren, een bezoek aan dit bijna mythische werelderfgoed door middel
van een zodiactocht dicht onder kust. De weersverwachting de avond
tevoren leek, voor de verandering, gunstig met niet te harde wind uit het westen, de geplande zodiaktocht zou in de luwte aan de oostkant van het eiland gaan plaatsvinden. Vroeg naar bed (lukte weer eens niet), want we zouden met het eerste licht vertrekken en daarvoor moest het bijna dagelijkse rondje over de dekken nog gelopen worden. In de buurt van zulke grote broedkolonies zou dat wel eens kunnen lonen. 's Nachts bleek de wind alles behalve te gaan liggen en het werd een zeer onrustige nacht met erg veel deining en te weinig slaap. De eerste doemscenario's werden uit de kast gehaald en er werd al nagedacht over wie we als eerste zouden offeren om de weergoden gunstig te stemmen, waarbij de naam van Rinie van M. viel. Ondanks de gemeten 60 knopen (11 B.!) deze ochtend werden onze zoekacties op de dekken beloond met 17 Broad-billed Prions, twee Kerguelen Petrels, een Common Diving Petrel (van een nieuw, maar voor ons ook in de hand onherkenbaar taxon) en een Atlantic Petrel (die diepe gaten in mijn vinger boorde). Langzaam werd het steeds lichter, maar het bleef extreem hard waaien, Rinie zou boeten. Maar ineens, van het ene op het andere moment, ging de wind liggen. Korte tijd later ging het dan toch echt gebeuren, binnen vijf minuten voeren we tot op een paar meter onder de kust en bleek Gough landschappelijk het beloofde paradijs. Enorme watervallen klaterden langs de onaangetaste berghellingen; ruim 2000 Northern Rockhoppers stonden vlak voor onze neus en sprongen in zee naast de zodiak, geflankeerd door vele 100-en Subantarctic Fur Seals. Na korte tijd werd op enkele meters boven zeeniveau op de steile helling het eerste waterhoentje gevonden tussen de pinguins. Tegelijkertijd dienden ook de eerste drie Gough Buntings zich aan. Dat ging lekker! Na drie uren Zodiak werden ruim 150 Tristan Skua's en de noordelijkst broedende Antarctic terns met pas uitgevlogen jongen (op het antarctisch schiereiland vliegen jongen van deze soort drie maanden eerder uit) naast de zuidelijkst broedende Brown Noddies gezien. De enige door mensenhanden gemaakte items die we noteerden waren kleurringen aan twee Southern Giant Petrels. De meeste zeevogels zijn in deze tijd van het jaar uitgebroed, maar van de laat broedende Sooty Albatross vonden we een groot donsjong op de berghelling. Rond 12:00u. lieten we Gough langzaam achter ons. De hierna volgende chumactie leverde veel kwantiteit, maar ook kwaliteit: 30 Tristan Albatrosses, 35 White-bellied Stormpetrels, een Grey-backed Stormpetrel was eindelijk goed te zien en vele juv. Southern Giant Petrels, tientallen Spectacled Petrels, twee Atlantic Yellow-nosed Albatrosses en meer. Hierna werden de golven (voor 't laatst?) almaar langer en deinde de boot de rest van de middag en nacht richting Tristan da Cunha.
Rinse van der Vliet
Dag 17: 12-04-2011 - "Zeldzame soort, komt niet voor op de lijst"
's Ochtends worden we wakker op 70 kilometer afstand van Tristan da Cunha. Na Gough is dit een volgende bestemming van mythische proporties.Twee jaar geleden zijn in een gully bij de aardappelveldjes van Edinburgh twee Tristan Thrushes gevonden. Voor die tijd werd aangenomen dat deze endemische vogels alleen nog maar op hoger gelegen delen van de vulkaan voorkwamen. Bij de Atlantic Odyssey van vorig jaar kon niet worden geland op Tristan. Na 2009 zijn er geen vervolgwaarnemingen. Wij zijn misschien de eerste vogelaars die de vogels van 2009 kunnen gaan twitchen. Rinse loopt een uur voor zonsopgang een rondje over het dek. Dit levert geen vogels op. Bij zonsopgang blijkt dat de contouren van het vulkanische eiland al zichtbaar zijn. Aan stuurboord waren ook Inaccessible en Nightingale al te zien. De spanning groeit. Enigszins plichtmatig wordt de zee rondom gecheckt. Achter de boot blijkt het aantal Great Shearwaters gegroeid tot zo'n 200. Spectacled Petrels en White-bellied Storm-petrels haken af en toe aan. Regelmatig hangen Atlantic Yellow-nosed Albatrosses achter de boot. Even later komen ook nog een paar Giant Petrels de boot checken. Negen Long-finned Pilot Whales die al uit het water springend hard voor het schip langszwemmen zorgen voor de nodige opwinding. Maar bij iedereen groeit de spanning. Kunnen we landen op Tristan? Voor de kleine haven liggen al drie schepen, een cargoschip dat wordt gelost en schepen die helpen bij de bestrijding van de olieramp op Nightingale. Heeft de kleine gemeenschap van Tristan wel genoeg mensen om ook nog een bezoek van ons te begeleiden? Niemand durft er hardop over te speculeren, uit angst de uitkomst te beinvloeden. De wind is niet hard, NW 4-5 B, maar er is wel wat swell uit het noorden. Ook bij perfect weer kan een te hoge deining een landing onmogelijk maken. Aan boord gingen intussen de voorbereidingen voor een landing gewoon door. Zou het dan toch? Na de lunch liggen we voor anker, iedereen is geinstrueerd en we stellen ons op bij het zodiac-platform. Het gaat echt gebeuren! De Plancius zelf zorgt voor beschutting tegen de golfslag, en het overstappen in de zodiacs begint. Even later is het ondenkbare gebeurd: we staan op Tristan!
Terwijl veel cruisegangers de nederzetting Edinburgh gaan bekijken, lopen Rinse en Sjaak direct richting de 3 km verderop gelegen aardappel- veldjes. Daar in de buurt aangekomen checken we de eerste gullies en lopen we de steile helling op om de boomgrens te checken. Even later voegen Garry en Menno zich bij ons. We zien een enkele muis, een nestelende Atlantic Yellow-nosed Albatross en enkele patrouillerende Sooty Albatrossen. De Antarctic Terns vliegen over de onderliggende weiden en pikken daar als kleine Lachsterns rupsen op uit het gras. We zien ook een soort distelvlinder rondvliegen. Sjaak levert op de helling een gevecht met een ram die hem niet wilde laten passeren. Dit is onbewust door Sjaak zelf vastgelegd op een hilarisch filmpje, deze zal zeker op youtube komen. Maar op lijstergebied blijft het stil. In het dal hingen Noorse en Engelse vogelaars rond. Deze lieten het zoeken kennelijk aan anderen over. We zagen ze ineens koers zetten naar een gully die we voorbij waren gelopen. We stormen de helling af. Simon Cook, de gids van Wildwings die in 2009 de Tristan Thrush ook al had gezien, heeft een vogel teruggevonden. Met rode hoofden en bonzend hart voegen we ons bij het kleine clubje dat aan de rand van de gully staat te kijken. En even later hebben we een Tristan Thrush in de kijker! De vogel was regelmatig aan het roepen, en even later vloog ie met een tweede vogel naar de grond. Iedereen heeft de vogels goed gezien en foto's kunnen maken. Voor de mensen die zelf een boot willen huren zoals bij de Noordse Waterlijster: de exacte plek is 37 5 6 Z 12 18 58 W.
Nog even een groepsfoto bij de gully gemaakt en in jolige stemming lopen
we terug naar Edinburgh. We informeren daar naar de opvang van Northern Rockhoppers. Deze vogels zijn massaal slachtoffers van een schip met sojabonen dat bij Nightingale op de klippen is gelopen, in tweeen is gebroken en 1500 ton olie heeft verloren. We krijgen stante pede een uitgebreide rondleiding over de opvang en uitleg over de procedure. Er zijn 3662 Northern Rockhoppers van Nightingale gehaald. De eerste schone vogels zijn alweer losgelaten. Ongeveer 55% van de vogels redt het. Het halve dorp is betrokken bij de schoonmaakactie. De schoonmaak-operatie gaat met een verrassende efficientie. Alle pinguins in de opvang krijgen een wingtag (voor de duur van de opgang) en worden individueel gemonitord. Zes van de losgelaten Northern Rockhoppers zijn voorzien van een sateliettracker, om te volgen wat er na het loslaten gebeurt. Mooi werk, maar zo'n ramp mag natuurlijk nooit gebeuren, en al helemaal niet op zo'n plek.
Om zes uur staan we weer bij de haven van Tristan. Sergei, onze Russische zodiac-chauffeur, weet tot nauwelijks verholen triomf de zodiac die voor ons vertrokken is te passeren. In no-time waren we terug op de Plancius. Genietend van de foto's en het bier vragen we ons stiekem al af: zou de landing op Nightingale morgen ook gaan lukken? En Inaccessible? Maar eerst een nacht slapen, op een schip dat eindelijk
niet meer slingert.
Sjaak Schilperoort
Huidige positie van de Atlantic Odyssey (15 april)
Discussie
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.