Global Birding
Too rusty for the Rusty-throated Parrotbill
17 mei 2014 · 14728 × bekeken
"Ga je dat parrottbilletje nog doen?" vroeg Ben Wielstra mij toen ik hem in het voorjaar vertelde dat ik twee moeilijke nachtegalen ging proberen in centraal China. Mijn hoofd stond op dat moment niet naar parrotbills, maar toch was die uitspraak het eerste zaadje wat ontkiemde in mijn hoofd. Ben had het over de Rusty-Throated Parrotbill of Przewalski's Parrotbill Paradoxornis przewalskii. Dit is een parrotbill die op mijn dierbare Holarctische lijstje thuis hoort.
Rusty-Throated Parrotbill is bekend van vier locaties in de Min Shan Mountains, in het zuiden van de provincie Gansu en in aangrenzend noordoost Sichuan. In Gansu werd de parrotbill eind 19de eeuw al omschreven als zeldzaam. Het meest bijzondere aan deze soort is dat hij sinds 1988 'kwijt' was. Tot die tijd waren er nog meldingen uit het bekende park Jiuzhaigou in Sichuan (met tot 1995 nog onbevestigde waarnemingen). Er was niets meer van de soort vernomen, totdat hij op 28 juli 2007 werd gefotografeerd nabij een berghut op 2900 meter in het park Tangjiahe Nature Reserve, door de twee Chinese vogelfotografen Dong Lei en Xi Zhinong (Birding Asia 8 (2007) 60-61).
Rusty-throated Parrotbill Paradoxornis przewalskii, Tang Jia He N.R., Sichuan, China, juni 2013 (Tang Jun)
De voornaamste bedreigingen voor de vogel zijn houtkap - de soort lijkt te houden van dennen tussen zijn geliefde bamboe - en habitatfragmentatie, wat het bereiken van diezelfde bamboebossen bemoeilijkt. Bamboe heeft een natuurlijke cyclus waarbij het met een bepaalde regelmaat massaal afsterft (wat de soort waarschijnlijk ook uiteindelijk in Jiuzhaigou de das om deed) en wanneer de parrotbill op dat moment niet naar het volgende bamboebos kan vertrekken zal hij zulke lokale bamboesterfte niet kunnen overleven (een probleem dat bijvoorbeeld ook bij panda's speelt).
Sinds 2007 wordt de nieuw ontdekte plek in Tangjiahe in het voorjaar en vroege zomer nagenoeg jaarlijks bezocht, ook door westerse vogelaars. Een van mijn grote voorbeelden op dit gebied, Bjorn Anderson, was volgens mij de eerste westerling die de soort na deze ontdekking zag en tot op het moment van dit schrijven hebben slechts zo'n 50 personen een poging ondernomen om de soort te zien. Om de soort te zien moet je 1000m omhoog lopen over een smalle, modderige trail van 5.7 km, afgeladen met glibberige bamboe bruggetjes (waar je soms tussen de spleten door een paar honderd meter naar beneden kan kijken ...). Door de inspanning van het lopen van deze trail is het aan te raden te overnachten in de tweede houten berghut (wat ook de beste plek voor de soort is) al zijn er mensen die de heen- en terugreis in één dag doen (en de soort nog zien ook).
Rusty-throated Parrotbill Paradoxornis przewalskii, Tang Jia He N.R., Sichuan, China, juni 2013 (Tang Jun)
In April 2014 had ik met mijn Chinese vogelaarscontact Tang Jun van China Bird Tour een trip samengesteld om een aantal moeilijke soorten te zien, zoals drie fazanten (Reeves's Syrmaticus reevesii, Lady Amherst's Chrysolophus amherstiae en Chinese Monal Lophophorus lhuysii), Sichuan Jay Perisoreus internigrans en twee moeilijke parrotbills (Grey-hooded P. zappeyi en de hierboven genoemde Rusty-throated) om vervolgens af te sluiten bij een plek voor Bear's Pochard Aythya baeri in de provincie Hebei. Ik koos er net als vorig jaar voor dit alleen te doen omdat de reguliere vogelreizen naar Sichuan vaak met grote groepen zijn (die je vooral niet kan gebruiken bij het zien van fazanten en mega skulkers zoals nachtegalen). In de itinerary stonden 19 en 20 April gepland voor Rusty-throated Parrotbill, met een overnachting in de eerder genoemde berghut.
Ik arriveerde op 9 april al in China. Tang vond het raadzaam eerst te wennen aan de hoogte (tijdens onze trip kwamen we zelden onder de 3.000 meter) en het tijdsverschil. Stiekem had hij vorig jaar een inschatting kunnen maken over mijn 'klimcapaciteiten'... Op alle vogeldagen voor de genoemde data betrapte ik me op een toenemend onrustig gevoel en een opbouwende spanning. In mijn dromen beliep ik het pad al vele malen, gedachten als "het kan toch niet zo moeilijk zijn?", "er zaten toch vast ook wel wat oudere personen bij mijn voorgangers??", "het zal toch niet regenen???" schoten in toenemende mate door mijn hoofd. Ik heb erg slechte knieën (al vanaf mijn jeugd) en een gebroken heup in 2005 heeft mijn al slechte stabiliteit zeker geen goed gedaan.
Chinese Monal Lophophorus lhuysii, Balan Shan, Sichuan, China, 15 april 2014 (Max Berlijn). Deze soort komt voor op de alpenweiden net aan de andere kant van de hoogste toppen van het park Tang Jia He
Op 18 april reden we al vogelend van de Xuiboding Pass (mooie club Grandala's Grandala coelicolor) naar Tang Jia He. We arriveerden in de late namiddag en sliepen in het park in het kantoor van de parkwachters, 3 km van het begin van de trail. Er was iets mis met de telefoonzendmast waardoor ik geen telefonische bereik meer had, maar er was wifi zodat de laatste weerberichten gecheckt konden worden. In de avond aten we gezellig met de parkwachters en het personeel. Tang had heerlijk gedroogd vlees gekocht en in combinatie met vele halve liters bier hadden we een (te) gezellige avond. Wegens mijn zenuwen gingen er te veel halve liters in, niet echt handig met de aanstaande inspanning van de volgende dag ...
De volgende morgen ging de wekker om 05:00 uur. Dat was niet nodig want door de zenuwen was ik al wakker. Het was droog! Er was geen stromend water in de verblijven dus ik probeerde me zo goed en zo kwaad te fatsoeneren. Veel te vroeg stond ik dan ook bepakt en bezakt klaar voor het gebouw. Om 06:30 arriveerden mijn begeleiders. Tang ging zelf namelijk niet mee ("I did it too many [four] times ...") maar het hoofd van de parkwachters, Mister Ma Wenhu ("call me Ma") zou mij begeleiden samen met twee stagiaires die voor het eten konden zorgen. Na een ontbijt van broodjes, Snickers en koffie reden we om 07:00 uur naar het begin van de trail en begonnen we te lopen (na een hele mooie Takin Budorcas taxicolor te hebben gezien die de weg over stak).
Het galgenmaal de avond voor te klim, met rechts, kijkend op zijn telefoon, Tang Jun (Max Berlijn)
Mijn eerste schrik moment kwam na een minuut toen ik een bamboe brug over stak en iets wat op een pad leek recht tegen de wand omhoog zag gaan ("dit kan ik nooit"). Gelukkig was dit niet het daadwerkelijke trail, dat had een meer begaanbaar stijgingspercentage. Het eerste uur van de klim was eerst steil te noemen, maar het was te doen. Hierna werd het vlakker en kon ik zelfs naar vogels kijken. Vele Yellow-Bellied Bush Warblers Cettia acanthizoides lieten zich veelvuldig lieten horen, evenals Claudia's Warblers Phylloscopus claudiae en twee net gearriveerde Grey-crowned Warblers Seicercus tephrocephalus. We zagen een familiegroep White-throated Laughingthrushes Garrulax albogularis. Op de open stukjes zaten veel Siberische Boompiepers Anthus hodgsoni.
Na dik twee uur arriveerden we bij de eerste berghut. Ik moet zeggen dat dit me nog meeviel, temeer omdat mijn begeleiders zich hadden aangepast aan mijn tempo. Na een korte pauze kwam het volgende stuk. Gelukkig wist ik niet wat me te wachten stond want dit stuk was veel moeilijker begaanbaar dan het vorige stuk. Op zeker drie momenten heb ik aan mijn vingertoppen gehangen met mijn voeten op een smalle riggel, om zo een 'wandje te nemen'... Over dit steile stuk deden we twee-en-een-half uur. Onderweg hoorden we een groepje Fulvous Parrotbills P. fulvifrons maar helaas had ik (net als vorig jaar) geen 'tickable views'. Ma en mijn begeleiders spraken geen Engels en we communiceerden over de soorten en geluiden middels een veldgids. Uiteindelijk kwamen we aan bij de plek waar het allemaal moest gebeuren, de tweede berghut. Ik kon mijn geluk niet op (en had de soort nog niet eens gezien ...): zonder kleerscheuren op de plek aangekomen en het was droog. Ma en ik gingen na het nuttigen van een meegenomen colaatje meteen zoeken in de bamboeplekken vlakbij de hut, terwijl de andere twee mannen de hut enigszins fatsoeneerden (ontdoen van de Takin-keutels) en aan het eten van die middag en avond begonnen.
Habitat voor de Parrotbill, net boven de tweede hut, Tang Jia He N.R., Sichuan, China, 19 april 2014 (Max Berlijn)
Rond 13:00 uur hoorden we parrotbill-geluiden vanuit het bamboe onze kant opkomen. Ik stond stil en durfde alleen mijn hoofd te draaien in de richting van het geluid. Opeens stond ik werkelijk oog in oog met een blauwgrijze parrotbill met een opvallende lichte snavel, een duidelijke zwarte lijn op de zijkop en steenrode keel en borst: BINGO!!! Rusty-throated Parrotbill: mission accomplished (hoewel ik moest nog heel weer naar beneden ...). Verspreid over de gehele middag zagen we 10 vogels, soms in kleine familie groepjes, en soms in groepjes gemengd met Spectacled Parrotbill P. conspicillatus.
Rusty-throated Parrotbill Paradoxornis przewalskii, Tang Jia He N.R., Sichuan, China, 19 april 2014 (Ma Wenhu). DE foto van mijn Rusty-throated gemaakt door mister Ma
Rusty-throated Parrotbill Paradoxornis przewalskii, Tang Jia He N.R., Sichuan, China, 19 april 2014 (Max Berlijn). Mijn enige eigen "gelukte" plaatje van de soort
Rond de tweede hut en nabij de derde hut die een kwartier verder lag werden gedurende middag nog wat doortrekkende Pallas' Boszangers Ph. proregulusen een Bruine Boszanger Ph. fuscatus gezien, maar verder bleek het nog te vroeg in het seizoen voor veel zomervogels. 's Avonds begon ik toch wat spierpijn te krijgen en omdat de Chinese conversaties rond het gemaakte kampvuur voor mij onbegrijpelijk waren besloot ik er een lange nacht van te maken. Ik veegde wat Takin-haren en keutels weg en ging slapen. In de vroege ochtend werd ik wakker van de regen op het dak, welke ook op veel plaatsen doorlekte in de houten hut. Regen, nee he, ik moest nog naar beneden!
Mister Ma en ondergetekende 's avonds voor de tweede hut (Max Berlijn)
Op 20 april was het weer (zoals voorspeld) redelijk omgeslagen; regen en mist bepaalden het beeld. Vogelen was zinloos en de targetsoort was reeds in de tas. Na een stevig ontbijt besloten we dan ook meteen aan de terugtocht te beginnen. Ik kan een uiteenzetting geven van de ontelbare hachelijke momenten van deze tocht maar dan gaat het een heel lang verhaal worden. Een aantal quotes die deze afdaling schetsen zijn: "bamboe is mijn beste vriend geworden"; "bruggetjes kan je het beste zittend en schuivend op je achterste nemen"; "westerse bergschoenen zijn totaal niet geschikt voor afdalen op modderige Chinese bospaden en veranderen in modderklomp-schaatsen"; "boos worden helpt bij die stukken waarvoor je eigenlijk te bang bent om ze te overbruggen" en tot slot: "waar is de adrenaline gebleven als je die nodig hebt ...?"
Ik ben heel beneden aangekomen ... na zes uur. Het laatste uur hebben de twee jonge assistenten me nagenoeg voet voor voet met ondersteuning naar beneden gebracht. Door stress en uitputting was ik gedurende de eerste minuten op de geasfalteerde weg niet aanspreekbaar. Ik hoop dat dit een beeld geeft van de moeilijkheidsgraad en beschouw dit als een waarschuwing. Twee positieve gebeurtenissen waren vermeldenswaardig tijdens deze afdaling: eerst twee Temminck's Tragopan Tragopan temminckii-mannen in full view op het pad en later een vogel die open en bloot aan het baltsen was. Men vertelde me dat deze fazanten door de mist uit de begroeiing komen.
Start van de tocht en de terugkomst, waarbij ik mijn begeleiders aanwijs, zonder hun had ik dit waarschijnlijk niet kunnen schrijven (Tang Jun)
Na aankomst in het kantoor van de parkwachters onthaalde Tang mij met een brede grijns. "I see you had a great time" zei hij, terwijl de in en uitlopende Chinese parkgasten me werkelijk met open mond aankeken. Ik zag er dan ook niet uit. Vervolgens zijn we naar Chengdu gereden (vijf uur) om de volgende morgen te zoeken naar een Gould's Shortwing Brachypteres stellata in het universiteitspark, maar helaas was de vogel gevlogen en moet ik die soort voor een andere gelegenheid bewaren.
White-browed Shortwing Brachypteres montana, Chengdu University park, Sichuan, China, 21 april 2014 (Tang Jun). "The wrong Shortwing"
Twee dingen wil ik nog kwijt. Bedenk je goed als je de Rusty-throated Parrotbill wilt gaan proberen. Overigens is deze tocht na 1 mei 2014 weer een stukje duurder en moeilijker geworden omdat het park meer en meer commercieel wordt "uitgebuit". In 2007 overleed mijn moeder. Ik ben niet spiritueel aangelegd maar zij was altijd overbezorgd en beschermend voor haar drie kinderen, met mij, als nakomer, in het bijzonder. Na haar dood denk ik aan dat aspect nog wel eens terug, zeker toen ik nadacht over de naam van mijn begeleider op die berg: mister "Ma".
Max Berlijn
Discussie
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.