Uitkomst Verkenning Categorieënsysteem CDNA

3 september 2024  ·  Besturen Dutch Birding Association & Nederlandse Ornithologische Unie  ·  3148 × bekeken

In de zomer van 2021 is gecommuniceerd dat de Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna (CDNA) een opdracht tot verkenning heeft gekregen voor een categorieënsysteem. Het doel hiervan was om tot een advies te komen wat te doen met de Nederlandse lijst van vogels die in het wild voorkomen. De CDNA heeft de destijds benoemde stappen nauwkeurig gevolgd en is tot een advies gekomen. De besturen van Dutch Birding Association (DBA/DB) en de Nederlandse Ornithologische Unie (NOU) hebben in gezamenlijk overleg het advies van de CDNA overgenomen en besloten om het categorieënsysteem van de Association of European Records and Rarities Committees (AERC) in te voeren. De besturen zien de meerwaarde van categorieën omdat deze meer duidelijkheid geven over de precieze status van vogelsoorten in Nederland.

Voor de uitkomsten van de verkenning, uitgevoerd door de CDNA, verwijzen wij graag naar het bericht op dutchavifauna.nl.

Conclusie

Het is weliswaar mogelijk om met het Nederlandse systeem vrijwel alles te doen dat gebeurt met het AERC-systeem, maar het AERC-systeem heeft een paar duidelijke voordelen ten opzichte van het Nederlandse systeem. Door het AERC-systeem krijgt Nederland een:

  • wetenschappelijk en ecologisch relevantere Nederlandse lijst, door opname van categorie C-soorten;
  • duidelijker internationale overeenstemming in de wijze waarop de nationale ornithologische lijst is ingedeeld;
  • verbeterde samenwerking tussen Nederlandse ornithologische organisaties.

Daarom hebben de besturen van DB en NOU besloten om:

  • De AERC-richtlijnen zoals vastgelegd in 1999 te gebruiken voor de indeling van de Nederlandse avifaunistische lijst (zie tabel in dit artikel).
  • De huidige lijst op Dutch Avifauna in te delen in categorieën A en B (soorten waargenomen na 1-1-1800, en vóór 1-1-1950 en niet sindsdien.
  • De huidige lijst op Dutch Avifauna aan te vullen met:

    • Categorie C-soorten: Sovon heeft een goed beeld van de in Nederland voorkomende broedpopulaties van soorten die afstammen van ontsnapte vogels. In overleg met Sovon, en met de gepubliceerde AERC-criteria in gedachten (McInerny et al 2022), stelt de CDNA criteria op over wanneer een soort gevestigd is. In tegenstelling tot de recente AERC-criteria is de CDNA voorstander om in het geval van herintroducties, gevallen uit zelfredzame populaties in categorie A te plaatsen, en gaat hierover in overleg met de AERC. De lijst van soorten zal worden vastgesteld en jaarlijks worden geëvalueerd door Sovon, waarbij uitgangspunt is dat dwaalgasten van soorten die in het buitenland in categorie C geplaatst worden, door de CDNA worden beoordeeld.

    • Categorie D-soorten: Bij invoering een lege categorie, waarbij soorten met terugwerkende kracht in D geplaatst kunnen worden (vanuit zowel categorie A als E). Deze categorie wordt terughoudend gebruikt, en enkel voor soorten waarvoor er gerede twijfel is of een vogelsoort de kans op natuurlijk verschijnen (vagrancy potential) heeft om zelfstandig en in wilde staat in Nederland te komen, maar waarbij evenzeer wordt betwijfeld of plaatsing in categorie E terecht is. Na toevoeging van een soort aan categorie D moet deze categorisering minstens elke 5 jaar worden geëvalueerd door de CDNA. Een soort kan niet zowel in categorie A als categorie D ingedeeld worden. Indien een geval van een soort uit categorie D aanvaard wordt voor categorie A, dan moeten alle voorgaande en toekomstige gevallen worden toebedeeld aan categorie A of E. Effectief wordt hier dan voor deze categorie het AERC-systeem gebruikt zoals toegepast in het Verenigd Koninkrijk.

    • Categorie E-soorten: CDNA adviseert een pragmatische lijst van waargenomen soorten die zich mogelijkerwijs in Nederland zouden kunnen vestigen. Daartoe vraagt de CDNA aan Waarneming.nl om jaarlijks een uitdraai te maken van waargenomen escapes en exoten.
  • De huidige lijst op Dutch Avifauna, in samenwerking met de CSNA en Sovon, verder te specificeren met alle in Nederland waargenomen ondersoorten.
  • CDNA neemt de leiding in het jaarlijks evalueren en publiceren van de Nederlandse lijst in Limosa in samenwerking met Sovon en Waarneming.nl.
  • Het gehele proces van implementatie en jaarlijkse evaluatie wordt na vijf jaar geëvalueerd door de besturen van DBA en NOU.

Categorie D

Wat veel als feedback in het veld genoemd wordt is, dat men bang is dat lastige besluiten over ‘ingewikkelde’ soorten, vooral wanneer er twijfel over vagrancy potential is, in Categorie D worden geplaatst en dat deze categorie dus als een soort ijskast wordt gebruikt. Hierom hebben de besturen besloten dat deze categorie elke vijf jaar wordt geëvalueerd met de CDNA.

De ranking

Verder is natuurlijk voor iedereen die meedoet aan de ranking van Dutch Birding van belang om te weten wat voor gevolgen dit heeft voor ‘het telspel’. Het DBA -bestuur heeft besloten om op dit moment gewoon de ‘rankinglijst’ te houden zoals deze was; dat wil zeggen dat wij alleen categorie A-soorten in aanmerking laten komen voor de ranking zoals deze op de website dutchbirdalerts.nl is gepubliceerd. Er kan gebruik gemaakt worden van de ‘Mijn Lijsten’ functie, voor lijsten die men naar eigen inzicht wil invullen.

Mocht je goede argumenten vóór de telbaarheid van categorie C hebben voor onze ranking, laat het dan gerust weten via een mail naar het bestuur.

Taxonomie

Met deze verandering werken wij naar één alomvattende Nederlandse lijst toe en het ligt daarom ook voor de hand om dan te kijken naar de taxonomie die we volgen. De afgelopen jaren is er de trend van landen om hun eigen taxonomische commissie op te heffen en om over te stappen op een internationaal, breder georiënteerde taxonomische commissie met bijbehorende lijst. In Europa is bijvoorbeeld veelal de overstap gemaakt naar het volgen van de taxonomische lijst die opgesteld is door de IOC. Ook zien we in Nederland dat de meeste vogelorganisaties inmiddels de overstap hebben gemaakt van de Commissie Systematiek Nederlandse Avifauna naar de IOC, met als meest recente voorbeeld Waarneming.nl. Om die reden hebben de besturen van de NOU en Dutch Birding onlangs een vergadering gehad met haar twee commissies, de CDNA en CSNA. Uitkomst van bovengenoemde vergadering is dat DBA, NOU en CDNA zeer veel waarde hechten aan al het werk van de CSNA. Zeker Dutch Birding en CSNA zijn zo onlosmakelijk met elkaar verbonden, dat een beslissing om ook maar mee te gaan met de wereld om ons heen niet zomaar een optie is. Daarom hebben we gezamenlijk besloten te verkennen wat de opties zijn voor de te volgen taxonomie. De CSNA werkt op dit moment aan een uitwerking waarbij de voor- en nadelen van relevante taxonomische systemen in kaart worden gebracht. We verwachten hier na de zomer samen over in gesprek te gaan.


Reacties op bovenstaande bericht zijn altijd welkom. Reageren kan via de website, via de commentaarfunctie hieronder, of door een mail naar hetzij het DB-bestuur, hetzij de CDNA te sturen.

Discussie

Peter de Knijff  ·  4 september 2024  12:46

Interessant, maar ik vraag me dan wel af hoe om te gaan met b.v. alle recentere waarnemingen van de Korhoen op Salland. Die zijn allemaal uitgezet, en zijn afkomstig van een bewezen afwijkende origine (ongeacht of deze afwijkende status nu wel of niet een eveneens aparte taxonomische status is).

Worden ze allemaal met terugwerkende kracht op escape gezet? De gevallen als wild (en dus in A) zijn ze niet, b.v. te vergelijken met (helaas m.i.) recente Monniksgieren. 

Wordt het Korhoen eindelijk formeel als in het wild uitgestorven in Nederland beschouwd?

Kortom, komt er een complete soorten (inclusief alle ondersoorten) lijst, aangepast aan alle huidge inzichten? Dat zou inderdaad nog een puist aan werk met zich meebrengen.

Thijs de Groot  ·  4 september 2024  13:35, gewijzigd 4 september 2024  16:20

Elke verandering is moeilijk, maar werk -zeker binnen NL- alsjeblieft eens toe naar één IOC-lijst. De wereldwijde 'Grote Vier' taxonomieën zijn hard bezig om eindelijk met één wereldlijst te komen; daarin kan NL niet achterblijven. Vooral voor de bescherming van vogels van belang, maar ook een stuk praktischer voor vogelaars. Het zou al veel schelen als tenminste DB en Waarneming/Observation met dezelfde lijst (en dezelfde volgorde) komen; dat is helaas nog altijd niet zo.

Daan Drukker  ·  4 september 2024  13:52

Als ik dit goed begrijp zal - als de wetenschappelijk geringde Ross' gans van afgelopen winter aanvaard wordt op status - er nooit een Ross' gans in categorie D terecht komen. Klopt dat? Begrijp ik dan goed dat alle gevallen van Ross' gans waar geen kwekersring aan zit (of andere verdachte dingen hebben) aanvaard moeten worden?

Bas van der Burg  ·  4 september 2024  14:44

Volgens mij krijgt de Ross' Gans een A en een E achter de naam te staan, net zoals op de Britse lijst. De bewezen Canadese vogel valt dan onder Categorie A, en vogels met een blauwe kwekersring onder E.


En ik denk dat dit dan ook met de Korhoen moet gaan gebeuren. Naast herintroductie op Sallandse Heuvelrug zijn er toch ook herintroductieprojecten geweest op de Veluwe in het verleden?. Maar of die herintroductievogels onder D of E thuishoren weet ik dan weer niet.


Ik ben wel benieuwd hoe dit in de ranking eruit gaat zien. Je kan nu gewoon een Korthoen aanvinken als soort, maar wordt dit later dan gekoppeld aan een periode/locatie om zo ervoor te zorgen dat men in de ranking alleen vogels categorie A opvoert?

Edwin Russer  ·  4 september 2024  14:59

En soorten uit herintroducties komen niet in de C lijst. Betekent dit dat de Lammergier überhaupt niet meer op de lijst kan komen? Of natuurlijk een geringde vogel uit de Pyreneeën😎. 

Roland Wantia  ·  4 september 2024  17:55, gewijzigd 4 september 2024  20:09

Bij korhoen zou je het als volgt kunnen benaderen.

Is bij korhoen sprake van introductie van een exotisch taxon (C) of herintroductie van het inheemse taxon (A)? En vervolgens is het de vraag of de populatie zelfredzaam is (C exoot, of A inheems) of niet (E). 

Vincent van der Spek  ·  4 september 2024  18:19, gewijzigd 4 september 2024  19:26

@Edwin, Bas, Roland: er staat dat zelfredzame populaties bij herintroductie in aanmerking komen voor A. Dus als Lammergier en Korhoen als zelfredzaam beschouwd worden, dan worden de vogels uit die herintroducties in A geplaatst. Kortom: er is hoop voor wie Lammergier graag op de lijst ziet ;-)

Jan Hein van Steenis  ·  4 september 2024  22:44, gewijzigd 5 september 2024  09:19

Casarca staat op de Nederlandse A-lijst, maar het overgrote deel (afgerond op hele getallen 100%) van de vogels die tegenwoordig in Nederland gezien worden moet categorie C zijn. De Midden-Europese populatie is geen "herintroductie van een inheemse soort". Gaat de CDNA zich ook in dit soort wespennesten begeven? (De wespennesten Ooievaar en Knobbelzwaan worden omzeild).

Korhoen lijkt me duidelijk: na het verdwijnen van de laatste inheemse vogels is deze soort categorie E en niet meer telbaar.

Voor mijn patchlijst begroet ik de mogelijkheid Cat C in te vullen, maar ik wil ze wel apart als dusdanig kunnen vermelden.

Voor de taxonomie zou ik liever één lijn met de Nederland omringende landen zien.

Jan Hein van Steenis  ·  5 september 2024  09:29

@Daan: ja, het klopt dat een Ross' Gans dan alleen als A of E behandeld kan worden. Een "goed geval" is A.

Maar wat is een goed geval? Is een broedvogel tussen de Brandganzen "goed"? Is een overzomeraar in de laatste resten Delflands polderland "goed"?

Wim Wiegant  ·  5 september 2024  10:22

Kijk Jan Hein, daar heb je dan weer een commissie voor...!

Max Berlijn  ·  6 september 2024  22:05

Ik ben tegen categorieën maar als het dan toch moet is dit een mooie manier. Ik vraag me wel af of huidige A soorten (vooral met maar 1 geval) dan kunnen “afzakken” naar de nog lege D? en of er een protocol is waarop dat gebeurt of heb ik niet goed gelezen? Ook maak ik me zorgen om de harmonisatie wens met andere landen betreffende dezelfde vogel (Groene Reiger). Wij gaan die landen echt hun mening niet laten bijstellen vrees ik.

Eddy Nieuwstraten  ·  8 september 2024  10:06

“De CSNA werkt op dit moment aan een uitwerking waarbij de voor- en nadelen van relevante taxonomische systemen in kaart worden gebracht.”

Prima stap lijkt me, zeker ook gelet op de veranderde houding ten opzichte van nationale taxonomische commissies in binnen- en buitenland.

@George en Arnoud: kunnen  jullie iets vertellen over het proces van deze uitwerking? Worden er ook interviews met internationale experts uitgevoerd en/of ervaringsdeskundigen geconsulteerd die recent de overstap van ‘nationaal’ naar IOC hebben gemaakt? 





Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.

Feedback?