Lieven De Temmerman · 21 november 2015 11:07
mijn lepelbek verhaal:
In de winter van 2013 rees het idee om die lepelbek te zien, vooraleer er allerlei vlaggetjes en ringetjes-beesten zouden opduiken. Toevallig kwam ik te weten dat een andere Belgische vogelkijker in dezelfde periode in Thailand zat, en ongeveer dezelfde plekken wou bezoeken gedurende 1 week. Het probleem was, dat ik een volle week zou moeten wachten om die lepelbek te zien, we gingen immers de ochtend na mijn aankomst onmiddellijk richting Khao Yai... Maar dat was buiten mij gerekend!
Na een nachtvlucht kwam ik in de vroege middag aan op de luchthaven. Allerlei adviezen van Dave Sargeant en Peter Ericsson negerend, besloot ik volledig bepakt, en zonder reisgids, mijn kans te wagen om vóór donker nog in Pak Thale te geraken. Na hier-en-daar de weg te vragen kwam ik bij de minibusjes uit aan Victoria Square. Na een dolle rit tot Petchaburi, had ik geen andere keuze dan een vrij dure taxi te charteren. Ik kwam in Pak Thale een uurtje voor donker aan. Een zenuwachtige zoektocht, druk scannend, leverde niets op, behalve alle ander mooie soorten in Pak Thale + spiegelgladde zoutpannen in de ondergaande zon. Ik had de volgende ochtend afgesproken aan de luchthaven van Bangkok, dus zonder lepelbek moest ik onverricht terzake afdruipen... Op het vogelmenu stonden 3 dagen Khao Yai, en 3 dagen Kaeng Krachan. Ondanks een hele week leuke soorten (pitta's, (pauw)fazanten, ground-cuckoos) bleef er iets knagen! Op de weg van Khao Yai naar Kaeng Krachan waren we helaas laat om nog eens te stoppen aan Pak Thale. Na de 3de dag in Kaeng Krachan wou mijn Belgische reisgenoot in de namiddag naar de raptor viewpoint boven Petchaburi. Ik wou uiteraard wat anders, en ik moet toegeven, die middag had ik het even gehad! We zagen enkele bastaardarenden en verre Pied Harriers, terwijl die lepelbek op een half uur rijden zat!
Die avond kwam ik aan in een hotelletje in Petchaburi. Ze hadden daar scooters te huur, maar ze waren allemaal verhuurd! Frustratie! Ik zag die lepelbek alweer wegglippen, tenzij ik weer een dure taxi nam. Toen kwam er een scooter aan met twee westerlingen. Het bleek alweer een Belgische vogelkijker te zijn, met zijn vriendin! Ze hadden die dag lepelbekken gezien, en hielden hun scooterhuur voor bekeken. Banzai! Die avond werden vele Thaise pilsflesjes geledigd tijdens verhalen over eenden en ringen en ander vogelkijkers enzo.
De volgende morgen had ik een hangover. Het was rond 8u toen ik wakker werd... Het was dus al een uur licht! Vloeken! Als een razende reed ik met dat scootertje langs Thaise rijstvelden richting de kust. Rond half negen begon ik te scannen. Iets verderop liepen enkele vogelkijkers met een gids. Ik dacht, even horen of ze al iets hebben... Het bleek Peter Ericsson te zijn. Hij zei me koudweg: "we hebben een lepelbek gezien, maar het is nu al laat, je bent te laat aangekomen!". De moed zonk me in de schoenen! Barstende koppijn, tranen in de ogen van de vermoeidheid (het was 3-4u 's nachts geworden), en ik had enkel een klein telescoopje... Na een vol uur tussen de zoutpannen te hebben gelopen, ieder groepje scannend, besloot ik mij op een grote groep slapende steltjes te concentreren in de achterste zoutpannen. Intussen waren zowat alle andere vogelkijkers weg. Ze hadden allemaal een lepelbek gezien, ik bleef alleen achter, op een gids met 2 Noorse vogelkijkers na. Na ongeveer een half uur scannen in de achterste zoutpan, had ik een kanshebber die zijn kop uit de veren haalde. Maar een paar seconden later zat die kop terug in de veren! Het was nog enkele minuten bang afwachten, maar toen deed-ie het weer, en wist ik het zeker, een lepelbek! De twee Noorse vogelkijkers wist ik op de vogel te krijgen door hard met mijn statief te zwaaien (ze waren zo ongeveer aan de andere kant van de zoutpannen).
Dolgelukkig, na een half uurtje genieten, zette ik mijn weg verder richting Laem Pak Bia. Op het rechte stuk testte ik geregeld de topsnelheid van mijn tweewieler. Eénmaal bij mr Daeng, moest ik even wachten omdat hij blijkbaar al een afspraak had met de 2 Noren. Die kwamen een half uur later toe met hun gids. Ik mocht gratis mee de boot in, als dank voor de lepelbek aan te wijzen. Na alles op de sandspit te hebben opgerold en de Greenshanks onderweg te hebben meegepakt, kwam ik in de namiddag (rood verbrand) terug in Petchaburi. Diezelfde avond, na een bijna-dood ervaring in het Thais verkeer (een zelfmoord-minibus), nam ik nog de vlucht richting Chiang Mai. Gelukkig was ik niet dood, want in de luchthaven vertelde mijn vriendin me via Skype vanuit België dat ze zwanger was. Een dag om niet gauw te vergeten!